Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
De minister heeft me in de vorige commissie geïnspireerd voor deze vraag. We dachten toen dat zij het einde van het jachtverbod op de militaire domeinen in Noord- en Midden-Limburg had ingesteld om die wolf en de pasgeboren welpjes te beschermen en in alle rust te laten opgroeien. Ik kon die beslissing begrijpen. Ik vond dat ook terug in adviezen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Er werd aangeraden om tot eind juni de jacht te verbieden. Er staan ook voorstellen in om bij bejaging de wolf zo weinig mogelijk te verstoren.
In die commissievergadering kondigde u, minister, aan dat u het jachtverbod zou verlengen. Ondertussen is het wel afgelopen. U verwees naar een wetenschappelijke studie daaromtrent. Ik vond dat niet terug in de INBO-studie die ik had. Bijkomend bleek uit de reacties dat de Hubertus Vereniging Vlaanderen en de Boerenbond – toch stakeholders in dit verhaal – wat uit de lucht kwamen vallen. U had het net terecht over het beheerplan en overleg met alle stakeholders. Het viel me op dat dat daar niet gebeurd zou zijn.
Minister, op basis van welk advies werd het jachtverbod nog verlengd? Was dat de INBO-studie van 2019? Wanneer werd het juist verlengd? In welke mate werd er overleg gepleegd met de stakeholders? Als dat niet is gebeurd, wat was daarvoor de reden?
Minister Demir heeft het woord.
Voorzitter, in het vroege voorjaar van 2020 hebben de wetenschappers van het INBO en de boswachters van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) vastgesteld dat de wolvin van het in Noord-Limburg gevestigd wolvenkoppel drachtig was. Beide administraties hebben de bewegingen van de wolf door middel van sporenonderzoek en analyse van wildcamerabeelden nauwgezet opgevolgd om zo de nestsite te achterhalen. De exacte locatie van een nestsite valt bij wolven onmogelijk op voorhand te voorspellen, maar er bestond een vrij grote zekerheid dat de wolven de uitgestrekte militaire domeinen of het uitgestrekt domeinbos Pijnven zouden kiezen om hun jongen groot te brengen.
Om te voorkomen dat er tijdens deze zeer precaire fase een verstoring van de potentiële nestlocaties zou zijn, heb ik de jachtverboden ingesteld. Bij deze keuze is het advies van het INBO grondig opgevolgd. Dat advies maakt drie duidelijke nuances waarop ik me voor de tweede verlenging heb gebaseerd.
De nestlocatie van de wolven is niet tot één nestplek beperkt. Er wordt gekozen voor een nestzone waarin in meerdere holen en schuilplaatsen wordt voorzien. Het advies stelt dat deze locaties op ruime afstand van elkaar liggen en dat de wolven tijdens de voortplanting meerdere locaties kunnen aanspreken. Gezien het ruimtelijk complex Vlaams landschap waarin dit wolvenkoppel leeft, was er een verhoogde interesse van de administraties in hoe de wolven zich hierin zouden manifesteren. Voor onze administraties volgde een intensieve monitoringperiode om de voortplantingsdata in verband met de eerste voortplantingsperiode van dit koppel te verzamelen. Die data gaven inzicht in de vraag of het wolvengedrag gelijkaardig is als in andere West-Europese roedels. Gezien de vraagstelling over de ruimtelijke benutting van de wolven is geen risico genomen en is in het volledig kernleefgebied een jachtverbod opgelegd. Op basis van de monitoringinspanningen kunnen we in 2020 onderbouwde richtlijnen formuleren die een onderdeel zullen vormen van het in ontwikkeling zijnde gebiedsgericht plan Noord-Limburg
Het advies van het INBO stelt ook dat menselijke verstoring niet noodzakelijk negatief moet zijn, maar het roept wel op tot voorzichtigheid. De gevoeligheid voor verstoring kan verschillen naargelang de situatie waarin de wolven leven. Aangezien het de eerste voortplanting van dit wolvenkoppel betreft, zitten we in Vlaanderen in een totaal nieuwe en onbekende situatie. Het advies stelt duidelijk dat het moeilijk is Canadese, Scandinavische of Wit-Russische regio’s met Vlaanderen te vergelijken. Het was een uitdrukkelijke keuze de verstoring waar mogelijk te minimaliseren, zodat dit geen effect op de wolfjes zou kunnen hebben.
Tot slot bespreekt het advies van het INBO de jacht. Eerst wordt aandacht besteed aan drukjachten, wat geen onderwerp is omdat ze op beide militaire domeinen nooit worden uitgevoerd tijdens de periode waarin de jachtstop is opgelegd. Daarnaast wordt het effect van de zitjacht besproken. De conclusie is dat dit niet eenduidig in te schatten valt. Op basis van diverse factoren kan worden gesteld dat dit een negatief effect kan hebben. Vanuit het voorzorgsbeginsel wordt afgeraden in of nabij de meest rustige zones in het wolvengebied jachtactiviteiten uit te voeren. Om elk risico uit te sluiten, is de jacht stopgezet in deze rustige zones, die ruim als de militaire domeinen zijn geïnterpreteerd.
Wat de keuze voor de volledige oppervlakte betreft, verwijs ik naar het eerste punt. Ook hier biedt de eerste voortplantingspoging van de wolven ons nieuwe inzichten die in het net vermeld gebiedsgericht plan zullen worden verwerkt.
Mijnheer Coenegrachts, u hebt ook verwezen naar de consensustekst over everzwijnen in het overleg over faunabeheerzone 9. Deze consensus conflicteert niet met het jachtverbod. Het klopt dat de everzwijnenpopulatie op de militaire domeinen door middel van aanzit- en drukjacht wordt beheerd om schade aan aangelanden te voorkomen. De consensustekst stelt echter duidelijke temporele voorwaarden. De jacht in natuur- en bosgebieden manifesteert zich het best in de winter omdat de verstoring in de natuurgebieden dan beperkt kan blijven.
Tijdens het broedseizoen en in de zomer, wanneer rust gewenst is in de natuurgebieden en schade aan de landbouwgewassen voorkomen moet worden, dient de jacht zich te manifesteren in de onmiddellijke omgeving van de schadegevoelige gewassen, en bij voorkeur niet in de natuur- en bosgebieden waar de zwijnen zich dan terugtrekken.
De grootste impact die het jachtverbod op de jagers heeft gehad, is volgens mij niet zozeer de jacht op het everzwijn, maar wel de jacht op de reebok. De jagers waren vooral teleurgesteld dat door het lange jachtverbod er in 2020 nauwelijks nog mogelijkheden zijn om op de reebok te jagen, enkel nog in de eerste twee weken van september. Ik ben mij hiervan bewust, maar mijn focus als minister van Omgeving lag vooral op de bescherming van de wolf en de mogelijke impact hiervan op het everzwijn. Voor de ree zien we niet direct een negatieve impact op het militair domein of de omgeving. Als tegemoetkoming heeft Defensie pro rata de concessievergoeding voor de volledige periode van het jachtverbod terugbetaald.
Deze beslissing werd genomen op basis van het advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en hield rekening met de informatie op basis van de intensieve monitoring op het terrein.
Zoals ik reeds zei in antwoord op uw eerste vraag waren er vele onbekende factoren omdat het over de eerste voortplanting van een wolvenkoppel in België ging. Ik ben ervan overtuigd dat mijn beslissing in lijn ligt met het INBO-advies van 2019, aangevuld met de uitgebreide advisering van mijn administraties in 2020 met zeer actuele en onderbouwde terreinwaarnemingen.
Het ANB heeft hierover zeer uitgebreid overleg gevoerd met de belangrijkste actor, Defensie. Het kernleefgebied van de wolven zijn de Noord-Limburgse militaire domeinen, die in 2020 bijkomend ook zijn gekozen als nestgebied. Het was dus essentieel om met de eigenaar van deze terreinen, zijnde Defensie, zeer intensief te overleggen. Het ANB heeft dit uitgebreid gedaan. Graag wensen we erop te wijzen dat tussen Defensie en het ANB een protocolovereenkomst bestaat die al vele jaren een zeer degelijk natuur- en bosbeleid en -beheer toelaat op deze militaire domeinen. Op mijn verzoek aan Defensie om op haar eigendom de jacht te stoppen, is tweemaal positief gereageerd. Het klopt dat dit jachtverbod op de militaire domeinen telkens zeer kort voor de bekendmaking van mijn beslissing officieus is bekendgemaakt aan de betrokken jagers.
Het ANB pleegt intensief overleg met de betrokken jagers en met Defensie nu de jacht weer is geopend. Verder heb ik op het wolvenplatform aangekondigd om in de toekomst met de diverse actoren over de opmaak van het gebiedsgericht plan te overleggen. Deze intensieve overlegronde loopt momenteel volop.
Mijnheer Coenegrachts, ik heb op basis van het advies inderdaad een afweging gemaakt waarbij ik rekening heb gehouden met de allereerste wolvenwelpjes. Ik heb hun kaart getrokken. Ik denk dat het ook normaal is dat we die welpjes willen beschermen. Ze waren nog niet sterk genoeg om lange afstanden af te leggen. Ik begrijp wel dat men dit vanuit de jacht jammer vindt, maar wat zijn twee maanden op een heel mensenleven?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw heel uitgebreide antwoord. Ik begrijp ook wel dat dit voor ons een primeur was en dat iedereen aan het zoeken was hoe men daarmee moest omgaan. Het is goed dat dat gemonitord werd en dat men daaruit conclusies kon trekken.
Ik heb zelf niet zo veel met de jagers die niet op de reeën konden jagen. Het gaat mij eerder over de landbouwers die natuurlijk bezorgd waren over de potentiële schade die de everzwijnen konden aanrichten. Het is goed dat u zegt dat daarover goed overlegd wordt. We zullen in de toekomst dit soort beslissingen bespreken met alle stakeholders. Dat is ook heel belangrijk om het draagvlak voor de wolf, dat in Vlaanderen vrij groot is, te kunnen behouden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik denk dat het nu goed gelukt is om die welpen te laten overleven. Het is de tweede keer dat er jongen zijn in Vlaanderen. De eerste keer is het helemaal fout gelopen.
U hebt een jachtverbod op het militair domein en op de domeinen van het ANB ingesteld. Tussen die gebieden lagen er nog domeinen van andere eigenaars. Hebt u overwogen om dat jachtverbod ook op hun gebied toe te passen? Is het geen groot risico geweest om dat toch alleen op de militaire domeinen en de domeinen van het ANB op te leggen? Kan dit geëvalueerd worden?
Nu de welpjes stilaan een groter uitloopbereik hebben, wordt het risico natuurlijk groter dat er een accident gebeurt. Hoe schat u dat in? Is het wolvenplan voldoende uitgewerkt om te voorkomen dat die vijf jonge welpen zo lang mogelijk kunnen overleven? Nu wordt het wel echt een stuk spannender omdat hun uitloopgebied heel wat groter zal worden.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ondanks alle inspanningen is er sinds vanmiddag een wolf minder, maar daar bent u natuurlijk niet verantwoordelijk voor. Ik zie de voorzitter vragend kijken. Ik bedoelde Hannes Wolf, de trainer. Goed, dat is een flauw grapje.
Men is vooral bezorgd over de mogelijke schade die door de everzwijnen aan landbouwgewassen wordt aangericht. We kunnen uiteraard proberen om ze zo dicht mogelijk te bestrijden bij de plekken waar ze schade aanrichten, maar die everzwijnen trekken zich natuurlijk terug in de natuurgebieden. Dat blijft toch een permanente bezorgdheid, minister. Ik begrijp dat het voor de jagers vooral een gemiste kans is om reebokken te schieten, maar net zoals in de vorige vraag wil ik mijn permanente bezorgdheid over de everzwijnenschade hier nog eens in de verf zetten.
Ik wil naar u, mevrouw Schauvliege, ook nog de bemerking maken dat de minister een risico zou hebben gelopen door de jacht in zijn totaliteit te verbieden. Ik heb uit het verslag van de minister kunnen opmaken dat die verstrooiing niet meteen een impact hoeft te hebben op een nest wolven. Ik denk dat de minister zeker niet verder had moeten gaan dan nu. U suggereert precies dat als de welpen voor de loop van een jager passeren, ze zullen verongelukken. Dat vind ik toch wel heel stigmatiserend voor de jachtsector. Ik denk dat vanuit de jachtsector overleg is geweest met de minister. Door de dwaasheid van een enkeling of individu moet de volledige sector niet over dezelfde kam worden geschoren.
Dat is genoteerd. Net zoals genoteerd staat dat ik fan ben van OHL en niet van KRC Genk.
Minister Demir heeft het woord.
We hebben ervoor gekozen om vooral het kerngebied waar het wolvennest zit, te beschermen. In het randgebied mocht er wel gejaagd worden. Dat was natuurlijk ook om allerlei gewassen te beschermen. Dat is een keuze geweest. Ik denk dat dat een verdedigbare keuze was. Het was goed om dat op die manier aan te pakken.
Of er een risico bestaat? Dat is er altijd. Voor een hond of andere dieren, en natuurlijk ook voor mensen. Het enige wat ik kan doen, is een decreet opstellen waarin ik voor het doden van een wolf maximale straffen vraag. Dat is een heel krachtig signaal. Iedereen weet nu wel dat dat een beschermd dier is en dat daar niet op geschoten mag worden. Als men dat wel doet, staan daar heel zware straffen op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.