Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik heb in het verleden over impulsaankopen al meerdere schriftelijke vragen gesteld. In mijn schriftelijke vraag van 13 januari 2021 polste ik in hoeverre de beweringen klopten dat de covidpandemie aanleiding heeft gegeven tot een grotere aankoop van huisdieren, die na de lockdown ook weer werden gedumpt in asielen. U bevestigde dat u deze beweringen ook had gehoord, maar dat u niet over concrete indicaties beschikte dat er inderdaad sprake was van deze praktijken. In een vraag om uitleg over maatregelen tegen impulsaankopen van huisdieren van collega Bart Dochy, eveneens van 13 januari 2021, bevestigde u dat de berichten hierover erg uiteenlopend waren. U stelde het volgende: “De berichten hierover zijn erg uiteenlopend. Sommige asielen en kwekers kenden een fikse toename van de aanvragen voor adoptie of aankoop, maar anderen zegden dan weer dat er een daling was. In de totaliteit is er geen opvallende stijging van nieuwe honden. In de data van DogID, waar nieuwe honden moeten worden geregistreerd, is er geen opmerkelijke toename of daling.”
In De Standaard van 13 maart verscheen een artikel onder de sprekende titel ‘Vachthonger’. We kennen al huidhonger, maar het was de eerste keer dat ik over vachthonger hoorde. Daarin wordt aan de hand van allerhande getuigenissen beweerd dat de vraag naar kittens en pups dermate massaal is dat de broodfok blijkbaar hoogdagen beleeft. Vanuit de asielen kijkt men nu al met een bang hart naar het najaar. Dan zullen naar verwachting veel van deze dieren in de asielen terechtkomen, als de situatie zich na de covidpandemie normaliseert. Tegelijkertijd blijkt de vraag bij de asielen naar honden en katten vandaag al dermate hoog dat ook zij de vraag niet kunnen volgen.
Daarenboven worden er weinig hoopgevende verhalen verteld van mensen die ondoordacht niet geschikte honden aankopen, hun honden niet goed socialiseren of niet voorbereiden op periodes dat ze overdag alleen zullen zitten wanneer het telewerken vermindert of stopt. Daarnaast zijn ook een groot aantal huisdieren vrijgekomen die een bejaarde eigenaar hadden. Die groep liet immers de meeste sterfgevallen door COVID-19 optekenen.
Minister, hoe rijmen we de bevindingen in het artikel ‘Vachthonger’ in De Standaard met uw vaststellingen dat uit de cijfers niet echt blijkt dat er sprake is van een opmerkelijke stijging van aankopen of adopties van honden en katten naar aanleiding van de covidpandemie?
Is er sinds de jongste lockdown alsnog sprake van een opmerkelijke stijging van het aantal registraties van honden en katten in DogID en CatID?
Is het aan het aantal dieren dat de afgelopen maande geadopteerd werd in asielen te merken dat er een zeer grote vraag naar asielhonden en -katten is?
Heeft dit een invloed op het totaal aantal dieren dat nog in een asiel zit?
Is de vrees terecht dat er momenteel veel pups en kittens worden aangekocht bij zogenaamde broodfokkers? Zo ja, vanwaar komen die pups dan precies? Komen ze uit het illegale circuit, de professionele of hobbyfok, het buitenland of andere kanalen?
Houdt u ook rekening met een toevloed van honden en katten naar dierenasielen in het najaar?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, goedemorgen. Wat de cijfers betreft: in januari 2021 had de dienst Dierenwelzijn nog geen zicht op de cijfers van het jaar voordien, 2020. Ondertussen hebben we die wel. Je kunt een stijging zien van het aantal registraties voor honden en katten, via DogID en CatID. Om u een idee te geven van de stijging van het aantal geregistreerde honden: in 2019 waren het er 99.425, in 2020 108.086. Dat is een stijging met 8 à 10 procent. Voor katten is de stijging niet ongewoon, die stijging was er ook de voorgaande jaren, omdat dit nog steeds voor een groot deel katten zijn die in orde worden gebracht met de regelgeving. Je moet die cijfers dus wat nuanceren. De kattendatabank CatID is immers nog relatief nieuw. Er zijn nog altijd mensen die zich in regel stellen met de nieuwe regelgeving.
Bij de honden zien we vooral een stijging van het aantal honden met een buitenlands paspoort én van de registraties van honden bij occasionele kwekers. We kunnen niet zeker weten of dat aan de vachthonger ligt. De pandemie en de lockdown die daarmee gepaard ging, zullen ongetwijfeld wel een rol hebben gespeeld.
Ik heb geen aanwijzingen dat er een toename is van het aantal honden en katten die moeten worden opgevangen in de asielen. U weet dat we daarvoor een beheerprogramma hebben, Animal Shelter. We vragen de asielen om daar zoveel mogelijk op aan te sluiten. We hebben daar ook een financieel ondersteuningssysteem aan verbonden. Uit de cijfers die we daaruit halen, blijkt geen opmerkelijke toename van het aantal honden of katten. Een kleine nuance: niet alle asielen gebruiken het programma, maar het merendeel wel, dus het is wel representatief.
Ik stel wel vast dat mensen sneller de weg naar het asiel vinden. Daar waar ze vroeger steevast naar de kweker of handelaar gingen, zien we dat steeds meer mensen de gezonde reflex hebben om eerst eens te gaan kijken naar het aanbod in de asielen, al dan niet via de website www.adopteereendier.be. Dat is een positieve evolutie.
Het is een feit dat het voor kweker-handelaars gemakkelijker is om in te spelen op een plotse toenemende vraag naar honden en katten, omdat zij niet afhankelijk zijn van de eigen kweek, maar ook honden en katten mogen aankopen bij fokkers in binnen- en buitenland. Zij kunnen dus een constante en bredere keuze van rassen aanbieden dan beroeps- en hobbykwekers. Dat en hun dikwijls scherpere prijzen verleiden natuurlijk kandidaat-kopers om bij die kweker-handelaars een kijkje te gaan nemen en mogelijk finaal een hond of kat te kopen.
Wat betreft de illegale invoer zijn de spelregels duidelijk: wie in Vlaanderen op regelmatige basis honden of katten wil kweken en verhandelen, moet een erkenning aanvragen. Enkel een erkende kweker-handelaar mag honden aankopen voor verdere verkoop. Die honden kunnen zowel van eigen kwekers komen als aangekocht worden uit het buitenland. Invoer van pups vanuit andere Europese landen is een kwestie van vraag en aanbod. Als de vraag naar pups het aanbod bij de Vlaamse kwekers overstijgt, dan worden er honden ingevoerd. In het kader van vrij verkeer binnen Europa is dat toegelaten; er kan daarvoor geen verbod worden opgelegd.
Voor de invoer van pups of kittens uit het buitenland stelt de dierenwelzijnswetgeving dat dit enkel kan wanneer is vastgesteld uit een verklaring van de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong die belast is met de controle van het dierenwelzijn, dat de kwekerij ten minste voldoet aan dezelfde voorwaarden als die die wij in Vlaanderen hanteren. Vlaamse kweker-handelaars mogen dus enkel pups importeren van landen of kwekerijen die aan deze strenge voorwaarden voldoen. Vlaanderen heeft daarin een van de meest verregaande regelgevingen wereldwijd. De erkende kweker-handelaar die zich niet aan deze regels houdt, weet dat hij of zij zijn of haar erkenning kan verliezen.
– Els Ampe treedt als voorzitter op.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De vorige keren toen we u over deze thematiek bevroegen, had u de laatste cijfers niet. Toen, twee maanden geleden, gaf u mee dat er nog geen stijging vast te stellen was, terwijl wij in onze omgeving zagen dat er opeens toch wel heel veel mensen aan het wandelen of lopen waren met pups. Op sociale media zagen we dat er veel pups en kittens aangekocht werden. Ik ben helemaal niet verbaasd van uw reactie nu. U ziet een aanzienlijke stijging in DogID en CatID. Dat hadden we verwacht.
U geeft nu mee dat er momenteel nog geen stijging is in de asielen. Dat is logisch. De mensen zijn nog steeds verplicht om te telewerken om hun contacten te beperken. We moeten echter proactief zijn in dezen. Met de stijging die we nu zien, mogen we in de toekomst nog een grotere toename verwachten in de asielen. Ik verneem van de asielen dat het nu al heel druk is en dat ze de vraag moeilijk kunnen bijhouden. We moeten daar proactief op inzetten.
Minister, ik zou het graag nog even met u hebben over de cijfers. Vorige keer waren er geen significante aanwijzingen. Als ik u schriftelijke vragen stel, detailvragen over cijfers, bijvoorbeeld hoeveel dieren er in een asiel zitten, hoeveel trafiek er is van honden en katten in een asiel, merk ik dat daar heel weinig over geweten is. Meten is toch weten. Laat het ons weten.
Als we in Vlaanderen een gedetailleerd zicht willen krijgen op de zogenaamde niet-gedefinieerde broodfok of de toestand in de asielen, moeten we echt gaan voor een echte registratie, en daar wringt momenteel nog een grote schoen. Ik weet het, dat is extra werk, extra administratie. Maar het is belangrijk om te weten. We weten dat dierenleed en -mishandeling veel emoties meebrengt. Dat is terecht. Het is belangrijk dat uw diensten toch meer weten om toekomstgericht dierenleed te voorkomen.
Minister, kunt u ervoor zorgen dat u uw beleid meer kunt staven met cijfers, met ‘facts and figures’? We willen de boemerang niet in ons gezicht krijgen. De situatie is momenteel al die van de vachthonger.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in het verleden hebben de parlementaire initiatieven en vragen al aangetoond dat het registratiesysteem van Dog- en CatID functioneert, inclusief de permanente evaluatie en opvolging. Dat geeft ons een goed inzicht in de huidige situatie.
Nu, uit het krantenartikel waar collega De Vroe naar verwijst, blijkt inderdaad dat er tijdens de coronacrisis een opmerkelijke verhoging is bij de registratie van katten en honden. Ik heb de cijfers ook eens nagekeken. Als we kijken naar de periode van mei tot december vorig jaar, zien we dat er 19 procent meer geregistreerde katten zijn. Als we over het hele jaar 2020 kijken en we vergelijken dat met 2019, dan zijn er 9 procent meer geregistreerde honden.
De regels voor kwekers en kweker-handelaars zijn heel duidelijk vastgelegd in de Dierenwelzijnswet. We hebben daar onlangs in de commissie ook een verzoekschrift over behandeld. Er zijn dus duidelijke regels voor de hobbykwekers, voor de beroepskwekers en voor de kweker-handelaars.
Ondanks die regels in de Dierenwelzijnswet en de gepubliceerde lijst van buitenlandse aanvoerders, die ook moeten voldoen aan onze Vlaamse eisen, gebeuren er nog wel bedenkelijke praktijken. Ook in het artikel waar collega De Vroe naar verwijst, wordt er gesproken over praktijken met heel grote winstmarges in deze sector. Men haalt het voorbeeld aan van een hondje dat op vrijdag vanuit het Oostblok wordt gehaald voor 20 à 30 euro. Er wordt eten en drinken voorzien, en de dag erna wordt het hier verkocht voor 700 euro. Zo blijkt dat dat zowaar winstgevender is dan de drugshandel.
Minister, in uw beleids- en begrotingstoelichting (BBT) hebt u gesproken over de transparantie bij de aanvoer van honden uit het buitenland. Zo wilde u een samenwerkingscultuur aangaan met de buitenlandse overheden, om meer informatie, transparantie en een betere samenwerking te krijgen. Hebt u hier nog nieuwe initiatieven rond genomen? Zijn er nog nieuwe protocollen afgesloten, of zijn er misschien nog gesprekken lopende?
We halen ook in elke commissievergadering aan dat sensibilisering heel belangrijk is. Er wordt veel gepromoot op huisdierinfo.be, met filmpjes als ‘Het leven van Max in 30 seconden’. Ook via socialemediacampagnes wordt veel informatie verstrekt. Maar zal deze aanpak volstaan? Ik dank u.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
De minister haalde zelf al aan dat er een stijging is van honden met een buitenlands paspoort bij ons in België. Dit toont toch aan dat er een serieus probleem is. Ik denk dat iedereen wel weet dat heel veel puppy’s vanuit de Oostbloklanden naar Vlaanderen getransporteerd worden. En het is natuurlijk verleidelijk voor de koper om in dit geval impulsaankopen te doen. Want die puppy’s zijn direct beschikbaar, ze moeten niet gereserveerd worden. Je kunt zelfs telefonisch vragen of men een bepaald ras beschikbaar heeft. ‘Vandaag niet, maar als je morgen langskomt, zorg ik dat we er een hebben.’ Het gaat verschrikkelijk snel in die sector, en we moeten dat echt aanpakken.
Er is onlangs ook een Europees rapport verschenen waarin vermeld wordt dat zowel België als Nederland draaischijven zijn van puppyverhandelaars uit de Oostbloklanden. Onlangs, twee weken geleden, is er zelfs nog een transport aangehouden met honderd puppy’s die allemaal ziek waren, bestemd voor de Vlaamse markt. Er is duidelijk een heel groot probleem in de aanvoer van buitenlandse puppy’s, en we moeten dit veel strenger aanpakken.
Minister, zult u deze invoer van jonge puppy’s uit de Oostbloklanden, die meestal nog veel te jong zijn, aanpakken? Wat is uw strategie hierin om dit zo snel mogelijk een halt toe te roepen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik wil mij aansluiten bij deze vraagstelling. Ik blijf in eerste instantie wel bij de kern van de zaak, zijnde de impulsaankopen en de wijze waarop we zicht krijgen op de cijfers. Collega’s haalden aan dat DogID wel werkt, en dat het zicht geeft op de cijfers.
Minister, ik ben toch ook een beetje geschrokken. In het verleden, enkele weken of maanden geleden, hebben we hier al diverse debatten over gehad, omdat we al signalen kregen vanop het terrein, maar op dat moment werd in alle talen ontkend dat er signalen waren van effectieve stijgingen. Ik stel mij toch echt de vraag op welke manier u als beleidsmaker en wij als beleidsmakers beter en sneller zicht kunnen krijgen op wat op het terrein beleefd en aangevoeld wordt, voor je uiteindelijk tot die inschrijving komt. Want we weten dat daar natuurlijk ook een vertragende factor op zit.
Om snel te kunnen handelen, denk ik dat het belangrijk is dat we ook andere signalen op het terrein beter in beeld brengen. Zo kunnen we het snelst reageren. Bij mij leeft toch ook wel de vraag op welke manier u daar meer werk van zult maken, minister. Zult in overleg gaan met de sector om te zien hoe we dat beter en sneller kunnen opvolgen?
Op zich hoeft de aankoop van een dier helemaal niet problematisch te zijn. Daar wil ik ook helemaal niet van uitgaan, maar ik ben net als mevrouw De Vroe wel bezorgd dat mensen vandaag door de lockdown en corona in een andere situatie leven. We werken veel meer thuis, we leven in een andere situatie. Er is natuurlijk bezorgdheid over als we opnieuw in normalere leefomstandigheden verkeren en opnieuw naar oude patronen zullen grijpen. Dan is de vraag of het huisdier ook nog dezelfde goede plaats in het gezin zal innemen en of het gezin eveneens nog 100 procent achter de aanschaf staat. In die zin heb ik een aantal maanden geleden al gevraagd om daarrond toch zeker de nodige campagnes te voeren en daar aandacht voor te vragen. We hebben toen zelfs gevraagd om rond de aankoop extra campagne te voeren en extra te sensibiliseren.
Welke acties zult u ondernemen om te vermijden dat, als het gewone leven opnieuw van start gaat – en we weten allemaal dat dat een versneld leven zal zijn –, de dieren op dat moment in asielen terechtkomen of naar een nieuw gezin op zoek moeten gaan?
Ik ga ervan uit dat we op een ander moment nog wel eens dieper zullen ingaan op de internationale handel in honden. Dat wijkt voor mij te ver af van de eerste vraagstelling.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Het debat over de broodfok, de fabrieken in het Oostblok, het respect voor de handel in dieren en de heel schrijnende situaties daar is een debat apart.
Dit gaat eigenlijk over impulsaankopen tijdens de eerste lockdown. Mensen zijn eenzaam, zoeken een gezel, halen die in huis en stellen dan vast dat de verantwoordelijkheid die er wel bij hoort om zo’n puppy het nodige gedrag aan te leren, groot is. Het zorgen voor zo’n dier is dan een te zware last. In die eerste lockdown zagen we dat ze dat dan naar een asiel brengen. Ik sluit mij wel aan bij de vragen rond de cijfers. De signalen die we in de eerste lockdown kregen dat heel veel mensen dat deden, zijn opvallend. Dat is begrijpelijk. Ik ga ervan uit dat heel veel mensen dat met de beste bedoelingen doen en zeggen dat dat misschien een goed idee is. Ze hebben dan gezelschap of een trouwe vriend en vice versa, maar ze schatten niet in wat dat eigenlijk meebrengt aan omkadering en noden van dat dier. Dan stellen ze vast dat het eigenlijk een miskoop is. Er zijn toch heel wat asielen die met de gevolgen daarvan kampen. Er zijn maar zoveel gezinnen waarin je een puppy of kitten kunt onderbrengen.
Die problematiek is natuurlijk wel belangrijk en bewijst voor mij dat er een versterkte nood aan sensibilisering is. Die is in gewone tijden nodig. Een dier is niet zomaar een product dat je aankoopt en kunt achterlaten als je met vakantie gaat. Ik denk aan de campagnes destijds over dieren die in het bos aan een boom werden achtergelaten als het gezin op vakantie vertrok. Het gaat over de voortzetting van dat soort campagnes, omdat mensen die vroeger nooit zouden overwegen om een dier te kopen, dat nu door de omstandigheden wel doen. Opnieuw, dat is niet altijd met slechte bedoelingen, maar de kennis van wat het is om voor een dier te zorgen, is bij veel mensen nog te beperkt. Dat zeg ik zonder enige moralisering. Het is gewoon een vaststelling dat die nood aan gezelschap niet altijd leidt tot de goede omkadering van een dier waarvan men verwacht dat het warmte en liefde zal geven. Dat is ook zo, maar men verwacht niet dat het zoveel zorg vraagt. Ik sluit me dus aan bij de vraag, ook omdat er cijfers worden gevraagd. We moeten meer de vinger aan de pols houden op basis van de cijfers van de asielen en de cijfers over de aankopen.
Ik maak me ook zorgen over de cijfers van dierenmishandeling. We hebben het daar vorige week over gehad. Er zullen ook dieren zijn die niet worden teruggebracht, maar die misschien niet behandeld worden op de manier die nodig is. Men houdt dat dier, maar als het zich niet gedraagt zoals men wil, dan krijgt het niet de beste behandeling en wordt het soms ronduit mishandeld. Dat kan zowel verwaarlozing als actieve mishandeling zijn. Hebt u daar zicht op? Hebt u daar cijfers over? Ik denk dat dat een nog veel grotere en veel minder zichtbare problematiek is.
Minister Weyts heeft het woord.
Inzake cijfermateriaal hebben we gelukkig twee nieuwe systemen in Vlaanderen. Daarmee lopen we ver vooruit op de rest. We hebben enerzijds onze registratie via DogID en CatID. Wat de cijfers voor CatID betreft, wil ik toch enige nuance aanbrengen. Zoals gezegd, is de regelgeving of verplichting met betrekking tot de registratie en het chippen van katten nog vrij jong. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich in regel stellen met die nieuwe regelgeving. Dat maakt dat er wel een vertekening zit in die cijfers van CatID. Het gaat niet altijd over nieuwe katten, maar ook over bestaande katten die pas later worden geregistreerd. De cijfers van DogID en CatID hebben we pas twee maanden na het afsluiten van het jaar ter beschikking.
Ten tweede, en dat is volledig nieuw, is er Animal Shelter. Asielen kunnen aansluiten op dit beheerprogramma. Daardoor hebben we onmiddellijk cijfers over bijvoorbeeld het aantal dieren dat wordt opgevangen. We zorgen ervoor dat steeds meer asielen aansluiten bij Animal Shelter. Zo krijgen we een beter zicht. Als er zich problemen stellen met betrekking tot de opvang en als de resultaten van deze pandemiecrisis en de vachthonger tot een verhoogde druk op de asielen leiden, dan hebben we daarvoor voor het eerst een financieel ondersteuningssysteem voorzien. De asielen kunnen daarbij rekenen op een minimale financiële vergoeding van 3000 euro. Daarbovenop, a rato van het aantal dieren dat men opvangt, komt een verhoging die gekoppeld is aan de vraag om het hele beheersysteem aan Animal Shelter te koppelen. Voor hen is dat een win, omdat ze dan kunnen rekenen op extra financiële middelen. Voor ons is dat ook een win, omdat we veel meer inzage krijgen in en zicht hebben op de data en op wat er allemaal gaande is in de asielen. Dat is, denk ik, een positieve evolutie.
Voor de campagnes kijk ik of we onze succesvolle campagne met betrekking tot de asielen kunnen herhalen. U weet wel dat die campagne op het openbaar vervoer liep. Op huisdierinfo.be zetten we steeds meer fiches over diverse diersoorten met concrete informatie over de verantwoordelijkheden en verplichtingen die gepaard gaan met het in huis halen van een dier.
Tot slot werd er ook nog gevraagd naar quid met de bilaterale akkoorden. Het is dus zo –ik denk dat we zowat de enige zijn, of toch alleszins in Europa – dat als onze kwekers met buitenlandse kwekers samenwerken die voor het transport van dieren zorgen, in casu vanuit het Oostblok, wij vragen dat die gekweekt worden onder dezelfde regels, de strenge regels zoals wij die hanteren in Vlaanderen. We vragen aan de landen van herkomst dat de lokale overheden daar toezien op de naleving van onze regels. Daarvoor hebben we bilaterale overeenkomsten met onder andere Tsjechië gesloten. Momenteel lopen de gesprekken met Hongarije om een bilaterale overeenkomst te kunnen sluiten. Zo trachten we om zoveel mogelijk te verhinderen dat er sprake is van dierenverwaarlozing en om onze eigen strenge Vlaamse regels zoveel mogelijk te laten toepassen in het buitenland.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw reactie. Laten we met z’n allen hopen dat er bij die 10 procent stijging heel veel dierenliefde en gelukzalige momenten met het dier zijn in de thuissituaties. Laten we hopen dat er daarvan niet te veel verkeerde aankopen zijn. We moeten onze ogen niet sluiten. We moeten niet blind zijn. Beleid voeren is natuurlijk proactief nadenken over wat de consequenties kunnen zijn. Het is inderdaad dan ook belangrijk dat we nu al schakelen voor wat er zich in de toekomst zou kunnen voordoen.
Die cijfers zijn daarbij van cruciaal belang. En daar wringt momenteel nog altijd het schoentje. We moeten ervoor zorgen dat er correcte en gedetailleerde registraties zijn, zodat we meer zicht krijgen op impulsaankopen, op vanwaar het dier komt enzovoort. Er zijn echt nog meer gedetailleerde data nodig om aan goede beleidsvoering te doen.
Animal Shelter is inderdaad nog een vrij nieuwe tool. We moeten ervoor zorgen dat die meer toekomstgericht wordt gebruikt. Minister, u weet dat ik al heel vaak heb gepleit voor meer ondersteuning van de asielen. Die is er nu en moet in de toekomst nog verder evolueren. We mogen niet blind zijn voor wat er ons nu te wachten staat. Twee maanden geleden heb ik al gewezen op de stijging van het aantal pups en kittens in mijn omgeving. Toen werd dat niet geregistreerd in de cijfers en de data, maar we zagen het wel al in onze omgeving. Wel, nu zeg ik u: let op voor een stijging in onze asielen. En voer een proactief beleid, zodat we daarop zijn voorbereid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.