Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de protesten tegen de 'Week van het Konijn'
Vraag om uitleg over dierenleed in konijnenkwekerijen
Vraag om uitleg over controles op kooien voor vleeskonijnen
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik zal beginnen met een onthulling: ik ben zelf een kind van de boerenbuiten en ben opgegroeid met twee konijnen, Coco en Pinette. Dat waren tamme konijnen, die heel lang geleefd hebben. De enige angst die zij hadden, was als er een hond passeerde. Ik heb in mijn kinderjaren ooit een klein trauma opgelopen. Ik ben eens, niet zo ver van waar ik woonde, binnengelopen in een konijnenkwekerij. Ik spreek over dertig jaar geleden. En daar zag ik – ik heb de voorbije weken een beetje een déjà-vugevoel gehad met de beelden van Animal Rights – letterlijk wat zich in die video’s afspeelde: massa’s konijnen die in kleine koten zaten, niet met een vlak onder hun pootjes, maar met gaas, konijnen die dood waren, konijnen die vertrappeld waren, geen ventilatie. Ik heb dat allemaal in levenden lijve gezien.
Als kind vroeg ik mij af: waarom kunnen die konijnen die ik hier thuis heb, een waardig leven leiden zoals wij dat leiden, en worden die andere konijnen zelfs niet eens als levend wezen gezien, maar puur als materiaal, als koopwaar, als grondstof? Gelukkig zijn de geesten in die periode van dertig jaar gerijpt en is er ook op wetgevend vlak nogal wat veranderd. Daar hebt niet het minst uzelf een grote verdienste aan, maar ook organisaties als GAIA, Animal Rights en noem maar op, die de thematiek permanent op de agenda hebben gezet en die met toch vrij radicale ambities en met pragmatische actie het dierenwelzijn goede stappen vooruit hebben kunnen laten zetten.
Die stappen zijn gekend. De batterijkooien zijn sinds 2019 verboden. Tot 2024 kan men nog verrijkte kooien gebruiken. De zogenaamde parkkooien worden vanaf 2024 de norm, maar zijn vandaag ook al vrij sterk in gebruik.
We hebben recent de campagne van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) gehad, die de Vlaming opriep om meer konijnenvlees te eten. Ikzelf, die voor een slankere overheid ben en tegelijk nogal wat belang hecht aan dierenwelzijn, vraag me af waarom we belastinggeld moeten stoppen in het suggereren aan de Vlaming welke zaken hij wel of niet moet eten. Ik denk dat de Vlaming dat wel voor zichzelf kan bepalen. Maar die campagne heeft een aantal dierenrechtenorganisaties geïnspireerd om eens undercover te gaan bij konijnenkwekerijen om te kijken wat er daar aan de hand is. En we hebben toch schrijnende beelden gezien.
Het verleden heeft ons ook geleerd om die beelden altijd streng te toetsen aan de realiteit, vandaar dat we hier ook in de commissie dankbaar de gelegenheid grijpen om ons parlementaire voorrecht te realiseren en u daar een aantal vragen over te stellen. Minister, er zou een onderzoek zijn betreffende de huisvesting van fokkonijnen voor de vleesproductie. Zijn daar al resultaten van bekend? De batterijkooien zijn verboden vanaf 2020. Zijn die ook effectief allemaal gesloten, dan wel omgevormd tot verrijkte of parkkooien? Zijn er nog extra maatregelen die u als minister zult nemen om het dierenwelzijn bij konijnen te optimaliseren? Worden er controles uitgevoerd door de diereninspectie bij de kwekers van parkkonijnen en de zogenaamde verrijkte kooien? Zo ja, wat waren de meest voorkomende overtredingen? Hoe verloopt de opvolging? Liggen de resultaten van die controles in lijn met de gruwel die we zagen op de beelden die Animal Rights heeft vrijgegeven?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega Ronse verwees al naar de campagne die VLAM heeft georganiseerd. Die is gestart op 5 februari. De consumptie van konijnenvlees slinkt, en dat willen ze tegengaan met een soort promotiecampagne. Een aantal dierenorganisaties zijn nadien op de proppen gekomen met een tegenactie, om het eten van konijnenvlees te onraden. Ze hebben daarbij een hashtag gelanceerd, #teamkonijn, waarbij effectief wordt opgeroepen om geen konijn meer te eten.
We weten met zijn allen dat de consumptie van konijnenvlees sowieso zeer sterk afneemt, vorig jaar nog met 16 procent. Daarnaast is ook het aantal konijnenhouders in België de afgelopen twintig jaar met maar liefst 70 procent gedaald. In Europees perspectief zijn wij sowieso maar een dwerg als je weet dat in Europa zowat 120 miljoen konijnen voor vleesproductie worden gehouden.
De redenen die de dierenorganisaties opgeven voor hun protest, zijn de omstandigheden waarin de dieren worden gekweekt. Collega Ronse verwees al maar de evolutie in het houden van deze dieren en ook naar het filmpje dat werd gepubliceerd met undercoverbeelden. Uit dat filmpje blijkt dat konijnen geen daglicht zien, niet kunnen graven, leven boven hun eigen uitwerpselen en worden blootgesteld aan constant lawaai van ventilatie, muziek en rammelende kooien.
De actie van de verschillende dierenrechtenverenigingen is opmerkelijker omdat Vlaanderen binnen Europa de reputatie van absolute voortrekker heeft voor de huisvesting van konijnen, meer bepaald door de verplichte parkkooihuisvesting, waar we heel grote voortrekker in zijn en die op een drietal van de in totaal twintig Vlaamse konijnenhouderijen effectief wordt gebruikt en tegen eind januari 2024 sowieso algemeen verplicht wordt in Vlaanderen. In die kooien wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de natuurlijke behoeften van het dier, wat natuurlijk een heel goede zaak is.
Minister, u weet dat wij met onze partij voorstander zijn van bijkomende controles om mensen die dieren houden met respect en zoals het hoort, een pluim te geven, en langs de andere kant, houders van dieren die dierenleed veroorzaken, zeer zwaar te bestraffen. Minister, ondersteunt u de aanklacht van de dierenrechtenverenigingen over de miserabele omstandigheden waarin konijnen in Vlaanderen worden gekweekt? Is dat ook effectief gebleken uit controles door de inspectie Dierenwelzijn bij Vlaamse konijnenhouders? Ik had graag enige toelichting op basis van cijfermateriaal over het aantal controles dat de afgelopen vijf jaar werd uitgevoerd en ook een zicht op de eventuele overtredingen. Hoe kan men deze actie rijmen met het feit dat we in Vlaanderen voortrekkers zijn op het vlak van dierenwelzijn, zeker in de konijnenhouderij dankzij de parkkooihuisvesting?
Minister, ik heb ook nog vragen over de beelden an sich, want het gaat over undercoverbeelden. Hebt u die zelf gezien? Hebt u de integrale beelden gezien of enkel de gemonteerde beelden? Weet u of die beelden effectief in Vlaanderen werden gemaakt? Dat is heel belangrijk als we het gesprek voortzetten.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik wil me graag aansluiten bij de vorige sprekers. Ik ga niet in herhaling vallen. Ik heb de vraag al eens gesteld dat dit ook een zaak van Landbouw is. Toen ging het over kalkoenen. In welke mate is het mogelijk dat ten aanzien van de sector samen met Landbouw heel duidelijk wordt gecommuniceerd wat kan en wat niet kan?
En verder, bent u van plan om deze legislatuur eventueel bijkomende maatregelen te nemen inzake konijnenkwekerijen? Die vraag werd ook al gesteld door de twee collega’s voor mij.
Mevrouw Sterckx, u wenst een filmpje te tonen?
Ja, ik toon graag het filmpje dat Animal Rights heeft gepubliceerd. (Het filmpje wordt getoond)
Naar aanleiding van de Week van het Konijn bracht Animal Rights deze beelden uit de Vlaamse konijnvleesindustrie naar buiten. De konijnen zitten opeengepakt in te kleine kooien, leven tussen hun eigen uitwerpselen en zelfs tussen dode konijnen. Sommige kleintjes zitten zelfs samen met hun dode mama. Hoe schrijnend is dit?
Vandaag loopt de Week van het Konijn af. En met dit initiatief wilde VLAM het konijnenvlees extra onder de aandacht brengen, want de consumptie boert achteruit in Vlaanderen. Maar hoe komt dit, denkt u? Na het zien van deze schokkende beelden begrijp ik dat veel mensen geen konijnenvlees meer willen aankopen. Ook de hoge aaibaarheid van deze dieren zorgt ervoor dat mensen die niet meer wensen aan te kopen. Zeer veel mensen houden tegenwoordig een konijn als gezelschapsdier en wensen dit dan ook niet meer op hun bord.
Deze beelden tonen nogmaals aan dat het op het vlak van dierenwelzijn echt wel beter moet in Vlaanderen. Vleeskonijnen worden niet ouder dan tien tot elf weken. Op deze leeftijd worden ze naar het slachthuis gebracht. De eerste vijf weken zitten de jongen zeer krap behuisd bij hun moeder, zoals u kunt zien op het filmpje. Alleen in de korte tweede helft van hun leven worden de jonge konijnen in parkkooien geplaatst. De voedsters en de rammen worden eigenlijk nooit in parkkooien geplaatst. Ook deze konijnen verdienen beter. Het woord ‘parkkonijn’ is dan ook een misleidende marketingtruc om mensen een goed gevoel te geven bij het kopen van konijnenvlees. Ongeacht het systeem waarin de dieren worden gekweekt, komen ze nooit buiten, zien ze geen daglicht, hebben ze onvoldoende schuilmogelijkheden, krijgen ze een eenzijdig voer, worden ze constant blootgesteld aan lawaai van ventilatie en leven ze in onnatuurlijke groepsverbanden.
Sinds december 2019 is het verboden om nog klassieke batterijkooien te gebruiken in de konijnenvleesindustrie. Minister, we zijn ondertussen meer dan een maand verder. Hebt u al controles laten uitvoeren om te garanderen dat er effectief geen batterijkooien meer worden gebruikt? Welke sancties trof of treft u tegen de bedrijven die niet in regel zijn met de wetgeving?
Hoe evalueert u de huidige behuizing van vleeskonijnen? Welke initiatieven zult u ondernemen om de behuizing van deze vleeskonijnen te verbeteren?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil toch wat nuance brengen. De beelden die we hier zien, tonen konijnen in zogenaamde verrijkte kooien. In Vlaanderen zijn er bij mijn weten vandaag nog slechts vijf bedrijven waar die worden gebruikt. Ze moeten ten laatste in 2025 worden vervangen door verrijkte parken. Met die regelgeving zijn we een voorloper in de Europese Unie. Wat is het verschil tussen kooien en parken? Voor kooien geldt er een maximale bezetting van zestien vleeskonijnen per vierkante meter. In parken is er een ruimte met een open dak. Zo’n park is uitgerust met plateaus, met knaagmateriaal en tunnels. Wanneer het park is uitgerust met een bodem van draadgas, moet een minimale oppervlakte worden voorzien die vast is, via matten of een andere vorm. Daar geldt een maximale bezetting van twaalf konijnen per vierkante meter. Dat is het verschil.
Er werden overgangsmaatregelen- en termijnen voorzien, zodat bedrijven die reeds hadden geïnvesteerd in kooien, die verder mochten gebruiken. Bij mijn weten zijn er nog vijf bedrijven. Ik weet niet of die beelden in Vlaanderen werden gemaakt. Ik heb ook maar stukjes gezien van die beelden, zoals uzelf. Het is ongetwijfeld een montage.
Een tweede nuance die ik eerlijkheidshalve moet aanbrengen, is dat het niet fijn is om dode dieren te zien, zeker wanneer het gaat over piepjonge konijnen. Maar het klopt ook dat de sterfte bij konijnen vrij hoog ligt, namelijk 25 procent. Dat is echter ook eigen aan de diersoort. In de natuur bedraagt de sterfte 75 procent onder de drie maanden, dus driemaal zo hoog.
De konijnen in de Vlaamse konijnenhouderijen zijn veel beter beschermd dan konijnen die bestemd zijn voor de vleesproductie elders in de Europese Unie, maar dat is geen argument om op onze lauweren te rusten. We hebben stappen gezet en we hebben een voortrekkersrol in Europa, maar dat ontslaat ons niet van de verplichting om na te gaan of we niet verder kunnen gaan, en dat doen we ook.
De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn heeft het dossier in 2018 opnieuw opgenomen om minimumnormen op te stellen voor de huisvesting van mannelijke en vrouwelijke fokkonijnen. In de werkgroep die daarrond is samengesteld met daarin een vertegenwoordiging van de landbouwsector, zijn normen voor een groepshuisvesting van voedsters of vrouwelijke fokkonijnen en van mannelijke fokkonijnen vastgelegd.
Er is wel nog een specifieke problematiek waar nog geen overeenstemming over is gevonden, namelijk het moment dat de voedsters met hun jongen in de groep moeten worden geplaatst. Het belangrijkste probleem bij het in groep brengen van vrouwelijke konijnen is de onderlinge agressie die voor behoorlijk wat verwoningen en dierenleed kan zorgen. En hoe ouder de jongen worden, hoe minder beschermend gedrag de voedsters vertonen voor hun nest. Op grond daarvan hebben we een onderzoek besteld bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Dat is een omvattend onderzoek, waarvan ik de resultaten tegen 1 mei 2022 verwacht, men werkt daar dus nog twee jaar aan, opnieuw omdat we een voortrekker willen zijn. Op grond van de resultaten van dat onderzoek wil ik de regelgeving aanpassen.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik heb een minister gehoord die een aantal zeer hoopgevende zaken heeft opgesomd. Zo zijn de batterijkooien verdwenen. Ondanks het feit dat de verrijkte kooien pas in 2024 uitdoven, werkt nog maar een heel kleine minderheid met die kooien en stapt men steeds meer over naar het gebruik van parkkooien. Dat is goed.
Ik heb ook een minister gehoord die ambitieus is. Ondanks het feit dat hij al vrij ver gevorderd is met die regelgeving, zal hij nog verder gaan en heeft hij de Raad voor Dierenwelzijn ingezet om mee na te denken over hoe het welzijn van die konijnen kan worden verbeterd. Ik heb begrepen dat specifieke maatregelen, zowel voor de voedsters als voor de mannelijke konijnen, de rammen worden uitgewerkt, en dat is goed. Het zou ook goed zijn als wij daar ook in dit parlement van op de hoogte kunnen worden gehouden.
De minister is ook terecht terughoudend over de beelden zelf. Is het een montage, zijn ze hier gemaakt? Het feit dat dergelijke beelden worden gemaakt, is op zich goed omdat het een aantal zaken over dierenwelzijn naar boven kan halen maar we moeten natuurlijk heel omzichtig omgaan met de authenticiteit van zulke beelden. Daarin kom ik de minister tegemoet.
Mijn vraag is heel concreet. Zullen er nog extra inspecties komen richting Dierenwelzijn bij die fokkonijnen? Is er uit de voorgaande inspecties een trend in overtredingen? Zien we dat het daalt, zien we op het terrein dat het aantal overtredingen bij fokkonijnen effectief de goede richting uitgaat?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik vind persoonlijk de herkomst van die beelden van zeer groot belang. Eigenlijk weten we nu nog altijd niet of die beelden in Vlaanderen gemaakt zijn of niet. Als ik van u hoor dat er nog vijf bedrijven met dit systeem van kooien werken, denk ik dat het niet zo moeilijk is om aan de hand van die beelden die vijf bedrijven in Vlaanderen te bekijken en te controleren. Ik heb daarnet duidelijk gesteld dat onze partij voorstander is om onaangekondigde controles te doen en om bedrijven die het goed doen, een pluim te geven en bedrijven die dierenleed veroorzaken, zwaar te bestraffen. Ik denk dat het heel belangrijk is – en ik pleit daar ook echt fundamenteel voor – om het handhavingsbeleid echt in onze handen te houden.
Collega Ronse zegt daarnet dat hij het goedvindt dat zulke beelden gemaakt worden. Ik vind het eigenlijk jammer dat het nodig is om zulke beelden te maken, als ze in Vlaanderen gemaakt werden. We moeten het handhavingsbeleid echt bij ons houden, én die onaangekondigde controles doen, én een pluim geven als men het goed doet, én zwaar bestraffen als er echt dierenleed wordt veroorzaakt. Ik weet dat de controles opgevoerd worden, daar staan wij volledig achter, maar we weten ook dat met sommige illegale invallen in bepaalde bedrijven er heel veel dierenleed veroorzaakt wordt. Ik wil met dit pleidooi graag een lans breken voor een goed, kordaat, streng maar rechtvaardig controlebeleid met positivisme voor wie het goed doet en echt straffen voor diegenen die dierenleed veroorzaken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Omdat dit ook dicht bij Landbouw ligt, wil ik toch aandringen dat u in samenspraak met uw collega zorgt dat ook vanuit Landbouw de zaak voldoende opgevolgd wordt. Dat is vanuit Landbouw, dat heeft niets met Dierenwelzijn te maken, maar uiteindelijk zijn het vaak dingen die samenhangen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, wat ik toch een beetje mis in uw toelichting, is vooral de controle die u gaat uitvoeren en wat u gaat doen om de bedrijven te bestraffen die niet in orde zijn met de wetgeving. U geeft aan dat er nog vijf bedrijven zijn die nog niet met de vereiste parken werken. U kunt misschien deze bedrijven confronteren met deze beelden en hun laten uitschijnen hoe het wel moet, zodat ze zich veel sneller in regel zullen stellen dan pas tegen 2025. Controle en bestraffing is dus echt wel heel belangrijk. U roept ook al jaren op sociale media dat u de straffen voor dierenmishandeling wilt verhogen. Waarom hebt u dit in de vijf jaar dat u de Dierenwelzijnswet behartigt niet gewijzigd? Dan had u nu, bij het vaststellen van deze overtredingen in de konijnensector, veel zwaardere straffen kunnen opleggen, of toch de bedrijven hierover op het matje kunnen roepen. U zit nu al vijf jaar aan het stuur van Dierenwelzijn, en bij de N-VA circuleren er geregeld gesponsorde berichten met ‘dierenmishandeling moet strenger aangepakt worden’ op Facebook. Pak nu eindelijk die koe bij de horens en pas de Dierenwelzijnswet aan inzake bestraffing, niet morgen, niet volgende week, maar nu. Laat er echt geen vijf jaar over gaan, zodat er strengere straffen uitgeroepen kunnen worden voor dierenmishandeling.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik wil u danken voor uw antwoord, waar u ook duidelijk heel wat nuances gegeven hebt rond het dierenwelzijn en de kooisystemen van de konijnen.
Er is nu ook beeldmateriaal. Collega Ronse vindt dat heel goed. Ik heb daar wel enig probleem mee. Ik begrijp, minister, dat dat misschien niet zo evident is, maar als de authenticiteit ervan niet kan worden weergegeven, stel ik mij daar toch vragen bij. Wat is het doel om die beelden uit te brengen? Zoals u zelf ook aangaf in uw genuanceerde antwoord, is dat immers niet de weergave van de sector. Dan moet je op een bepaald moment de vraag stellen of het doel van die beelden enkel is om een sector schade toe te brengen, dan wel of het een oprechte bezorgdheid is om een knelpunt aan te brengen. Op dit moment stel ik mij daar vragen bij, omdat dit duidelijk geen correcte weergave is van de sector.
De konijnenhouderij is in 2009 ook met dergelijke beelden geconfronteerd. En dat heeft een ongelooflijke impact gehad. Het bedrijf in Hoogstraten, waar ik enige kennis van en ervaring mee heb, heeft een ongelooflijke sprong voorwaarts gemaakt op het vlak van dierenwelzijn. Vlaanderen heeft intussen het meest vernuftige systeem. Dat is ontwikkeld door een konijnenhouder zelf, om te kijken hoe het dierenwelzijn van de konijnen nog meer kon worden verbeterd. Vlaanderen speelt hier dus zelfs een voortrekkersrol. Dat is alles behalve datgene wat in het beeldfragment wordt weergegeven. Ik vind dat heel spijtig. Ik heb dat trouwens vorig jaar in deze commissie ook onderstreept.
Ik zou voorstellen dat we met deze commissie eens een konijnenhouderij gaan bezoeken, met misschien de combiparken die er ondertussen ook zijn en die als voorbeeld worden gegeven van waar een sector naartoe kan evolueren. Ik wil de collega’s daar graag toe uitnodigen. Ik ben zeker dat de konijnenhouder daar ook voor open zal staan.
Minister, u hebt aangehaald dat de Raad voor het Dierenwelzijn ondertussen in overleg is. In 2018 zijn ze gestart met overleg. Dat is genuanceerd overleg, wat betekent dat alle pro’s en contra’s en alle onderzoeken in overweging worden genomen. Dat is zeer belangrijk. Ik begrijp dat het punt van de voedsters met jong nog een uitdaging is. Dat is zeer terecht. Het in groep leven, daarvan hebben we het gevoel dat daar aandacht voor moet zijn. Maar die agressiviteit is ook een belangrijk aandachtspunt.
Minister, wordt er ook rekening gehouden met de ons omringende landen bij de overwegingen? Wordt dat ook in beeld gebracht? Hebt u er zicht op wanneer de afspraken kunnen worden afgerond?
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, het is niet omdat we het vandaag in Vlaanderen beter doen dan enkele jaren geleden, of omdat deze beelden misschien in Nederland gemaakt zijn en niet in Vlaanderen, dat het daarom een goede situatie is. De minister heeft in februari 2018 al op een vraag van collega Bart Caron van mijn fractie geantwoord dat het sterftecijfer bij konijnen rond 20 à 25 procent ligt, wat hoog is, en dat het niet zo is dat het in klassieke kooien hoger ligt dan bij parkhuisvesting. Het is niet onbelangrijk om dat voor ogen te houden: zelfs als konijnen vandaag conform de regels gehouden worden, is dat nog steeds geen goede situatie. Ik heb dus wel begrip voor de oproep van #teamkonijn.
Ik volg collega Ronse wanneer hij zich afvraagt of de overheid daar reclame voor moet maken. Ik stel me de vraag of het mogelijk is om het dierenleed voor deze specifieke dierensoort – de minister heeft aangegeven dat er specifieke omstandigheden spelen – binnen aanvaardbare proporties te brengen, vandaar ons aandringen op strenge controles om ervoor te zorgen dat minstens de regels die vandaag van kracht zijn, toegepast worden. Wij moedigen zeker aan, minister, dat u verder onderzoekt hoe de toestand nog kan worden verbeterd.
Ik stel me ook een heel concrete vraag. De binnenlandse vraag naar konijnenvlees neemt af. Kunt u aangeven hoeveel procent van de konijnen die in België worden gekweekt, bestemd is voor de binnenlandse markt?
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik wil even teruggaan in de tijd, niet zo ver als collega Ronse wanneer hij spreekt over zijn jeugd, die zich ongetwijfeld in de vorige eeuw situeert, maar wel tot 2009. In 2009 is er namelijk een initiatief geweest van de sector van de konijnenhouders samen met de dierenrechtenorganisaties. In overleg tussen de sector en op dat moment vooral GAIA, is men gekomen tot een nieuw systeem van huisvesting voor konijnen. Het was dus een vrijwillig initiatief van de sector samen met de dierenrechtenorganisatie om te komen tot een betere huisvesting, met de bedoeling te differentiëren ten aanzien van andere producties elders in Europa. Men is erin geslaagd om met het systeem van parkkonijnen een heel goed systeem uit te werken dat geleidelijk geïntroduceerd is. Vandaag zitten alle vleeskonijnen reeds in die parksystemen, behalve in twee bedrijven waar nog tot 2025 met de verrijkte kooi wordt gewerkt, en vanaf 2021 zullen ook de voedsters, zoals de minister terecht zei, na een bepaalde tijd in die parken opgenomen worden. Er zijn dus ongelooflijk veel inspanningen gedaan door de sector.
Ook belangrijk is dat men met een autocontrolesysteem werkt. Via het CodiplanPLUS Parkkonijn-systeem worden de professionele bedrijven gecertificeerd. Jaarlijks, los van de controle door de overheid, die natuurlijk ook belangrijk is, wordt een autocontrole uitgevoerd op die bedrijven om te kijken in welke mate ze voldoen aan de normen zoals afgesproken.
Wat we op de beelden zien, is eigenlijk een pleidooi voor de professionele konijnenhouderij, want ik steek er mijn hand voor in het vuur dat deze beelden niet gemaakt zijn in de professionele houderijen in Vlaanderen. Er zijn vandaag slechts veertien bedrijven in Vlaanderen die professioneel bezig zijn. Er zijn er misschien nog andere die niet op een professionele manier konijnen kweken. Maar ik steek er mijn hand voor in het vuur dat die beelden niet gemaakt zijn op de professionele bedrijven hier in Vlaanderen. Die mensen doen ongelooflijk veel inspanningen en we moeten daar respect voor hebben.
Ik nodig de collega's uit om in de toekomst ook naar de commissie Landbouw te komen wanneer VLAM zijn jaarprogramma komt toelichten. Twee weken geleden is VLAM gekomen en heeft duidelijk het systeem uitgelegd waarbij de Vlaamse overheid een stuk sokkelfinanciering doet voor de algemene werking van VLAM. Daar is nogmaals bevestigd dat alle acties voor de promotie van bepaalde deelsectoren worden gefinancierd door de sector zelf. Hier wordt gezegd dat er overheidsgeld wordt gebruikt om iets dergelijks te gaan promoten. Wel, dat klopt niet. Die acties worden betaald met geld van de sector zelf. Misschien moeten we er in de toekomst voor zorgen dat, wanneer VLAM komt, meteen de leden van de commissie Dierenwelzijn worden uitgenodigd zodat zij eventueel vragen kunnen stellen aan de mensen die VLAM vertegenwoordigen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb geen cijfers bij de hand van controles. De laatste overtredingen werden vastgesteld in 2017. De konijnenbedrijven zijn opgenomen in ons controleplan. Wij stellen sinds enkele jaren samen met de dienst Dierenwelzijn een controleplan op, waarbij vooraf wordt bepaald op welke sectoren we onze controles zullen focussen. De konijnenbedrijven horen daarbij.
Wat betreft de betrokkenheid van de sector: in het initiatief dat ik beschreven heb, namelijk nog meer stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat we gaan naar nog meer dierenwelzijn in de konijnenhouderij, zit de landbouwsector mee aan de tafel, ik denk de Landsbond en de Boerenbond.
Ik doe een algemeen pleidooi aan specifieke collega's. Ik beoog altijd een zo breed mogelijk, afdoend draagvlak om stappen vooruit te zetten op het vlak van dierenwelzijn. En daarvoor moet je vaak ook de betrokken sector kunnen meekrijgen, zelfs wanneer die sector zichzelf een concurrentienadeel bezorgt. En dat is in dezen het geval. We zijn daarin geslaagd. Door die vooruitstrevende regelgeving hebben we met onze sector een concurrentienadeel ten opzichte van de Europese landen. Er is een overgangsperiode, maar twee derde van de bedrijven is al voor op de regelgeving. Er was een verregaande overgangsperiode voorzien, tot en met 2025. Twee derde van de bedrijven heeft zich al geconfirmeerd. En we trekken die mee. Maar je trekt die niet mee met een amalgaam van loze beschuldigingen. Er worden hier beschuldigingen geuit: ‘Wanneer zult u optreden tegen die bedrijven?’ Welke bedrijven? Welke?
Als je de sector wilt meekrijgen, zal dat niet lukken met het losweg uiten van loze – of alleszins ongefundeerde – beschuldigingen, van ‘n’importe quoi’. Dat zal u niet lukken, hoor! Als je het beste voorhebt met dierenwelzijn, kies dan misschien een discours, en kies misschien gefocust die zaken waar er effectief sprake is van een overtreding van de dierenwelzijnswetgeving. En als je daarvan illustraties en bewijzen hebt, bezorg ze mij dan meteen. Ik ben niet meteen diegene die terughoudendheid aan de dag legt als het gaat over overtredingen van de dierenwelzijnswetgeving.
Maar probeer dus wel vooruitgang te boeken. We zijn al de voortrekker en we proberen nog meer de voortrekker te zijn, nu met een nieuw initiatief waarbij ook de nodige nuance aan de dag moet worden gelegd. Soms is het ook gewoon aangewezen om die dieren gedurende een bepaalde periode bij de moeder te houden, net in functie van het verhinderen van het dierenleed. Ik verwacht daar toch enige kennis van zaken en enige nuance, en geen overdrijvingen en loze beschuldigingen. We houden de vinger aan de pols. We hebben wel wat stappen vooruitgezet. Er is al een principiële overeenkomst met betrekking tot oppervlaktenormen. Ik probeer de studie zo snel mogelijk te laten vorderen. Maar we zijn natuurlijk gebonden aan de evolutie van de wetenschap, die ook mijn verstand overstijgt. Ik hoop dat er tussentijds misschien enige verslaggeving en rapportering kan komen vanuit ILVO. Dat vraag ik nog na.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik ben gestart met een reis naar het verleden, nu naar het heden. Het is fantastisch dat we in het Vlaams Parlement anno 2020 ruim een half uur debatteren over dierenwelzijn en de kwekerijen bij konijnen. Dat is een verdienste van de tijd, maar ook van de minister die dierenwelzijn, sinds het geregionaliseerd is, ook goed op de kaart heeft gezet. Ik deel de nuance die in dit debat wordt gebracht. Ik stel vooral vast dat het op het vlak van maatregelen de juiste richting uitgaat. We zijn voorloper. We willen dan ook van deze gelegenheid gebruikmaken om de sector op dat vlak te bedanken voor de geleverde inspanningen. Want wat de minister zegt over dat concurrentienadeel mogen we inderdaad niet licht opnemen.
Verder wil ik graag een oproep doen, in het bijzonder naar de collega van het Vlaams Belang, om in de toekomst toch twee keer na te denken vooraleer u iets zegt. U zit hier een minister ervan te beschuldigen dat hij vijf jaar lang roept over dierenwelzijn, maar niets doet. U vraagt hier wat de zware sancties zijn. Gevangenisstraffen, noem maar op. Wel, lees de krant. Nog maar op 23 januari is een veehouderskoppel dat zich bezondigd heeft aan de zware verwaarlozing van dieren, tot een effectieve celstraf veroordeeld. Dat is net dankzij de wetgeving die we hier tijdens de vorige legislatuur op Vlaams niveau hebben goedgekeurd. In mijn eigen stad, Kortrijk, werden gruwelijke feiten gepleegd, toen de kat Sprotje in de oven werd gestopt. Wel, die persoon is voor de rechtbank verschenen. En die zware straffen zijn er dankzij deze minister. Dus graag een klein beetje intellectuele eerlijkheid. Ik weet dat dat bij u heel moeilijk is, maar toch, doe een beetje meer uw best. ‘Plus est en vous!’
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik ga sowieso nog een schriftelijke vraag indienen in verband met de overtredingen. U hebt verwezen naar de laatste overtredingen, maar ik had graag nog eens in detail willen zien hoeveel controles er gebeurd zijn, welke de overtredingen zijn. U zult dat zeker schriftelijk ontvangen.
Ik herhaal mijn pleidooi – ik vind het zeker een goede zaak, en het sluit ergens aan bij wat collega Ronse net gezegd heeft –: een pluim voor wie het goed doet, maar wie dierenleed veroorzaakt, zeer zwaar bestraffen. Ik vind dat – dat is misschien nieuw, dat gebeurt te weinig – goede praktijken ook eens positief belicht mogen worden. Wat we hier in de commissievergaderingen dikwijls bespreken, zijn de negatieve zaken. Ik vind dat het ook aan ons is als politici om het eens anders te doen en wat goed is, te benadrukken. Ik zou dus heel graag dat overzicht hebben.
Minister, ik herhaal ook dat het handhavingsbeleid in handen van de overheid moet blijven. We mogen dat niet overlaten aan organisaties. Daar moeten we het toch eens over zijn. Het is een goede zaak dat er onaangekondigde controles gebeuren, en het mag echt wel benadrukt worden hoeveel houderijen het goed deden en hoeveel effectief een overtreding hebben gekregen. Want in uw antwoord daarnet werd er enkel verwezen naar de laatste overtredingen in 2017, maar hoeveel waren er in orde? Ik denk dat dat minstens even belangrijk is.
De sector heeft inderdaad al heel wat inspanningen gedaan. Ik vond het heel goed in deze vraagstelling en in de antwoorden dat dit ook werd benadrukt. De sector heeft al heel belangrijke dingen gedaan, en het is belangrijk dat we die voortrekkersrol blijven aanhouden. De minister heeft daarstraks in zijn eerste antwoord, dacht ik, gereageerd dat er ook een studie loopt, een onderzoek van ILVO. We moeten dat zeker afwachten en dan bekijken welke stappen vooruit we zeker nog kunnen nemen.
Tot slot, we hebben hier daarnet een filmpje gezien, blijkbaar op vraag van de Vlaams Belangfractie, waarvan we totaal niet weten waar het gefilmd werd. Ik vind het belangrijk om dat te weten. Ik hoop dat we de herkomst van dat filmpje ooit nog te weten zullen komen. In het filmpje dat we gezien hebben, stond er ‘stop de slacht’, maar voor mij is de vrijheid van het individu heel belangrijk. Of je nu vlees wilt eten of niet, enkel groenten wilt eten of niet, vegetarisch door het leven wilt gaan of niet, veganistisch door het leven wilt gaan of niet, je bepaalt zelf je eetgewoonten. Ik vind het heel belangrijk dat elk individu zijn vrijheid daarin behoudt.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Mijnheer Ronse, de straffen die u aanhaalt, zijn terecht. Ik ga ermee akkoord dat die gegeven zijn, maar ze worden nog veel te weinig gebruikt, die straffen. Er zou veel meer en veel strenger bestraft moeten worden op dierenmishandeling en dierenleed.
Minister, zoals u aanhaalt, hebt u eigenlijk geen cijfers. De laatste controles waarvan u weet hebt, zijn van 2017. Ik blijf erop hameren: u moet meer controleren, en als u meer zou controleren, zou u ook precies weten welke bedrijven nu nog altijd niet voldoen aan de wetgeving. Ik blijf ook roepen dat we de bedrijven moeten aanmoedigen om veel sneller af te stappen van die verrijkte kooien, zodat de konijnen niet nog vijf jaar in deze kooien moeten blijven voor de wetgeving in 2024 effectief veranderd moet zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.