Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, in januari stelde ik u een vraag over de meetbare impact van projecten van Integratie en Inburgering. Ik stelde u toen voor om sociale-impactobligaties te implementeren in uw domein, Integratie en Inburgering. U vond dit een goed idee en zou het meenemen en verder uitwerken. Met dit instrument betrekken we het middenveld en private actoren en zorgen we voor privaat-publieke samenwerkingen om de output van een project te verhogen. Dit instrument kan ook bijdragen tot een verhoging van efficiëntie en excellentie. Bovendien kunnen via dit systeem privéfondsen worden aangewend om innovatieve projecten te financieren met een meerwaarde, niet alleen voor onze maatschappij, maar ook voor de privéwereld. Ten slotte zou dit instrument ook opschaling mogelijk maken zonder een bijkomende subsidielijn vanuit de Vlaamse overheid.
Zoals ik de vorige keer al zei, vind ik het belangrijk dat er een meetbare impact is op het terrein en dat de kennis ook gebruikt kan worden om goede praktijken waar mogelijk te verduurzamen.
Minister, welke stappen hebt u reeds gezet om die sociale-impactobligaties in te voeren in het integratie-en inburgeringsbeleid? Welke projecten komen hiervoor volgens u in aanmerking? Welke doelgroepen wilt u hiermee bereiken? Welke randvoorwaarden ziet u noodzakelijk voor de organisatie van dergelijke sociale-impactobligatieprojecten binnen het integratie- en inburgeringsbeleid?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, hartelijk bedankt voor uw vraag en gefeliciteerd met uw focus op dit specifieke potentiële beleidsinstrument. U hebt die vraag aan mij gesteld op 21 januari. U zult zich herinneren dat ik daar toen positief en welwillend op gereageerd heb. Ik vind dat nog altijd een heel goed idee.
Maar tussen 21 januari en vandaag hebben we natuurlijk de coronacrisis gehad. Wat nog belangrijker is: zoals u weet, zijn we op dit moment bezig met het uittekenen van de krijtlijnen voor het nieuwe inburgeringstraject. Daarvoor zijn we een visienota aan het maken. Een visienota gaat vaak vooraf aan een ontwerp van decreet. Die visienota zal nog voor het zomerreces aan de regering worden voorgesteld. Zodra de regering die visienota heeft besproken en goedgekeurd, volgt de volgende stap, namelijk het verder uitwerken en vertalen in een concreet ontwerp van decreet. Dat zal volgend werkjaar gebeuren. Daarbij zal de administratie ook het instrument sociale-impactobligaties onderzoeken, zowel als financieringsinstrument als qua mogelijke projecten en samenwerkingsverbanden. Ik heb aan mijn administratie ook gevraagd om rekening te houden met de ervaringen die in andere beleidsdomeinen en andere landen reeds werden opgebouwd.
Conclusie: mijn administratie gaat hiermee aan de slag na het zomerreces. Eerst komt de visienota en dan de tweede fase, waarin die vertaald wordt en waarin de sociale-impactobligaties hun plaats krijgen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik lijk misschien wat ongeduldig, maar ik heb een zeer enthousiaste mail gekregen van een masterstudente die me vroeg welke andere projecten er nog liepen. Ik dacht dat ik hierover het best even een update kon vragen. Ik hoor nu ook van u dat de ervaringen hiermee door de administratie zullen worden opgelijst en dat de lopende projecten uit het buitenland toegelicht zullen worden. Ik kan uw kabinet misschien de contactgegevens van die masterstudente bezorgen, dat kan voor beide partijen interessant zijn. Ik ben zeer blij dat u dat denkspoor verder aan het bekijken en aan het uitwerken bent.
Zo kunnen we een bijdrage leveren aan de masterstudies. Wanneer we elkaar kunnen bevruchten, is dat alleen maar mooi.
Minister Somers heeft het woord.
Dat bevruchten laat ik voor uw rekening, voorzitter.
Intellectueel bevruchten, dat is toch mooi?
Intellectueel bevruchten dan. Nu ben ik helemaal de kluts kwijt.
Mevrouw De Vreese, u zegt dat u ongeduldig bent, en dat siert u natuurlijk in dezen. Ik denk dat dit een instrument is dat we echt goed moeten onderzoeken. Het is in de vorige legislatuur in het parlement besproken, het is toen aan bod gekomen. Het is een vernieuwend instrument dat inderdaad een meerwaarde kan zijn naar efficiëntie, naar betrokkenheid van private partners en naar het versterken van trajecten. We willen dat echt op een grondige manier doen. U hebt die suggestie gedaan en wij gaan daarmee aan de slag. Maar we kunnen daar natuurlijk niet aan beginnen vooraleer we een visie goedgekeurd hebben met de hele Vlaamse Regering. We gaan die masterstudent alle verdere informatie bezorgen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik heb hier verder niets meer aan toe te voegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.