Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, de voorzitters van de Europese Raad en de Europese Commissie, Charles Michel en Ursula von der Leyen, zijn begin april naar Turkije afgereisd voor een gesprek met de Turkse president Erdogan. Het bezoek was een poging om de relaties tussen de EU en Turkije te verbeteren. De relaties tussen Turkije en de Europese landen staan, zoals we al langer weten, onder hoogspanning. Zo werden we onder meer vorig jaar met de ene na de andere provocatie vanuit Turkse hoek geconfronteerd.
De Europese Unie wou onder andere de mogelijkheid bespreken om de gedeeltelijke douane-unie met Turkije, die sinds 1995 van kracht is, uit te breiden en te moderniseren, in ruil voor garanties met betrekking tot het verbeteren van de relaties tussen Turkije en Europa. Nochtans heeft het verleden al meermaals uitgewezen dat Turkije allesbehalve een betrouwbare partner is. Het zou dan ook van een grote naïviteit getuigen te denken dat Turkije zich koest zou houden in ruil voor een uitbreiding van de douane-unie.
Maar uiteindelijk is het eigenlijke doel van de reis en de inhoud van de gesprekken tussen de Europese delegatie en de Turkse president overschaduwd door een incident dat intussen bekend is als Sofagate. Toen von der Leyen en Michel een ontmoeting hadden met Erdogan bleek dat die laatste slechts één stoel had laten klaarzetten, waarop Michel dan heeft plaatsgenomen. Von der Leyen was daar uiteraard een beetje ontstemd over – dat is een understatement – en was genoodzaakt in de sofa plaats te nemen op enige afstand van Michel en de Turkse president. Michel erkende de protocollaire onhandigheid en zei in verschillende statements de situatie te betreuren.
Minister-president, wat zijn de concrete resultaten van de besprekingen in Ankara? Wordt er een opvolgingsontmoeting gepland? Wat is uw visie op een uitbreiding van de douane-unie tussen Turkije en de Europese Unie? Wat zouden de mogelijke gevolgen voor Vlaanderen kunnen zijn? Welk standpunt zal Vlaanderen innemen bij de bespreking van de toekomstige Europees-Turkse verhoudingen? Bestaat er een verschil in visie tussen de Vlaamse en Federale Regering wat de Europese strategie jegens Turkije betreft?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De concrete resultaten van de besprekingen in Ankara zijn de volgende. Zowel de commissievoorzitter als de voorzitter van de Europese Raad hebben onderstreept dat een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied mee bepaald wordt door een wederzijds voordelige en positieve relatie met Turkije.
De Europese Raad en de Europese Commissie juichen de voortzetting van de bilaterale verkennende gesprekken tussen Griekenland en Turkije toe, en verwelkomen het aanstaande bezoek van de Griekse minister van Buitenlandse Zaken aan Turkije.
Wat Cyprus betreft, blijft de EU zich inzetten voor het hervatten van de schikkingsbesprekingen. Als actieve waarnemer staat de EU volledig achter het door de Verenigde Naties geleide proces en wordt uitgekeken naar de informele bijeenkomst die over een paar weken zal plaatsvinden. Er werd vastgesteld dat er een de-escalatie optrad en dit werd als een positieve ontwikkeling beschouwd die moet worden voortgezet en versterkt.
De EU heeft een concrete en positieve agenda op tafel gelegd gebaseerd op drie pijlers: economische samenwerking, migratie en intermenselijke contacten en mobiliteit. Tegenover president Erdogan werd benadrukt dat deze agenda progressief, proportioneel en omkeerbaar is en zal blijven.
De EU is verreweg de grootste handelspartner van Turkije. Op een aantal terreinen zal economische samenwerking worden overwogen.
Er zullen dialogen worden gestart over kwesties van wederzijds belang, zoals regionale kwesties, volksgezondheid, klimaat en terrorismebestrijding. En we zullen manieren onderzoeken om de samenwerking op het gebied van intermenselijke contacten en mobiliteit te versterken.
De EU heeft haar waardering onderstreept voor de opvang van vier miljoen Syrische vluchtelingen door Turkije en is het erover eens dat de EU-hulp wordt voortgezet. De Europese Commissie zal binnenkort een voorstel indienen voor de financiering van Syrische vluchtelingen in Turkije, Jordanië en Libanon.
De rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten zijn kernwaarden van de EU en beide voorzitters onderstreepten hun diepe zorgen over de laatste ontwikkelingen in Turkije in dit opzicht, in het bijzonder over de vrijheid van meningsuiting en het aanvallen van politieke partijen en media. De dialoog over deze kwesties blijft een essentieel onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.
De EU betreurt dat Turkije zich terugtrok uit het Verdrag van Istanbul. De Europese Unie zal nooit aarzelen om op verdere negatieve ontwikkelingen te wijzen.
Een eerlijk partnerschap impliceert dat eerbiediging van de grondrechten en de rechtsstaat cruciaal zijn voor de Europese Unie. Turkije moet de internationale mensenrechtenregels en -normen respecteren, waaraan het land zich overigens – als stichtend lid van de Raad van Europa – heeft verbonden.
Wordt er een opvolgingsontmoeting gepland? Bij mijn weten is er geen concrete afspraak gemaakt voor een nieuwe top. Het spreekt voor zich dat zowel de Europese Raad als de Europese Commissie de verdere ontwikkelingen op de voet zullen volgen.
Wat is mijn visie op een uitbreiding van de douane-unie met Turkije? Algemeen genomen is de Vlaamse Regering voorstander van een constructieve houding wat relaties betreft met de landen aan de buitengrenzen van de EU en de landen die deel uitmaken van het EUROMED-partnerschap (Euro-mediterraan). Het spreekt echter voor zich dat die constructieve houding van beide kanten moet komen, en dat was voor Turkije de afgelopen maanden niet het geval.
Elk partnerschap moet gebaseerd zijn op vertrouwen in de wetenschap dat alle partijen zich aan de gemaakte afspraken zullen houden.
Vanuit deze optiek roept de Vlaamse Regering Turkije dan ook consistent op om handelsbelemmeringen of gelijkaardige maatregelen die niet in overeenstemming zijn met de reeds bestaande douane-unie, weg te nemen. Zo steunen wij de vraag van de Europese Raad aan de Europese Commissie om de gesprekken met Turkije te intensiveren om de huidige problemen bij de uitvoering van de douane-unie aan te pakken zodat deze voor alle lidstaten doeltreffend wordt toegepast.
Wat vervolgens de verdieping van de bestaande douane-unie betreft, schaart de Vlaamse Regering zich achter de recentste raadsconclusie. Die stellen dat de EU, als de huidige de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt en onder voorbehoud van de in eerdere conclusies van de Europese Raad gestelde voorwaarden, bereid is om de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze te intensiveren, teneinde de recente, positievere dynamiek verder te versterken. Ik praat over de douane-unie, voor alle duidelijkheid.
Welk standpunt zal Vlaanderen innemen bij de bespreking van de toekomstige Europees-Turkse verhoudingen? De Vlaamse Regering zal de verdere ontwikkelingen met een kritische blik blijven volgen. Lidmaatschapsgesprekken om Turkije lid te laten worden van Europa moeten wat mij betreft in alle duidelijkheid zo rap mogelijk worden stopgezet.
Bestaat er een verschil in visie tussen de Vlaamse en de Federale Regering over de Europese strategie jegens Turkije? Vlaanderen heeft er altijd voor gezorgd dat kritische bedenkingen in deze Belgische standpunten werden overgenomen. De wortel-en-stokbenadering die de EU op dit moment hanteert, lijkt me de juiste aanpak voor wat de douane-unie betreft. Ik heb net gezegd wat ons standpunt is over de lidmaatschapsbesprekingen. Ik denk dat er een verschil in tonaliteit is tussen de Federale en de Vlaamse Regering waarmee dit wordt verkondigd.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank voor uw antwoord. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er niet echt een vooruitgang is, hoewel het tegenovergestelde wordt gecommuniceerd. Het is een feit dat Turkije een belangrijke handelspartner is voor de EU. Verdere gesprekken zijn uiteraard nodig om ervoor te zorgen dat we die betrekkingen uitdiepen, zeker wat de handelsbetrekkingen betreft.
Wat Sofagate betreft, is het tragisch te moeten vaststellen – dat hebt u net ook gezegd – dat de vrouwenrechten ter sprake zijn gekomen en dat er net op dat moment een ongelukkig signaal is gekomen waardoor het stoelincident is gecreëerd.
Elk partnerschap moet gebaseerd zijn op vertrouwen, maar dit is toch een moeilijk geval. In de praktijk wordt niet bewezen dat er vertrouwen is. Ik ben wel blij dat u in verschillende debatten over Turkije blijft herhalen dat het lidmaatschap van de EU voor Turkije moet worden opgezegd.
Ze zijn geen lid.
Sorry, ik bedoel uiteraard de toetredingsonderhandelingen. U stelde dit nogmaals, maar ik vraag me daarbij af of dat daadwerkelijk ter sprake is gekomen in Ankara. Ik vrees van niet.
Over de verhouding tussen het Vlaamse en het federale niveau over het potentieel lidmaatschap van de EU zegt u dat er een verschil in tonaliteit is. Ik neem aan dat ik dat als een eufemisme mag beschouwen en dat er dus onenigheid is over dat potentieel lidmaatschap van de EU. Het is een open vraag, maar ik wil die hier toch stellen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, ik weet niet of u bedoelt dat het standpunt van Vlaanderen in Ankara door Ursula von der Leyen en Charles Michel is weergegeven, dat denk ik eerlijk gezegd niet. Dat was ook niet de opdracht.
Wat de tonaliteit tussen Vlaanderen en de federale overheid betreft: op dit moment lopen er geen besprekingen over het lidmaatschap. Ze zijn niet formeel stopgezet, maar ze lopen ook niet. Het is dus niet aan de orde. Er is op dit moment geen vraag waarover we ons moeten uitspreken. In die zin zou ik niet weten of het van mijn kant diplomatiek taalgebruik is geweest, het is op dit moment niet aan de orde. Ooit zal er moeten worden bekeken of we die gesprekken terug opstarten of dat we die definitief stilleggen. Zo is het standpunt van de Vlaamse Regering heel duidelijk.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. We kunnen natuurlijk niet ontkennen dat wat er gebeurd is, eigenlijk niet zomaar symbolisch is. Dit is kenmerkend voor de houding van Turkije, niet alleen ten aanzien van de EU maar ook ten aanzien van diverse landen, en zeker van diverse lidstaten. Men is niet alleen betrokken in meerdere gewapende conflicten, men bezet ook nog een land van de Europese Unie: Cyprus. Men is in conflict met Griekenland, er zijn spanningen met andere landen. En ook binnenlands zijn er natuurlijk diverse conflicten.
We zien dan dat de voorzitter van de Europese Commissie en de Europese Raad daar publiekelijk vernederd worden door de president, op een moment dat de EU met een concrete en positieve agenda gaat onderhandelen over een economische samenwerking – wat uiteraard belangrijk is – via intermenselijke contacten. Diezelfde president heeft de Italiaanse premier inderdaad ook een dictator genoemd.
Wanneer de Europese Unie met zulke voorstellen naar Turkije gaat, en de EU daar publiekelijk internationaal wordt vernederd, dan vraag ik mij af wat de reactie is geweest van Turkije – want dat is niet ter sprake gekomen – over de agenda die besproken is rond de rechtsstaat, de eerbiediging van de grondrechten, onze fundamentele rechten en vrijheden, de gelijkheid van man en vrouw, de vrijheid van vereniging. Wat is de reactie geweest van Turkije op het aankaarten van het feit dat Turkije zelf uit de Conventie van Istanbul stapt? Wat is de reactie geweest van Turkije met betrekking tot de mensenrechtenregels?
Ten slotte hebt u inderdaad terecht gezegd dat de onderhandelingen opgeschort zijn. Maar Turkije is nog altijd formeel een kandidaat-lidstaat, en ontvangt naast de verschillende vergoedingen in het kader van de migratiedeal ook nog altijd jaarlijks de pre-toetredingssteun. Dat is ook nu in het meerjarig financieel kader ingeschreven. Op basis van de resolutie die wij hebben goedgekeurd inzake de stopzetting van de EU-onderhandelingen die er de facto zijn, hoop ik dat Vlaanderen via zijn kanalen, via zijn eigen diplomatie en via het federale niveau duidelijk maakt dat het niet langer kan dat Turkije nog die pre-toetredingssteun ontvangt, en dat er binnen Vlaanderen duidelijk een meerderheid is om ook dat stop te zetten.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb daar niets meer aan toe te voegen, ik verwijs naar mijn antwoord.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik wil nog aangeven dat Turkije toch als symbolische winnaar uit die top in Ankara is gekomen. De EU in het algemeen, en Michel en von der Leyen in het bijzonder, zijn er echt niet goed uit gekomen.
Wat ten slotte die onderhandelingen voor het lidmaatschap van de EU betreft, ging mijn bijkomende vraag uiteraard niet over de vraag of von der Leyen en Michel het Vlaamse standpunt over dat lidmaatschap hebben verkondigd. We weten maar al te goed dat er op diverse plekken in Europa beweging is. Het zou toch ook van een vorm van eerlijkheid getuigen dat dat ook op het diplomatieke niveau ter sprake zou komen. Dat is hetgeen ik wilde aangeven. Ik denk dat het wel belangrijk is dat, als de EU dan toch een bilateraal gesprek heeft met Turkije, ze daar ook aangeeft dat er in Europa een groeiende beweging is van landen die dat lidmaatschap niet meer zien zitten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.