Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering heeft de doelstelling vooropgesteld om tegen 2030 10.000 hectare bos te realiseren, waarvan 4000 hectare al in deze legislatuur. In de Vlaamse Rand wil men daarbovenop nog eens 1 miljoen bijkomende bomen planten om het groene karakter van de Vlaamse Rand te versterken.
Op welke manier wilt u die 1 miljoen bomen aanplanten? Wat is de stand van zaken van het faciliterende beleidskader? Welke middelen worden daarvoor voorzien? Welke timing voorziet u? Welk actieplan hebt u hiervoor geschreven? Welke spreiding zal er gehanteerd worden voor de aanplanting van de bomen? Welke rol ziet u weggelegd voor de lokale besturen, die belangrijke partners zijn? Op welke manier kunnen die besturen aanspraak maken op de extra beplantingen? Welke rol ziet u voor de private eigenaars? Dat vinden wij als partij toch ook heel belangrijk.
Welke bomen zitten vervat in de doelstelling om 4000 hectare bos te realiseren? Zitten die 1 miljoen bomen vervat in de 20 hectare bosuitbreiding in de zuidelijke open ruimte op Vlaams grondgebied bij de herbestemming van de site ex-NAVO/Defensie in Evere, Brussel-Stad en Zaventem, conform de beslissing van de Vlaamse Regering? Wat is de relatie tot het Bomencharter, dat meerdere Vlaams-Brabantse gemeenten, waaronder ook mijn gemeente Kampenhout, hebben ondertekend om de komende jaren in totaal 100.000 extra bomen te planten?
Minister Demir heeft het woord.
Laat me eerst wat duidelijkheid verschaffen over die 1 miljoen bomen. Het regeerakkoord spreekt van 1 miljoen bomen voor de provincie Vlaams-Brabant. Die doelstelling heeft dus betrekking op de volledige provincie, niet enkel op de Vlaamse Rand. En in de mate dat die bomen aangeplant worden als onderdeel van een bos, maken ze deel uit van de globale doelstelling voor extra bos. Individuele bomen of laanbomen die geen bos zijn, tellen uiteraard niet mee voor de realisatie van de bosuitbreidingsdoelstelling.
Elk initiatief, hoe klein ook, is waardevol en levert een kleine of grote bijdrage aan de leefkwaliteit, onze natuurdoelen en het groene karakter van Vlaams-Brabant. Het ruime Vlaamse instrumentarium – onder andere natuurinrichting, landinrichting, bebossingssubsidie, subsidie Natuur in je Buurt, projectmatige subsidie Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) – staat uiteraard ter beschikking. Verder willen we via samenwerkingsverbanden ook nieuwe initiatieven hiernaartoe leiden. Er is op de begroting geen specifiek budget voorzien voor de doelstelling van 1 miljoen bomen. Voor de globale doelstelling inzake bosuitbreiding zijn wel bijkomende middelen voorzien, zoals hier eerder al werd toegelicht.
De timing is een onderdeel van het op te stellen actieplan. Bosuitbreiding komt straks aan bod, bij een vraag van collega Schauvliege. Of er een spreiding in de tijd of per deelregio zal worden gehanteerd, is eveneens een onderdeel van het op te maken actieplan en is onderwerp van de lopende gesprekken met de stakeholders.
De lokale besturen hebben uiteraard een prominente rol in dit project. Lokale besturen hebben baat bij het vergroenen van de leefomgeving voor hun inwoners, gezien de vele ecosysteemdiensten die bomen leveren. Ik ben ook heel blij dat ik bij heel wat lokale besturen in hun meerjarenplanning zie dat ze daar de nodige middelen voor vrijmaken. Ik nodig alle lokale besturen uit om actief te participeren waar mogelijk en in hun projecten maximaal bomen te integreren.
Zoals geldt voor het natuur- en bosbeleid in het algemeen zullen de private eigenaars nauw betrokken worden bij het project en zullen ze mee uitgenodigd worden om lokaal in te zetten en bij te dragen aan leefkwaliteit, biodiversiteit, klimaat enzovoort. De private eigenaars kunnen hiervoor een beroep doen op het bestaande instrumentarium ter financiering van diverse initiatieven. Via allerhande lokale samenwerkingsverbanden met organisaties uit het middenveld en lokale besturen zullen private initiatieven worden ondersteund en aangemoedigd.
We bekijken momenteel de regelgeving om te zien waar er drempels zitten voor eigenaars. We krijgen heel wat mails waarin mensen zeggen dat ze bossen willen aanleggen, maar dat de regelgeving hen tegenhoudt. We maken een inventaris van die drempels in de wetgeving zodat het eenvoudiger wordt en mogelijk.
De 1 miljoen bomen zitten vervat in de bosuitbreidingsdoelstelling van 4000 hectare voor zover ze worden aangeplant als een onderdeel van een bos. Zoals ik heb gezegd: alleenstaande bomen of laanbomen, boomgaarden, houtkanten en dergelijke tellen mee voor de doelstelling van 1 miljoen bomen, maar niet voor de bosdoelen.
Het Bomencharter vormt onderdeel van het huidige overleg tussen de partijen in het kader van het op te maken plan van aanpak en staat onder andere op de agenda van het bovengenoemd overleg met de provincie.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw reactie. Ik vind het goed dat de lokale besturen ook echt als partners gezien gaan worden. Het is belangrijk om de projectoproepen die er nu zijn, toch wel frequenter te gaan toepassen zodat de lokale besturen op regelmatiger basis op de nieuwe projecten kunnen intekenen. Dat is belangrijk om de doelstelling zo snel mogelijk te halen.
Heel veel gemeenten – u bent daarvan op de hoogte – hebben zich ingeschreven in het Bomencharter. Ze hebben daar in hun meerjarenplanning meer aandacht en de nodige budgetten aan gegeven. De projectoproepen zijn uiteraard belangrijk om op lokaal terrein in de gemeente meer te realiseren.
Ik heb vorige legislatuur zelf de toenmalige regering erop gewezen dat er nog heel veel gebieden zijn, bosgebieden, waar geen enkele boom staat. Dat is goed opgepikt en staat nu in het regeerakkoord. Het is echt wel heel belangrijk om die gebieden in eerste instantie, zo snel mogelijk, als visiegebied te aanzien en aan te planten.
Een directe communicatielijn met de gemeentebesturen is echt wel heel belangrijk. Heel vaak is men daar nog niet echt mee bezig. Het is de taak van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) om daar met de lokale milieudiensten een goed contact over te hebben en hen erop te wijzen, zodat ze die gebieden in eerste instantie toch ook als gebied aanzien om aan te planten. Anders zou men dat uit het oog kunnen verliezen. Heel veel gemeenten zijn bezig met bufferstroken, geboortebossen en andere types bos om participerende projecten uit te werken. Dat is goed, maar de gebieden die op het gewestplan ingetekend staan als bosgebied, moeten zeer zeker worden meegenomen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister, en bedankt voor de vraag, mevrouw De Vroe.
Ik leer er wel wat uit. Ik was een beetje verwonderd te horen dat die 1 miljoen bomen geen bijkomende doelstelling zijn, maar tot de doelstelling van de 4000 hectare bijkomend bos behoren. Ik heb snel eens berekend over welke oppervlakte dat dan gaat. Als we spreken over een beplanting van 2000 boompjes per hectare, zou het over 400 hectare gaan. Als je wat dichter beplant, gaat het over 285 hectare. Dat is niet min. Het ontgoochelt mij een beetje, minister, dat er nu geen concreet antwoord komt op de vraag wat uw plan van aanpak precies zal zijn. Het lijkt dat u daar in uw beleidsnota echt mee uitpakt, maar ik hoor eigenlijk heel weinig antwoorden op de heel concrete vragen van collega De Vroe. Ik ben benieuwd wat het wordt in Vlaams-Brabant. Het gaat toch ook over een aanzienlijke oppervlakte die u erbij wenst.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil bij de berekening van collega Schauvliege opmerken dat als het inderdaad over maximaal 400 hectare gaat, dat een tiende is van wat er in het Vlaamse regeerakkoord voorzien is. Aangezien er maar vijf provincies zijn in Vlaanderen, zou dat toch een serieuze onderbedeling zijn van Vlaams-Brabant. Het zou eigenlijk 20 procent moeten zijn. We hebben met andere woorden 2 miljoen bomen nodig in Vlaams-Brabant, alleen maar om de bosdoelstellingen van het regeerakkoord uit te voeren.
Ik ben met één element in uw antwoord blij, minister. U hebt uitgeklaard dat het niet alleen maar over de Vlaamse Rand gaat, maar wel degelijk over heel Vlaams-Brabant, dat wel wat groter en breder en vooral wat bosrijker is dan alleen de Vlaamse Rand. Dat apprecieer ik. Maar ik heb wel de bedenking dat het voorlopig bijzonder weinig concreet is. Ik heb dan ook de zeer concrete vraag om jaar na jaar een tussenstand te krijgen van het aantal daadwerkelijk aangeplante bomen en de daadwerkelijk gerealiseerde oppervlakte aan bosuitbreiding en bosverbinding – de fameuze Brabantse wouden, of noem ze zoals u wilt.
Bomen groeien traag. Het is niet omdat je een boom in de grond steekt, dat er een bos staat. Ik zou zeggen: neem snel de spade ter hand, want ik zie er nog niet veel. En nog eens, dat miljoen is maar de helft van wat u beloofd hebt qua bosuitbreiding in Vlaams-Brabant.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Bedankt, collega De Vroe, om deze vraag te stellen. Dit is belangrijk voor onze regio. Ik ben blij dat het regeerakkoord die ambitieuze doelstelling van extra bomen omvat, met specifieke aandacht voor de Vlaamse Rand en Vlaams-Brabant.
Minister, ik ben blij dat u verwijst naar samenwerking met lokale besturen. Dat is inderdaad belangrijk. Ik ben ervan overtuigd dat er bij die lokale besturen een draagvlak is om daaraan mee te werken.
Ik heb nog twee vragen of bedenkingen. Bij de projectsubsidies is er voor sommige dossiers blijkbaar een bepaling dat een project minstens 5 hectare groot moet zijn. In de Vlaamse Rand is dat vaak een belemmering. Wij moeten het vaak hebben van kleine stukken. Kunt u bekijken of dat kan worden aangepast, specifiek voor onze regio? We zitten daar immers in een stedelijke context, waar we vaak niet aan die 5 hectare raken.
Een tweede bezorgdheid die ik bij de lokale besturen opmerk, is dat er bij een aanvraag tot bebossing vaak een positief advies komt van het Agentschap voor Natuur en Bos, maar dan weer niet vanuit de landbouwadministratie. Het zou voor de lokale besturen interessant zijn dat de Vlaamse overheid met één stem spreekt. Dat is ook iets wat in het regeerakkoord staat. Bedankt om daar aandacht aan te besteden, zodat we samen de doelstelling van 1 miljoen bomen kunnen realiseren.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Bossen en bomen, dat is niet hetzelfde. Dat die 1 miljoen bomen niet voor 100 procent in bebossingsinitiatieven moeten worden geplant, is volgens ons een geluk, want zeker in Vlaams-Brabant is er nu ook niet zo heel veel plaats, gezien de stedelijke context.
Het kan natuurlijk wel. Die bebossingsinitiatieven kunnen voor ons wel, in de eerste plaats – zoals al gezegd – in de daartoe voorziene groene bestemmingen, en dan pas in tweede instantie – en dan nog via de geëigende procedures – in herbestemde gebieden. Er is een vergoeding nodig, daar wordt hier in de commissie volop rond gewerkt via het Instrumentendecreet.
De aankoop van landbouwgronden in agrarisch gebied zonder afwegingskader is heel moeilijk voor ons. Daarnaast denken we dat we die 1 miljoen bomen ook kunnen halen door burgers te sensibiliseren. Ik moet zeggen dat ik de aangekondigde actie van het Algemeen Verbond van de Belgische Siertelers (AVBS) wel apprecieer. Ze hebben aangekondigd dat de Gentse Floraliën volledig in het teken zullen staan van klimaatbomen. Die zullen zeker in de steden een belangrijke rol kunnen spelen en de lokale besturen kunnen daarop inspelen. Ze doen dat ook volop, dat is hier al gezegd.
Ik heb voor u een vraagje. In Leuven, dat is ook Vlaams-Brabant, de hoofdstad zelfs, worden er deze maand twee zogenaamde Tiny Forests aangeplant. Dat wil zeggen dat men a rato van duizend bomen op de oppervlakte van een tennisveld zal beplanten. Die duizend bomen overleven echter natuurlijk op termijn niet: hoe wordt dat dan geteld? Meer in het algemeen, hoe gaat u de 1 miljoen bomen tellen? Hoe wordt dat bijgehouden? Daar zit ik toch nog mee.
Ten slotte, in de verstedelijkte gebieden zijn er vaak vrij grote industrieterreinen met heel veel plaats. Ze worden vaak beheerd door intercommunales. Er is heel veel open ruimte die verloren gaat. Daar kan nog worden bijgeplant. De intercommunales hebben daar nog een rol te spelen.
We zullen in dit verhaal naar de burgers, steden en gemeenten, intercommunales moeten kijken.
Minister Demir heeft het woord.
In de commissievergadering van 24 maart – niet meer zolang – zal ik de volledige aanpak rond bosuitbreiding – we hebben daar een projectleider aangesteld – toelichten. Dat is nog een aantal weken. Dan is de oefening rond. Ik ben daartoe bereid.
Er is de afgelopen maanden, sinds mijn aantreden, heel wat in beweging. Ik ben heel wat weekends overal bomen gaan planten. Ik maak dan ook veel kilometers. Ik doe dat omdat er – ik wil dat benadrukken – heel veel vrijwilligers zijn. Ze staan daar ’s morgens vroeg – of het nu regent of niet – met hun gezin, met hun kinderen, om bomen te planten. Het is ook de Week van de Vrijwilliger. Ik denk dan aan al die vrijwilligers die het afgelopen seizoen – het seizoen loopt stilaan ten einde – alle weekends, van Limburg tot West-Vlaanderen, daar stonden. Dit weekend zit ik zelf in Vlaams-Brabant. Dat is de zoveelste keer. Ik doe dat om aan te tonen dat er niet is stilgezeten. Er is het afgelopen seizoen heel wat geplant. We hopen, als we op 24 maart in de commissie het plan van aanpak voorstellen – na iedereen gesproken te hebben, hoe we dat gaan doen –, dat we ineens ook de Bosteller mee kunnen uitleggen. Hoe zullen we tellen?
Dat staat volledig los van de boscompensatie. In het verleden is er altijd veel discussie geweest over het verschil. Voor mij is het allerbelangrijkste dat we nu echt wel die bomen gaan planten.
Mevrouw De Coninck, ik ben mij bewust van de problematiek in Vlaams-Brabant. Vandaar dat we de subsidie VSGB, 800.000 euro in het verleden, optrekken. Ik hoop dat ik dat binnenkort rond heb. We gaan dat meer dan verdubbelen. Dus normaal zou dat naar 2 miljoen moeten gaan. Lokale besturen zeggen nu soms dat die 5 hectare een drempel is voor hen. Daarom voorzien we specifiek rond Brussel de VSGB-subsidie, waar die drempels niet in zitten. Ik hoop dat ik dat binnenkort kan lanceren.
Ik besef heel goed dat de lokale besturen belangrijk zijn, vandaar dat ze ook mee in dat bosuitbreidingsplan van 4000 hectare zitten. We zullen dan zien hoeveel er op de teller staat en hoeveel er dit seizoen is geplant. De samenwerkingsovereenkomsten met de bosgroepen en de provincies zijn nu voor vijf jaar. Vroeger was dat voor een kortere periode. De bosgroepen en de provincies zijn daar heel blij mee, want ze kunnen nu gaan plannen. Ze moeten niet nog eens onderhandelen. Er is ook niet bespaard op die budgetten. Ik heb dat zo snel mogelijk in orde gemaakt. Ze zijn nu voor vijf jaar klaar om hun oefening te doen. Ik verwacht daar ook wel het nodige van.
Voor de rest hoop ik dat ik hier binnenkort in de commissie het werk dat we nu aan het afronden zijn, kan komen toelichten.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw uitgebreide reactie op de vele vragen die zijn gesteld, ook door de collega’s. Uiteraard kijken we met zijn allen uit naar uw uitgebreidere toelichting over uw aanpak, op 24 maart. Het is positief dat we dat hier open en transparant kunnen bespreken.
Het klopt dat er de voorbije tijd heel wat in beweging is gekomen met betrekking tot bebossing. Er zijn heel veel mensen die op vrijwillige basis weekend na weekend heel wat doen. Er zijn ook heel veel gemeenten die hun burgers betrekken bij die participatietrajecten, geboortebossen et cetera. Dat is heel mooi om te zien.
De doelstelling die we in het regeerakkoord ingeschreven hebben, moeten we natuurlijk ook halen. Dat wil zeggen dat we drie en een half voetbalveld per dag dienen aan te planten. We hebben dus nog heel wat bomen aan te planten. We kijken ernaar uit om samen die doelstelling te realiseren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.