Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De coronacrisis weegt mentaal op heel veel mensen, daar hebben we het al vaak over gehad in deze commissie en in de plenaire vergadering. De cijfers over het aantal contactnames bij de verschillende hulplijnen geven daar een illustratie van. Zowel Tele-Onthaal, 1712, nupraatikerover.be, de Zelfmoordlijn 1813 als de Druglijn ontvingen sinds het begin van de coronacrisis beduidend meer oproepen dan in andere periodes.
Met het actieplan Zorgen voor Morgen dat de Vlaamse Regering vorig jaar al uitwerkte werden al heel wat maatregelen getroffen om de weerbaarheid van de mensen te versterken. Ook de hulplijnen kregen extra middelen om hun bereikbaarheid tijdelijk uit te breiden. Ook werd een intensieve samenwerking opgezet tussen Tele-Onthaal, Awel, de Druglijn, de Zelfmoordlijn 1813 en het hulpaanbod van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s) en de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) om doorverwijzingen te optimaliseren. Daarover had de minister het ook in antwoord op mijn vraag om uitleg van 9 februari laatstleden. Het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ), de organisatie achter de Zelfmoordlijn 1813, en Tele-Onthaal stapten mee in een project waarbij de hulplijnen bellers rechtstreeks konden aanmelden bij de CGG’s.
Minister, gezien het voortduren van de crisis kondigde u recent aan om nog eens 1,5 miljoen euro vrij te maken om de bestaande hulplijnen te versterken. Om de bestaande toolbox ‘check, check, check jezelf’ verder bekend te maken, wordt 15.000 euro vrijgemaakt. De toolbox is erop gericht om het mentaal welbevinden en de veerkracht zelf te versterken of te herstellen.
Minister, kunt u meer duiding geven bij de versterking van de hulplijnen? Waartoe zullen de middelen precies worden ingezet?
In hoeverre zullen de samenwerkingen die tussen de hulplijnen werden opgestart in het kader van de coronacrisis worden verdergezet en eventueel structureel worden ingebed?
Eerder waren er projecten rond terugbellen. Zal hierop verder worden ingezet?
Welke acties zullen worden ondernomen om de toolbox ‘check, check, check jezelf’ beter bekend te maken?
Minister Beke heeft het woord.
Gedurende de coronapandemie zijn heel wat hulplijnen tijdelijk versterkt om het hoofd te bieden aan de stijgende aantallen oproepen in deze periode. Het gaat over Tele-Onthaal, 1712, de Zelfmoordlijn 1813, nupraatikerover.be en de Druglijn. Dat de versterking noodzakelijk is, is ook te zien in de cijfers van deze hulplijnen.
We hadden het al meermaals over de stijging van het aantal oproepen naar de hulplijnen, en de belangrijke rol die de verschillende hulplijnen op hun domein konden spelen in het kader van het mentaal welzijn van onze burgers tijdens de pandemie. En aangezien de pandemie nog steeds niet voorbij is, en we uit wetenschappelijke publicaties ook weten dat de effecten op het mentaal welzijn nog een tijd zullen aanhouden, zetten we de versterking van deze hulplijnen verder.
Bij de Zelfmoordlijn 1813 bijvoorbeeld zullen de extra middelen ingezet worden voor de uitbreiding van de chathulp. Tegen eind 2021 zullen de openingsuren van de chathulp van de Zelfmoordlijn verdubbeld worden. Ook het aantal vrijwilligers voor de chat wordt verdubbeld. De bijkomende middelen worden in eerste instantie geïnvesteerd in personeel in functie van die uitbreiding, maar ook in verdere vorming, training en coaching van de vrijwilligers.
De extra middelen voor de vijf CAW’s met een 1712-punt worden ingezet om de uitbreiding van de permanentie-uren van de chat van hulplijn 1712 te consolideren. De vijf centra voor Tele-Onthaal zetten de middelen in voor de bekendmaking van het hulpaanbod, de werving van nieuwe vrijwilligers om het hulpaanbod te versterken, de coördinatie van een consistent communicatiebeleid en het verder digitaliseren in functie van de ondersteuning van telefoon en chat.
Nupraatikerover zal de middelen gebruiken om de uitgebreidere permanentie, de chat op afspraak en de extra inzet bij speciale aangelegenheden te financieren.
Voor de volledigheid wil ik nog meegeven dat in Vlaams intersectoraal akkoord (VIA) 6- akkoord ook nog versterkingen opgenomen zijn voor Tele-Onthaal, Nupraatikerover, de Druglijn en de Zelfmoordlijn.
Zorgnet-Icuro heeft in een tijdelijke samenwerking met vzw Ally Institute een digitaal platform opgezet om de doorstroom van vragen waarbij nood was aan meer gespecialiseerde ondersteuning snel te laten gebeuren. Na verloop van tijd is ook de chatfunctie via de Social Intervention Tool (SIT)-tool geïnstalleerd, zodat ook via de chatfunctie van Awel kan worden doorverwezen.
De SIT-tool wordt nu duurzaam geïntegreerd in de werking van de CGG's, niet alleen voor een mogelijke samenwerking met de hulplijnen, maar ook als een nieuwe modaliteit in hun reguliere werking in het kader van blended care.
De samenwerking tussen de CGG’s en de Zelfmoordlijn werd zeer positief geëvalueerd en wordt los van de coronacrisis voortgezet. In die samenwerking kan een vrijwilliger van de Zelfmoordlijn een oproeper die in aanmerking komt voor doorverwijzing rechtstreeks aanmelden bij het CGG in zijn of haar regio. Na de aanmelding neemt het CGG rechtstreeks contact op met de oproeper om meer zicht te krijgen op de zorgnoden.
Die samenwerking liep als een proefproject van mei tot september 2020. Ze werd geëvalueerd, verder geoptimaliseerd en is terug opgestart in april 2021.
Om de herkenbaarheid van de campagne ‘Check Jezelf’ en de bijhorende toolbox checkjezelf.be te vergroten zetten we bijkomend in op doelgroepgerichte communicatie.
We maakten daarvoor elf filmpjes afgestemd op en met vertegenwoordigers van elf specifieke doelgroepen. Zo werkten onder meer de Vlaamse Scholierenkoepel, mantelzorgverenigingen, Vlaams Patiëntenplatform, gebruikersorganisaties voor personen met een handicap en het Netwerk tegen Armoede mee. U kunt de filmpjes op het platform checkjezelf.be terugvinden. Met de bijkomende middelen plannen we op korte termijn nog een doelgroepgerichte online communicatiecampagne.
Daarnaast zet het Vlaams Instituut Gezond Leven verder in op de bekendmaking van de geluksdriehoek. De toolbox daarachter is dezelfde als die achter de checkjezelf-campagne. Het Vlaams Instituut Gezond Leven onderhoudt dat platform en zal ook deel uitmaken van het nieuw op te starten consortium dat, onder voorbehoud van goedkeuring door de Vlaamse Regering, de beheersovereenkomst over geestelijke gezondheidsbevordering de komende vijf jaar zal uitvoeren.
Het onderhoud van het platform omvat het up-to-date houden van de inhoud, maar ook de uitbreiding van het platform met nieuwe inhouden. In de nieuwe beheersovereenkomst is bepaald dat er in 2021 minstens één nieuw thema wordt toegevoegd, inclusief nieuwe tools en verhalen met filmpjes van bijvoorbeeld een bekende Vlaming, maar ook met getuigenissen van burgers. Die inhouden kunnen ook een plek krijgen in een communicatiecampagne.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. De coronacrisis heeft natuurlijk een heel grote impact gehad. Het is dus heel terecht dat er bijkomende middelen gegaan zijn naar de verschillende hulplijnen, want bij zowat alle hulplijnen zagen we de oproepcijfers en chatcijfers pieken. Het is inderdaad zo dat de coronacrisis niet voorbij is en dat de gevolgen van die crisis natuurlijk ook nog niet voorbij zijn en zich de volgende periode nog zullen laten voelen. Ook daarom is het heel terecht dat er nu blijvend bijkomende middelen worden ingezet.
Minister, wat ook wel goed is, is dat door de aandacht daarvoor, ook in de media, die hulplijnen beter bekend geworden zijn. Dat is natuurlijk een positieve evolutie, maar dat kan in de toekomst met zich meebrengen dat er meer oproepen zullen blijven volgen. Een aantal van die hulplijnen worden ook bemand door vrijwilligers. Daarover heb ik een bijkomende vraag, minister. Zijn er voldoende vrijwilligers en medewerkers in dienstverband voorhanden voor die verschillende hulplijnen om de bijkomende middelen die u ter beschikking stelt, zowel voor de telefoon als voor de chat, te doen renderen?
Ik wil ook nog toevoegen dat ik het zeer positief vind dat de samenwerking tussen de Zelfmoordlijn en de CGG’s, met een rechtstreekse aanmelding, positief geëvalueerd wordt en dat die – als ik uw antwoord goed begrepen heb – permanent geïmplementeerd zal worden.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het is alleszins een heel goede zaak dat er extra geïnvesteerd werd in de hulplijnen en ook dat er een samenwerkingsverband is tussen die hulplijnen en de CGG’s en CAW’s, dat nu blijkbaar structureel zal worden. Wat me wel zorgen baart, is dat er voldoende plaats moet zijn als iemand doorverwezen wordt. Als mensen zich aanmelden en doorgestuurd worden, maar dan botsen op een lange wachtlijst, dan blijven ze met hun probleem zitten. Onlangs bleek dat er een patiëntenstop is bij verschillende psychiaters en psychologen. Dat baart me wel enorm zorgen, omdat ik ervan overtuigd ben dat de nood de komende maanden jammer genoeg nog groter zal worden.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u wel, minister. We hebben het er hier al vaker over gehad: de coronacrisis bracht en brengt heel wat gevoelens van angst, onzekerheid en stress met zich mee. Dat kan leiden tot het zich niet goed in zijn vel voelen en tot depressies. Kunnen praten met naasten over deze gevoelens, is zo belangrijk, maar niet altijd gemakkelijk. Soms is het veel gemakkelijker om je verhaal aan een buitenstaander te vertellen. Daarom zijn deze verschillende hulplijnen, elk met hun eigen specialisatie, zo belangrijk. Het is heel positief dat deze hulplijnen de voorbije maanden erg versterkt werden om het hoofd te kunnen bieden aan het stijgend aantal oproepen en dat er inspanningen werden en worden geleverd om de bereikbaarheid te verbeteren.
De coronacrisis is nog niet voorbij maar er is licht aan het einde van de tunnel. De vaccinatie van de bevolking verloopt goed. Er zijn al heel wat versoepelingen. Maar niet iedereen zal vlot de draad van het gewone leven weer kunnen opnemen. Er is een verschil tussen ons mentale welzijn in een periode van lockdown en strenge maatregelen en in de periode nadien, wanneer de maatregelen opgeheven worden. We mogen niet vergeten dat mentaal welzijn altijd belangrijk is. Investeren hierin is dan ook broodnodig.
Met het actieplan Zorgen voor Morgen wordt er gewerkt aan het versterken van de weerbaarheid van mensen. Het actieplan werkt met verschillende fases, naargelang de nood. Ik heb hierover de volgende vraag, minister. Kunt u deze verschillende fases al toelichten? Waar situeert zich volgens u de grootste nood?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Schryvers, dank u voor de vraag. Minister, dank u voor het antwoord. Ik ga specifiek in op de situatie van de hulplijnen.
Het antwoord schetst al goed wat de situatie van de hulplijnen op heden is en wat de toekomstperspectieven zijn. Ik wil nog een specifieke bezorgdheid uiten. We staan voor een complexe zomer, waarin dingen niet of wel weer mogen, waarin mensen eventueel kampen met uitdagingen om opnieuw een plaats te vinden in een steeds soepeler wordende samenleving. Gelukkig maar, dat het soepeler wordt, maar analyses van het zogenaamde 'grotsyndroom' wijzen uit dat dat niet voor iedereen een evidente stap is. Vandaar mijn vraag. We zien dat de openingsuren en de beschikbaarheid van een aantal hulplijnen tegen het einde van het jaar nog sterk zullen worden opgedreven. Maar is er een mogelijkheid om in de zomerperiode voor voldoende capaciteit te zorgen, om die periode op een goede manier door te komen? De zeer laagdrempelige hulpverlening, die geen vervanging is van andere types van hulpverlening maar wel een eerste stap, moet in de eerstkomende weken en maanden worden voorzien van voldoende capaciteit.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik heb een gelijkaardige bezorgdheid als die van collega Saeys. Ik ben zeer blij dat de hulplijnen worden versterkt. Dat is structureel nodig. Dat is goed beleid. Maar ik ben heel bezorgd over de mate van hulp die de mensen achteraf nog kunnen vinden. Er zijn, ik besef het, heel veel extra middelen naar de CGG’s gegaan. Maar ze kampen nog altijd met enorme wachttijden. Voor veel mensen schuilt de oplossing niet enkel in de laagdrempelige gespreksvorm. Zij moeten in behandeling, maar moeten dan vaak erg lang wachten. Dat zorgt soms voor een grote uitzichtloosheid, waardoor het enkel slechter begint te gaan.
Minister, in welke mate is deze regering in staat om bij toekomstige begrotingsopmaken en -wijzigingen, op welk moment ook, bij de CGG’s extra capaciteit te voorzien? Ik vraag dit niet omdat u nog niets hebt gedaan maar, opnieuw, omdat er helaas nog veel meer nodig is.
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Dit thema draagt onze gemeenschappelijke zorg en bekommernissen weg. Niet dat dit voor de andere thema’s niet zo was, voor alle duidelijkheid.
Ik antwoord op een aantal heel concrete zaken.
Het gaat over extra capaciteit: extra mankracht die zal worden ingezet om extra vrijwilligers te kunnen werven, opleiden en intervisie te kunnen aanbieden. Het is een tijdsintensieve opdracht om niet alleen extra vrijwilligers aan te trekken, maar om die vrijwilligers ook nog op een kwalitatieve manier op te leiden, te omringen en te kunnen inzetten.
De wachtlijsten bij de professionele hulpverlening tonen aan dat we zo vroeg en laagdrempelig mogelijk mensen die zich niet goed in hun vel voelen moeten kunnen bereiken. Dat is waarom deze versterkingen er zijn: om te vermijden dat sneeuwballen lawines worden.
Het is belangrijk dat we de mensen blijven aansporen om te durven spreken over deze thema’s, over deze problematiek van het mentale welbevinden, van de worstelingen waarmee ze worden geconfronteerd. Daarvoor dienen deze hulplijnen: heel laagdrempelig en anoniem deze mensen bijstaan in hun zorgen. Door het versterken van de hulplijnen kunnen we hen heel nabij zijn en een luisterend oor aanbieden. Voor veel mensen, uiteraard niet voor allemaal, is dat op zich al een heel belangrijk element, en zelfs al een voldoende element.
Wat betreft de vraag en de opmerking van collega Wouters met betrekking tot de grootste noden en ook de vragen van de anderen: we hebben een plan Vlaamse Veerkracht gemaakt dat een economisch, maar ook een maatschappelijk element bevat. Dus daar komen ook een aantal versterkingen in die we nu omzetten. Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat we er alles aan doen om het normale leven opnieuw te kunnen laten opkrikken. Er is hier al gesproken over de vaccinaties die inderdaad ontzettend goed lopen. Als de leveringen nu nog zouden kunnen zijn wat ze hadden beloofd, dan hadden de vaccinaties nog beter kunnen lopen. Die vaccinaties zijn belangrijk voor twee redenen: ten eerste voor de strijd tegen het virus, voor de volksgezondheid, maar ten tweede ook om het maatschappelijke en het sociale leven weer een stukje aan de mensen te geven.
Collega Vaneeckhout, wat betreft uw vraag over de capaciteit: wij volgen de capaciteit samen met de hulplijnen op. Waar het nodig is, sturen we bij. Deze investering waar we nu over spreken, is er gekomen op basis van deze monitoring en op basis van het overleg dat ik met deze hulplijnen zelf heb. Wat de vragen betreft over de mensen met het zogenaamde ‘grotsyndroom’ en vragen over versoepelingen, onzekerheid, enzovoort: dat is vooral een materie van Teleonthaal. Dat is 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 open en bereikbaar. Daar kunnen mensen dus terecht, natuurlijk niet voor gewone corona-infovragen, daarvoor is er een andere lijn.
Collega Saeys, over de capaciteit van de gespecialiseerde hulp, hebben we altijd gezegd – en dat is de visie van alle experten – dat we het volledige continuüm moeten bekijken en de nadruk moeten leggen op preventie. Dat is nu net waar deze vraag over gaat en waar we hier in geïnvesteerd hebben. Dat was ook de opmerking van collega Van den Bossche. Dat is het eerste luik. Is dat voldoende? Nee, dat is niet voldoende. Daarnaast zijn er nog andere zaken nodig, maar die andere zaken hebben we, denk aan ons plan ‘Zorgen voor Morgen’, vorig jaar ook versterkt en er extra middelen ingestoken. Dit jaar hebben we die ook structureel gemaakt. Het gaat niet alleen over de hulplijnen. Het gaat ook over vroegdetecties als het gaat over jongeren, waar de consultatiebureaus van Kind en Gezin, de Huizen van het Kind en de OverKop-huizen die we uitrollen een rol spelen, maar ook de CLB’s spelen daar natuurlijk een belangrijke rol.
Het gespecialiseerde aanbod, mobiel en ambulant, doen we via de CGG’s. Ook daar hebben we bijkomende middelen in gestoken. Daarnaast, maar dat zal een veel uitgebreider debat zijn, zijn er natuurlijk ook nog de middelen die door de Federale Regering worden ingezet en waar wij een protocolakkoord rond afgesloten hebben. Op korte termijn zou er 20 miljoen euro ingezet worden. 12 miljoen euro is dus voor Vlaanderen. Er zijn ook heel wat crisismaatregelen in opgenomen, onder andere om bedden in de pediatrie in te zetten voor het residentieel opvangen van psychiatrische problematieken. Die 20 miljoen euro is pas vrijgemaakt, die moet zich nog vertalen op het terrein. Dat geldt ook voor een stukje voor een aantal van onze investeringen. Die zijn lopende. De middelen zijn vrijgemaakt en worden nu op het terrein ingezet, net omdat we willen anticiperen op wat gaat komen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, het is heel goed dat dadelijk bij het begin van de pandemie verschillende hulplijnen zijn versterkt, maar ook dat dat nu nog verder gebeurt. Dat is echt nog wel nodig. Die zijn immers heel belangrijk om mensen heel laagdrempelig een luisterend oor te bieden.
Het is dan natuurlijk ook nodig dat mensen hun weg erheen vinden. Daarom zijn bekendmakingsacties natuurlijk ook wel heel goed en nodig. Minister, ik ben er inderdaad ook van overtuigd dat, doordat men bij die diverse hulplijnen heel bereikbaar is, onder meer telefonisch en via chat, men daardoor mensen toch wel een eerste antwoord kan bieden. Soms is er niet meer nodig, is meer gespecialiseerde hulp niet meer nodig omdat men daar al een luisterend oor heeft geboden. Ik ben er heel tevreden mee dat de rechtstreekse brug met de hulpverlening zelf ook steeds meer wordt gemaakt. Dat is natuurlijk ook heel goed.
Collega Parys, ik denk dat u te laat bent. Dit was de slotreactie van collega Schryvers.
De vraag om uitleg is afgehandeld.