Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
De Europese Commissie stelde recent dat de kaderrichtlijn Water geschikt is om te doen wat moet, of ‘fit for purpose’ in het jargon. De Commissie wijst daarbij ook naar de eerder passieve houding bij de implementatie van de wet als reden dat de waterkwaliteit maar traag vordert. ‘Onvoldoende financiering, veel te trage uitvoering op het terrein en onvoldoende integratie’ zijn de meest gehoorde vormen van kritiek.
Het is nu aan de lidstaten om alles in het werk stellen om de doelstellingen van de kaderrichtlijn Water tegen 2027 te bereiken. Voor Vlaanderen ligt er enorm veel werk op de plank. Daar zijn we ons allemaal van bewust. Ofschoon de kwaliteit van onze waterlopen opmerkelijk is verbeterd sinds de jaren 90 – voornamelijk dankzij inspanningen van de industrie en waterzuivering van huishoudens – blijft deze sterk ondermaats.
Met als doel om een coherente aanpak van het waterbeleid in Vlaanderen uit te werken, moet de Vlaamse Regering zesjaarlijks een waterbeleidsnota opmaken. Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat de derde waterbeleidsnota voor 22 december 2019 goedgekeurd diende te worden. Een ontwerp van waterbeleidsnota werd voorbereid. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 december 2018 tot en met 18 juni 2019, zie de website www.volvanwater.be.
In de waterbeheerkwesties die onderdeel vormen van de waterbeleidsnota, blijkt onder meer het volgende. De verontreinigingsdruk daalde onvoldoende. 38 procent van de Vlaamse oppervlaktewaterlichamen behaalt de norm niet voor zuurstofhuishouding, 64 procent niet voor stikstof en 92 procent niet voor fosfor. Dit is enerzijds het gevolg van blijvende, te grote emissies naar de beken en rivieren, anderzijds van de verontreiniging die zich in de voorbije decennia reeds opstapelde in het watersysteem.
Verder blijkt dat het herstel van de natuurlijke waterhuishouding een traag proces is. De vaak onnatuurlijke inrichting van onze waterlopen is een belangrijke oorzaak van het niet halen van een goede ecologische waterkwaliteit. In het verleden werden tal van waterlopen rechtgetrokken, bedijkt, werden de oevers verstevigd of verhard, werden er stuwen geplaatst enzovoort. Het hoeft dus niet te verbazen dat in Vlaanderen slechts 9 procent van de Vlaamse waterlichamen ‘goed’ scoort qua hydromorfologische kwaliteit. 41 procent scoort ‘ontoereikend’ tot ‘slecht’ en 37 procent scoort ‘matig’. Ook de druk op onze watervoorraden is groot.
Dan blijkt dat de doelstellingen niet haalbaar zijn vanuit het waterbeleid alleen. Daar moeten we ons bewust van zijn. Zelfs met de inzet van meer maatregelen vormen de doelstellingen van de kaderrichtlijn Water vaak een onhaalbare ambitie voor de waterbeheerders, zolang in andere sectoren een soort business as usual ten opzichte van water zou blijven gelden. Het huidige en toekomstige ruimtelijk beleid – daar bent u ook verantwoordelijk voor, minister –, landbouwbeleid en productbeleid bepalen in belangrijke mate mee of en waar de doelstellingen haalbaar kunnen zijn.
Uit deze waterbeheerkwesties blijkt duidelijk dat Vlaanderen dringend een inhaalbeweging moet nemen om de doelstellingen van de kaderrichtlijn Water te realiseren. De tijdige goedkeuring van een ambitieuze waterbeleidsnota is dan ook cruciaal.
Ondanks dat het openbaar onderzoek van de waterbeleidsnota reeds beëindigd werd op 18 juni 2019, werd de waterbeleidsnota niet tijdig goedgekeurd. Wat is de reden waarom de Vlaamse Regering hier nog geen werk van maakte? Bent u van plan om op korte termijn de waterbeleidsnota ter goedkeuring voor te leggen aan de Vlaamse Regering?
In de stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 selecteerde de Vlaamse Regering 17 speerpuntgebieden en 56 aandachtsgebieden. In speerpuntgebieden wil Vlaanderen tegen 2021 oppervlaktewater van goede kwaliteit, in aandachtsgebieden tegen 2027. Voor hoeveel van deze gebieden werd ondertussen al de goede toestand gerealiseerd? Zullen de beoogde doelstellingen gerealiseerd worden?
Welke maatregelen zult u nemen om de noodzakelijke verbetering van de waterdoelstellingen waar te maken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, tijdens het openbaar onderzoek zijn allerlei opmerkingen en adviezen geuit die werden verwerkt in een overwegingsdocument tot een definitief ontwerp, dat goedgekeurd werd op de vergadering van de commissie van 16 oktober en begin november aan mijn kabinet overgemaakt werd. De afgelopen maanden waren er heel wat andere zware dossiers met nog meer dwingende termijnen. Dat is de reden waarom ik nog niet met de administratie in bespreking ben gegaan over de ontwerptekst. Ik heb wel de intentie om de waterbeleidsnota op zo kort mogelijke termijn voor te leggen aan de Vlaamse Regering.
Het tweede puntje is het jaarlijkse rapport van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) over de toestand van de waterlichamen via het wateruitvoeringsprogramma. Daarnaast werd in 2019 een tussentijdse evaluatie gepubliceerd. Uit deze rapporten blijkt dat geen enkel speerpuntgebied zich in de goede watertoestand bevindt. Een waterlichaam kan immers maar in goede toestand zijn als elk kwaliteitselement minstens ‘goed’ scoort. Dat is het zogenaamde ‘one-out, all-out’-principe: als één parameter slecht is, is de rest ook slecht.
Voor vier speerpuntgebieden is de algemene fysisch-chemische toestand goed. In geen enkel speerpuntgebied wordt de goede ecologische toestand gehaald.
Ik kom tot de maatregelen om de noodzakelijke verbetering van de waterdoelstellingen waar te maken. Bij de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 wordt opnieuw gewerkt met een gebiedsgerichte prioritering. Voor elk waterlichaam zal de CIW bepalen hoe groot de doelafstand nog is en welke acties er nog genomen moeten of kunnen worden om die doelafstand te overbruggen. De stroomgebiedbeheerplannen zullen naast generieke beleidsmaatregelen ook gerichte actieprogramma’s bevatten om de noodzakelijke verbetering van de waterdoelstellingen te kunnen realiseren. De commissie zal de ontwerpstroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 afwerken tegen juni 2020. Het openbaar onderzoek start in september 2020.
Het regeerakkoord bevat tal van elementen die ervoor moeten zorgen dat het tempo voor de verbetering van de waterkwaliteit nog sterk kan worden opgevoerd. We willen er sowieso werk van maken om de Europese waterkwaliteitsdoelstellingen te halen volgens de Europees gestelde timing. Zo hebben we diverse grote lijnen al bepaald. De financiering en de werking van de afvalwatersector moet efficiënter en effectiever. We gaan de financieringssystemen voor gemeenten en voor Aquafin hervormen. We werken overstorten weg om piekvervuiling vanuit de riolen te voorkomen. We stemmen het mestbeleid, het erosiebeleid en het nieuwe landbouwbeleid maximaal af op de stroomgebiedbeheerplannen. We optimaliseren de handhaving van het mestbeleid en zoeken een manier om een performant en doeltreffend voorlichtings- en begeleidingssysteem op te zetten. Ik denk dat dat noodzakelijk is aangezien er heel veel geld omgaat in heel de watersector. Ik verwijs naar een studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) die zegt dat er jaarlijks 2 miljard euro in heel de watersector zit. Dat is veel geld. Ik denk dat het dan ook hoog tijd is dat we daar iets voor vragen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. We wachten vol ongeduld op die waterbeleidsnota. Die zullen we hier wellicht ook bespreken. U bent natuurlijk naast minister van Justitie, Omgeving enzoverder, eigenlijk ook minister van water. Dat klinkt misschien een beetje raar als titel maar het is wel zo. Water is leven, water is belangrijk. In deze commissie hebben we de vorige jaren een initiatief genomen rond water, maar misschien iets te weinig. We zien inderdaad dat als we er niet op tijd in investeren, de problemen groter worden. Ze verdwijnen ook niet vanzelf. Er is echt een aanpak nodig die heel efficiënt en effectief moet zijn.
Ik heb nog twee korte bijkomende vragen. U zegt dat u de voorbije maanden andere katjes te geselen had. Ik heb daar enigszins begrip voor – niet totaal, maar enigszins. Mijn vraag is wanneer u denkt te landen met die waterbeleidsnota, in grootteorde van datum of tijdvak.
U zegt nu dat goede kwaliteit in geen enkele van die speerpuntgebieden is gerealiseerd omdat de criteria vrij streng zijn. Ik vind het wel normaal dat we daarnaar streven. In 2021 willen we daar al oppervlaktewater van goede kwaliteit krijgen. Is dat realistisch of moeten we dat opnieuw evalueren? Ben u op dat vlak echt wel ambitieus? Ik hoop het laatste.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Danen, ik denk dat ik op dat laatste punt duidelijk was. We mogen echt wel ambitieus zijn. Water is heel belangrijk, zeker ook met de klimaatuitdagingen waarvoor we staan. Ik wil die lat wel hoog leggen.
Wat betreft de timing voor de waterbeleidsnota: ik wil zo snel mogelijk naar de regering gaan. Ik zou zeggen in de loop van de komende weken.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel. Ik kijk ernaar uit om die hier dan ook te bespreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.