Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, deze Vlaamse Regering uit in haar regeerakkoord de ambitie om sterke en bestuurskrachtige lokale besturen te creëren, onder andere door het ondersteunen van vrijwillige schaalvergroting. De Vlaamse Regering zou een financieel ondersteuningspakket uitwerken voor fusieoperaties. Naast schuldovername zou er ook een garantieregeling voor het Gemeentefonds van toepassing zijn waardoor de nieuwe fusiegemeente nooit minder ontvangt dan de som van de afzonderlijke lokale besturen. Dat was in de vorige legislatuur ook al het geval.
Minister, tijdens de bespreking van uw beleidsnota gaf u aan dat er op basis van de decreetsevaluatie die het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) uitvoerde in samenspraak met de besturen die op 1 januari 2019 fuseerden, zou worden gekeken of er aanpassingen nodig zijn aan het juridisch kader voor fusies in het decreet Lokaal Bestuur. Er zou ook een nieuwe Vlaamse en federale impactanalyse komen waarbij zou worden onderzocht of de regelgeving, administratieve praktijken en digitale toepassingen voldoende fusievriendelijk zijn. Het bestaande fusiedraaiboek zou worden verfijnd. U zei in één adem ook dat u hiermee geen tijd wou verliezen. Letterlijk zei u: “Hoe sneller men daarmee rond is, des te meer kan men faciliterend zijn tegenover gemeenten die overwegen te fuseren.” U gaf aan zo snel mogelijk een kadernota met de ondersteuningsmaatregelen voor fusiegemeenten aan het Vlaams Parlement te willen voorleggen.
Minister, wat is de stand van zaken in dit dossier? Is er al meer duidelijkheid over de concrete ondersteuningsmaatregelen? Zo niet, wanneer mogen we hierover duidelijkheid verwachten? Wanneer plant u de kadernota voor te leggen aan het Vlaams Parlement? Zijn de Vlaamse en de federale impactanalyses waarvan hierboven sprake ondertussen reeds afgerond? Wat zijn de resultaten hiervan? Is er al duidelijkheid over concrete aanpassingen aan het juridisch kader voor fusies in het decreet Lokaal Bestuur?
Minister, u gaf tijdens de bespreking van de beleidsnota terecht aan dat het belangrijk is om snel te starten en duidelijkheid te verschaffen. Hoe sneller de start, hoe meer kans op fusies. Bent u op de hoogte van op stapel staande fusieoperaties? Zo ja, welke? Ik kan me voorstellen dat u vooral die laatste vraag ter harte zult nemen.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer De Loor, ik merk een zeker ongeduld bij u met betrekking tot de fusies. Ik begin te vermoeden dat er in de omgeving van Zottegem ondergrondse bewegingen bezig zijn met de ambitie ofwel een fusie mogelijk te maken, ofwel te blokkeren, ofwel aan het licht te brengen. Ik weet niet goed wat, maar het is de tweede keer op korte termijn dat u mij daarover ondervraagt. Het is de derde keer sinds de beleidsnota dat ik daar een vraag om uitleg over krijg. Ik vind dat sympathiek, maar ik vrees dat ik in herhaling val, en na de dynamiek in deze vergadering is dat niet zo goed. Ik probeer opnieuw te antwoorden, in grote lijnen identiek aan wat ik vorige keer heb gezegd, maar ik zal me proberen te beperken tot de nieuwe elementen.
Ik ben bezig met de opmaak van een visienota die ik aan het parlement zal voorleggen. Dat is al niet erg nieuw. De visienota zal de volgende elementen bevatten: de stimulering van fusies, het afwegingskader, het ondersteuningsaanbod en de actualisering van het fusiekader in het decreet Lokale Besturen. Momenteel worden voor die verschillende onderdelen de nodige voorbereidingen, analyses en onderzoeken getroffen. De visienota zal zo snel mogelijk in het voorjaar aan het parlement worden voorgelegd. “Wij talmen niet!”, heeft mijn kabinet erbij geschreven. U hebt het kabinet opgejaagd. Ik ga dat onthouden voor mijn kabinet, en ook voor de administratie, die nooit talmt.
We willen de lokale besturen zo snel mogelijk duidelijkheid bieden. “Absoluut akkoord met de heer De Loor!”, staat hier. Maar om dat te doen, moet er op een onderbouwde manier gewerkt worden, waarbij we van onderuit te werk gaan en luisteren naar de gemeenten. We verwachten op korte termijn een advies van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). In het voorjaar komt dus de visienota, maar we hebben daarvoor het advies nodig van de VVSG, dat we op korte termijn verwachten.
Het is al een eerste maal besproken in de bestuurlijke commissie Krachtige Besturen van de VVSG. Normaal verwachten we vervolgens een door de raad van bestuur van de VVSG gevalideerd standpunt, nog deze maand of ten laatste midden volgende maand, dus half maart. Daarnaast is er binnen het Agentschap Binnenlands Bestuur een projectleider aangeduid die dit dossier zal coördineren. Die is nu volop bezig met de voorbereiding van die visienota.
Heb ik weet van nieuwe fusiegesprekken? Neen. Toch niet formeel, en toch niet als minister. In mijn hoedanigheid van minister weet ik van niets. (Gelach. Opmerkingen)
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Mijn ongeduld getuigt, voor alle duidelijkheid, niet van fusiedrang in deze of gene zin in Zottegem of de regio van Zottegem, jammer genoeg.
U hebt zich beperkt tot de nieuwe elementen. Dat zijn er inderdaad niet veel. Ik vind dat jammer, want ik wil u herinneren aan de woorden die u uitgesproken hebt bij de bespreking van de beleidsnota. U zei toen: ‘Hoe sneller we kunnen gaan, hoe sneller er duidelijkheid komt voor die gemeenten, en hoe sneller ze ook kunnen overgaan tot eventuele fusiegesprekken.’ Ik wil daar dus de nodige druk op de ketel houden, wat ik ook in de toekomst zal blijven doen met de vragen.
U hebt gesproken over een concrete timing voor de visienota. Dat zal het voorjaar worden. Het is belangrijk om die spelregels zo snel mogelijk te kennen.
Op één concrete vraag hebt u niet geantwoord, minister. Wat is de stand van zaken van de impactanalyses, zowel de Vlaamse als de federale? Dat is iets dat mij wel interesseert. Ik weet dat het daar in de vorige legislatuur op federaal vlak niet altijd van een leien dakje is gelopen, met alle gevolgen van dien. Het zou wel goed zijn dat daar dan verhoogde aandacht voor is.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Het ongeduld van de heer De Loor is ergens te begrijpen, maar de minister heeft enkele weken terug al een duidelijk antwoord gegeven. We kunnen enkel zeggen dat we geduldig – maar toch op korte termijn – wachten op enkele nieuwigheden, die heel constructief zullen zijn. Heb een beetje vertrouwen in de minister, mijnheer De Loor. De fusies die in de vorige legislatuur zijn opgestart, staan trouwens in het blad Lokaal van de VVSG in drie opeenvolgende publicaties te lezen. Ik denk dat die zeven gemeenten het al bij al heel goed doen, als ik die reportage lees. Het is een pad dat we moeten bewandelen.
Ik ben het er wel mee eens dat de voorbereidingstijd moet worden genomen. Als ik door Vlaanderen wandel of rijd, hoor ik dat er heel wat mogelijkheden zijn – niet in Dessel, voorzitter, ik ken uw mening, maar toch op veel andere plaatsen. Ik wil de minister dan ook aanmoedigen om hard verder te werken, samen met zijn schitterende medewerkers. Dan ben ik ervan overtuigd dat een nieuwe golf van sterke fusieprojecten zal worden opgestart.
Minister Somers heeft het woord.
Na de tussenkomst van de heer Van den Heuvel weet ik weer waarom ik altijd uitkijk naar deze dinsdagnamiddag als een verheugend moment van politieke camaraderie. Ik wil de heer Van den Heuvel bedanken voor de vriendelijke woorden. Ik zit volledig op dezelfde lijn.
Mijnheer De Loor, ik weet dat u van nature een eerlijk man bent en dat u politieke eerlijkheid en objectiviteit belangrijk vindt. Ik had dan ook verwacht dat u de mededeling die ik mag doen namens mijn administratie en mijn kabinet, dat wij in het voorjaar een visienota gaan voorleggen, dat u dat behoorlijk snel zou vinden. Die visienota is gebaseerd op adviezen die we moeten inwinnen van een orgaan als de VVSG. We mogen ook van de VVSG vragen dat ze snel werken, maar langs de andere kant hecht u veel belang aan consultatie door de VVSG van het lokale werkveld. En als ze die consultatie ernstig, goed, participatief, interactief, doorgedreven en onderbouwd doet, heeft de VVSG daar ook wat tijd voor nodig – en ik heb daar respect voor, mijn kabinetschef heeft uitgelegd hoe de VVSG werkt. Ze kan dat ook niet op een paar dagen doen.
Ze hebben dat al gedaan, dus opnieuw: hoed af voor de VVSG. Zij gaan dat standpunt nu valideren. Ze zeggen tegen ons dat ze dat zo snel mogelijk gaan doen, maar ik kan niet verwachten dat de VVSG, omdat de heer De Loor aan minister Somers een vraag stelt, dringend een extra raad van bestuur gaat samenroepen om dat nog sneller te valideren. We moeten gewoon rustig wachten – en ik weet dat u dat ook wilt – totdat de VVSG dat gevalideerd heeft. En dan kunnen we daarmee verder werken.
We zijn daar volop mee bezig, ook de projectleider die aangesteld is bij ABB. Dat zijn stuk voor stuk topambtenaren. Leander van ABB gooit zich en is volop aan het werk. Maar ook daar moeten we die nog even de kans geven om dat goed te doen.
Wat de impactanalyses betreft: daar is in het verleden al goed op gewerkt. We gaan dat werk verderzetten. Dat is een complexe materie, laten we daar ook eerlijk in zijn, om de impact op die fusies goed te meten en wat er nog aan de regelgeving moet veranderen. We zijn ook aan het bekijken of daar nog iets extra's bovenop moet worden gezet, op wat we daar de voorbije jaren gedaan hebben. We nemen dat dus zeker ook mee. Dat fusiewerk moet daarmee hand in hand gaan. Dat is ook een belangrijk element.
Er zitten in de nieuwe aanpak een aantal stimulansen die onze lokale besturen moeten aanzetten tot fusies. Ik deel met u het gevoel dat ik het jammer vind dat er niet meer drang is om te fusioneren. Ik denk dat die er wel is, alleen zien we die op dit moment nog niet.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik denk dat we allemaal dezelfde bekommernis delen, namelijk dat we naar meer bestuurskrachtige en slagkrachtige lokale besturen willen gaan. Ik zou ook lovende woorden willen uitspreken voor waar de VVSG momenteel aan bezig is, maar ook voor ABB, naar aanleiding van de fusiebegeleiding die zij in de vorige legislatuur hebben gedaan met het oog op de fusies op 1 januari 2019. Ik twijfel er niet aan dat zij dat ook in de toekomst verder zullen blijven doen.
Waarom ben ik nogal ongeduldig, zoals u zegt? Ik zou er, samen met u, naar willen streven dat we de verbeterpunten uit het verleden trachten mee te nemen en dat we ons daarvoor behoeden, zodat het niet te kort dag wordt voor die lokale besturen om al dan niet te beslissen om over te gaan tot een eventuele fusie. Ik sluit mij daar zeker aan bij de woorden van collega Van den Heuvel, die zegt dat iedereen hard verder zal werken. Maar ik wil toch de druk op de ketel houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.