Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Eenzaamheid is een groot probleem en heeft een grote impact op het mentale welzijn. Eenzaamheid doet zich in alle leeftijdsgroepen voor, maar ouderen zijn er om een aantal redenen extra kwetsbaar voor. In deze coronatijd liggen veel activiteiten stil en zijn fysieke ontmoetingen moeilijk. Dat brengt mee dat nog meer mensen eenzaamheid ervaren.
Om dit te bestrijden werd in november laatstleden het platform Fred en Frieda gelanceerd. De bedoeling is om mensen die te kampen hebben met eenzaamheid in contact te brengen met buddy's. De buddy moet het sociale isolement van de ander helpen doorbreken, door bijvoorbeeld regelmatig een kaartje te sturen, eens te bellen of te chatten of elkaar te ontmoeten.
Zorg- en welzijnsorganisaties, zoals een dienst gezinszorg, een woonzorgcentrum, een lokaal dienstencentrum, een ouderenvereniging of mantelzorgvereniging, kunnen de vraag naar een buddy kenbaar maken op het digitale platform. De buddywerking kan zo een aanvulling vormen op het bestaande zorg- en welzijnsaanbod.
Fred en Frieda is gestoeld op hetzelfde platform als Help De Helpers dat mensen wil aantrekken om tijdens deze crisis een handje toe te steken in de zorg.
Minister, kunt u een stand van zaken geven over het aantal aangemelde vrijwilligers en buddyvragers bij Fred en Frieda? In hoeverre is er een evenwicht tussen vraag en aanbod? Hoeveel ouderen en buddy’s werden met elkaar gematcht?
Op welke manier kan dat platform nog meer ingang vinden bij de beoogde welzijnsorganisaties, maar ook bij woonzorgcentra?
Welke drempels en succesfactoren werden de voorbije periode ervaren die van invloed zijn op de werking en de resultaten van het platform?
Zou het, om meer mensen met mekaar in contact te kunnen brengen, een meerwaarde zijn om lokaal en per voorziening te werken? De herkenbaarheid en identificatie met ouderen en een voorziening in de eigen buurt kan mensen er sneller toe aanzetten om zowel de vraag naar contact als de bereidwilligheid om als vrijwilliger te werken, te uiten. Hoe kan vanuit buurtzorg daar meer op worden ingezet? Is het mogelijk om het platform lokaler en kleinschaliger te organiseren? Welke rol kunnen lokale besturen daarin spelen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, er zijn op dit ogenblik 3040 kandidaat-buddy’s geregistreerd waarvan er 2507 zijn die willen optreden als een virtuele buddy en 1955 die als een live buddy willen meewerken. Kandidaat-buddy’s mogen beide opties aangeven. Daarnaast zijn er ook 99 woonzorgvoorzieningen en/of organisaties die ongeveer 500 buddynoden hebben geplaatst. Of en hoe dat daadwerkelijk tot een match heeft geleid, kunnen we uit het platform niet opmaken. Het platform registreert het aanbod, niet wat daar concreet uit voortkomt.
Op uw vragen over de drempels om tot een beter resultaat te komen voor Fred en Frieda heb ik uiteraard niet het pasklare antwoord. Toch durf ik een aantal veronderstellingen naar voren te schuiven. In de eerste plaats speelt wellicht de coronacontext een rol. Zorgvoorzieningen in het algemeen en woonzorgcentra in het bijzonder gaan nog altijd en begrijpelijkerwijs behoedzaam om met het toelaten van bezoek, ook als het gericht buddybezoek is. Het concept Fred en Frieda komt mogelijk beter tot zijn recht in een situatie waarin contacten vrijer en ongedwongener kunnen plaatsvinden. Aangezien het contact in levenden lijve niet evident is, is het louter digitaal of telefonisch contact dat waarschijnlijk ook niet, zeker als we het hebben over de doelgroep van bewoners in een woonzorgcentrum waarvoor het leggen van contact op zich soms al niet evident is.
Belangrijk blijft ook te beklemtonen dat de strijd tegen eenzaamheid en het platform van Fred en Frieda zich niet alleen richt op ouderen, doch op eenieder die nood heeft aan meer nabijheid. Daarnaast, en daarmee sluit ik me aan bij de vraagsteller, kan de factor ‘nabijheid’ of ‘vertrouwdheid’ een bepalend element zijn. De link die wordt gelegd naar het buurtniveau, lijkt me relevant, en wel dubbel: enerzijds wat bekendmaking of bewustmaking betreft, anderzijds wat het feitelijke matchen aangaat. Telkens zal een buurtgerichte aanpak zijn meerwaarde hebben. Zowel het platform Help De Helpers als Fred en Frieda zijn opgericht om lokaal te werken. Ik wil nagaan hoe die lokale werking nog sterker kan.
In dat verband geef ik tot slot mee dat we momenteel niet alleen voor Fred en Frieda, maar ook voor Help De Helpers nagaan hoe we een langetermijnverankering kunnen realiseren. Beide platformen zijn immers snel en performant gebouwd, maar vragen nu om een consolidering, ook budgettair. We hebben ook beslist om het platform Help De Helpers uit te bouwen om mogelijk te maken dat mensen zich aanbieden als vrijwilliger of medewerker in de vaccinatiecentra. Men zal zich op dat platform kunnen registreren en ook aanduiden in welke vaccinatiecentra men wil helpen. Eens we dat vrijdag weten, kost het een paar dagen tijd om dat volledig te implementeren. Men kan dan aanduiden in welke vaccinatiecentra men zich aanbiedt om te gaan helpen. De organisatoren kunnen van daaruit mensen mobiliseren om er mee de schouders onder te zetten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor enerzijds de cijfers die u hebt gegeven en anderzijds de analyse die u maakt over de succesfactoren. Ik heb me daar zelf ook over bevraagd bij de directies in woonzorgcentra en ik denk dat de zaken die u aanhaalt, ook wel correct zijn. Mijn aanvoelen is dat er nood is om meer nabij te werken. Het platform zoals het momenteel bestaat, heeft toch wel veel weerklank gekregen. In de eerste dagen waren er veel mensen die zich registreerden.
Maar misschien wordt het algemeen een beetje als te veraf aangevoeld terwijl mensen echt nood hebben aan nabijheid. Wanneer een verantwoordelijke vrijwilliger bij een woonzorgcentrum een oproep doet om voor elke bewoner die daar nood aan heeft, iemand te vinden in de buurt, dan is de respons misschien wel groter omdat de mensen zich meer betrokken en geïdentificeerd voelen en willen meewerken aan dat sociaal weefsel in hun buurt. We moeten zoeken hoe we dit lokaler kunnen maken en vertalen zodat de mensen in een buurt en in een woonzorgcentrum of in een andere voorziening echt het gevoel hebben dat daar heel nabij naar een oplossing wordt gezocht. Ik heb in het verleden ook wel al ervaren dat dergelijke initiatieven vaak te kampen hebben met vraagverlegenheid. Dat blijkt ook uit uw antwoord. Er hebben zich meer buddy’s aangemeld dan er zorgvragen zijn. Dat zal ook wel te maken hebben met het feit dat de woonzorgcentra vandaag met nog andere zaken bezig zijn.
Ik denk dat het een belangrijk initiatief is dat u ondersteunt en waar ook de collega’s hun schouders onder hebben gezet. We moeten nagaan hoe we dat ten volle kunnen laten renderen. Mijn oproep is hier om dat lokaler te organiseren, want die strijd tegen eenzaamheid moeten we samen van heel nabij aangaan.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, u stelt een terechte vraag. Ik was ook betrokken bij dat initiatief. Over allerlei grenzen heen hebben wij daar mee onze schouders onder gezet. Het zou dan ook zonde zijn om dit te beperken tot de lancering en niet verder na te gaan hoe we dit zo goed mogelijk kunnen laten functioneren. Ik vind het dan ook goed dat we ruim een maand later de vraag durven te stellen wat de tussentijdse stand van zaken is en hoe we dit sterker kunnen uitbouwen.
Ik ben blij te horen dat er sprake is van consolidering en verdere uitbouw tijdens de komende jaren. Ik geloof immers dat we nu het momentum moesten grijpen omdat eenzaamheid hoog op de agenda staat in de samenleving. Wanneer echter corona iets minder ingrijpend ons leven zal beheersen en er een aantal versoepelingen komen, zal er voor mensen pas ruimte komen om dat fysieke buddyschap tastbaarder te maken. Dat moment zullen we moeten aangrijpen om een aantal zaken structureel te verankeren.
Ik sluit aan bij de overtuiging van collega Schryvers dat we de ambitie moeten hebben om dat nog meer lokaal te verankeren. Op dit moment zijn woonzorgcentra bovendien overbevraagd, er ligt heel veel werk op hun plank. Mits een aantal lokale antwoorden met de betrokkenheid van de lokale besturen kunnen we binnen en buiten de muren van de voorzieningen die noden beter beantwoorden en actief matches tot stand brengen. Niets is immers zo frustrerend dan zich te registreren op een platform en een aantal weken later nog geen antwoord te hebben gekregen. In die zin kan het inderdaad interessant zijn om het gesprek aan te gaan met de lokale besturen en hen te vragen in welke mate zij – en dan gaat het zowel over hun voorzieningen als breder, want de strijd tegen eenzaamheid is veel breder – die rol kunnen opnemen. Uit signalen die ik heb gekregen, begrijp ik dat er interesse is bij de lokale besturen om actief die rol op te nemen.
De heer Daniëls heeft het woord.
We moeten er vooral voor zorgen dat we het initiatief Fred en Frieda verder bekendmaken. Wanneer collega Schryvers vraagt of dat lokaler kan worden uitgerold, dan denk ik dat dit perfect kan, zoals daarnet ook al is gezegd over Tournée Minérale. We kunnen lokale besturen aanmoedigen om Fred en Frieda ook als een lokaal initiatief in de kijker te zetten via de website, de gemeentekrant en de platformen waar zij toegang toe hebben. Het zou niet goed zijn om naast Fred en Frieda en het vrijwilligersplatform lokaal nog andere platformen te creëren. Dat maakt het voor de burger, voor de vrijwilliger onmogelijk om nog te volgen. Het wordt dan ook heel moeilijk om die matchen te maken tussen de vrijwilliger en iemand die je kan helpen. Ik onderschrijf volledig het idee om Fred en Frieda helemaal uit te rollen met alle lokale besturen.
Minister, en ik spreek ook namens collega Parys, ik denk dat we die oproep aan de lokale besturen nog wel eens kunnen lanceren om Fred en Frieda nogmaals in de kijker te zetten, ook in de toekomst, zoals collega Vaneeckhout zei. We zullen ze nog nodig hebben op alle mogelijke manieren.
Minister Beke heeft het woord.
Het is inderdaad de bedoeling om dit concept ook na corona lokaal verder uit te werken. We hebben het in de commissie eerder ook al gehad over zorgzame buurten, dat staat ook in mijn beleidsnota. Ik vind het belangrijk om dat in de toekomst verder uit te rollen. Dit kan daar ook een belangrijke rol in spelen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is ook betrokken bij het uitdragen van Fred en Frieda, onder andere via de lokale dienstencentra maar ook andere zorg- en welzijnsvoorzieningen. We moeten dit niet beperken tot de woonzorgcentra.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik kan dat alleen ondersteunen. De strijd tegen eenzaamheid is heel belangrijk en we moeten dan ook alles aangrijpen om daar samen aan te werken. Ik ben ervan overtuigd dat dit lokaal moet gebeuren om het gevoel van nabijheid en betrokkenheid te kunnen garanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.