Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, ik heb spijtig genoeg opnieuw een budgettaire vraag. Nu blijkt dat Literatuur Vlaanderen – ik moet nog wennen aan die naam want ik zeg nog altijd Het Vlaams Fonds der Letteren, we zullen het stilletjesaan moeten gewoon worden – schrapt in zijn subsidies. In 2020 zouden geen productiesubsidies worden uitgereikt aan uitgevers wegens een tekort aan middelen. Ik schrok daar wel van, want we zijn in de onderhandelingen en dan later in het bestuursakkoord overeengekomen dat de middelen voor Literatuur Vlaanderen worden verhoogd met 268.000 euro.
Dit komt allemaal heel snel op de literaire sector af. Ze hebben net voor de kerstvakantie op hun website bekendgemaakt dat er in 2020 geen oproep wordt uitgestuurd voor impulssubsidies. En dat was maar een tweetal weken voor de reguliere deadline van 1 januari. Dat is heel kort dag. Ik denk dus dat er ook hier wat verduidelijking nodig is bij de beslissing van Literatuur Vlaanderen.
Is de maatregel eigenlijk wel conform de gemaakte afspraken in het kader van de beheersovereenkomst? Was u op de hoogte van de beslissing die Literatuur Vlaanderen heeft genomen?
Mijn volgende vragen gaan over de impact van de plotse schrapping. Was er al een oproep gelanceerd voor de projectsubsidies, aangezien de reguliere deadline 1 januari was? Welke en hoeveel organisaties waren van plan om een aanvraag in te dienen? Op de website van Literatuur Vlaanderen staat te lezen dat wie van plan was in te dienen, misschien terecht kan bij hun andere subsidielijnen. Maar de impulssubsidies zijn net bedoeld voor wie niet in aanmerking komt voor die andere subsidielijnen. Qua opvangnet lijkt mij dat toch een rare redenering.
De impulssubsidie doelt op de noodzakelijke vernieuwing, innovatie en diversiteit in het letterenveld. Hoe wordt dat opgevangen en waar is er nog plaats voor nieuwkomers en opkomend talent, ook in het letterenveld de humus van de sector?
Het laatste punt gaat over de verhouding tot het decreet Bovenlokaal Cultuurwerk. In de vorige legislatuur hebben we heel hard gewerkt aan een afslanking van de provincies. We hebben toen in de beheersovereenkomst samen met, toen nog, het Vlaams Fonds voor de Letteren, vandaag Literatuur Vlaanderen, afgesproken dat zij een deel van die organisaties overnemen. Ze werden daar ook budgettair voor versterkt, ten belope van 250.000 euro. De amateurkunstenorganisaties konden voor hun vroegere provinciale middelen dus terecht bij Literatuur Vlaanderen en het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Het gaat daarbij specifiek over Kunstwerkt, BREEDBEELD en Creatief Schrijven. Zij werden afgeleid naar de fondsen voor projectmiddelen. De amateurkunstenorganisaties kregen hun middelen vroeger vanuit de provincies. Als we afspraken maken vanuit de regering en het parlement dat de vroegere provinciale organisaties nu bij Vlaanderen terechtkunnen voor hun middelen, vind ik dat we die afspraken moeten honoreren. Kunnen die organisaties nog steeds terecht bij de fondsen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw D’Hose, in 2020 stuurt Literatuur Vlaanderen geen oproep uit voor impulssubsidies voor literaire initiatieven en voor productiesubsidies voor uitgevers. Het is een moeilijke keuze die de raad van bestuur van Literatuur Vlaanderen maakt om de begroting in 2020 in evenwicht te brengen. Want ook al verhoogt de dotatie aan Literatuur Vlaanderen in 2020 met 268.000 euro netto, de beschikbare middelen volstaan niet langer om het hele letterenveld mee te ondersteunen.
Die problematiek is in Vlaanderen op zich niet nieuw. In het Memorandum van het Boekenoverleg 2019 is dat als prioriteit nummer één naar voren geschoven. In de hoorzitting van de commissie Cultuur van 22 mei 2019 lichtten voorzitter Mia Doornaert en toenmalig directeur Koen Van Bockstal toe dat met het huidige budget het uitvoeren van de kerntaken zoals vastgelegd in de beheersovereenkomst niet langer houdbaar zou zijn. Er werd aangegeven dat een jaarlijkse dotatieverhoging van circa 900.000 euro vereist zou zijn om de jarenlange uitbreiding van het takenpakket en dus de stijgende druk op het budget op te vangen. Daarbij werden voor 2020 al bijkomende middelen toegekend. Literatuur Vlaanderen is daar erkentelijk voor, maar de bijkomende middelen zijn dus niet voldoende om voor 2020 zonder bijkomende besparingen een budget in evenwicht te kunnen aanhouden.
De beheersovereenkomst bepaalt de opdrachten die Literatuur Vlaanderen moet uitvoeren, maar geeft tegelijkertijd ook de ruimte om jaarlijks te actualiseren als dat nodig is. Beide subsidieregelingen staan voorlopig enkel in 2020 on hold. Binnen Literatuur Vlaanderen werkt men aan een meerjarenplan, dat de basis zal vormen voor de gesprekken over de nieuwe beheersovereenkomst, die tegen eind dit jaar moet worden afgesloten. Daarvoor zal Literatuur Vlaanderen de hele sector ook grondig bevragen over de noden van het letterenveld, input die het meeneemt in het denk- en schrijfproces van zijn meerjarenplan.
Wat de impact van de schrapping betreft, was de vraag of er reeds een oproep gelanceerd werd voor projectsubsidies. Neen. In oktober 2019, wanneer doorgaans de reglementen voor 2020 worden gepubliceerd, werd beslist om die voor impulssubsidies en productiesubsidies voorlopig ‘on hold’ te zetten en nog niet te publiceren. In december, toen er definitief zicht kwam op het financiële resultaat van 2019 en de begroting van 2020, heeft de raad van bestuur dan definitief beslist om deze twee subsidiereglementen te schrappen voor één jaar.
Wat de organisaties betreft die hierbij betrokken zijn, kan ik u het overzicht van alle aanvragen voor impulssubsidies in 2018 en 2019 geven. Van deze aanvragers zijn er vier die een langdurig traject lopen hebben en waarvan Literatuur Vlaanderen vermoedt dat ze in 2020 opnieuw een aanvraag zouden kunnen doen: Moussem, ZINK, La Lettre A en Akrostis. De aanvragers die een impulssubsidie hebben gekregen voor een eenmalige opstart van een project zijn Theatertekstkritiek, TIPTOE Books en LNVT | Talents of tale. Hier verwachtte men geen aanvraag meer van. Een aantal mogelijke nieuwe aanvragers hebben reeds informatie opgevraagd over een mogelijke aanvraag voor een impulssubsidie. Ik zal de tabel voor 2018 en 2019 aan de commissiesecretaris bezorgen, zodat die als bijlage bij het verslag opgenomen kan worden.
Dan was er ook een vraag in verband met het opvangnet. Met het reglement voor impulssubsidies voor literaire initiatieven wil Literatuur Vlaanderen kansen creëren voor innovatie en pionierswerk en wil het opkomend talent stimuleren. Projecten die nog onbetreden paden in het literaire veld willen verkennen en willen inspelen op maatschappelijke, technologische en culturele evoluties, kregen de afgelopen twee jaar een duwtje in de rug. Het gaat om projecten die door hun vernieuwende grens- of genreoverschrijdende karakter moeilijk aansluiting vinden bij de bestaande subsidieregelingen van Literatuur Vlaanderen. De voorkeur gaat uit naar projecten die expliciet aandacht hebben voor diversiteit, vernieuwing en/of professionele ontwikkeling. Met een impulssubsidie zouden ze maximaal drie jaar lang de kans krijgen om te onderzoeken of ze een meerwaarde kunnen hebben binnen het literaire veld. Het was altijd de bedoeling om hierna te bekijken welke initiatieven een duurzaam vervolg moeten krijgen via een doorstroming naar andere subsidielijnen, via een overstap naar andere subsidieverstrekkers of via een financieel plan dat het initiatief zelfredzaam maakt.
Het reglement voor impulssubsidies is één jaar vroeger dan de geplande evaluatie on hold gezet. Samen met de sector kijkt Literatuur Vlaanderen in de aanloop naar het meerjarenplan welke succesvolle initiatieven in de toekomst van Literatuur Vlaanderen een kans moeten blijven krijgen en binnen welke reglementaire structuur. Een aantal van de projecten die impulssubsidies aanvragen, komen ook in aanmerking voor andere subsidieregelingen van Literatuur Vlaanderen, zoals literaire manifestaties en leesbevorderingsprojecten.
Hoe wordt dit nu opgevangen? Diversiteit vergt een integrale aanpak, en dat is waar Literatuur Vlaanderen voor staat. Het is geen thema dat in één reglement wordt ondergebracht, maar waar transversaal aandacht voor is, over alle subsidiereglementen heen en binnen de volledige organisatiestructuur. In het Europese project ‘Every Story Matters’, met steun van Creative Europe, zet Literatuur Vlaanderen een traject uit, samen met vijf andere partners uit verschillende Europese landen, om diversiteit in kinderboeken te stimuleren en talent te ontwikkelen. Op dit moment ondersteunt Literatuur Vlaanderen vernieuwing en diversiteit in het letterenveld op tal van manieren, via steun aan literaire organisaties en de leesbevorderingsorganisatie Iedereen Leest of via de gesubsidieerde lezingen, stimuleringsbeurzen, manifestaties, leesbevorderingsprojecten of doelgroepgerichte publicaties.
In het huidige meerjarenplan, dat dit jaar afloopt, heeft Literatuur Vlaanderen ontwikkelingsbeleid ook naar voren geschoven als een van de doelstellingen. Er is echter een financieel groeipad nodig om alle doelstellingen stapsgewijs te realiseren. Hoewel de beschikbare middelen dus beperkt waren, vond Literatuur Vlaanderen de impulssubsidies zo belangrijk dat zij hiervoor uit eigen middelen, zonder bijkomend budget beperkte middelen heeft vrijgemaakt vanuit andere op dat moment iets minder benutte subsidieregelingen. Binnen de huidige budgettaire context is het voor 2020 echter niet mogelijk om die middelen vrij te maken.
Ook in het nieuwe meerjarenplan zullen ontwikkelingsbeleid en vernieuwing twee aandachtspunten worden. Literatuur Vlaanderen is ervan overtuigd dat ze met een extra injectie een internationale voortrekker kan worden van een vernieuwend en divers letterenbeleid, aangepast aan de samenleving van vandaag.
Hoe verhoudt deze maatregel zich tot de projectlijn van het decreet Bovenlokaal Cultuurwerk? Literatuur Vlaanderen heeft 150.000 euro extra middelen ontvangen om bovenlokale literaire projecten op te vangen. In overleg met het toenmalige kabinet Cultuur werd besloten om hiervoor geen aparte regeling voor bovenlokale literaire projecten te ontwikkelen. Er is immers voor dit soort projecten prima aansluiting bij de bestaande regelingen. Er is extra geïnvesteerd in de volgende subsidielijnen om de aanvragers van bovenlokale projecten die niet meer terechtkonden bij de provincies, te ondersteunen: ten eerste gesubsidieerde auteurslezingen en auteurslezingenprojecten zoals de Voorleestoer en het scholenprogramma op de Boekenbeurs, ten tweede literaire manifestaties en ten derde leesbevorderingsprojecten.
De onderhandelingen met Creatief Schrijven over een inkanteling binnen Literatuur Vlaanderen, zoals voordien ook met Iedereen Leest is gebeurd, lopen, maar voorlopig zijn deze nog niet afgerond en zijn de middelen hiervoor ook nog niet overgeheveld.
Wat het VAF betreft, werd in de beheersovereenkomst bepaald dat het VAF zal instaan voor het uitwerken van een subsidieregeling voor projecten van regionaal belang, met 150.000 euro beschikbare middelen. Dit gebeurde en de organisaties waarnaar wordt verwezen kunnen dus inderdaad nog steeds terecht bij het VAF voor deze ondersteuning.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor de verduidelijking. Ik schrik eigenlijk wel een beetje van dat antwoord. We wisten natuurlijk dat er een probleem van financiering was bij Literatuur Vlaanderen, en net daarom zijn die middelen verhoogd, uiteraard niet met wat men gevraagd heeft, maar toch met een substantiële verhoging van 268.000 euro, dat is niet min. Ten tweede is ook tijdens de vorige legislatuur Literatuur Vlaanderen telkens budgettair versterkt. U verwees al naar de 150.000 euro, maar ook daarvoor zijn telkens extra middelen aan de kant geschoven. Ik schrik dus van dit antwoord.
Het is nu een eenmalige ingreep, maar ik begrijp dat er wel structureel een probleem is, en dat men dit structureel wil aanpakken in het kader van de gesprekken over de nieuwe beheersovereenkomst. Ik betreur alvast toch dat een reglement dat pas twee jaar loopt, dat nog niet ten volle rouleert, dat nog niet ten volle gekend is, eigenlijk al onmiddellijk wordt stopgezet alvorens er nog maar een deftige evaluatie gebeurd is. Men zei dat het drie jaar ging lopen, en nu wordt het op zo’n korte termijn stopgezet, ik vind dat algemeen te betreuren. Ik denk dat er absoluut een deftig gesprek nodig is met Literatuur Vlaanderen over waar men de komende jaren specifiek de accenten zal leggen. Ik veronderstel dat dit gebeurt in het kader van de beheersovereenkomst.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Nieuwjaar is altijd een fijn moment om de balans op te maken. Stel dat hier een jong iemand zit die gestudeerd heeft ergens in de kunstenrichting, en die vandaag, midden januari, een carrière wil starten om Vlaanderen te laten schitteren op het vlak van cultuur. Maar hij krijgt de volgende barrières voor zich: de impulssubsidies rond literatuur zijn zo goed als afgeschaft, er is de 60 procentbesparing – sommigen zeggen 50 procent – op de projectsubsidie, het Participatiedecreet, de nieuwe projecten zijn geschrapt. Iedereen verwijst naar het bovenlokaal cultuurbeleid. We weten daar intussen van dat die pot – ook van de organisatie zelf – zo weinig gefinancierd is dat zij bij de laatste aanvraag van de 155 maar een goede 34 projecten konden realiseren, en alles wordt ingezet op bovenlokaal cultuurbeleid.
Ik kijk echt niet alleen naar u, minister-president, maar we zitten hier met vier opgetrokken barrières voor jonge, precaire, startende cultuurwerkers in allerlei sectoren. Wat is nu eigenlijk het beleid van deze Vlaamse Regering op het vlak van de toestroom van jonge en nieuwe mensen in de brede cultuursector, de humus van onze sector? Ik denk dat we die vraag niet alleen aan u moeten stellen, maar ook aan de commissie en aan de mensen die hier verantwoordelijkheid dragen. We zitten hier echt op een fout spoor waar we moeten aan remediëren, anders is onze sector binnen twee of drie jaar helemaal verouderd en zitten we buiten de tijd. Als dat op lange termijn het cultuurbeleid is waar Vlaanderen moet gaan schitteren – of stralen, zoals u zegt – denk ik dat we nog ver van huis zijn.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik zou eerst willen reageren op de collega. Eerst en vooral, de keuze van die impulssubsidie is de keuze van Literatuur Vlaanderen zelf. Dat is geen keuze geweest van de Vlaamse overheid. (Opmerkingen van Gustaaf Pelckmans)
U zegt dat er geen kansen meer zijn voor jonge, startende kunstenaars. Moet ik daaruit dan afleiden dat Groen zegt dat vanaf nu projectsubsidies en impulssubsidies er enkel en alleen voor jonge, startende kunstenaars mogen zijn? Dat is nu immers niet zo. Heel wat kunstenaars die al jaren bezig zijn, krijgen ook van die projectsubsidies. Als u nu zegt dat dat enkel moet gaan naar jonge starters, dan moet u een voorstel doen. Dat betekent ook dat heel wat mensen ook uit de boot zullen vallen. U moet dus wel goed opletten met wat u zegt.
Wat de onderhandelingen en het regeerakkoord betreft: daarin hebben we een duidelijke keuze gemaakt om Literatuur Vlaanderen, het Vlaams Fonds voor de Letteren meer te ondersteunen. Dat hebben we ook gedaan. Waarom? We hebben ook gezien dat die heel goed werk hebben geleverd, ook bij de Frankfurter Buchmesse. Ik wil dat toch wel eventjes duidelijk stellen. Ik was daar zelf ook aanwezig, met een aantal collega’s hier. We hebben gezien dat ze erin slagen om Vlaamse auteurs werkelijk internationaal te laten doorbreken en hen daar mee te ondersteunen. Literatuur Vlaanderen behartigt die taak en doet zeer goed werk wat dat betreft. We hebben inderdaad het budget verhoogd met 268.000 euro per jaar, zoals u zei, maar gezien de context wordt er nog steeds heel veel van hen verwacht, dus misschien is dat nog ontoereikend. Alleen moeten ze natuurlijk ook keuzes maken. Zoals mevrouw D’Hose zegt: wanneer we naar een nieuwe beheersovereenkomst gaan, dan zullen we inderdaad met hen samen bepalen wat de prioriteiten zijn. Een voorbeeld is een ambitieus plan inzake leesbevordering. Dat is voor mij niet louter een taak voor Literatuur Vlaanderen, dat moet door de hele Vlaamse Regering worden gedragen. Mevrouw Coudyser heeft er trouwens voor gepleit om daar een apart actieplan voor te maken.
Aan de ene kant durf ik dus niet zo snel, zoals andere collega’s, met stenen te gooien richting Literatuur Vlaanderen, dat zeer goed werk levert. Zij geven de nodige ondersteuning aan onze auteurs, en hebben inderdaad meer geld gekregen. Ze maken die keuze zelf, maar zoals ik Literatuur Vlaanderen ken, weet ik wel dat ze daar een oplossing voor zullen vinden. We zullen dan inderdaad bij de volgende beheersovereenkomst bekijken welke prioriteiten er zijn, welke prioriteiten we zullen toevoegen of wat we daaraan zullen wijzigen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
We hebben in de vorige legislatuur inderdaad kennis kunnen nemen van de financiële problemen die Literatuur Vlaanderen had, van de put die er toen was. Het is nu dan misschien moeilijk om uit te leggen dat, ondanks het feit dat er middelen zijn bijgekomen, onder andere voor het bovenlokale, er dan toch nog moest worden bespaard, dat zij duidelijke keuzes hebben moeten maken. Ik denk echter dat we toch ook begrip moeten hebben voor de situatie waarin zij zaten. Ik vind het goed dat men bij Literatuur Vlaanderen het voorzichtigheidsprincipe heeft gehanteerd en geen geld uitgeeft dat er niet is. Dat is een beetje het verhaal van daarstraks. De hoop zal nu dus wat gevestigd zijn op de nieuwe beheersovereenkomst, die voldoende ambitieus zal moeten zijn. Er is een nieuwe directeur, waarmee men dan in gesprek zal moeten gaan. Wij kijken er wel naar uit dat er een ambitieuze beheersovereenkomst komt, maar de doelstellingen ervan moeten ook haalbaar zijn en er moeten voldoende middelen tegenover staan. Als wij vragen dat ze bepaalde doelstellingen halen, dan moeten we ervoor zorgen dat daar dan ook voldoende middelen tegenover staan.
Dat is het enige dat ik daar op dit ogenblik over kan zeggen. U weet dat onze fractie Literatuur Vlaanderen ook een warm hart toedraagt. We herinneren ons de mooie ontvangst in de vorige legislatuur op de Frankfurter Buchmesse. Wij allen – enfin, enkelen die hier nog zijn – hebben toen kunnen zien wat de Vlaamse literatuur ook betekent buiten Vlaanderen. Ik denk dat we hen zeker verder zullen ondersteunen, maar het hele probleem van de financiële put is nog niet helemaal opgelost in onze ogen, en we hopen dat daar toch ook iets aan kan worden gedaan. Anders zullen de doelstellingen moeten worden aangepast.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Pelckmans, ik heb net meer dan 170 projecten en beurzen goedgekeurd. U hangt een apocalyptisch beeld op. Natuurlijk kunnen we altijd meer middelen besteden dan er ter beschikking zijn, maar nu zeggen dat er niets gebeurt… Er zijn net meer dan 170 projecten en beurzen goedgekeurd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.