Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de scepsis van huisartsen tegenover het COVID-19-vaccin
Vraag om uitleg over de resultaten van de bevraging in de Artsenkrant en het scepticisme bij huisartsen tegenover de coronavaccinatie
Vraag om uitleg over de vaccinatiestrategie en de rol van artsen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
In Leuven hebben verschillende bewoners folders in de bus gekregen waarin de gevaren van het coronavirus worden geminimaliseerd, het nut van mondmaskers wordt ontkend en waarin wordt gewezen op de gevaren van vaccinatie. De folders geven de indruk dat ze worden ondersteund door medici. Meestal opereren antivaxers via de media, maar blijkbaar nu ook via folders.
Minister, kan de overheid actie ondernemen tegen het verspreiden van onjuiste informatie over het gevaar van het coronavirus, de preventiemaatregelen en de vaccinatie? Zo ja, zult u optreden? Wordt daarbij samengewerkt met de lokale overheden?
Mensen geloven deze onzin soms, vooral uit onwetendheid. Hoe zal de overheid dergelijk fake news ontkennen en het belang van vaccinatie uitleggen aan de mensen? Welke mediakanalen zal de overheid daarvoor gebruiken?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Uit een enquête van Artsenkrant eind september bleek dat slechts 68 procent van de ondervraagde artsen het coronavaccin op dat moment zeker zou aanbevelen aan zijn patiënten. 37 procent van de huisartsen gaf ook aan niet van plan te zijn zichzelf te laten vaccineren. Dat is vrij verontrustend.
Natuurlijk was er eind september nog niet heel veel informatie beschikbaar over de effectiviteit van deze vaccins. De huisartsen hebben dus nog wat meer informatie nodig om met zekerheid de vaccins aan hun patiënten aan te bevelen. Ze hebben een vertrouwenspositie bij de patiënt en kunnen mensen net stimuleren om dat wel te doen.
Er zijn al twee sites gelanceerd die informatie verschaffen met vragen en antwoorden van Gezondheid en Wetenschap en de website www.laatjevaccineren.be. Hoe zal deze campagne concreet verder worden uitgerold bij de huisartsen? Welke timing is hiervoor voorzien? Zal Zorg en Gezondheid de twijfelaars onder de huisartsen in gesprek laten gaan met experts over de veiligheid en de efficiëntie van het vaccin?
De heer De Reuse heeft het woord.
De cijfers uit de bevraging in de Artsenkrant spreken inderdaad boekdelen. Het is belangrijk om die cijfers in het achterhoofd te houden als we zien dat er bij de bevolking ook vragen worden gesteld over het vaccin.
Ook het Agentschap Zorg en Gezondheid las de bevraging en is gealarmeerd door de resultaten. Het agentschap kondigde al aan dat het ruimte wil maken voor artsen en zorgverleners in zijn communicatieprogramma over het coronavaccin, een programma dat initieel vooral gericht zou zijn op de bevolking.
Minister, hoe reageert u op de bevraging? Ik stel vast dat er niet gepeild werd naar de redenen waarom huisartsen zich vragen stellen bij het vaccin. Zal er vanuit het agentschap een snelle bevraging gebeuren, zodat we dat beter in beeld kunnen brengen? En zal er nadien een opvolgbevraging gebeuren?
Hoe zal het COVID-19-vaccinatieplan uitgerold worden, en wanneer? Ik lees ook dat Vlaanderen kijkt naar de federale taskforce, waar men een plan aan het uittekenen is binnen de cel Maatschappelijk debat en communicatie, die deel uitmaakt van de taskforce voor de vaccinatiestrategie. Hoe verloopt het overleg en hoe concretiseert de samenwerking zich? Zijn er al duidelijke afspraken gemaakt?
Hoe groot schat u tot slot de gevolgen in voor de vaccinatiegraad van de sceptische houding van een substantieel deel van de huisartsen?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik zal niet herhalen wat de collega’s al gebracht hebben. Het is goed dat meerdere van ons bezorgd zijn over dezelfde urgente materie. De cijfers van september waren alleszins zorgwekkend. Het zou inderdaad interessant zijn om te kijken wat op dit moment de stand van zaken is.
Ik heb nog een aantal aanvullende vragen die belangrijk zijn. We hebben het vaak over desinformatie, maar hier gaat het ook over andere overtuigingskracht, namelijk wetenschappelijke onderbouw, waarmee we onze artsen toch mee moeten krijgen op het moment dat er een zeer betrouwbaar vaccin ter beschikking is. En we gaan er toch allemaal van uit dat dat in de komende maanden realiteit zal worden.
Minister, het nieuws en de berichten over het vaccin veranderen voortdurend, ook de informatie die u hebt. Maakt dat het voor u moeilijker om tot een coherente vaccinatiestrategie te komen? Bereidt u verschillende scenario’s voor? Wanneer verwacht u zelf dat u uw definitieve strategie zult kunnen vastleggen en uitrollen? Meent u dat de strategie, als ze eenmaal is afgeklopt, moet worden uitgerold of denkt u dat er hulproutes moeten worden bepaald om en cours de route nog een aantal zaken te versterken? Waaraan denkt u dan?
Hoe kijkt u naar de resultaten van de bevraging van de Artsenkrant? In welke mate acht u het belangrijk dat artsen overtuigd worden van het nut en de noodzakelijkheid van vaccineren? Hoe wilt u het draagvlak bij hen verhogen? Ziet u daarbij een rol weggelegd voor de artsenorganisaties en de farmaceutische bedrijven die de vaccins ontwikkelen? Hoe wilt u in de breedte vermijden dat de twijfels bij artsen, maar ook bij influencers, enkel de antivaxbeweging en de golf van desinformatie versterken? Hoe wilt u daar een fijnmazig antwoord op geven? Ik sluit ook aan bij de eerdere vragen in deze commissie rond doelgroepenwerking en fijnmazige communicatie. Een monolithische communicatie vanuit de overheid lijkt ons niet de juiste weg.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, voor iedereen die gedegen wetenschappelijke kennis en ontwikkeling genegen is, zijn dergelijke fake-newsberichten uiteraard een kaakslag. Ook ik vind het verspreiden van onjuiste informatie een bijzonder vervelende zaak. Het is potentieel zelfs gevaarlijk voor de individuele gezondheid van de mensen die in deze desinformatieval trappen, en ook voor onze gezamenlijke volksgezondheid is dat zo.
Er is uiteraard vrije meningsuiting en ook dat is een zeer belangrijk goed in ons democratisch bestel, dat niet op de helling moet worden gezet. Ik begrijp dat bij sommigen die neiging ontstaat, maar hardere onderdrukkende actie is niet aan de orde. Een uitzondering is wanneer erkende zorgverleners, zoals bijvoorbeeld artsen, dergelijke informatie zouden verspreiden. Daarbij kan er actie ondernomen worden via de Provinciale Geneeskundige Commissie en de Orde der Artsen.
In algemene zin moeten we op het gezond verstand van de bevolking rekenen en hen correcte kennis eerlijk en transparant verstrekken. Dat is ook waar we de komende weken volop zullen op inzetten. We zullen daar inderdaad ook de lokale besturen bij betrekken, net zoals andere organisaties die veel mensen bereiken. Toch wil ik nog even aangeven dat we tot nog toe voor de basisvaccinaties een goede vaccinatiecoverage hebben kunnen behouden.
Het komt er inderdaad op aan de kennis van de bevolking te versterken via de correcte vaccinatie-informatie. Eerlijkheid en transparantie over wat we wel of niet weten over de voordelen en over de neveneffecten, moeten daarbij aan bod komen. Het best gebeurt dat samen met personen en organisaties die vertrouwen inboezemen.
Er worden al verschillende acties gevoerd en er staan er andere in de steigers. Ik geef enkele voorbeelden, waarvan een aantal collega’s er al een aantal hebben aangehaald tijdens de vraagstelling. Zorg en Gezondheid biedt op zijn vaccinatiewebsite www.laatjevaccineren.be al een FAQ-lijst aan met vragen en antwoorden rond de coronavaccinatie. Deze lijst wordt in samenwerking met professor Pierre Van Damme regelmatig aangevuld. Er staat ten tweede een overheidscampagne klaar rond de coronavaccinatie. We willen het vertrouwen in vaccinatie aanwakkeren via correcte informatie en mensen zo stimuleren om zich te laten vaccineren. De campagne en het mediaplan zijn in voorbereiding. We werken hiervoor samen met de experten en met de vele actoren en organisaties die het publiek op het terrein bereiken. Aangezien de vaccinatoren vertrouwensfiguren zijn voor de bevolking, zullen we een gerichte campagne voeren om ook hen correct te informeren. Ook op de website van Gezondheid en wetenschap is er een factcheck rond vaccinatie ontwikkeld, met steun van Zorg en Gezondheid en met internationale erkenning.
Eerder dit jaar werd met Twitter een samenwerking opgezet in de strijd tegen desinformatie. Gebruikers krijgen voortaan een melding wanneer ze informatie opzoeken over vaccins en vaccinatie. Die melding verwijst naar betrouwbare informatie op laatjevaccineren.be. Zorg en Gezondheid zal de strijd eveneens op sociale media verder aanbinden en intensifiëren door proactief correcte informatie aan te bieden en een duurzame online aanwezigheid uit te bouwen.
Op de Vlaamse Vaccinatiekoepel is beslist om aan de traditionele media een brief te richten met het verzoek om afspraken te maken rond de mediaberichtgeving over vaccinatie en daarbij in alle openheid en transparantie oog te hebben voor de gedegenheid en wetenschappelijke correctheid van de verspreide informatie. Dat geldt niet alleen voor de artikels in kranten, maar ook voor de koppen erboven, die soms als publiekstrekker gebruikt worden en niet altijd getuigen van nuancering. Een dergelijke actie ligt wat in de lijn met afspraken die er ooit met de pers gemaakt zijn rond berichtgeving over suïcide; de hoop bestaat dat hier een gelijkaardig positief effect gesorteerd zal kunnen worden. De Logo’s (lokaal gezondheidsoverleg) zijn eveneens een document aan het maken over fake news en hoe ermee om te gaan. Dat zal op hun website verschijnen.
We blijven de FAQ’s op de twee sites, www.gezondheidenwetenschap.be en www.laatjevaccineren.be, met ondersteuning van doctor Marleen Finoulst en professor Pierre Van Damme, verder uitbreiden en actualiseren. Dat zal stap voor stap gebeuren, naarmate de kennis over bepaalde aspecten bekend wordt, ook rekening houdend met de opgepikte zorgen en vragen die er leven. Er is dus niet één welbepaalde uitroldatum. Beide sites moeten een betrouwbaar baken worden voor al wie als burger of als professional op zoek is naar correcte en betrouwbare informatie.
Zal Zorg en Gezondheid de twijfelaars onder de huisartsen in gesprek laten gaan met experts over de veiligheid en de effectiviteit van het vaccin? We zijn ervan overtuigd dat we een heel aantal twijfelaars over de brug kunnen krijgen met correcte informatie. De wetenschappelijke publicaties over de vaccins die we op korte termijn verwachten, zullen daar wellicht ook toe bijdragen. Collega Saeys heeft het juist ingeschat: de enquête waaraan gerefereerd werd, vond plaats op een moment waarop er nog helemaal geen wetenschappelijke of klinische informatie over de vaccins was. Het is belangrijk dat de farmabedrijven hun informatie transparant maken, maar ik begrijp dat dit wel het geval zal zijn.
Intussen gebeurt er al heel wat. Specifiek voor de artsen vernamen we dat er door de Universiteit Antwerpen (UA) en professor Van Damme periodieke webinars worden gehouden waarin correcte informatie verspreid wordt.
Telkens worden volgens de informatie van professor Van Damme een honderdtal artsen bereikt. Ook richting de apothekers horen we een gelijkaardige actie vanuit de Universiteit Antwerpen. Het bereik dat ons daar meegedeeld is, is duizend apothekers per webinar. Dat is belangrijk, omdat we toch niet mogen vergeten dat de apothekers ook een vertrouwde bron zijn van gezondheidsinformatie voor de burgers.
Meer nog dan huisartsen hebben zij zeer veel patiëntencontacten per tijdseenheid. Waar het gaat over het geven van informatie over veiligheid van de vaccins aan de professionelen, ligt er in de interfederale samenwerking ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).
Hoe reageer ik op de bevraging? Ik reageer uiteraard bezorgd. Het geeft aan dat er nog werk aan de winkel is. Toch moeten we het ook niet te dramatisch voorstellen. We moeten meegeven dat die bevraging meer dan een maand geleden gebeurde, op een moment dus dat er ook nog minder of quasi niets geweten was over de vaccins.
Zoals ik daarnet al aangaf, zijn er wel al wat acties ondernomen om de zorgverstrekkers intussen de juiste informatie te geven voor zover we die hebben, en hen te sensibiliseren. Ik verwijs dan naar de FAQ en de webinars. De informatie-inspanningen zullen uiteraard verdergezet worden.
Uit de signalen die we opvangen leiden we af dat een gebrek aan informatie de voornaamste reden is. De snelheid van ontwikkeling leidt tot vragen over de veiligheid van de vaccins en over de effecten op langere termijn. Op een aantal van deze vragen hebben we via www.laatjevaccineren.be al een antwoord geformuleerd.
We rekenen op de artsenverenigingen om ons de bezorgdheden en de vragen door te geven en we volgen zelf ook de genoemde webinars. De problematiek wordt ook besproken op de federale taskforce. Indien een bevraging alsnog nuttig zou blijken, zal dit voorgelegd worden in deze taskforce.
De taskforce voor de vaccinatiestrategie – trouwens een interfederaal en niet louter een federaal gegeven – is onder leiding van professor Ramaekers van start gegaan. Op basis van het advies van de Hoge Gezondheidsraad en rekening houdend met de aanbevelingen van de Strategic Advisory Group of Experts on Immmunization van de Wereldgezondheidsorganisatie, voor Europa geconcretiseerd door de European Technical Advisory Group of Experts on Immunization (ETAGE), werd een eerste aanbeveling geformuleerd. Deze moet nog bekrachtigd worden door de interministeriële conferentie. Hierbij zou er zeker vanaf het begin voor geopteerd worden om de bewoners en personeelsleden van de woonzorgcentra te vaccineren, en vervolgens de zorgverstrekkers in de eerstelijnsgezondheidszorg en de ziekenhuizen. De concretisering hiervan wordt de komende weken verder uitgewerkt. Het vaccinatieplan en de stapsgewijze uitrol ervan zal dus een dynamisch gegeven zijn.
Het lijkt me vooral belangrijk dat een vaccinatiestrategie opgemaakt wordt in lijn met internationale aanbevelingen en dat ook de prioriteiten qua doelgroepen in grote lijnen dezelfde zijn in de verschillende landen in Europa. Ook internationale instellingen hebben hier al toe opgeroepen. Het gaat in die zin dus minder om het organiseren van een maatschappelijk debat over deze prioritaire groepen. Het lijkt me vooral belangrijk uit te leggen waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn, en in welke volgorde de prioritaire groepen gevaccineerd zullen worden.
Ik ben ervan overtuigd dat we heel wat artsen die nu twijfelen nog kunnen overtuigen. Dat is ook wat de experten en de artsenverenigingen mij zeggen. Het is dus te vroeg om daarop vooruit te lopen en definitief te spreken van een sceptische houding van een groot deel van de huisartsen.
Hoe kijk ik naar de evoluties in de farmasector? Het is goed dat er constant evoluties zijn in de farmaceutische sector, zeker in de ontwikkeling van de COVID-19-vaccins. Het zijn niet zozeer de evoluties in de sector die het niet evident maken om vroegtijdig al een praktische strategie te bepalen, maar eerder de informatie die nog niet volledig ter beschikking is.
De Wereldgezondheidsorganisatie en internationale instanties geven de volledige prioriteit aan deze dossiers ten opzichte van sommige andere. Geleidelijk aan wordt de aanpak in verschillende landen uitgeschreven, in lijn met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie en de lokale gezondheidsraden, zoals eerder vermeld in vraag 7.
Wanneer verwachten wij dat de strategie zal vastgelegd en uitgerold worden? Nu de eerste aanzet voorgesteld werd voor de prioritering van de doelgroepen, kan dit verder uitgewerkt worden. Het spreekt voor zich dat dit in ons land gecoördineerd zal verlopen. Daarbij zullen wij in het hele land dezelfde doelgroepen in eenzelfde periode vaccineren. Zoals daarnet al aangehaald, zal daar een eerste aanbeveling richting IMC komen vanuit de taskforce. Ad-hocwerkgroepen in het kader van de werking van de Vlaamse Vaccinatiekoepel, aangevuld met vertegenwoordigers van organisaties in het veld, zijn volop bezig de implementatie verder voor te bereiden en te zien hoe dat het beste kan gebeuren. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de karakteristieken van de verschillende vaccins en de daarbij horende opslag- en distributiemogelijkheden.
Eenmaal een strategie afgeklopt is, is dat nog geen kookboek, maar eerder een leidraad om de vaccinatie te implementeren. Daarbij kunnen zeker nog aanpassingen gebeuren, rekening houdend met de bijkomende wetenschappelijke informatie die ter beschikking komt, de momenten dat verschillende vaccins effectief kunnen geleverd worden, de ervaringen in vorige fases, enzovoort.
Hoe kijken wij naar de resultaten van de bevraging van de Artsenkrant? Zoals ik daarnet gezegd heb, baart het me natuurlijk zorgen, maar toch moet dit wat genuanceerd worden. Die nuance heb ik al gegeven. Zoals eerder vermeld, wordt er ook volop ingezet op informatieverstrekking aan de artsen-vaccinatoren en apothekers met webinars en informatieve websites. Er wordt specifiek informatiemateriaal voorbereid voor de verschillende professionele doelgroepen, maar ook voor het publiek in het algemeen.
Is het belangrijk dat de artsen overtuigd worden van het nut en de noodzakelijkheid van vaccineren? Uiteraard. Maar om artsen te informeren lijkt het me vooral belangrijk wetenschappelijke informatie te geven zoals bijvoorbeeld in de eerder vermelde webinars en op websites van universiteiten, eerder dan informatie van farmaceutische bedrijven. Het spreekt voor zich dat de artsenorganisaties hierbij ook een belangrijke rol spelen voor hun doelgroep. De grootste bekommernis van de artsen betreft vooral de snelheid waarmee de vaccins ontwikkeld werden en waarmee de procedures konden en mochten worden doorlopen, maar dit had vooral met de prioritering te maken.
Hoe willen wij vermijden dat twijfels bij artsen koren op de molen zijn van de antivaxbeweging? In Vlaanderen blijven we inzetten op correcte informatie en het aanbevelen van de vaccinatie. Net zoals influencers een negatief beeld kunnen beïnvloeden, kunnen ze de aanbevelingen ook ten goede ondersteunen. We willen zeker alert zijn voor negatieve signalen, maar het heeft geen zin om zich te laten verleiden tot welles-nietesspelletjes. Het belangrijkste blijft correcte informatie en pleitbezorgers te zijn voor de vaccinaties en zo de epidemie een halt te kunnen toeroepen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat het heel belangrijk is om een zeer doordachte overheidscampagne op te zetten, ook in samenwerking met gedragswetenschappers. We moeten echt het maximale eruit halen om mensen te overtuigen zich te laten vaccineren. Het zal heel belangrijk zijn zich daarbij te richten op de prioritaire doelgroepen, want wij hebben nu toch wel gezien dat door de campagne die extra is gevoerd om het belang te benadrukken van de griepvaccinatie, veel meer mensen zich voor het eerst willen laten vaccineren. Daarbij is het belangrijk huisartsen, maar ook apothekers te voorzien van wetenschappelijke kennis. Dat is het belangrijkste instrument om die mensen te overtuigen. Ik verneem van persoonlijke contacten dat de grootste twijfel komt doordat zij niet verstaan dat die vaccins op zo korte termijn zullen klaar zijn. Dat wekt wantrouwen en dat moet heel goed uitgelegd worden.
Als je een beslissing neemt, is het zeer belangrijk om uit te leggen waarom je de beslissing neemt, om zo het wantrouwen weg te nemen. Misschien is het belangrijk om nog eens te peilen wat de artsen en de apothekers op dit moment denken van het vaccin. Zij zijn het eerste aanspreekpunt en worden veel bevraagd door mensen of ze zich zouden laten vaccineren of niet. Zij hebben dus een enorme invloed. Het is belangrijk om dat verder op te volgen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Het is uiteraard belangrijk dat we correcte en duidelijke informatie geven. Daar hebben we twee sporen voor nodig. Ten eerste: naar de farmasector. U zegt in uw antwoord al dat de bevraging een maand oud is en dat er nog niet zoveel duidelijkheid was bij de artsen en dat er terechte vragen waren. Maar ondertussen zijn we een maand verder en is er al een van de drie concerns die al een stukje teruggekrabbeld is in de communicatie rond hun vaccin. Dat is ook geen goede zaak. Het tweede spoor is natuurlijk het spoor vanuit de overheid. Het is belangrijk dat we aan de mensen zeggen dat het niet erg is als ze vragen stellen. Het is dan aan ons om een goed antwoord te hebben. Dit weekend stond er in De Tijd een interview met Heidi Larson, die getrouwd is met Peter Piot, en die zegt dat puur wetenschappelijke boodschappen die geïnterpreteerd kunnen worden als propaganda, zoals ‘Laat je vaccineren’, niet werken. Het is duidelijk dat er een goede communicatie moet zijn, waarin het niet van moeten is, maar waar je de mensen wel duidelijk informeert.
Mijn bijkomende vraag is dan ook: hoe denkt u de farmasector zover te krijgen dat ze ook op een verstandige manier omgaan met hun communicatie wat het vaccin betreft, om zo ook meer vertrouwen te kweken, zowel bij artsen als bij de bevolking?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Er zal inderdaad een grootschalige campagne nodig zijn, maar het zal ook een veelzijdige campagne moeten zijn, veelzijdig op het gebied van doelgroepen – de collega’s hebben al een aantal terreinen aangeraakt – maar ook op het gebied van vormen en manieren waarop er gecommuniceerd wordt. Het wordt zeer belangrijk om in alle huiskamers proberen binnen te dringen, op een positieve manier, om die mensen te overtuigen. Dat is in de realiteit zo: in fysieke huiskamers proberen binnen te geraken. Daarvoor zal het belangrijk zijn om ook zeer veel intermediairs te overtuigen, ik denk aan sociale huizen en buurtwerkers. Dit kan echt een stresstest zijn voor het buurtgericht werken waar deze regering ook heel sterk wil op inzetten. Dit kan een perfecte manier zijn om daarrond een aantal rollen op te nemen. Ik denk dat het Lokaal gezondheidsoverleg (Logo) daar een goede partner in kan zijn. Ten tweede moet men ook digitaal in die huiskamers geraken. Ik voeg daar een extra suggestie aan toe. De rol van de sociale media wordt ook wel belangrijk. Het is ook stilaan gekend dat de rol van de algoritmen die achter die sociale media zitten, ook een bepaalde impact heeft op wat mensen te zien krijgen. Vandaar de suggestie om in gesprek te gaan met die socialemediapartners, eventueel samen met minister Dalle, om te kijken welke rol zij daarin kunnen spelen om te zorgen dat veel mensen toch op de juiste informatie komen. Het gaat er mij niet over om eventueel andere dingen te verbieden, dat is een ander debat. Het gaat er vooral over hoe we de juiste informatie op alle plaatsen in de samenleving krijgen.
Het motivatiepeil moet ook duurzaam zijn. Dit vaccin zal wellicht niet eeuwig geldig zijn, er komt een moment dat mensen zich opnieuw zullen moeten laten vaccineren. Dus ook de vraag om sociale psychologen mee te betrekken in uw beleid, om te zorgen dat we binnen een jaar niet opnieuw moeten beginnen en dat mensen dan denken dat het niet meer de moeite is en dat het allemaal wel zal meevallen. Dat zou een zeer spijtige zaak zijn.
Er zijn nog twee zaken die ik in het draagvlak wil meenemen. Ten eerste: prioritering. Er is een heel debat gaande – en in een aantal andere landen staan ze al een stuk verder, ik verwijs naar Nederland – over welke doelgroepen het eerst een vaccin krijgen. Ik verwijs bijvoorbeeld maar naar de doelgroep van min 60-jarigen met een onderliggende medische problematiek. Die worden nu niet benoemd. Ik krijg daar bezorgde signalen over van mensen die al zeven of acht maanden volledig in quarantaine zitten en graag in de prioritaire categorie zouden willen komen.
Verder horen we verhalen over verplichte voorwaarden van een vaccinbewijs om binnen te gaan in winkels en op het werk. Ik zeg niet dat dit allemaal op realiteit is gestoeld, maar het lijkt me wel een belangrijk aandachtspunt om mee aan de slag te gaan. Dergelijke indianenverhalen, laat ons hopen dat ze dat zijn, zullen immers niet bijdragen tot een gemeend en duurzaam geloof in die vaccins.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik wil me aansluiten met een korte oproep. Het ging inderdaad over een enquête die heeft plaatsgevonden in september. Intussen hebben we al veel meer info over het vaccin en ben ik ervan overtuigd dat heel wat artsen anders kijken naar de situatie en een ander beeld hebben over het vaccingebeuren. De vaccins moeten uiteraard ook nog worden goedgekeurd want nu krijgen mensen soms de indruk dat elk vaccin dat op de markt komt, ook onmiddellijk zal worden gebruikt, maar dat vaccin moet natuurlijk een aantal procedures doorlopen. Dat is zo voor elk medicijn voor het wordt gebruikt.
Zoals de minister aangaf, zal correcte informatie aan de artsen en burgers belangrijk zijn. Ik verneem ook uit een persbericht van de Vlaamse Regering dat er 1,2 miljoen euro is vrijgemaakt voor informatiecampagnes vanuit de Vlaamse Regering. Het is goed om daar verder mee aan de slag te gaan maar iedereen zal moeten helpen, ook de lokale besturen, de Logo’s, de eerstelijnszones. Ik roep op om de artsen en de bevolking nog breder te informeren over de strengere goedkeuringsprocedures waarbij elke medicijn dat op de markt komt aan een aantal criteria moet voldoen en moet worden goedgekeurd. Het is belangrijk dat de bevolking dat weet.
Minister Beke heeft het woord.
Dit is een bijzonder belangrijk debat. Mijnheer Vaneeckhout, wat de verschillende categorieën betreft, heb ik in deze commissie al meermaals verwezen naar de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad. Al voor de zomer heeft die de eerste adviezen gegeven die door de interministeriële conferentie worden behartigd, geconcretiseerd en geoperationaliseerd. Dat betekent dat in eerste instantie de mensen die in de woonzorgcentra wonen en de zorgverleners zullen worden gevaccineerd. Een tweede advies is om de 65-plussers te vaccineren en een derde advies gaat over de mensen tussen 45 en 65 die aan onderliggende aandoeningen lijden. Dit advies wordt ook gegeven door onze Hoge Gezondheidsraad en zetten wij nu om in een concrete vaccinatiestrategie.
Zoals mevrouw De Rudder zei, moeten we dit nu ook concreet operationaliseren maar eerst moeten de procedures worden doorlopen. De farmaceutische sector werkt nu in een hoog tempo aan die vaccins, waar wij heel blij mee zijn, maar zit ook in een onderlinge concurrentiestrijd waarbij wordt gekeken wie het eerste en het beste vaccin heeft. Een gedegen evaluatie door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) en een avalering door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) zijn dan ook belangrijk.
Ook de sociale media worden daarbij betrokken. Zo verwijst bijvoorbeeld Twitter naar de betrokken website van de overheid. Verder zullen wij via de artsenvertegenwoordigers en de webinars die zij organiseren en voortdurend updaten, de artsen en zorgverstrekkers informeren. Wij volgen dat op zodat wij, zodra er moet worden bijgestuurd, kort op de bal kunnen spelen in het belang van eenieder.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Iedereen hier onderschrijft wel het belang van een dergelijke campagne, want het zal erop aankomen zo veel mogelijk mensen te kunnen vaccineren, zodat er groepsimmuniteit ontstaat. Dat is natuurlijk de essentie. Ik denk dat we echt alles uit de kast moeten halen om dat te realiseren.
De heer De Reuse heeft het woord.
Het is ten eerste duidelijk dat er snel duidelijkheid moet komen omtrent het vaccin. Dat zal een samenspel zijn tussen de farma voor de ontwikkeling en de overheid wat de validatie betreft. Ten tweede moet er snel duidelijkheid komen omtrent de strategie. Er is al terecht verwezen naar onze buurlanden: neem die als voorbeeld. Er moet snel duidelijkheid zijn over de prioriteiten, maar ook over de praktische uitrol van de vaccinatie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, er liggen heel veel elementen op tafel. Die zijn ook in deze commissie aangebracht. Er zal een ongeziene inspanning worden gevraagd van de Vlaamse overheid om dit waar te maken. Ik hoop dus echt dat we die lakmoesproef doorstaan en dat men de komende dagen en weken nog de nodige stappen zet om meteen van start te kunnen gaan op het moment dat er een akkoord wordt gegeven.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.