Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag sluit aan bij heel wat vragen die ik heb gekregen van ouders die naar infomomenten zijn geweest in verband met de keuze die hun kinderen zullen maken in de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs, na de modernisering, na de vernieuwing. Daarbij hadden we één matrix gemaakt met de doorstroomfinaliteit, de dubbele finaliteit, en arbeidsmarkt, en met domeinen. Daarbij zeggen we ook heel duidelijk dat het aso domeinoverschrijdend is. Dat is een eenvormige tabel met duidelijke benamingen, net om ervoor te zorgen dat ouders die daar niet zoals wij als experten en andere onderwijsmensen dagelijks mee bezig zijn, maar daar misschien voor de eerste keer mee te maken krijgen, daar wijs uit geraken. Sommige mensen vragen of het dan gaat over de WB of de WA en gebruiken dus nog die oude benamingen.
En dus, collega’s, viel mijn oog op het college Ten Doorn in Eeklo dat besliste om nieuwe namen in te voeren voor hun middelbare scholen. Er zal volgend schooljaar niet meer gesproken worden over aso, tso, bso en de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) maar over Collegium, Spectrum, Practicum en Universum. Ook de eerste graad krijgt een andere naam, namelijk Talentum.
Dat zal commercieel gezien misschien wel handig zijn, ik kan me daar iets bij voorstellen, maar voor ouders is dat toch niet zo evident.
De VRT stelde in zijn bericht naar aanleiding van de naamswijziging van Ten Doorn dat: “De hervorming van het secundair onderwijs zorgt ervoor dat er nieuwe richtingen ontstaan en dat scholen hun aanbod kunnen uitbreiden. De hervorming zorgt er ook voor dat de namen aso, tso en bso verdwijnen. Er wordt respectievelijk gesproken over ‘doorstroomfinaliteit’, ‘dubbele finaliteit’ en ‘arbeidsmarktfinaliteit’. Het college in Eeklo is van oordeel dat deze namen te moeilijk zijn en nog steeds een verschil tussen de studierichtingen aantonen. Daarom beslist de school om te werken met nieuwe namen waarbij de gelijkwaardigheid van alle leerlingen primeert.”
Het is opvallend dat de school in het persbericht aangeeft dat er beslist zou zijn dat de onderwijsvormen aso, tso en bso zouden verdwijnen. De laatste keer dat ik heb gekeken naar de matrix en de beslissingen die we hebben genomen, stonden die er wel degelijk in, en gelukkig maar. Dat is ook wat ouders nog kennen en herkennen in combinatie met de finaliteit.
Minister, hoe staat u tegenover de nieuwe namen die de school in Eeklo voorstelt? Kan elke school zomaar zelf beslissen om de benaming voor de oriënteringen van leerlingen te veranderen?
Bij de modernisering van het secundair onderwijs focussen we op transparantie. Dat werd ook opgenomen in het regeerakkoord. In welke mate zijn deze initiatieven, namelijk het ontwikkelen van nieuwe namen en het laten vallen van de namen in de matrix, te rijmen met de eis voor transparantie naar ouders? Op welke manier zult u er in uw communicatie proberen voor te zorgen dat de perceptie van de verschillende studierichtingen, de onderscheiden finaliteiten, domeinen en onderwijsvormen (aso, bso, kso, tso) blijven bestaan en duidelijkheid creëren, zonder dat er op een of andere manier minderwaardigheid in zit?
Minister Weyts heeft het woord.
Als je kijkt hoe groot de vindingrijkheid en creativiteit van sommige scholen is, dan is dat positief, maar het gebruik van allerhande hippe, nieuwe benamingen is soms een beetje problematisch. Het draagt absoluut niet bij tot een transparanter en eenvoudiger studieaanbod en het kan – erger nog – leiden tot foute vermeldingen op studiebewijzen. Iedereen heeft er baat bij dat men weet welke lading gedekt wordt door elke vlag. Dat moet onmiddellijk zo zijn. Er moeten geen begrippen en concepten worden gelanceerd, waarbij men absoluut geen notie heeft van welke richting, letterlijk, men uitgaat.
Met de modernisering van het secundair onderwijs willen we net een transparanter en eenvoudiger studieaanbod mogelijk maken. De nieuwe indeling van het studieaanbod volgens studiedomeinen, finaliteiten en onderwijsvormen en de nieuwe matrix secundair onderwijs, moeten net zorgen voor een helder en eenvoudig overzicht van alle studierichtingen. Het biedt aan leerlingen en ouders een houvast in het kader van studie- en schoolkeuzes. Als nu elke school eigen benamingen hanteert, dan wordt het studieaanbod straks één groot kluwen waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Dat moeten we absoluut vermijden.
Daarom zijn scholen verplicht – we hebben dit recent kunnen realiseren, namelijk vanaf dit schooljaar – om bij de informatieverstrekking over hun studieaanbod en bij de studiebekrachtiging minstens de officiële benamingen van de studierichtingen te gebruiken. Als een school zich niet aan die verplichting houdt en er sprake is van een manifeste overtreding, dan kan ze daarvoor worden gesanctioneerd. Ik doe dan ook een oproep naar alle schoolbesturen om zich – uit zorg voor leerlingen en ouders – aan die officiële benamingen te houden. Om de transparantie van het studieaanbod nog te verhogen, zullen we voor de start van het volgende schooljaar één overzichtelijke en uniforme tabel publiceren voor het studieaanbod van het eerste tot het laatste leerjaar van het secundair onderwijs.
Ik ben het met u eens dat het essentieel is om de hiërarchie in de maatschappelijke appreciatie voor de onderwijsvormen en finaliteiten te doorbreken. Daarvoor is meer nodig dan enkel hippe benamingen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. We moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat leerlingen en hun ouders keuzevaardiger worden door hen meer inzicht te geven in de mogelijkheden die bestaan.
Tot slot verwijs ik naar de belangrijke rol die het duaal leren speelt in het realiseren van een positievere beeldvorming van het arbeidsmarktgericht en technisch onderwijs. Dat is een hele operatie, waarbij we steeds meer opleidingen in het kader van duaal leren aan het programmeren zijn. Ik ben de tel ondertussen kwijtgeraakt aan hoeveel opleidingen we zitten, maar dat stroomt aan een hoog tempo in. Dat lijkt mij een ambitieuze, uitstekende poging om te proberen het beeld van het arbeidsmarktgericht en technisch onderwijs veel scherper en positiever te maken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik wil ook de oproep doen aan alle geledingen op eender welk niveau in onderwijs, om enkel en alleen de matrix te gebruiken zoals deze op de website staat en is goedgekeurd. Dat wil zeggen met heel duidelijk in de finaliteit ‘doorstroom’ een domeinoverschrijdend geheel binnen de onderwijsvorm aso. Binnen de finaliteit ‘doorstroom’ zijn er ook domeingebonden richtingen, gekoppeld aan een domein. Het is dus niet – en ik zie het op bepaalde plaatsen opnieuw verschijnen – dat bijvoorbeeld Latijn-Grieks of Latijn-Wiskunde in het domein ‘taal en cultuur’ zouden zitten. Iedereen hier aanwezig weet dat dit een foute voorstelling is, net omdat die richtingen domeinoverschrijdend zijn. Ik vind dat belangrijk.
Ik wil echt alle scholen, koepels, pedagogische begeleidingsdiensten en CLB’s oproepen dat het kan dat er mensen zijn die het daarmee niet eens zijn, maar dat dit niet mag afgewenteld worden op ouders, leerkrachten en leerlingen door onduidelijkheid te spuien, want dan is het helemaal niet duidelijk voor de leerlingen en hun ouders hoe het in elkaar zit. Ik wil hier de sterke oproep doen – ik zie ook niemand van neen knikken – dat we die duidelijke boodschap moeten verspreiden. We hebben naar aanleiding van de modernisering op vele plaatsen gezegd dat we ervoor moeten zorgen dat het duidelijk is voor iedereen. Dat is door de vorige en de huidige regering nog eens bevestigd. Minister, ik doe een oproep aan u en aan de administratie om daar van heel nabij toezicht op te houden in het belang van de transparantie voor onze leerlingen, ouders en leerkrachten.
Minister Weyts heeft het woord.
Er was weinig tegenspraak. Ik denk dat we het criterium van de heer Daniëls voortaan ook gewoon bij stemmingen moeten hanteren: we hebben niemand van neen zien knikken en dus is het goedgekeurd. Ik vind dat een handig criterium. Het is totaal nieuw, maar keigoed.
Ik wil heel graag komen – dat is misschien revolutionair – tot één A4 waarop het studieaanbod secundair onderwijs wordt weergegeven. Ik hoop dat we dat zullen kunnen realiseren, zodat iedereen daar een heel duidelijk zicht op heeft in plaats van het kluwen dat het nu is geworden. We moeten aan diegenen – met de meest nobele intenties hoor – die met nieuwlichterijen bezig blijven en allerhande nieuwe benamingen uitvinden, de boodschap geven dat ze ermee moeten stoppen omdat niemand nog weet waarover het gaat. ‘Collegium’ als nieuwe naam voor aso gebeurt misschien met de beste bedoelingen, maar ik denk niet dat men dan goed weet waaraan of waaraf. De meeste mensen hebben een veel betere notie van aso. Dat kent men. Laat ons gebruikmaken van die wetenschap in hoofde van de modale Vlaming.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik kan u die ene A4 doorsturen. Het is wel in lettergrootte 8, maar het kan op één A4. Ik heb die hier bij me liggen.
Ik zou de oproep willen doen om op de websites van de Vlaamse overheid, vanuit de administratie, effectief te starten met die matrix, met die ene A4. Er is nu een interactieve tool. Die is interessant, maar dan zit je in het aanbod al direct bij domeinoverschrijdend, maatschappij, economie. Dat staat allemaal wat verspreid. Zoals u aangeeft, moet de beginpagina de matrix zijn zodat mensen van daaruit verder kunnen klikken. Dan is er één overzicht en dat lijkt me het handigste. Het is ook het gemakkelijkst uitlegbaar.
Dan moet niemand nog zijn tijd stoppen in vertaaloefeningen, zoals wat Universum is en wat daaronder zit. Ik vergelijk het altijd met zondagmorgen bij de boterkoeken: als ik daar zeg dat mijn kind naar het Universum gaat, dan vrees ik dat ze denken dat ik mijn kind op een raket zal zetten, maar niet dat het een bepaalde studierichting zal doen. Dat lijkt mij niet wenselijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.