Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, de Europese Raad en het Europees Parlement zijn half november tot een akkoord gekomen over het EU-budget 2020. Dat staat los van het meerjarig financieel kader, dat nog in onderhandeling is. Voor het EU-budget 2020 gaat het over een totaalbedrag van ongeveer 153,6 miljard euro, waarbij de focus onder meer zou liggen op klimaat, concurrentievermogen, onderzoek en ontwikkeling en innovatie, wat uiteraard ook voor ons belangrijk is, maar tegelijk ook op veiligheid en migratie, wat ook belangrijk is voor Vlaanderen.
In de eerste berichtgeving over het akkoord zien we alvast dat voor 25,3 miljard euro aan bijkomende investeringen zou worden gedaan, in vergelijking met het originele Commissievoorstel, voor onder andere economische groei en competitiviteit van onze bedrijven, onder andere in het Horizon2020- en Erasmus+-programma.
Verder is het, wat ons betreft, positief dat de pretoetredingssteun voor kandidaat-lidstaat Turkije wordt verlaagd. U zult zich herinneren dat wij in een recente resolutie gevraagd hebben dat die pretoetredingssteun voor Turkije volledig zou worden afgeschaft. Hier is alvast een eerste aanzet gegeven om die te verlagen in vergelijking met het Commissievoorstel, met ongeveer 85 miljoen euro.
Bijzonder interessant voor Vlaanderen is ook de post van 4 miljard euro die als een soort veiligheidsmarge opzijgezet wordt en die mogelijk ingezet kan worden in het kader van de brexit. Wat dat bedrag exact inhoudt, in het bijzonder voor onze Vlaamse natie, die hard getroffen wordt door de brexit en zelfs met een deal nog altijd de gevolgen zal dragen, is nog niet volledig duidelijk.
De onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europees Parlement liepen niet altijd van een leien dakje. Traditioneel wil het parlement telkens meer budget, terwijl de lidstaten iets meer op de rem gaan staan. Uiteindelijk werd er een compromis gevonden op 153,6 miljard euro. De goedkeuring is er gekomen op de Europese Raad van 25 november. Het Europees Parlement heeft er ondertussen op 27 november ook al over gestemd. Minister-president, kunt u wat toelichting geven bij het EU-budget 2020?
U hebt bij meerdere vragen al gewezen op de consequenties van de brexit. Er is nu die veiligheidsmarge, die reserve van 4 miljard euro voor de brexit. We hebben daar vorige week nog een debat over gevoerd. We hebben hier in de commissie al meermaals gepleit voor een brexitgarantiefonds, een openstelling van het globalisatiefonds, een solidariteitsfonds waar bedrijven die getroffen worden of waarbij de werkloosheid zou toenemen, gebruik van zouden kunnen maken.
Bent u van mening dat deze begroting een goede zaak is voor Vlaanderen? Komt ze overeen met de visie en de prioriteiten die Vlaanderen, als nettobijdrager, wel nog als onderdeel van het federale niveau, in deze onderhandelingen naar voren heeft geschoven?
Elk jaar stelt de Europese Commissie een begroting op voor het daaropvolgende jaar. Zoals u weet, dient deze begroting goedgekeurd te worden door zowel de raad als het parlement. De onderhandelingen tussen het parlement en de raad verliepen inderdaad moeizaam. Zoals gebruikelijk wenste het Europees Parlement een verhoging van de door de Europese Commissie voorgestelde vastleggingskredieten voor 2020, deze keer met 2,7 miljard euro – boven op de verhoging die de Europese Commissie vroeg – wat een stijging met 4,8 miljard euro tegenover 2019 betekent.
De parlementsleden legden in hun positie sterk de nadruk op klimaat en jeugdwerkgelegenheid. De Raad daarentegen wenste een daling van het voorgestelde vastleggingskrediet met 1,5 miljard euro, wat nog een steeds een stijging met 600 miljoen euro betekent in vergelijking met 2019.
Daarbij wensten de lidstaten de focus te leggen op groei, innovatie en migratie. Vooral de Scandinavische landen, Nederland en Oostenrijk voerden de druk voor een realistisch budget sterk op. Naar goede gewoonte vonden de Europese instellingen elkaar ergens halfweg.
Op 18 november werd op de valreep – dat was de deadline – een compromis bereikt, dat in de week van 25 november werd goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement. Het resultaat van de onderhandelingen is een budgetstijging van 400 miljoen euro ten opzichte van het commissievoorstel en van 2,5 miljard euro ten opzichte van het jaar 2019. Ik weet niet juist waar u uw getallen haalt, maar volgens mij zijn de getallen 166,2 miljard euro in 2019 en 168,7 miljard euro in 2020. Dat is dat verschil van 2,5 miljard euro ten opzichte van het jaar 2019.
De bijkomende middelen zullen onder andere worden geïnvesteerd in Horizon 2020 – dat is het programma voor de financiering van onderzoek en innovatie en bedraagt 1,094 miljard euro –, in COSME – het programma voor het concurrentievermogen, met plus 50,9 miljoen euro ten opzichte van 2019 –, in LIFE – het programma voor het Europese milieu- en natuurbeleid, en daar spreken we over plus 31,5 miljoen euro ten opzichte van 2019.
Zoals aangehaald in de inleiding tot deze vraag werden ook belangrijke besparingen doorgevoerd, waaronder de verminderde pretoetredingssteun voor Turkije en besparingen op de salarisuitgaven.
Uw volgende vraag ging over 4 miljard euro brexitveiligheidsmarge. Men voorziet inderdaad in een marge van 4 miljard euro voor onvoorziene omstandigheden. In vorige antwoorden heb ik al gezegd dat de Vlaamse Regering pleit voor compenserende maatregelen in het geval van een niet zo gunstige brexitregeling, in de vorm van een brexitgarantiefonds voor de economieën die het zwaarst door brexit worden getroffen.
Gezien de onzekere uitkomst van het brexitproces achtten de Europese onderhandelaars het evenwel technisch onmogelijk om een dergelijk fonds nominatim te voorzien in de begroting voor 2020. Maar met deze marge van 4 miljard euro houdt de EU wel een slag om de arm en komt ze gedeeltelijk tegemoet aan de Vlaamse positie. Let wel: indien de Commissie deze marge wenst aan te spreken, zullen de Raad en het Europees Parlement hun goedkeuring moeten verlenen, omdat het niet nominatim in de begroting staat.
Tot slot zijn ook de speciale instrumenten opgenomen in deze resterende marges. Hieronder vallen het Europees Solidariteitsfonds en het Europees Globaliseringsfonds. Herinner u dat dat ook specifieke vragen van onze kant waren om die fondsen te kunnen inschakelen in het brexitverhaal.
Vlaanderen ijvert ervoor dat er binnen deze fondsen middelen moeten kunnen worden vrijgemaakt om eventuele ontslagen ten gevolge van de brexit op te vangen, dit zowel binnen het huidig meerjarig financieel kader dat loopt tot 2020, als in het volgende, en misschien nog meer in het volgende dan in het huidige. Ook daar komen de EU-instellingen gedeeltelijk aan tegemoet door het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering in 2020 open te stellen voor brexitgerelateerde verliezen. Ook dat hebben we kunnen verkrijgen.
Als minister-president van de Vlaamse Regering ben ik erg tevreden met het resultaat. Er is duidelijk sprake van een shift van een traditioneel budget – met een focus op cohesie- en landbouwmiddelen – naar een budget dat de nadruk legt op onderzoek, innovatie en infrastructuur.
Dit komt overeen met de standpunten die Vlaanderen tijdens de onderhandelingen innam. Als nettobetalende deelstaat in een nettobetalende lidstaat pleitte de Vlaamse Regering voor een realistisch budget. Wij zijn dan ook tevreden dat het prijzige enthousiasme van het Europees Parlement enigszins werd getemperd.
Er is wel een stijging van de middelen voor 2020, maar ik merk op dat deze bijkomende uitgaven een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben. Ik ben dan ook zeer tevreden met de verhoging van de budgetten voor Horizon 2020, COSME en LIFE. Dat zijn stuk voor stuk programma’s waaruit Vlaanderen veel middelen haalt. De begroting 2020 is dus een goede zaak voor Vlaanderen en ligt duidelijk in lijn met de visie en prioriteiten van de Vlaamse Regering.
Minister-president, dank u voor uw toelichting. Wij kunnen inderdaad tevreden zijn. Het is een compromis tussen het parlement, dat altijd meer wenst, en bepaalde lidstaten, de Scandinavische, noordelijke landen, waar wij toch wel naar opkijken en hopelijk naartoe groeien, om daar meer realistisch in te zijn.
Anderzijds is het voor ons van belang – en u hebt daarvoor gepleit – dat wij in de resolutie die wij vorige week in de plenaire vergadering vanuit het Vlaams Parlement in het kader van de politieke dialoog rechtstreeks aan de Europese Commissie hebben gericht, het beleid van de Vlaamse Regering en de voorstellen die de Vlaamse Regering gedaan heeft, verder ondersteunen en heel uitdrukkelijk vragen naar dat brexitgarantiefonds. Ik vind het wel jammer dat het nu technisch onmogelijk is om een dergelijk fonds in de begroting van 2020 op te nemen. Ik weet dat er onderhandelingen zijn voor het meerjarig financieel kader 2021-2027. Wie weet is er daar wel een mogelijkheid om een soort van brexitgarantiefonds op te nemen. Anderzijds is het wel goed dat er op een bepaalde manier aan tegemoet is gekomen. U verwees naar de mogelijkheden van het Europese Solidariteitsfonds en het Globaliseringsfonds. Ook hier weet u dat u de steun hebt van bijna het volledige parlement. Onbegrijpelijk maar waar, maar extreem-links heeft zich onthouden. De communisten van de PVDA zeggen: ‘Ze willen overal geld voor’. Maar als we in Vlaanderen getroffen worden door bijkomende werkloosheid door de brexit, zegt men dat het eigenlijk niet nodig is om ondersteuning te bieden. Ik begrijp dat totaal niet. Men had er ook niet echt ernstige argumenten voor.
Dit is positief. Er zijn nog andere onderhandelingen volop bezig. Ik verwees al naar het meerjarige financieel kader. Ik hoop dat we daar heel uitdrukkelijk vanuit de Vlaamse Regering, vanuit de administratie, vanuit onze algemene afvaardiging bij de EU opnieuw onze stempel kunnen zetten.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister-president, ik treed mijn collega bij. Het komt nu toch wel allemaal heel dichtbij. Hoe gaan we dat aanpakken, die 4 miljard euro extra brexitveiligheidsmarge? Ik ben benieuwd hoe de regio Vlaanderen dat zal invullen. We weten dat Vlaanderen en in het bijzonder de provincie West-Vlaanderen, waar ik helemaal in de frontlinie zit, de grootste shock zullen incasseren. Is dit eveneens gelinkt aan het Vlaamse brexittrustfonds waarover we al spraken?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dit is inderdaad een belangrijke en interessante thematiek. Wat die begroting 2020 of het budget 2020 van de EU betreft, vroeg ik mij af of er op basis van de ervaringen van nu bijsturingen gebeuren in het kader van het meerjarig financieel kader. Blijven de prioriteiten dezelfde of zijn er al dan niet aanpassingen?
Met de ervaring tot nu kunnen we werken. Het wordt nu belangrijk om de brexitonderhandelingen goed te voeren. Ik ga ervan uit dat de no-dealbrexit is afgewend. Je weet het natuurlijk nooit, maar ik ga er als werkhypothese nu even van uit. We zullen wel zien. We hebben het dus niet over de absolutehorrorstory. Maar de helft van die 28.000 banen liggen nog altijd in de weegschaal als er een slechte deal zou worden onderhandeld. De onderhandelde deal kan nog, in het slechtste geval, tot het verlies van 15.000 banen leiden.
We gaan dat natuurlijk op de voet opvolgen, maar laat ons eerst kijken hoe die onderhandelingen verlopen. We blijven ook verder onze bedrijven informeren. Door onze voorbereidingen hebben we een goede inventaris van wie direct de impact van die zaken zal voelen. We zullen hen verder op de hoogte houden van het reilen en zeilen, maar het kan nog vele kanten uit. Opvolging is de boodschap.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. We hebben hier vorige week gedachtewisselingen met de Vlaamse diplomatie en met het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) gehad. Het is me opgevallen dat onze diensten de bedrijven volop bijstaan in hun zoektocht naar de steun die ze nodig hebben wanneer er bijkomende of nieuwe douaneformaliteiten komen of praktische problemen zijn. Ik kan enkel vaststellen dat de Vlaamse administratie volledig is voorbereid.
U hebt het over een no-dealbrexit gehad, maar we moeten toegeven dat de verkiezingen duidelijk waren. Het zal nooit een remain-standpunt worden. Er was een sprankeltje hoop bij sommigen dat er misschien een tweede referendum zou komen en dat we misschien in een andere situatie zouden zitten, maar dat gaat niet door. Het horrorscenario van een no-dealbrexit lijkt afgewend. We hebben hier alleszins duidelijkheid over.
De vraag om uitleg is afgehandeld.