Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik vraag om een stand van zaken. De Vlaamse Regering heeft in haar regeerakkoord een aantal ambitieuze en belangrijke hervormingen met betrekking tot het Vlaams inburgeringsbeleid opgenomen. Dit inburgeringsbeleid zal namelijk prioritair ingezet worden voor nieuwkomers met een duurzaam verblijfsrecht. Op deze manier geven we asielzoekers zonder duurzaam verblijfsrecht geen valse hoop en kunnen we inzetten op een kwalitatieve uitbouw van het inburgeringsaanbod en ondersteuning, en kunnen we ook de bestaande wachtlijsten gedeeltelijk wegwerken.
In de commissie van 28 januari antwoordde u dat u tegen de zomer een gefinaliseerde visienota klaar wilde hebben over de hertekening van het hele inburgeringstraject. In deze visienota zult u de aanpak schetsen voor de wijziging van het decreet inzake integratie en inburgering. De decreetswijzigingen zouden dan in de maanden daarop volgen en normaliter tegen het einde van dit jaar klaar zijn. U bevestigde deze intenties tijdens de begrotingsbesprekingen vorige week.
Ik vroeg in januari tevens om, in afwachting van de wijziging, het huidige decreet strikt toe te passen en een voorrangsregeling te voorzien voor de niet-asielzoekers. Asielzoekers zijn volgens het decreet vandaag al geen prioritaire doelgroep. U gaf aan dat u deze optie zou onderzoeken.
In opvolging van deze elementen, had ik u graag de volgende vragen gesteld.
In hoeverre heeft de coronacrisis impact op de tijdslijn van de wijziging van het decreet over Vlaamse integratie en inburgering? Want er is toch een pak onvoorzien werk bij gekomen. Wanneer voorziet u om de gefinaliseerde visienota klaar te hebben en de wijziging van het decreet door te voeren? Komt die gefinaliseerde visienota er dus nog voor deze zomer aan?
Hebt u nagekeken of en hoe het mogelijk is om, op basis van het huidige decreet, de voorrangsregeling reeds te gebruiken?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, ik wil me eerst en vooral verontschuldigen omdat ik hier wat rommelig bezig was terwijl u uw vraag stelde. Ik was namelijk wanhopig op zoek naar mijn antwoord. Ik heb het gelukkig gevonden, want ik wil u zo exact mogelijk antwoorden.
Eerst en vooral blijft het, ondanks de coronacrisis, nog altijd mijn ambitie om voor het zomerreces een gefinaliseerde nota voor te leggen aan de Vlaamse Regering. Ik denk ook dat dat mogelijk moet zijn. De nota zal de visie omvatten van de hertekening van het hele inburgeringstraject. Het gaat daarbij om een beschrijving van wat nodig is voor de operationalisering van de bepalingen zoals opgenomen in het regeerakkoord.
Samen met de nota aan de Vlaamse Regering zal ook de opstart van het legistieke wijzigingsproces gebeuren. Ik wil dat dus tegelijkertijd opstarten. Het hele traject zal bijna een jaar in beslag nemen.
Juridische wijzigingen moeten voorbereid worden. Interne en externe adviezen zijn vereist, bijvoorbeeld van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Daarna volgt de definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering en de behandeling in het Vlaams Parlement. We voorzien de goedkeuring van het nieuwe decreet – als alles goed verloopt en jullie coöperatief zijn – in juli 2021, binnen een dik jaar dus.
Op 1 januari 2022 volgt dan de operationalisering van de hertekening van inburgering. Het nieuwe inburgeringstraject start dus op 1 januari 2022. Het is evident dat tussen de goedkeuring van het decreet en de uitvoeringsbesluiten nog een paar maanden tijd nodig zijn.
Ondertussen bereiden we ons ook inhoudelijk al voor op de wijzigingen. Ik geef een voorbeeld: voor de uitbouw van de vierde pijler omtrent ‘participatie en netwerk’ lanceren we binnenkort een projectoproep naar steden en gemeenten zodat ze al kunnen experimenteren en opbouwen. De deadline voor indiening van projectvoorstellen is 30 september 2020. De proeftuinen zullen kunnen starten op 1 januari 2021.
Andere voorbeelden waarvoor we al de voorbereidingen treffen, zijn: het ontwikkelen van een gestandaardiseerde test maatschappelijke oriëntatie, de digitalisering van maatschappelijke oriëntatie, het niet langer tussenkomen in de onkosten die de inburgeraar maakt in het kader van zijn inburgeringstraject, het uitwerken van bepalingen met betrekking tot de essentiële rechten en plichten die in onze samenleving moeten worden gerespecteerd in het kader van het inburgeringscontract. Al die zaken zijn we nu al volop aan het uitwerken.
U vraagt of ik heb nagekeken of het mogelijk is om op basis van het huidige decreet de voorrangsregels reeds te gebruiken. Na de commissievergadering van 28 januari, toen u de vraag stelde over asielzoekers, was er een overleg met de directies van het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII). Er is een communicatie gebeurd om de voorrangsregels conform het huidige decreet toe te passen. Die operationalisering is ondertussen gerealiseerd. Dat betekent dus dat andere inburgeraars dan asielzoekers voorrang krijgen om in te stappen in een traject. Dat passen we nu al toe in de praktijk. Dat betekent niet dat er geen asielzoekers meer in het inburgeringstraject zitten.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, bedankt voor dit uitgebreide antwoord, met daarin een aantal streefdata. Ik ben blij dat de suggestie om prioriteit te geven snel is ingewilligd, onmiddellijk na mijn vraag in januari. Ik kijk uit naar de visienota die er voor het zomerreces aankomt. Ik wens u daar veel succes mee.
Minister Somers heeft het woord.
Hoe zou ik na zo’n mooie verklaring nog het woord durven te nemen?
De vraag om uitleg is afgehandeld.