Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, de situatie van de kampen in de paasvakantie is alweer veranderd sinds de indiening van deze vraag. Onze virologische situatie is een permanent veranderend gegeven.
Op het vorige Overlegcomité werd perspectief geboden voor de sport- en jeugdkampen voor min 18-jarigen in de paasvakantie. Er werden heel wat criteria ingevoerd om de veiligheid te garanderen, zoals een maximum van 25 deelnemers.
Op basis van de inschrijvingen in september meldt Kazou dat het om 77 vakanties zal gaan, waarvan 35 binnenlandse kampen voor bijna 2000 kinderen en jongeren.
De jeugdwerking was verrast over de beslissing van het Overlegcomité en klaagde over een gebrek aan betrokkenheid. Een ander criterium is dat er getest moet worden, zeker voor kampen met overnachtingen. Dat criterium is vastgelegd met de invoering van sneltesten in het vooruitzicht. Er bestaat nog wel wat onduidelijkheid over hoe men dat praktisch vertaald krijgt. De vraag is of de criteria niet te zwaar zijn om kampen te kunnen organiseren. Er is nood aan duidelijkheid op het terrein.
Hoe is het gelopen met de betrokkenheid van het jeugdwerk bij de beslissing van het Overlegcomité? Bent u zelf in snelheid gepakt?
Hebt u een indicatie vanuit de jeugdsector hoeveel paaskampen er effectief zullen/kunnen plaatsvinden? Krijgt u signalen over de praktische haalbaarheid van de maatregelen die zijn opgelegd? Is daarover voldoende duidelijkheid?
Is er al meer duidelijkheid met betrekking tot de sneltesten? Hoe zullen die gebeuren op de kampen? Wie zal de financiering ervan dragen? Wie zal die afnemen?
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Coenegrachts, ik dank u voor de zeer pertinente vragen. U weet dat ik al sinds een jaar, sinds de start van de covidcrisis, structureel overleg heb met de jeugdsector, met vertegenwoordigers van de Vlaamse jeugdsector, met de drie gemeenschapsministers bevoegd voor Jeugd en een vertegenwoordiging van de virologen. De laatste naam die dat vehikel draagt, is de Groep van experts voor managementstrategie van covid-19 (GEMS).
Sinds de start zijn we zeer intens bezig. Ik heb het tijdens de vorige vraag ook al gezegd: als het goed is gegaan het afgelopen jaar in de jeugdsector – met ‘goed’ bedoel ik natuurlijk gezien de omstandigheden –, dan is het dankzij die aanpak, die bottom-upapproach, vanuit het betrokken verenigingsleven, met organisaties zoals De Ambrassade, Bataljong, een vertegenwoordiging vanuit jeugdbewegingen met Chirojeugd Vlaanderen, de vakantieorganisaties met Kazou en de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS). Dankzij die aanpak, samen met de collega-ministers uit de andere twee gemeenschappen en de virologen, is er mooi gewerkt. Die bottom-upapproach heeft altijd goed gewerkt, ook politiek. We zijn ook telkens gevolgd door het Overlegcomité.
Ik verwijs naar verschillende beslissingen. Een eerste beslissing die we op die manier hebben genomen was de annulatie – jammer genoeg – in de paasvakantie vorig jaar. Op 22 mei 2020 was er de beslissing over jeugdactiviteiten en kampen tijdens de zomer.
Dan waren er de opeenvolgende verstrengingen – jammer genoeg – in de maand oktober, met eind oktober ook de beslissing om alle activiteiten boven de 12 jaar te annuleren, nadat al de overnachtingen waren geannuleerd. Voorts is er ook de beslissing van 26 januari – waar we het daarnet over gehad hebben – onder meer over de aanbevelingen rond de beperking van de hobby’s, maar vooral ook over de verkleining van de groepjes tot 12 jaar en een klein beetje ruimte voor de jongeren tussen 12 en 18 jaar. Dat zijn allemaal beslissingen die samen met de jeugdorganisaties genomen zijn, in goed overleg en akkoord tussen de gemeenschappen.
De laatste vergadering van het Overlegcomité was daar een uitzondering op. Wij hebben zoals steeds de beslissing van dat Overlegcomité zeer grondig voorbereid. Op maandag 22 februari hadden we bijvoorbeeld nog een interfederaal sectoroverleg. We hebben ook verschillende voorstellen op tafel gelegd voor het Overlegcomité. Daar zijn een aantal voorstellen geheel of gedeeltelijk gevolgd. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om buitenactiviteiten te doen, ook in niet-georganiseerd verband, tot tien personen.
Een aantal voorstellen zijn niet gevolgd of aangepast gevolgd. Dat heeft met name betrekking op de paasvakantie. Wij hadden samen met het coronacommissariaat heel gedetailleerde protocollen ontwikkeld – dat was de strategie eind vorig jaar – in de verschillende fases van het virus, de neergaande en de opgaande fases, met kleurencodes. Het was onze uitdrukkelijke vraag om te kunnen heropstarten in code rood, met gedetailleerde protocollen daaraan verbonden. Men heeft op het Overlegcomité van 5 maart een beslissing genomen die een stuk in die richting gaat, maar die ook een aantal elementen bevat die niet waren gevraagd door het jeugdwerk, die zelfs haaks stonden op wat in het jeugdwerk besproken was.
Een daarvan is het koppelen van jeugdactiviteiten aan testing. Dat was nooit voorzien vanuit dat jeugdsectoroverleg. We hebben dan ook onmiddellijk het nodige gedaan om dat proberen uit te voeren. We hebben met de taskforce die daarvoor verantwoordelijk is, heel wat overleg rond testing gehad, we hebben ook concrete voorstellen geformuleerd. Het is geen eenvoudige kwestie om een zogenaamd pilootproject rond testing operationeel te maken, maar we hebben dat heel grondig voorbereid en alle nodige voorstellen liggen op tafel om daar stappen vooruit te zetten.
Vandaag weten we natuurlijk dat de cijfers zeer moeilijk zijn. Er is gisteren ook een oproep geweest van de Jeugdraad om knopen door te hakken. Ik steun die oproep en ik deel hun frustratie over het feit dat dat zo lang moet duren. Maar ik ga er ook van uit dat daar snel oplossingen en duidelijkheid komen.
U vroeg ook of er een indicatie is vanuit de jeugdsector hoeveel paaskampen er effectief zouden kunnen doorgaan. Het is moeilijk om een cijfer te geven. Naast het paasaanbod van de Vlaamse erkende en gesubsidieerde jeugdorganisaties wordt er ook door vele andere verenigingen en organisaties aanbod gerealiseerd. Er zijn ook lokale afdelingen van jeugdbewegingen en jeugdorganisaties, waardoor een schatting maken niet zo evident is. Op basis van de cijfers van de voorbije jaren vanuit het jeugdwerk en het Centrum voor Jeugdtoerisme wordt er geschat dat er een kleine honderdduizend kinderen en jongeren deelnemen aan een paaskamp. Maar dat is een schatting, dus ik zou dat met de nodige nuance benaderen.
Ik heb het al even gehad over uw andere vragen, over hoe dat nu vooruit moet gaan, ook met die testing. Ik heb verwezen naar het overleg dat we hadden met de taskforce Testing. Het is geen evidente oefening gebleken, maar ons huiswerk is wel klaar. We moesten rekening houden met het belang van het waarborgen van een laagdrempelig aanbod. Dat is een van de zaken die gevreesd worden vanuit het jeugdwerk, dat de systematische testing een hinderpaal zou kunnen zijn voor kinderen om deel te nemen, zeker kinderen uit kwetsbare middens. Het gaat over een groot aantal activiteiten. Het is een specifieke context van vrije tijd en coördinatie door vrijwilligers. Dat maakt bijvoorbeeld dat het niet evident is om die testen ook uit te voeren. Dat zijn geen professionals, dat zijn vrijwilligers. En ook de omvangrijke logistieke organisatie en de nodige communicatie, het bestaan van verschillende soorten testen die een andere aanpak en organisatie vragen, en het bijzonder korte tijdsbestek maken dat het niet zo evident is. Maar zoals ik zei, ons huiswerk is klaar. We wachten alleen op een snelle beslissing van degenen die daarover de eindbeslissing kunnen nemen.
Samen met u, collega Coenegrachts, hoop ik dat er snel duidelijkheid kan komen, ook gelet op de verslechterende cijfers, en ik hoop ook dat in de toekomst de bottom-upapproach die de drie gemeenschappen en Vlaanderen vanuit het jeugdwerk altijd gehuldigd hebben, kan worden voortgezet. Dat lijkt mij dé sleutel op succes. Dat lijkt mij ook de reden waarom het hier niet zo evident is.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
In principe is het compliment voor u, minister, dat het zo hard opviel dat een organisatie klaagde over het gebrek aan overleg en uzelf met de jeugdsector in overleg bent geweest. Het is heel jammer dat dit hier niet zo is kunnen lopen. Het brengt logistiek heel veel onduidelijkheid en moeilijkheden met zich mee. Ik denk aan het testen maar ook aan de verplichting de activiteiten buiten te organiseren. Men mag niet naar binnen, ook als het hard regent of hagelt. Dat is vervelend en niet elke organisator krijgt dat geregeld. Wij moeten heel snel die duidelijkheid kunnen geven aan het terrein, om de beslissing een kamp te organiseren tijdig te kunnen nemen en ouders de kans te geven dat voor te bereiden. Je moet op een bepaald moment kunnen zeggen of je het doet of niet, of het haalbaar is of niet. Ook voor de financiële situatie van veel verenigingen, die nu al precair is door de coronacrisis, wordt het er niet gemakkelijker op als er op een bepaald moment moet worden geannuleerd. Om te annuleren moet je ook een reden hebben, en als het Overlegcomité dan beslist dat kampen kunnen doorgaan, heb je die reden niet. Het is een complex kluwen geworden waarin wij heel snel duidelijkheid moeten scheppen.
Dank u voor uw antwoord en dank u ook voor uw engagement om wel in overleg te gaan en bottom-up te werken. Ik steun uw verlangen om zo snel mogelijk duidelijkheid te hebben.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Bedankt, collega Coenegrachts, voor uw proactieve vraag. U kon wellicht ook niet inschatten dat er gisteren daarover een advies, een noodkreet van de Vlaamse Jeugdraad zou komen. De Jeugdraad waarschuwt dat de paasvakantie in het water dreigt te vallen.
Minister, ik ben daarover, samen met u, heel bezorgd. De bottom-upapproach, die de sterkte is geweest van de sector vorig jaar, mis ik nu wel. Ik wil daar geen politieke strijd van maken, want alle partijen zitten rond de tafel in het Overlegcomité. Maar we moeten toch absoluut kunnen vermijden dat men het gevoel heeft dat het Overlegcomité een beslissing neemt en bepaalde condities oplegt, maar niet inschat wat dat betekent in de praktijk op het terrein. Alle politieke partijen in het Overlegcomité moeten dat vermijden.
De jeugdsector heeft zich in het voorbije jaar flexibel en creatief getoond. Maar, minister, wij moeten dat niet uitpersen tot het allerlaatste morzeltje creativiteit. Wij zijn twee weken voor de paasvakantie. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat wij nu nog geen enkele duidelijkheid kunnen geven, met alle begrip voor de cijfers. We dreigen hiermee in verschillende problemen te komen, zoals voor de teststrategie, voor het aanbod, voor de buitenverplichting voor de 12-plussers wat een negatieve weerslag heeft op het aanbod van speelpleinwerkingen, die dreigen hun werking niet te organiseren. We dreigen in een klassenjeugdwerk verzeild te geraken doordat sterk gefaciliteerde vormen klaar zijn om de teststrategie uit te rollen terwijl veel andere organisaties dat niet aankunnen. Het resultaat zal ook chaos zijn in de paasvakantie.
Als ouders nu twee weken op voorhand of misschien zelfs nog minder horen dat het aanbod niet doorgaat, moeten ze de kinderen naar de grootouders sturen. Dat is iets wat we ook al een jaar afraden en waarvan we zeggen dat het niet de bedoeling kan zijn. Of gaan we de gemeenten opnieuw noodopvang laten organiseren? Ik ben daar zeer bezorgd over, om nog te zwijgen van de vraag of we de jeugdsector moeten ondersteunen. Ik hoop echt dat de Vlaamse Regering erover nadenkt, om, als we dit annuleren, de gemaakte kosten weer in te brengen.
Ten slotte roep ik op dat we uit deze ervaring de les trekken richting de rest van het voorjaar, de zomer en wat daarna komt. Laat ons onszelf niets wijsmaken, collega’s. We gaan niet iedere vorm van werking helemaal kunnen opvangen met een teststrategie. We moeten echt nadenken wat er mogelijk is. Er waren vorig jaar ook protocollen. Die zomer is relatief goed verlopen zonder teststrategie. Minister, ik wil daarin geen definitieve richting bepalen, ook niet namens mijn fractie. Maar we moeten er toch over nadenken of de teststrategie altijd en overal het juiste antwoord is op een aantal problemen. Ik wil alvast vermijden dat we na de paasvakantie dezelfde discussies of debatten moeten aangaan. Ik wens u veel succes bij het proberen om dit opnieuw op een ordentelijke manier nog recht te krijgen in de komende uren, nog los van de beraadslagingen op het Overlegcomité morgen.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik deel heel veel bezorgdheden van zowel collega Vaneeckhout als van u, minister. Het is inderdaad geen gemakkelijke knoop die moet worden doorgehakt, zeker nu de cijfers weer zeer ongunstig evolueren. Ik heb heel veel begrip voor de moeilijkheid van de situatie.
U zegt dat u snel duidelijkheid wilt brengen. Wat is nu de tijdslijn? Is er nog een overleg gepland met andere ministers van Jeugd? Wordt er teruggekoppeld naar het Overlegcomité? Hebt u er een idee van tegen wanneer er duidelijkheid kan worden gegeven aan al die verenigingen? De sector wil vooral duidelijkheid. Er zijn nu organisaties die hun activiteiten annuleren zonder dat daar eigenlijk een beslissing over is. Dat komt dan op de nek van de vrijwilligers terecht. Die worden constant platgebeld met vragen over hoe het nu zit met de paasvakantie. Duidelijkheid is nu het allerbelangrijkste. Daarnaast mogen we het aspect niet vergeten van wat er dan gaat gebeuren als bepaalde zaken niet kunnen doorgaan in de paasvakantie en als zich het totaal onwenselijke feit voordoet dat de mensen opnieuw de grootouders gaan inschakelen. Ik heb dat gezien in mijn omgeving. Wij zijn de grote uitzondering wanneer wij de kinderen niet naar de grootouders sturen. Ik hoop dat er rekening wordt gehouden met dat aspect.
Mijn belangrijkste vraag is: op welke termijn zijn welke overleggen nog gepland?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Het feit dat het in deze commissie zo’n breed gedragen bezorgdheid is, zegt alles. Minister, het stemt mij hoopvol dat u zegt dat het huiswerk gemaakt is en dat u en de jeugdwerking enkel nog wachten totdat de knopen worden doorgehakt. Dat klinkt al veel hoopvoller dan de noodkreet van de Vlaamse Jeugdraad gisteren. Ik vreesde effectief, na het lezen van hun tekst, dat ze aangeven dat het eigenlijk niet meer mogelijk is om dit te bolwerken omdat er maar twee weken meer zijn voor de paasvakantie. Maar u geeft aan dat het huiswerk klaar is en dat we kunnen uitrollen. Mijn vraag is heel erg simpel: liggen er verschillende scenario’s klaar die dan, wanneer morgen de uitspraak valt, kunnen worden uitgerold?
Collega Anaf verwees al naar extra overleg. Het is heel belangrijk dat er zo snel mogelijk kan worden gecommuniceerd en dat er verschillende opties zijn in functie van wat er morgen wordt beslist.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat wij tamelijk eensgezind zijn over het feit dat kinderen en jongeren de nood hebben om naar de paasvakantie te kunnen uitkijken, naar activiteiten en bewegingsruimte. Vooral de organisatoren willen weten waaraan en waaraf. Wij zijn er ook allemaal van overtuigd dat het goed zou zijn dat de activiteiten effectief kunnen doorgaan omdat we anders met andere rampscenario’s te kampen krijgen. Maar uiteraard moeten de cijfers in het oog worden gehouden. We moeten daar altijd rekening mee houden. Het is de plicht van ons allemaal om te bekijken hoe we in de paasvakantie maximaal die ruimte kunnen geven aan de organisaties.
Minister, ik heb duidelijk begrepen dat de nodige voorbereidingen zijn getroffen. U hebt trouwens een aantal weken aangestipt dat u in overleg met de sector scenario’s hebt voorgelegd. Ik blijf een beetje schuifelen op mijn stoel om te zien waar de knopen zitten. Ik heb begrepen dat er in het jeugdwerk, wat uw bevoegdheid is, eensgezindheid is over de scenario’s die naar voren worden geschoven. De vraag is of voor cultuur en sport dezelfde scenario’s voorliggen. Daar komen die kampen ook aan bod. Is de voltallige Vlaamse Regering heel duidelijk over de vraag welke scenario’s naar voren zullen worden geschoven? Moet die knoop dan door de federale overheid worden doorgehakt?
Vervolgens ben ik ook bezorgd om de mogelijkheden in verband met testing in die scenario’s. U hebt zelf aangegeven dat het geen evidentie is. U kijkt wat in de praktijk eventueel mogelijk is, maar ik hoop van harte dat we geen overdreven vlucht naar die testing nemen. Ik ben ervan overtuigd dat testen – ook sneltesten – in heel wat scenario’s kunnen worden ingezet, maar dat dit voor de kinderen en jongeren en voor het jeugdwerk zeker niet evident of de beste oplossing is. Hoe zit het met de verantwoordelijkheden als een positieve test wordt vastgesteld? Hoe moeten we hiermee omgaan? Wie draagt welke verantwoordelijkheid? We mogen ook de impact op de kinderen en de jongeren niet uit het oog verliezen.
Als we naar de vakanties van de afgelopen jaren kijken, blijkt dat het jeugdwerk heeft bewezen zich goed aan preventieve maatregelen op basis van protocollen te kunnen houden. Ik hoop dat de protocollen niet zomaar overboord worden gegooid en dat heel snel naar de teststrategie wordt gegrepen. Ik denk dat die protocollen in de toekomst van onschatbare waarde kunnen en moeten zijn.
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik ben heel tevreden dat er hier veel eendracht is met betrekking tot de manier waarop we dergelijke zaken moeten aanpakken. Dat is een goede zaak. Ik denk dat u gelijk hebt. We zijn hierbij betrokken en we moeten dit binnen onze eigen fracties en partijen uitdragen.
Wat de tijdlijn betreft, ben ik eigenlijk beschaamd om de manier waarop dit evolueert. Wat we hadden moeten doen, is de jeugd-, sport- en cultuursectoren duidelijkheid over de paasvakantie geven. Ik heb, samen met de jeugdsector en de andere ministers van Jeugd, alles op alles gezet om dat snel te kunnen doen. Ik ben beschaamd omdat het veel te lang duurt. Die duidelijkheid blijft veel te lang uit.
Wat de timing betreft, vind ik dat dit deze week absoluut glashelder moet worden. Er is vandaag nog een overleg met de ministers van Onderwijs. We bekijken vanuit de jeugdsector hoe de situatie evolueert. We moeten deze week absoluut knopen doorhakken en duidelijkheid kunnen geven.
Mevrouw Perdaens, de sector, de gemeenschappen en de verschillende instanties, waaronder het coronacommissariaat, zijn klaar om die knopen door te hakken. Ons huiswerk is klaar, maar dat betekent niet dat alle organisaties zomaar kunnen volgen. Als ze maar twee weken krijgen om alle details te bekijken, is het wel kort dag en is het niet altijd mogelijk dat nog georganiseerd te krijgen.
Ik betreur deze gang van zaken. Ik besef dat het mijn verantwoordelijkheid is, maar ik bots op een aantal grenzen die tijdens de laatste vergadering van het Overlegcomité blijkbaar zijn ingebouwd. Ik hoop dat het de eerste en de laatste keer was dat we werken met beslissingen die niet door de jeugdsector worden gedragen.
Mevrouw Rombouts, we nemen onze beslissingen altijd in consensus met de sector, de ministers van Jeugd en uiteraard ook de ministers van Cultuur en de ministers van Sport. Jeugd, cultuur en sport hebben een eigenheid waarop specifieke protocollen toepasselijk zijn. De grote lijnen, zoals de groepsgrootte, de zogenaamde bubbel van 50 vorig jaar of de groepen van 10 en van 25 nadien, bekijken we altijd samen. We zorgen voor afstemming en er is een zeer intense coördinatie geweest. Binnen de Vlaamse overheid zijn de violen zeker gelijkgestemd.
Maar, collega's, ik neem jullie signalen hier ook mee. Ik denk dat het goed is dat wij daar allemaal hetzelfde over denken. We gaan voor een snelle duidelijkheid ter zake, deze week nog. We zullen in de toekomst proberen om, nog meer dan in het verleden, die bottom-up werking te bestendigen. Het is ook goed dat wij er allemaal effectief onze schouders onder zetten om dit ook binnen de eigen fracties en partijen te verdedigen. Ik denk dat dat een heel belangrijk signaal is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.