Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Via de pers konden we vernemen dat de Vlaamse Omgevingsinspectie bouwmisdrijven heeft vastgesteld op de terreinen van de regionale luchthaven in Deurne. De overtreders zijn de luchthavenuitbater, de Vlaamse overheid en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). De overtredingen zijn: een stuk perimeterweg die zonder vergunning in agrarisch gebied is aangelegd, een toegangsweg naar het luchthaventerrein naast de zuidelijke tunnelingang en een spottersheuvel. De Vliegveldweg, een gemeentelijke weg, werd deels afgebroken en verlegd zonder dat hier de, nochtans noodzakelijke, toestemming van de gemeente Borsbeek voor werd gevraagd. Burgemeester Dis Van Berckelaer reageert verontwaardigd op het feit dat Vlaanderen als bouwheer haar eigen regels niet toepast. En geef toe, het is ook moeilijk uit te leggen aan een burger die zich ook moet houden aan dezelfde omgevingsvergunningsplichten. Ik ben op dit moment aan het verbouwen en dat is een heel leuke en interessante ervaring, maar ik kan u wel verzekeren dat ik alles correct wil doen en dat dit heel wat zorgen met zich meebrengt. Dat wordt ook verwacht van ons, uit respect voor de buren, de omgeving, en alle andere facetten. Het is toch niet logisch dat de overheid die op verschillende niveaus regels oplegt om heel begrijpelijke redenen, die regels zelf niet naleeft. Dat doet toch de wenkbrauwen fronsen.
Vandaar, minister, heb ik volgende vragen. Zult u werk maken van een administratieve audit naar de rol en verantwoordelijkheid van de Vlaamse administratie in de vastgestelde bouwmisdrijven? Alle nieuwe vastgestelde overtredingen gebeurden in de periode nadat Luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) Antwerpen eigenaar werd van de opstalrechten en erfpachtrechten. Gaat u nagaan wat de verantwoordelijkheid van LOM Antwerpen hierin is? Bent u bereid om deze onvergunde bouwwerken in agrarisch gebied, die het voorwerp uitmaken van het vermelde proces-verbaal, te laten verwijderen en de zone daarna te herstellen in de oorspronkelijke staat?
Minister Peeters heeft het woord.
De werken voor de ondertunneling van de R11 en de aanleg van de RESA (Runway End Safety Area) werden gefinaliseerd in 2016. Voor die werken werden voorafgaand stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd op 23 januari 2013 en op 21 augustus 2014. Die stedenbouwkundige vergunningen zijn niet aangevochten en hadden dus een definitief en uitvoerbaar karakter. Op grond daarvan konden die werken uitgevoerd worden. Op 11 september 2019 werd het Vlaamse Gewest door omwonenden en de gemeente Borsbeek gedagvaard voor vermeende bouwovertredingen bij de uitvoering van die werken. Op 10 november 2020 werd het Vlaamse Gewest over de hele lijn vrijgesproken. Daartegen is momenteel een beroepsprocedure lopende. Ik kan niet anders dan die procedure afwachten en het is niet opportuun om op dit ogenblik een administratieve audit te doen, temeer dat het Vlaamse Gewest op 10 november 2020 is vrijgesproken.
Wat betreft uw tweede vraag over de eventuele verantwoordelijkheden, moet ik u opnieuw antwoorden dat alle beweerde overtredingen werken betreffen die werden uitgevoerd in kader van de ondertunneling van de R11 en de aanleg van de RESA. Het betreft geen recente investeringen die door de LOM Antwerpen werden uitgevoerd. De werken zijn gefinaliseerd in 2016.
Het Vlaamse Gewest is op dit moment aan het bekijken op welke wijze het best wordt gereageerd op het proces-verbaal dat is opgemaakt door de stedenbouwkundig ambtenaar. Het Vlaamse Gewest voelt zich uiteraard opnieuw gesterkt door het vonnis dat werd uitgesproken op 10 november 2020 met betrekking tot de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd. Alleszins zal in onze reactie rekening worden gehouden met de verplichtingen die de internationale en de Europese regelgeving opleggen inzake de uitbating van de luchthavens.
De heer Annouri heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. U schermt met een chronologie die aangeeft dat er in het verleden al een vrijpleiten van het Vlaamse Gewest is geweest. En dat sterkt u in de overtuiging dat het nu misschien ook wel opnieuw zal gebeuren. Maar ik denk dat dat niet per se wil zeggen dat hier niets fouts is gebeurd. Ik stel mij daar wel vragen bij. Maar goed, de procedure loopt nog. Maar wat wil dat zeggen, dat de burgemeester van de betreffende gemeente zelf uit de lucht komt vallen en de noodzaak voelt om dat proces op gang te brengen en dat omwonenden om dezelfde reden ook die noodzaak voelen? Volgens mij blijkt daaruit heel duidelijk dat er niet voldoende overleg is geweest, dat er niet voldoende transparantie is geweest en dat er niet op een goede manier is gecommuniceerd. Anders heb je dit niet. Als je op een deftige manier participatie en informatiedoorstroming hebt, dan vermijd je dit soort situaties.
Gaat u als minister, terwijl we allemaal aan het afwachten zijn wat de definitieve uitspraak zal zijn, nakijken hoe het komt dat de gemeente Borsbeek en de omwonenden niet voldoende geïnformeerd zijn? Gaat u contact opnemen met de gemeente Borsbeek? Welke komende stappen kunnen we daarin verwachten?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Annouri, ik moet misschien nog eens zeggen dat de stedenbouwkundige vergunningen die zijn afgeleverd voor de uitgevoerde werken, dateren van 2013 en 2014. Ook toen was er natuurlijk inspraak en een openbaar onderzoek, voordat een vergunning werd afgeleverd. Ik neem dus aan dat de betrokkenen, met name de omwonenden, maar ook de gemeenten, het dossier destijds wel degelijk hebben kunnen inkijken en dat ze desgevallend de vergunning hadden kunnen aanvechten. Maar dat is niet gebeurd. Nu vraagt u aan mij wat ik ga doen inzake participatie en informatie. Ik herhaal dat de vergunningen zijn afgeleverd in 2013 en 2014. De werken zijn uitgevoerd in 2016.
Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat wij in 2020 zijn vrijgesproken inzake een vermeend bouwmisdrijf. Er is nu een proces-verbaal opgemaakt voor werken die gefinaliseerd zijn in 2016. We zullen kijken hoe daar verder mee moet worden omgegaan. Dat is in eerste instantie aan de administratie. Op dit ogenblik zijn wij ons er alleszins niet van bewust dat er effectief inbreuken zijn. Maar opnieuw, er is een proces-verbaal opgemaakt. We zullen bekijken hoe daarop moet worden gereageerd. We zullen daar natuurlijk heel voorzichtig op reageren, gelet op het feit dat de procedure op dit ogenblik in beroep hangende is.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik moet u er geen tekening bij maken dat de luchthaven van Deurne en Antwerpen wel wat commotie veroorzaakt en dat er wel wat zorgen zijn van omwonenden en buurtbewoners. Los van het inhoudelijke debat over de regionale luchthavens zelf, waar we een andere mening over hebben, lijkt het mij, terwijl het proces-verbaal en heel het traject daarrond aan het lopen is, geen overbodige zaak om op zijn minst toe te geven dat er iets fout is gelopen. Eigenlijk zegt u nu voor een stuk dat de gemeente Borsbeek en de omwonenden maar alerter hadden moeten zijn. Misschien hadden ze daar te veel vertrouwen in de overheid. Misschien zijn ze er toch niet voldoende over geïnformeerd dat er iets stond te gebeuren. Misschien hebben ze toch niet de mogelijkheid gehad. Ik weet het niet. Ik doe daar geen uitspraak over, maar ik denk dat het op zijn minst toch geen slecht signaal zou zijn dat u als minister – ik hoor van deze Vlaamse Regering, ook van uw partijgenoot, minister Somers, hoe belangrijk lokale besturen zijn – op zijn minst even contact zou opnemen en te horen wat daar fout is gelopen, hoe we daaruit kunnen leren en welke stappen we verder zetten. Maar ik stel vast dat u dat niet wilt doen en dat u zegt dat er u op dit moment niets te verwijten valt, en ook uw voorgangers niet.
Het klopt, het loopt al een tijdje. Dat vind ik een jammere zaak en van heel weinig respect getuigend voor de lokale besturen. Ze maken zich duidelijk zorgen. ‘To be continued’.
De vraag om uitleg is afgehandeld.