Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Op donderdagavond 22 april zond het satirische VRT-programma De Ideale Wereld een fragment uit waarbij werd gespot met de persconferentie van de Vlaamse Regering over het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Op het einde van dat fragment werd ook gespot met de vermeende rol van een zwarte medewerkster, die volgens de minister-president werd voorgesteld als een poetsvrouw die – en ik citeer hem – “voor machtige blanke mannen minderwaardig werk” moet doen. Er werd daarop een toch wel fel statement gelanceerd door de minister-president, waarin gesteld werd dat de voltallige Vlaamse Regering geschokt was door het fragment. Hij stelde dat de dame diep verdrietig had gereageerd op de beelden en zich vernederd en gekwetst voelde door de tv-makers.
De dame in kwestie is een ervaren medewerkster, verantwoordelijk voor het protocol, zo blijkt, die al ruim vijftien jaar voor de Vlaamse overheid werkt. Daarop besliste de minister-president, in overleg met alle collega’s, publiekelijk te reageren op het fragment van De Ideale Wereld. De woordvoerder van de minister-president verklaarde: “Hier werd een individu nodeloos persoonlijk geschoffeerd. Dat konden we niet laten passeren.”
Ondertussen had presentator Jan Jaap van der Wal al laten weten zich te zullen excuseren tegenover de dame in kwestie en werd het bewuste fragment uit ‘De Ideale Wereld’ van sociale media gehaald. Op het onlineplatform VRT NU blijft de volledige aflevering wel staan, althans voorlopig. De programmabeschrijving werd er echter aangevuld, zodat de kijkers de reactie en de excuses van presentator Van der Wal te lezen krijgen. Onder het fragment staat nu het volgende: “Er ontstond verontwaardiging over een opmerking bij de medewerkster die bij de Vlaamse Regering in beeld kwam. Presentator Jan Jaap van der Wal reageert: “Het was uiteraard niet de bedoeling om de medewerkster te schofferen. We begrijpen dat dit verkeerd is binnen gekomen. Ik zal contact opnemen en ook persoonlijk mijn oprechte excuses overbrengen.””
De dame in kwestie pleitte er nadien in een interview met de krant Het Laatste Nieuws echter voor om de beelden weg te halen van alle kanalen van de openbare omroep. Ze beweert niet meer te kunnen slapen en amper een hap binnen te krijgen. “Ze hebben mijn trots afgenomen”, zegt ze. Strijdbaar klinkt het bij haar dat dit zeker geen afgesloten zaak is en dat ze via het interview de verwijdering vraagt van de beelden. “Als er geen reactie op komt, beraad ik me over andere mogelijke stappen”, zegt ze.
Ik heb daarover de volgende vragen. Wat houden die andere mogelijke stappen precies in? Plant uzelf, minister-president, nog verdere stappen te ondernemen om het bewuste fragment overal offline of weg te halen? Of zou u het gerechtvaardigd vinden, mocht dat bijvoorbeeld via juridische weg gebeuren? Staat u uw medewerkster wat dat betreft eventueel ook bij?
Waarom stelt u in uw bericht dat poetshulpen minderwaardig werk doen?
Welke contacten hebben u en/of mensen van uw kabinet allemaal gehad met de VRT, de programmamakers van De Ideale Wereld en/of presentator Jan Jaap van der Wal?
U gebruikte woorden als ‘schandelijk’ en ‘onaanvaardbaar’ en stelde dat de negen ministers van de Vlaamse Regering ‘geschokt’ zijn. Hoe past die felle reactie van de Vlaamse Regering, alsook de excuses en de daaropvolgende zelfcensuur van De Ideale Wereld, in het voornemen van de Vlaamse Regering om de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en autonomie van de redactie van de openbare omroep als essentieel te beschouwen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, mijn respect voor poetsvrouwen is bijzonder groot. Laat dat duidelijk zijn. Daar gaat het hier totaal niet over.
Ikzelf had geen contact met de programmamakers en/of de presentator. Mijn woordvoerder was auditief aanwezig bij het telefonische gesprek dat onze collega had met de presentator en waarin die laatste zich tegenover haar verontschuldigde. In de dagen daarna was er nog een telefonisch contact tussen mijn woordvoerder en de presentator na het interview dat zij aan een krant had gegeven. De zaak is voor haar afgesloten.
De leden van de Vlaamse Regering hebben uiting gegeven aan hun verontwaardiging over het betrokken fragment in dat programma. Daarbij gaven zij trouwens ook aan dat satire zeker moet kunnen tegenover mensen met een publieke functie. Ik heb er geen enkel probleem mee dat ze mij door de mangel halen. Dat gebeurt dikwijls genoeg. Daarvoor zijn we publieke figuren. Daar gaat het dus niet over. Op geen enkel ogenblik hebben de Vlaamse ministers daarmee de onafhankelijkheid en de autonomie van de openbare omroep in vraag gesteld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u voor uw zeer korte antwoord. Om te beginnen moet ik opmerken dat als u niet vindt dat poetshulpen minderwaardig werk doen, u dat dan toch slecht geformuleerd hebt in het bericht dat u hebt laten uitsturen en dat u ook hebt getweet, als ik het goed heb. Want daaruit blijkt dat eigenlijk wel. U schrijft dat daar letterlijk in. Dat staat daar ook niet tussen aanhalingstekens. Ik heb toch de indruk, ook gezien de felheid van die reactie – want ik begrijp natuurlijk dat u misschien verontwaardigd bent en ik begrijp natuurlijk ook wel de reactie van de dame in kwestie – dat het bericht dat is uitgestuurd, in een soort emobui is gestuurd, zonder daar eigenlijk echt goed bij na te denken. Nogmaals, het had veel voorzichtiger moeten worden geformuleerd. Want nu lijkt het alsof u wel vindt dat poetshulpen minderwaardig werk doen, terwijl ik dan zou denken: als iemand als een poetshulp wordt weggezet, en dat is geen minderwaardig werk, wat is het probleem dan eigenlijk?
Ten tweede heb ik het interview met de dame in kwestie in Het Laatste Nieuws goed gelezen. Zij klinkt daarin zeer strijdbaar. Zij zegt dat ze haar trots hebben afgenomen, dat zij ermee doorgaat en dat zij juridische stappen overweegt. Ik stel u daar vragen over. U zegt mij daar niets meer over. Ik kan mij niet voorstellen dat u niet weet wat ze eventueel nog van plan is of welke stappen ze, eventueel juridisch, aan het nemen is. Maar mij lijkt het, mijnheer Jambon, dat ook iemand die geen publieke functie heeft, maar die geregeld in beeld komt – wat natuurlijk gewoon een gevolg is van de job die ze doet –, er ook wel tegen moet kunnen om het voorwerp te zijn van spot en satire. Sterker nog, voor mensen die een migratieachtergrond hebben of die migreren, is dat een onderdeel van hun integratie, dat zij ermee leren leven – ik pleit er ook voor om dat op te nemen in inburgeringstrajecten – dat in deze samenleving spot en satire mee de essentie zijn van de vrije meningsuiting en dat je daar, zoals cabaretier Hans Teeuwen het zo mooi heeft verwoord, een schild voor ontwikkelt in een vrije samenleving.
Ik vind het zeer triest dat op bepaalde platformen de beelden zijn verwijderd. Ik vind het ook triest dat er nu een uitleg aan is toegevoegd, terwijl de dame in kwestie dat blijkbaar nog niet eens voldoende vindt.
U hebt haar moeten troosten. Ik neem aan dat dat pijnlijk is, iemand die verdrietig is, die huilt eventueel. Maar dat mag er toch niet toe leiden dat er dan in een emobui zo’n fel bericht wordt uitgestuurd over een satirisch programma, wat dan uiteindelijk toch leidt tot gedeeltelijke censuur, op zijn minst? Ik denk dat dat een heel slecht signaal is.
Mijnheer Van Rooy, ik wil toch zeggen dat het de gewoonte is dat wij vragen om uitleg indienen over uitspraken, gedragingen, beslissingen van leden van de regering, maar dat het wel heel ver gaat als individuele medewerkers deel moeten beginnen uit te maken van de vraagstelling in het parlement. Ik ga zo dadelijk nog wel het woord geven aan de minister-president, maar ik laat hem vrij om daar al of niet verder op in te gaan.
Ik wil aansluiten bij die laatste woorden. Ik vind het ook vreemd dat we hier vragen om uitleg stellen over individuele gevallen die hier zelf ook niet aanwezig zijn. Ik denk dat dat heel onkies is.
Ik ken de dame in kwestie persoonlijk, dus ik ga ook niet tussenkomen over de zaak zelf. Ik wou gewoon eventjes meegeven dat het hier niet om poetsvrouwen of whatever gaat. Het gaat hier over de afbeelding van de dame in kwestie in een onderdanige, slaafse rol ten opzichte van de regering, en de manier waarop dat is afgebeeld. Daar gaat het over. Het gaat hier niet om een bepaalde functie.
Mijnheer Van Rooy, medewerkers van iedereen, ook van parlementsleden, hebben inderdaad niet gevraagd om een publieke functie in het openbaar op te nemen. Dat die geviseerd worden, vind ik dus ook niet kunnen. Wij hebben daar wel om gevraagd. Wij zijn verkozen gesteld. Wij hebben verantwoordelijkheid. We moeten dat doen. We moeten ook kritiek kunnen incasseren. Maar iedereen rondom ons – medewerkers, familie, kennissen et cetera – heeft daar niet om gevraagd. Ik vind het dan ook heel onkies om die in het vizier te nemen, zoals u op dit moment doet.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik wil aansluiten bij mijn collega Vande Reyde en bij de minister-president. Ik had gehoopt dat dit incident nu eindelijk was afgerond. Ik betreur het dat we niet kunnen eindigen met wat de presentator van het programma zelf heeft gezegd. U hebt het nog eens herhaald. Hij begrijpt dat het verkeerd is overgekomen, zegt hij. U blijkbaar niet, mijnheer Van Rooy, maar de presentator begrijpt dat wel. Hij geeft dan ook oprecht zijn excuses. Ik denk dat dat de juiste houding en de juiste en terechte reactie was. Het is spijtig dat daar nu in het parlement nog verder op tussengekomen wordt, vind ik zelf. Ik hoop dat we dit nu kunnen afsluiten en dat de persoon in kwestie, die effectief niet gevraagd heeft om in beeld te worden gebracht, en zeker niet om zulk commentaar erbij te krijgen, rustig verder haar werk kan doen zoals ze het altijd al heeft gedaan.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb daar verder niets aan toe te voegen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Wat kan ik hier nog over zeggen? Er wordt door de hele Vlaamse Regering een zeer fel persbericht uitgestuurd, met woorden als ‘schandelijk’, ‘onaanvaardbaar’, ‘geschokt’. Hoe vaak gebeurt dat? U mag het mij zeggen. Ik ben nog niet zo lang parlementslid, maar toch al twee jaar. Volgens mij gebeurt het zeer zelden dat er zo'n fel persbericht door de voltallige Vlaamse Regering wordt uitgestuurd.
Commissievoorzitter, mijnheer Vande Reyde, u zegt dat het raar is dat ik hier een vraag stel over een individu, maar daar ging dat persbericht over. De regering stuurt een persbericht uit over iets dat te maken heeft met een individuele medewerkster. Dus lijkt het mij toch logisch dat ik daar als parlementslid vragen bij kan stellen, zeker als dat tot gevolg heeft dat een programmavoorzitter, die aan satire doet, zich uitgebreid excuseert en dat de VRT beslist om het fragment van bepaalde platformen te verwijderen, al dan niet zonder een toelichting daaraan te hebben toegevoegd.
Ik herinner mij de ophef over een mail die was verstuurd door een lid van de raad van bestuur van de VRT, waarna een fragment door de VRT werd verwijderd. Dan was daar ook ophef over. Dan zijn daar ook parlementaire vragen over gesteld. En ik begrijp dat zeer goed. Maar in dezen wordt het afgekeurd dat ik dat nu doe. Dat lijkt toch een beetje hypocriet.
Tot slot, voorzitter, zou ik de woorden van daarnet willen herhalen. Ik denk dat de Vlaamse Regering een zeer slecht signaal geeft aan mensen met een migratieachtergrond als zij een persbericht uitstuurt waarbij er wordt aangestuurd op het zich excuseren of zelfs op het censureren van een bepaald fragment, omdat iemand zich gekwetst voelt. In een vrije samenleving moeten wij daar allen, publieke figuur of niet, een schild voor ontwikkelen, hoeveel pijn dat ook doet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.