Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Ouderenraad kaart aan dat ouderen vaak niet de nodige psychologische hulp krijgen die ze nodig hebben. Bij 75-plussers zou zelfs een op de drie ouderen worstelen met het mentale welzijn. Bij psychologische moeilijkheden is gepaste hulp vaak echt noodzakelijk om er weer bovenop te raken. Hier knelt echter het schoentje bij de ouderen. Nils Vandenweghe, directeur van de Vlaamse Ouderenraad, stelt dat er voor deze bevolkingsgroep amper aangepaste hulp voorhanden is. Bij ouderen zou er veeleer naar medicatie worden gegrepen en minder naar psychotherapie.
Een bijkomende uitdaging is de coronacrisis. Veel ouderen zijn door hun verhoogde kwetsbaarheid voor het virus nog eenzamer dan anders, omdat hun sociale contacten sterk verminderd worden. Bijkomende aandacht voor die problematiek is dus cruciaal, want ook ouderen verdienen het om zich goed in hun vel te voelen.
Met de campagne ‘Kopzorgen verdienen zorg’ gaat de Vlaamse Ouderenraad in dialoog met ouderen, experten en medewerkers op het terrein, op zoek naar hoe het beter kan. Dat is een heel goed initiatief, maar er is nog meer nodig om deze problematiek aan te pakken.
Minister, wat is uw reactie op de cijfers? Erkent u dat er voor ouderen geen gepast hulpaanbod is op het vlak van psychologische ondersteuning? Welke initiatieven neemt u om het psychologische hulpaanbod voor ouderen te verbeteren? Bent u van mening dat huisartsen ook meer gesensibiliseerd dienen te worden rond deze problematiek? Zo ja, welke initiatieven neemt u daaromtrent? En hoe gaat u ervoor zorgen dat de coronacrisis niet enkel de nadruk legt op de medische zorg, maar ook op het woon- en leefaspect bij onze ouderen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, wanneer we spreken over ouderen en psychische problemen, dan hebben we het voornamelijk over vereenzaming, aanpassingsproblemen en verlieservaringen van ouderen, die bijvoorbeeld in de eerste jaren na een oppensioenstelling voorkomen, psychische overbelasting wegens langdurige of intensieve mantelzorgverlening, rouwproblemen, depressie, suïcidaliteit, overmatig gebruik van psychofarmaca en medicatie of een combinatie daarvan, gedragsproblemen, cognitieve stoornissen en dementie. Een groot aantal wetenschappelijke publicaties wijzen op het belang van de eerstelijnszorgverleners, en dan vooral van huisartsen, bij de aanpak van geestelijke gezondheidsproblemen bij ouderen. De meeste ouderen zien hun huisarts immers geregeld en krijgen hun geestelijke gezondheidszorg liever van een eerstelijnshulpverlener dan van een gespecialiseerde voorziening. De huisartsen kennen vaak ook de psychosociale context en de andere somatische problemen van hun patiënten, wat de diagnostiek en de gepaste behandeling ten goede komt.
We maken werk van een geactualiseerd ouderenbeleidsplan voor de komende legislatuur. Daarbij leggen we een klemtoon op de bestrijding van eenzaamheid bij ouderen, met specifieke aandacht voor intergenerationele samenwerking. We maken ook werk van een specifieke beleidsfocus voor dementie. We doen dat in samenspraak met alle betrokken beleidsdomeinen en de gebruikers, onder meer door daarvoor structureel in dialoog te gaan met de Vlaamse Ouderenraad. Inhoudelijk, en aansluitend bij wat hiervoor is aangegeven voor de uitdagingen op het vlak van de eenzaamheid, zal het thema geestelijke gezondheid, dat zeker ook bij ouderen aan de orde is, ook in het ouderenbeleidsplan aandacht krijgen. Daarnaast zorgen we ervoor dat ouderen niet geïsoleerd worden benaderd.
Ouderen die geconfronteerd worden met psychische problemen, kunnen momenteel terecht bij eerstelijnspsychologen die geconventioneerd zijn, andere zelfstandige psychologen of psychiaters en de ouderenteams van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s). De ouderenteams van de CGG’s hebben tevens een outreachende werking naar de woonzorgcentra. Men richt zich dus zowel naar de ouderen die nog thuis wonen, als de ouderen die in een woonzorgcentrum verblijven.
De beschikbaarheid van eerstelijnspsychologen voor ouderen is recent mogelijk, door een wijziging aan de RIZIV-conventie (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering), waarbij de leeftijdsbepalingen voor dat aanbod werden opgeheven. We waren daar vanuit Vlaanderen ook vragende partij voor, zoals in het Vlaams regeerakkoord staat.
Ik ben het met u eens dat er nog meer inspanningen moeten worden geleverd om het aanbod van de geestelijke gezondheid voor de doelgroep ouderen verder uit te breiden en toegankelijker te maken.
Momenteel zijn er netwerken geestelijke gezondheid actief voor de doelgroepen kinderen en jongeren, en volwassenen. In opvolging van het rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ‘Hoe de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen verbeteren?’ is het de bedoeling om de netwerken volwassenen uit te breiden naar de doelgroep ouderen. In november 2018 ondertekende de Interministeriële Conferentie (IMC) Volksgezondheid een gemeenschappelijke verklaring voor de realisatie van een nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor ouderen.
In de vorige legislatuur heeft de IMC Volksgezondheid vervolgens beslist om een technische werkgroep ouderen op te richten die deze doelgroepverruiming moet voorbereiden. Deze werkgroep is actief, maar heeft door de vertraging in de federale regeringsvorming en de COVID-19-crisis nog geen resultaat opgeleverd.
Het is de ambitie om in de huidige legislatuur, samen met de federale overheid en de andere deelstaten, werk te maken van deze hervorming.
Ik zal aan de nieuwe federale minister van Volksgezondheid dan ook vragen om snel stappen te zetten in de realisatie van een nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor ouderen.
Sinds maart 2019 zijn er in Vlaanderen zes pilootprojecten eerstelijnspsychologische (ELP) functie voor ouderen, gezien het aanbod van eerstelijnspsychologen voor ouderen op dat moment nog onbestaande was. Deze projecten werden toegekend aan zes eerstelijnszones. De centra geestelijke gezondheidszorg die actief zijn in die eerstelijnszones, zijn hier nauw bij betrokken.
Deze ELP heeft drie grote opdrachten: het verstrekken van laagdrempelige, kortdurende en vlot toegankelijke zorg, het verzekeren van een nauwe samenwerking met zorgverleners en het uitbouwen van een lokaal netwerk van actoren binnen en buiten de zorgsector en het ondersteunen van de partners binnen en buiten de zorgsector om psychologische problemen bij ouderen te leren herkennen.
Bewoners in residentiële voorzieningen kunnen in deze COVID-19-crisis meer nood hebben aan een luisterend oor. Ze kunnen daarvoor niet altijd terecht bij hun familie of bij het verzorgend personeel dat al onder grote druk staat. Soms kan het helpen om met iemand van een externe dienst te praten, die hun een luisterend oor biedt. Daarvoor kunnen oudere bewoners terecht bij Tele-Onthaal, de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) of de ziekenfondsen. Op aangeven van de projectgroep psychosociaal welzijn van de Vlaamse Taskforce Zorg werd dit aanbod overzichtelijk weergegeven in een beknopte flyer die voorzieningen kunnen gebruiken en verspreiden via hun eigen communicatiekanalen.
De Vlaamse Regering heeft op 17 juli 2020 1,5 miljoen euro extra toegekend aan de CAW’s voor de versterking van hun aanbod aan psychosociale bijstand op de eerste lijn, en dit voor de periode 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020. Intussen werden deze extra middelen recurrent toegekend bij de begrotingsopmaak 2021. Iedereen kan gratis bij een CAW terecht met vragen en problemen over welzijn. Met de versterking van dit aanbod willen we inspelen op de noden en signalen die naar boven komen in het kader van psychosociale ondersteuning tijdens en na coronatijden.
Voor de concrete inzet van dit aanbod maken de CAW’s duidelijke afspraken binnen de zorgraden van de eerstelijnszones.
Ik ben van mening dat er continue aandacht moet zijn van de huisarts voor de geestelijke gezondheid van elke patiënt, ongeacht de leeftijd. Voor de specifieke doelgroep van de ouderen werd via de vakorganisatie Domus Medica recent nog het digitaal opleidingsprogramma voor huisartsen ‘Ouderen(mis)behandeling’ uitgerold. Via dit opleidingsprogramma worden huisartsen gesensibiliseerd om aandacht te hebben voor het psychisch welzijn van ouderen.
De recente reorganisatie van de eerste lijn wil, met de zorgraden waar de huisartsenkringen lid van zijn, de welzijnscomponent verbinden met de klassieke medische zorg. Ook tijdens de COVID-19-pandemie wordt aan de zorgraden gevraagd om permanent aandacht te schenken aan het psychische welzijn.
Ouderen wonen en leven in het woonzorgcentrum, dat is hun nieuwe thuis. Er wordt in aangepaste activiteiten voorzien gericht op het welzijn van de bewoners. Samen koken, ontspannen, tv kijken, de krant lezen enzovoort. Het leven zoals het echt is. Met het Woonzorgdecreet van 2009 werd al de focus gelegd op wonen en leven. Dit decreet werd geactualiseerd in 2019. De huidige gezondheidscrisis dwingt de woonzorgcentra om hun activiteiten aan te passen.
Social distancing en hygiënische maatregelen hebben een grote impact op de werking en de sfeer in de voorzieningen.
De Vlaamse Taskforce COVID-19 Zorg heeft onder andere het psychosociale welzijn van bewoners van residentiële voorzieningen in de scope. Vanuit die scope worden initiatieven genomen ter bevordering van het psychosociale welzijn. De lockdownmaatregelen en de inperking van sociale contacten hebben een zware impact op vele aspecten van het leven. Het gemis aan sociaal contact is zeker even hard voelbaar in residentiële voorzieningen.
Hoewel bewoners van residentiële voorzieningen heel warm omringd worden door medewerkers, missen zij toch het bezoek en de steun van hun familie of vrienden. Om hieraan tegemoet te komen, hebben vele voorzieningen, zoals woonzorgcentra, voorzieningen voor personen met een handicap, jeugdzorgvoorzieningen enzovoort, gezocht naar alternatieve contactvormen. Deze mooie praktijken werden in de kijker gezet op een webpagina van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), dit om zo het personeel in de residentiële voorzieningen een pluim te geven voor hun creativiteit en de vele inspanningen, maar tegelijkertijd ook om andere voorzieningen te inspireren om er zelf mee aan de slag te gaan.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. De woonzorgcentra kunnen vaak enkel in de basisbehoeften voorzien wat betreft psychologische ondersteuning. Nochtans zegt de ouderenpsycholoog Luc Van de Ven dat die psychologische begeleiding en psychotherapie wel degelijk noodzakelijk zijn en dat de bewoners daar echt nood aan hebben. Momenteel zijn er amper klinische ouderenpsychologen tewerkgesteld in onze woonzorgcentra. Nochtans zouden ze niet enkel ouderen psychologisch kunnen begeleiden maar ook de teams kunnen coachen in het omgaan met de ouderen. Vanuit hun expertise kunnen ze dus een zeer grote meerwaarde bieden.
Minister, psychologische hulp in de woonzorgcentra kan dus een heel stuk beter. Gaat u hiervoor een extra budget voorzien?
De Vlaamse Ouderenraad trekt ook aan de alarmbel over het medicatiegebruik bij de ouderen. 90 procent van de ouderen in woonzorgcentra neemt antidepressiva, psychofarmaca of slaap- en kalmeermiddelen. Dit is ook een probleem bij ouderen die nog thuis wonen. Men kan dus best spreken van overconsumptie. Minister, hoe staat u tegenover dat veelvuldig voorschrijven en toedienen van deze medicatie? Op welke manier kan dit voorschrijfgedrag worden aangepakt?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Er wordt momenteel gebruikgemaakt van de mobiele equipes van de CGG’s die naar de woonzorgcentra, voorzieningen voor personen met een handicap en jeugdinstellingen gaan. Weet u of daar veel gebruik van wordt gemaakt? Hebt u daar cijfers over? Hoe bereiken we vooral die alleenstaande ouderen thuis? In een woonzorgcentrum kan men die problematiek gemakkelijker detecteren dan bij een alleenstaande thuis. De huisarts die over de vloer komt, ziet wel veel, maar vooral de thuisverpleegkundigen, de verzorgenden en de huishoudhulp komen frequenter aan huis dan de huisarts. Ik denk dat zij vooral een zeer belangrijke rol spelen in die detectie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Mijn collega Ann De Martelaer is hier vandaag niet wegens ziekte. Ik wil aan twee dingen wat extra aandacht geven in deze context. Er zijn heel wat gemeenten in Vlaanderen waar er zeer weinig algemene structurele dienstverlening op dit gebied is en waarbij de lokale besturen toch een van de laatste organen zijn die nog fysiek zeer permanent aanwezig zijn op het terrein. Vandaar de vraag om er de lokale besturen heel sterk in te betrekken.
Ik heb daarnet al gezegd dat ik waarschijnlijk samen met u denk dat er een zeer moeilijke periode voor ons ligt.
Een van de problemen die spelen, is volgens mij vergelijkbaar met het probleem bij de jongeren in Vlaanderen, namelijk dat ze meer dan wie ook het eigenaarschap over hun eigen leven verliezen in periodes waarin er zeer ingrijpende maatregelen worden genomen. Ik wil u dus echt vragen om in deze periode ook werk te maken van een veel nauwere betrokkenheid van de ‘ouderensector’, maar vooral van de ouderen zelf, van hun vertegenwoordigingsorgaan. Vanuit lokale besturen kan daarmee aan de slag gegaan worden om ervoor te zorgen dat ze ouderen zelf betrekken bij de vormgeving en concrete invulling van het beleid, zelfs in crisistijd, om op die manier het eigenaarschap van ouderen over hun eigen leven echt fundamenteel te verhogen. Ik denk dat dat ook een van de lessen is uit de eerste golf.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben heel wat projecten lopen. Collega Wouters, het medicatiegebruik in de woonzorgcentra is inderdaad een belangrijk thema. Daar werden in deze commissie ook al een aantal vragen over gesteld. We hebben daar, ik denk met het Vlaams Instituut Gezond Leven, processen rond lopen. We ondersteunen woonzorgcentra om rond een aantal heel belangrijke issues in woonzorgcentra de juiste richting mee te geven. Dan gaat het over medicatiegebruik, ondervoeding, valdetectie, valpreventie … Er zijn een aantal grote issues waarin wij woonzorgcentra begeleiden in hun proces om daar op een andere manier mee om te gaan.
Wat de psychologische ondersteuning betreft: dat zijn we inderdaad aan het bekijken. Ik heb daar gisteren ook al naar verwezen. Dat was toen in de brede zin van het woord. We hebben daar een aantal belangrijke inspanningen rond geleverd. Gisteren, op de IMC, hebben we beslist dat het federale niveau 1500 psychologen zal inzetten, betaald met een enveloppe die daarvoor vanuit het federale parlement wordt voorzien, om die eerstelijnspsychologische functies verder te versterken via de huisartsen en de eerstelijnszones.
Mijn federale collega, minister Vandenbroucke, heeft daar gisteren ook over gecommuniceerd. Ik heb gisteren in de plenaire vergadering al aan bod gebracht dat we daar in de IMC een akkoord over hebben bereikt.
Wat die cijfers over de CGG’s betreft: die moet ik opvragen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben heel blij dat de Vlaamse Regering extra middelen investeert in het mentale welzijn van de mensen. Nogmaals een warme oproep: vergeet deze ouderen niet, zeker niet in deze heel bizarre tijden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.