Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, u zet in uw beleid de slachtoffers centraal, en dat is een goede en terechte zorg. Slachtoffers moeten op een degelijke manier worden onthaald en geholpen en zij hebben daarbij natuurlijk ook rechten. Onder meer een Europese richtlijn legt de basis voor die rechten. Dat gaat bijvoorbeeld over het recht op begrijpelijke informatie, kosteloze toegang tot slachtofferhulp en recht op deelname aan de strafprocedure.
In Vlaanderen worden slachtoffers geholpen door verschillende diensten. Al die diensten en initiatieven leveren belangrijk werk. De centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) staan in voor slachtofferhulp, de justitiehuizen bieden slachtofferonthaal aan. Slachtofferbejegening is een taak van de politie en dus federale bevoegdheid. Een goede organisatie van de coördinatie van alle betrokken diensten is essentieel, evenals een goede ondersteuning door training en opleiding voor slachtofferhelpers.
Tijdens de vorige legislatuur werd door de toenmalige minister van Welzijn de website www.slachtofferzorg.be opgericht als digitaal aanspreekpunt voor slachtoffers. Deze website biedt belangrijke informatie en ondersteuning voor slachtoffers en achter de website is er ook een traject om de hulp- en dienstverlening geïntegreerd aan te bieden, met duidelijke aanspreekpunten die worden georganiseerd door de CAW’s en de justitiehuizen.
Inzake slachtofferzorg is er inderdaad nood aan een geïntegreerd en gecoördineerd aanbod aan hulp- en dienstverlening. Op welke manier zult u verder werk maken van het vermeld traject geïntegreerde slachtofferzorg? Welke afspraken zijn daarover gemaakt met de minister van Welzijn? Welke rol ziet zij daarbij voor de justitiehuizen en de justitieassistenten? Is er in opleiding en/of ondersteuning voorzien voor de justitieassistenten?
Wat is de stand van zaken inzake de evaluatie en actualisering van het samenwerkingsakkoord slachtofferzorg van 7 april 1998? Hoe wordt die evaluatie aangepakt? Worden de betrokken sectoren daarbij betrokken?
Minister Demir heeft het woord.
Er bestaan een heleboel diensten die hulp aan slachtoffers verlenen: slachtofferbejegening bij de politie, slachtofferonthaal bij de justitiehuizen, slachtofferzorg bij CAW’s. Voor onze diensten is dit een afgebakende taak, maar voor slachtoffers betekent dit een versnipperd aanbod. Zij weten niet altijd waar zij terechtkunnen en begrijpen ook niet altijd waarom zij zich niet op een en dezelfde dienst kunnen beroepen. Een geïntegreerde slachtofferzorg vraagt dan ook een goede afstemming en doorverwijzing tussen de verschillende bevoegde diensten en instanties.
Zoals vermeld in mijn beleidsnota, zal ik het beperkte samenwerkingsakkoord van 7 april 1998 inzake slachtofferzorg daarom evalueren en in voorkomend geval aanpassen, zodat de verschillende diensten beter op elkaar inspelen. Daarbij is het niet alleen belangrijk om de betrokken sectoren te bevragen, zoals u zelf aanhaalt, maar vooral ook de slachtoffers zelf. Ik krijg voldoende mails binnen van slachtoffers die niet weten waar ze terechtkunnen met hun vragen.
We moeten dus beter doen voor hen en beter gaan samenwerken. Ik zal daarbij het initiatief nemen om dit samen met de bevoegde Vlaamse en federale ministers aan te vatten. Wat voor mij belangrijk is, is dat het slachtoffer hier centraal staat en niet zelf moet uitzoeken waar het terechtkan.
Wat de justitiehuizen betreft, wil ik uiteraard ook inzetten op de dienst slachtofferonthaal. Momenteel hebben we slechts 34 voltijdsequivalenten (vte’s) justitieassistenten slachtofferonthaal voor meer dan 7500 slachtoffers. Ik heb hen reeds aan het werk gezien. Ik heb het grootste respect voor het werk dat zij uitvoeren en de zorg die zij aan slachtoffers besteden. Zo geven ze slachtoffers informatie over de gerechtelijke procedure en over hun persoonlijk dossier, bieden ze bijstand en ondersteuning tijdens de gerechtelijke procedure en verwijzen ze indien nodig slachtoffers door naar gespecialiseerde diensten. Maar iedereen kan zien dat dit gewoon te veel dossiers zijn voor dit beperkt aantal justitieassistenten. Bovendien ga ik hun ook vragen nog meer aanklampend te werken, en zal ik de magistratuur aanspreken om slachtofferonthaal meer te betrekken. Daarom zal ik een belangrijk deel van de 6 miljoen euro die ik vrijmaak voor justitieassistenten, inzetten op slachtofferonthaal.
Ik zal bijvoorbeeld ook de justitieassistenten actief inzetten in de zorgcentra na seksueel geweld. Ook daar komen die slachtoffers terecht. Na evaluatie is gebleken dat de lacune vooral is dat die slachtoffers juridische ondersteuning willen. Dat ontbreekt momenteel nog in die zorgcentra. De justitiehuizen zullen een volwaardig onderdeel van het samenwerkingsakkoord met het parket, politie en de ziekenhuizen uitmaken. Zij zullen altijd betrokken worden, en zelf contact opnemen met slachtoffers, alsook de mogelijkheid bieden om aanwezig te zijn in de zorgcentra zelf, om een laagdrempelig aanbod uit te bouwen voor slachtoffers van seksueel geweld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u. Het is goed dat u verder werk wilt maken van geïntegreerde slachtofferzorg. Iemand kan op heel veel manieren slachtoffer zijn, van verschillende soorten misdrijven. Dan kun je ook op verschillende manieren nood hebben aan hulp en ondersteuning. Dat gaat van hulp bij een aangifte, zoals het geven van de mogelijkheid om zijn verhaal te doen op een slachtoffervriendelijke manier, tot echte ondersteuning van het slachtoffer als persoon, bijvoorbeeld na fysiek geweld of inde zorgcentra, waar u zelf naar verwijst. Belangrijk is ook dat een slachtoffer wegwijs wordt gemaakt doorheen de procedure, dat het bijvoorbeeld bijstand krijgt tijdens een proces voor de rechtbank. Voor de buitenwereld is dat vaak allemaal één hoopje en vraagt men zich af waar men terecht kan. Als je met die verschillende diensten spreekt, hebben ze allemaal een eigen taakinvulling. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan om dat allemaal samen te voegen.
Ik denk dat de belangrijkste doelstelling erin bestaat dat je het slachtoffer centraal zet, en je hen heel goed wegwijs maakt doorheen de hulpverlening: vanaf het moment dat er iets is gebeurd en er een aangifte moet gebeuren tot bij de nazorg na een proces of na een lange procedure – en zelfs nog daarna, indien nodig. Ik denk dat dat de leidraad moet zijn wanneer je spreekt over geïntegreerde slachtofferzorg. Het zou inderdaad heel goed en absoluut nodig zijn dat we daar de volgende jaren stappen in kunnen zetten, ook via een actualisering van het samenwerkingsakkoord.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Het lijkt mij inderdaad zeer belangrijk om de slachtoffers van een geïntegreerde slachtofferzorg te voorzien.
U krijgt waarschijnlijk heel wat e-mails, en ook ik krijg van mensen de vraag om hun verhaal te aanhoren. Wat ik dan opvang, is dat zij echt op zoek zijn naar hulp. Op welke manier is er hulp beschikbaar, en wie kan hen daarbij helpen? En op dat moment is hun leven vaak al een hel. Als ze dan nog moeten uitzoeken waar zij terechtkunnen, en ze daar hun energie in moeten steken, dan is dat soms te veel gevraagd.
Er is inderdaad ook het digitaal platform, de website www.slachtofferzorg.be. Ik vraag mij af of dat bekend is. Minister, is er volgens u nog nood aan bijkomende sensibilisering voor de actoren op het terrein?
Minister Demir heeft het woord.
Ik vermeld nog even dat er sowieso wel bijkomende sensibilisering nodig is. Wat je ook vaak hoort bij slachtoffers, is dat ze echt hun verhaal willen doen. Dan voelen ze zich immers ook erkend. En het is heel belangrijk dat de slachtoffers die erkenning ook krijgen. Maar volgens de huidige timing moeten we eerst dat samenwerkingsakkoord van 1998 zo snel mogelijk evalueren en updaten. Daarbij gaan we ook echt het slachtoffer zelf centraal stellen. Daarna volgt uiteraard nog bijkomende sensibilisering.
De vraag om uitleg is afgehandeld.