Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik wil vertrekken vanuit de ervaring die ik gisteren gehad heb in de huisartsenpraktijk waar ik werk, Geneeskunde voor het Volk. We hebben allemaal gezien dat er een beetje een stijging is van het aantal contacten. Wij hebben de laatste dagen veel mensen moeten opbellen, omdat we ook in de praktijk twee gezinnen hebben die positief testten op corona. Daaruit blijkt ook dat het contactonderzoek zeer moeizaam, moeilijk en soms ook niet werkt. Ik geef één voorbeeld van een patiënt die aan het hoesten was en jammer genoeg een week gewacht heeft om ons te contacteren. Wij hebben die man getest. Anderhalve dag later bleek die positief. Maar vervolgens heeft het vier dagen geduurd voordat die man gecontacteerd is door de contactopsporing.
Gelukkig hebben wij zelf ook nog mensen die ons vrijwillig meehelpen met contactopsporing, waarbij we de mensen meteen zelf bellen en ze voorbereiden op de gesprekken met de contactopsporingsdienst van de Vlaamse overheid. Maar we bellen ook zelf de contacten al op, omdat we merken dat dat heel lang duurt. Ook andere mensen die positief testen, worden gewoon niet opgebeld of zeer laattijdig. Als die man al tien dagen aan het hoesten is, heeft hij wellicht al andere mensen besmet. Als die mensen die hij besmet heeft, nog eens veel te laat worden opgebeld, gaan die opnieuw mensen besmetten. En zo gaan we, vrees ik, gemakkelijk in een tweede golf sukkelen.
We hebben vandaag gelezen dat er een verbetering komt voor het dataverwerkingssysteem tegen eind augustus. Dat is goed. Het zou een ‘event driven’ systeem zijn, waarbij de verschillende data in realtime bij elkaar worden gezet. Maar eind augustus is nog heel lang. Kan er geen versnelling hoger worden geschakeld om dat systeem performanter te maken?
Hoe komt het dat mensen zo lang moeten wachten voordat ze telefoon krijgen? Wij hebben zelf hoogrisicocontacten die gewoon niet gecontacteerd worden. Bent u zich bewust van die problemen? Hoe gaan we die problemen aanpakken? Dat probleem gaan we niet aanpakken met dat ‘event driven’ systeem.
In de presentatie die u ons gisteren bezorgd hebt, heb ik gelezen dat het nog steeds maar om twee hoogrisicocontacten gaat die mensen doorgeven. Dat lijkt mij bijzonder weinig. Daarnaast duren gesprekken nog steeds maar een kwartier. In Europa zien we dat bij contactonderzoek die eerste gesprekken met mensen die positief zijn, gemiddeld bijna een uur duren, omdat er heel veel uitleg moet worden gegeven, omdat men uitleg moet geven over de quarantaine, omdat men moet navragen welke risicocontacten er zijn geweest. Dan vraag ik mij af of er niet nog harder moet worden ingezet op opleiding om de contacttracers sterker te maken.
Minister Beke heeft het woord.
Collega, we hebben heel snel moeten schakelen bij de opstart van het systeem van contactopvolging. Daarbij zijn een aantal kinderziektes opgedoken. Die worden systematisch weggewerkt, maar sommige laten zich nu nog voelen bij de afhandeling van een aantal gevallen, zoals ook uit de getuigenissen in de media blijkt. Volgens de afspraken die gemaakt zijn over het contactonderzoek op de interministeriële conferentie en in het interfederale comité testen en tracen, is de federale overheid – Sciensano, Healthdata en de vzw Smals – verantwoordelijk voor de datadoorstroming en het technische beheer van de databank en het IT-platform. Zij staan ook in voor de planning van de updates, waarbij de timing bepaald wordt door de werkhoeveelheid en de beschikbare personeelscapaciteit die ze daarvoor kunnen inzetten. In de komende weken staan een aantal systeemupdates op het programma, waarmee de kinderziektes verder worden weggewerkt, zo heeft men ons beloofd.
Als er een signaal komt van dergelijke fouten, wordt er bekeken wat daarover terug te vinden is in de databank. Wijst die analyse op technische problemen, dan wordt dat gesignaleerd aan vzw Smals voor onderzoek en remediëring. Daarvoor wordt gewerkt met een ticketsysteem waarmee dergelijke meldingen systematisch doorgegeven worden aan vzw Smals voor alle platformgerelateerde problemen, en aan Sciensano voor de dataproblemen. De afspraak is dat onze federale partners daarmee het technische platform optimaliseren en eventuele systeemfouten herstellen. Een volledig overzicht van alle tickets zit bij vzw Smals.
Dat de contactpersonen niet zijn gebeld, lijkt erop te wijzen dat zij niet correct werden opgeslagen in de databank. Een menselijke fout valt nooit uit te sluiten, maar het kan ook een technische fout in het systeem zijn. Wijst het onderzoek van dergelijke gevallen op technische problemen, dan wordt dat gesignaleerd aan vzw Smals en Sciensano voor onderzoek en remediëring. We hebben geen indicatie dat er een systematisch probleem is met het registreren en contacteren van hoog- en laagrisicocontacten. Vorige week werden meer dan 1000 contactpersonen verzameld in Vlaanderen. Het contact tracing center slaagt erin contactopvolging te doen op een schaal die in Vlaanderen ongezien is. Uit de cijfers waarover Zorg en Gezondheid beschikt, blijkt dat vorige week meer dan 200 telefoons per dag uitgevoerd werden, wat onder andere resulteerde in meer dan 1000 opgespoorde contacten. Over die periode werden gemiddeld 55 nieuwe besmettingen per dag gemeld. Verdere verbeteringen blijven evenwel noodzakelijk.
De Vlaamse overheid heeft voor het uitvoeren van de contactopvolging een consortium van callcenters en de ziekenfondsen aangesteld, ondersteund door KPMG. Zij staan in voor het opbellen of bezoeken van patiënten en hun contactpersonen. Het technische platform waarmee zij moeten werken, wordt aangeleverd door de federale overheid, zoals afgesproken in het interfederale comité. Binnen het interfederale comité probeert de Vlaamse overheid met haar consortiumpartners alvast alle mogelijke hulp te bieden aan de federale partners om dat technische platform verder te optimaliseren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
U zegt dat het er niet op lijkt dat er zich systematisch problemen voordoen, maar ik hoor op het terrein echt wel andere signalen. Bij onze en andere praktijken van Geneeskunde voor het Volk was het plan om onze eigen contactopsporing te verminderen, omdat het bij de overheid beter zou draaien, maar tot vandaag zitten daar echt zeer veel gaten in.
Veel patiënten worden niet opgebeld, waardoor we zelf blijven inzetten op contactopsporing om die mensen zo snel mogelijk te kunnen contacteren, waarschuwen en testen.
Volgens u gaat het niet over systematische fouten. De tickets van dergelijke meldingen worden doorgegeven aan Smals en Sciensano. Hebt u gevraagd hoeveel tickets er bezorgd worden? Wanneer hebt u gesignaleerd dat er problemen zijn in het veld? Wanneer hebt u gevraagd hoe en wanneer die verbeterd zullen worden? Wanneer hebt u erop aangedrongen dat het systeem zou moeten verbeteren en dat de verbetering van het dataverwerkingssysteem, dat nu gepland is voor eind augustus, sneller moet gebeuren? Welke signalen hebt u de federale overheid, Smals en Sciensano daarover gegeven?
De heer De Reuse heeft het woord.
We hebben gisteren in de ad-hoccommissie de virologen over de contactopsporing gehoord, en hun oordeel was redelijk vernietigend. U hebt het ongetwijfeld ook gehoord. In de voorbije periode hebben wij als parlementsleden al verschillende vragen over de werking gesteld. We kunnen moeilijk zeggen dat de contactopsporing goed werk levert, want die werd al heel vaak in vraag gesteld. Het is dan ook bijna niet te geloven dat pas in augustus de uitrol van de nieuwe update, van de nieuwe release zal gebeuren. Die kinderziekten hadden er al lang uit moeten zijn. Het moet veel sneller gaan. Dat is essentieel. Gisteren werd meerdere malen herhaald dat dit een constant proces moet zijn zodat de coronacontactopsporing veel beter kan verlopen.
U verwijst naar het stijgend aantal contactopnames, minister. Hoeveel personeelsleden zijn er intussen al extra ingezet in de callcenters?
Wij krijgen mensen aan de lijn die laattijdig werden gecontacteerd, mensen met een hoog risicoprofiel. Zij krijgen vijftien minuutjes uitleg. Men vraagt hun rijksregisternummer, hun e-mail en nog enkele gegevens en zegt dan dat men de huisarts moet bellen als men ziek is. Maar diegene die gebeld wordt, heeft heel wat vragen, waarop hij dan geen antwoord krijgt. Hij vraagt naar de symptomen, wat hij moet doen ten aanzien van zijn werkgever. Maar doordat de mensen die gebeld worden daar geen antwoorden op krijgen, leidt dit tot heel wat frustraties. Hebben de contacttracers of de mensen in de callcenters dan geen lijst met veelgestelde vragen waardoor ze al de eerste informatie kunnen geven aan de mensen die ze opbellen? Zo worden toch heel wat onzekerheden weggenomen bij een eerste contactopname.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ik zal de problemen niet herhalen die al maanden in deze commissie worden aangehaald en die de virologen gisteren nog eens hebben herhaald. U hebt daarover vaak gezegd dat dat kinderziektes waren of u ontkende dat het op die manier verliep.
Ik heb wel een aanvullende vraag bij wat de heer De Reuse zei. U hebt het eerder gehad over een teveel aan tracers en dat er mensen moesten stoppen. De heer De Reuse vraagt nu hoeveel mensen extra werden aangenomen. Ik wil graag weten hoeveel mensen er sinds pakweg een maand zijn gestopt?
Een belangrijke factor in de contacttracing is het consultancybedrijf KPMG. Ik heb u al eens gevraagd wat hun juiste rol is. Welke taken vervullen zij nu onder de noemer ‘strategische communicatie’? Hoe verloopt die? U hebt daar toen geen antwoord op gegeven omdat dit volgens u een taak was voor het consortium om dit op te volgen. Intussen zijn we weer wat verder. Ik hoop dat u daar een betere en duidelijkere kijk op hebt en dat u die uiteen kunt zetten.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
In een van de voorbije voortgangsrapportages werd gemeld dat er een Ipsos-onderzoek zou komen dat peilt naar de kennis, perceptie en houding ten opzichte van het contactonderzoek met de betrachting om de informatiecampagne naar de burgers toe doelgerichter te maken. Is dit onderzoek al uitgevoerd? Kunt u daarover de eerste resultaten al meedelen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We hebben gisteren de virologen gehoord. Zij maken zich echt wel ernstig zorgen. Ikzelf maak me eerlijk gezegd daarover ook enorm veel zorgen. Uiteindelijk is contactopsporing toch een van de sleutels om ervoor te zorgen dat we een tweede golf, die er waarschijnlijk komt, goed aanpakken.
De contacttracers vragen momenteel niet veel. Ze vragen welke contacten de mensen hebben gehad. Ik heb gehoord dat men ook vraagt op welke plaatsen die mensen zijn geweest. Klopt dit? Dat is toch wel essentieel om de clusters te kunnen detecteren.
De opleiding en het profiel van de contacttracers zou ook te wensen overlaten, hebben we gisteren gehoord. Stuurt men op dat vlak bij?
Men zou zo’n contacttracer slechts een halfuurtje aan de telefoon hebben, terwijl dat in Nederland twee uur bedraagt. Dat is toch een enorm verschil. Waar zit dat verschil dan juist?
Ik denk dat huisartsen ook een belangrijke rol kunnen spelen. Zij hebben een grote vertrouwensband met hun patiënten. Zij kunnen toch een belangrijke rol spelen in die contacttracing?
De heer Anaf heeft het woord.
Schuldig verzuim, zo noemden de experten het gisteren meermaals. We kunnen ook alleen maar vaststellen dat contactopsporing een instrument is dat essentieel is voor het voorkomen van of indijken van een tweede golf. We slagen er blijkbaar niet in om die kinderziektes uit te roeien. Er zou na een maand een evaluatie komen. Uit de cijfers die we in de voortgangsrapportages lezen, blijkt dat nog steeds meer dan 30 procent van de ‘field agents’-plaatsbezoeken niet heeft kunnen plaatsvinden door te weinig informatie. Dat is echt onaanvaardbaar. Het is toch echt ongelooflijk dat we onvoldoende informatie hebben.
We hebben ook heel veel vragen bij het aantal contacten per besmette persoon. Het kan toch echt niet zijn dat nu mensen opnieuw gaan werken, het openbaar vervoer gebruiken en bubbels tot vijftien personen per week hebben, ze maximaal gemiddeld een hoog risicocontact en 0,3 laagrisicocontacten doorgeven? Dat is totaal onrealistisch. Dat aantal moet tijdens die tracing echt worden bijgespijkerd, want anders gaan we de foute richting uit. Daarover ben ik heel bezorgd.
Er wordt terecht naar Nederland verwezen. Ik heb eens opgezocht wat men in Nederland betaalt voor die contacttracing. Ze hebben een systeem waarbij ze permanent al een veel betere tracing hebben en daarin hebben ze jaar na jaar geïnvesteerd. Ze moeten nu maar 12 miljoen euro extra investeren om heel die contacttracing in orde te brengen.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat we dit toch zo snel mogelijk rechttrekken? Kunnen we uit de situatie in Nederland lessen trekken en hoe ziet u op lange termijn een verbetering in heel de contacttracing?
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Anaf, in Nederland wordt het bronnenonderzoek gedaan door de callcenter-agents, bij ons gebeurt dat door de artsen-inspecteurs. Dit is onderdeel van de oprichting van de mobiele equipes. De aanpak bij ons is een beetje anders.
Hoeveel mensen worden er op dit ogenblik in de callcenters ingezet? Dat moet ik eens navragen, want ik heb die gegevens niet meteen bij de hand. Ik kan u daar wel een overzicht van bezorgen. Als ik me niet vergis, wordt er gewerkt met een team van zo’n 150 mensen. Ze worden opgeschaald in functie van de noden om te vermijden dat mensen te weinig werk hebben. De een geeft als commentaar dat we te weinig mensen hebben, de andere zegt dat er dan weer te veel zijn. Ik begrijp die commentaren ook wel, want de basishypothese gaat uit van hoeveel contacttracers men nodig heeft op basis van het aantal besmette personen en van hoeveel contacten zij moeten onderzoeken. We zijn begonnen met een platform waarbij men uitging van 1000 besmettingen per dag.
Vandaag hebben we zo’n honderd besmettingen per dag. Daarom is het contract opnieuw besproken. Dat betekent dat we een basis hebben die opschaalbaar is in functie van de noden.
Een aantal zaken moeten we zeker aanpakken. Ik heb gisteren ook aandachtig geluisterd naar alles wat de virologen gezegd hebben. Er is een probleem met het platform van Smals, die de releases doen. Ook de input van Sciensano zorgt voor problemen. Er wordt al langer gevraagd dat Sciensano voor extra bestaffing zou zorgen om die informatie goed te kunnen doorgeven.
Ik heb begrepen dat er ook heel wat vragen zijn gesteld over de testcapaciteit voor het najaar. Ik heb daarover vanmorgen contact opgenomen met minister De Backer. Ik heb op basis van wat gisteren aan bod is gekomen, het initiatief genomen om donderdag met minister De Backer, minister-president Jambon en de mensen van Smals en Sciensano aan tafel te gaan zitten en te overleggen welke elementen we nog verder moeten versterken.
Ik zal niet zeggen dat alle problemen zijn opgelost. Een aantal releases zijn gepland, een aantal zijn al gebeurd, maar het komt erop aan om de problemen zo snel mogelijk onder ogen te zien en vooral samen op te lossen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
De kritiek is niet dat er te veel of te weinig mensen zouden werken, maar wel dat de contactopsporing niet goed loopt en dat dat een van de belangrijkste zaken is om een tweede golf te vermijden.
Ik maak mij zorgen over de nieuwe releases waarover u spreekt. U hebt het over een paar weken, eind augustus, maar we merken momenteel al een toenemend aantal besmettingen. Ik vind het echt vreemd dat we nog zes weken op een update moeten wachten, waarbij er dagelijks info wordt uitgewisseld. Hoe is het mogelijk dat we op zoiets belangrijks moeten wachten dat ons vandaag moet helpen? We zien het aantal besmettingen stilaan toenemen, concreet is dat vandaag zo in Antwerpen, maar dan moet dat systeem toch up-to-date zijn? Als we er vandaag niet in slagen om al die mensen op tijd te bellen, om al die contacten in kaart te brengen, dan beginnen we nu aan die tweede golf. De situatie is heel ernstig.
U antwoordt dat u donderdag zult samenzitten. Er zijn de verantwoordelijkheden van Smals en Sciensano, maar de opleiding van het personeel dat de mensen contacteert, valt onder uw bevoegdheid. Daar kunt u vandaag op inzetten. U kunt vandaag beslissen om de opleiding te verbeteren. Want de gesprekken die men nu voert, duren geen halfuur, maar een kwartier. Dat werd in de powerpointpresentatie van gisteren duidelijk. De telefonische contacten bij een nieuwe besmetting duren een kwartier. Dat is zeer, zeer kort, als je weet welke informatie je allemaal zou moeten geven.
Het is goed dat u zult samenzitten, maar wat zult u vandaag ondernemen om dat contactonderzoek te verbeteren?
Mevrouw Vandecasteele, u weet dat de minister niet meer mag reageren. Ik stel voor dat u aan uw fractieleider vraagt om maandag in zijn plaats naar de ad-hoccommissie te komen wanneer we minister Beke ontvangen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.