Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, we hebben het in deze commissie al een aantal keren over de mobiele zorgwoningen gehad. U weet dat ik de nodige bedenkingen heb – en ik ben niet alleen – bij het oprichten van tijdelijke constructies die dan al dan niet tijdelijk zullen blijven op termijn. Ik hou die bedenkingen even terzijde.
Via het voorontwerp van decreet van 27 november breidt de Vlaamse Regering de mogelijkheden voor zorgwonen uit, tot bestaande bijgebouwen en mobiele units. U hebt in die discussie zelf al opgemerkt dat mobiele zorgwoningen tot risico’s voor uitkeringen kunnen leiden. De fameuze z-code voor sociale zekerheidsuitkeringen is niet van toepassing op die mobiele en tijdelijke units. Er is een tijdelijke mogelijkheid, de zogenaamde t-code, die mij verkieslijker lijkt omdat ze de nadruk legt op het tijdelijke en een beetje tegemoetkomt aan de zorg om die zorgwoningen niet tot permanente constructies te laten uitgroeien. Geen van beide biedt op dit moment garanties voor de bewoners en voor het behoud van hun uitkeringen en sociale rechten.
U hebt in oktober in deze commissie aangekondigd dat u eerstdaags met de collega's van de betrokken beleidsvelden, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de FOD Binnenlandse Zaken overleg zou hebben.
Minister, is dat overleg er geweest? Is er duidelijkheid over hoe het zal worden opgelost voor die code en de sociale rechten van de bewoners? Zijn er eventuele andere pistes voor een oplossing dan via de z-code?
Blijft u oog hebben voor de garanties dat de tijdelijke zorgwoning ook wel degelijk een tijdelijke zorgwoning en tijdelijke constructie zal blijven, los van het behoud van de sociale rechten?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Tobback, het is een zeer terechte bemerking.
Op 4 december heeft een eerste digitaal overleg plaatsgevonden, waarbij volgende instanties aanwezig waren: de FOD Binnenlandse Zaken, het Agentschap Wonen, het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de VVSG en ook een ervaringsdeskundige met mobiele units. Wij hebben daar duidelijk aangegeven – en ik denk dat dat ook uw bekommernis is – dat de bewoners van een zorgwoning die recht hebben op een bepaald vervangingsinkomen, dat ook moeten blijven behouden.
De inschrijving van personen in het bevolkingsregister behoort tot de FOD Binnenlandse Zaken; het bijhouden ervan gebeurt door de gemeente. We hebben erop aangedrongen dat in de toekomst ook een z-code kan worden toegekend aan een tijdelijke zorgunit of bijgebouw in de tuin. Begin volgend jaar is een vervolgoverleg gepland.
Ik zal in elk geval alle opmerkingen en aanbevelingen van de verschillende actoren meenemen in de verdere bespreking van het ontwerpdecreet.
Ik ben het er volledig mee eens dat het moet gaan om een tijdelijke woning. De bestaande ‘leidraad rond zorgwonen en tijdelijk wonen’ zal ook moeten worden geactualiseerd.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wacht af wat er in het finale ontwerp van decreet zal staan. Ik denk dat mijn bekommernissen duidelijk zijn. Ik hoop dat ze kunnen worden gecombineerd: de garantie op de tijdelijkheid en de garantie van de sociale rechten van de betrokkenen in die tijdelijkheid. Ik kijk uit naar de manier waarop het zal worden opgelost.
De vraag om uitleg is afgehandeld.