Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Ik houd het kort. Op basis van een antwoord van de minister op een schriftelijke vraag heb ik kunnen opmaken dat het aantal toegekende sociale leningen in 2018 opnieuw licht gestegen is, tot 4618 sociale leningen. Dat is goed voor een totaalbedrag van 769,5 miljoen euro.
Wij geloven ook heel sterk in dat instrument van de sociale lening. Het is bedoeld voor Vlamingen die zelf over een bescheiden inkomen beschikken om een woning te kopen of te renoveren. Het is heel positief dat het instrument van de sociale lening bestaat.
Minister, er werd recent werk gemaakt van het eengemaakte leningenbesluit. Daarbij wordt een regionale differentiatie ingevoerd, en dat is toch een grote verandering in vergelijking met vroeger. Het leek mij wel interessant om hier in de commissie eens te luisteren naar de stand van zaken rond het eengemaakte leningenbesluit, en dan vooral rond die regionale differentiatie. En als het mogelijk is, zou ik graag beschikken over die gemeenteclusters.
Mijn tweede vraag gaat over de mogelijkheid om notaris- en registratiekosten mee te ontlenen via een sociale lening. Dat is hier in de commissie al dikwijls aan bod gekomen.
De vraag is ook of dat in de toekomst mee ontleend gaat kunnen worden.
Minister, vorige week hebben wij in de plenaire vergadering een decreet goedgekeurd. Een passage van dat decreet zegt eigenlijk dat het in de toekomst niet langer zo zal zijn dat een bepaald investeringsvolume voorbehouden zal worden voor de belening van een sociale koopwoning. In het verleden werd altijd een bepaald volume van die sociale leningen voorbehouden voor de sociale koopwoningen, maar die automatische koppeling wordt losgelaten. Natuurlijk zal het nog altijd mogelijk zijn om een sociale lening aan te vragen voor een sociale koopwoning, maar het automatisme komt te vervallen.
Minister, is het een mogelijkheid dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) de opdracht zou krijgen om in de toekomst te monitoren hoeveel sociale koopwoningen er opgeleverd worden, zodat we naar de toekomst toe een zicht blijven hebben op het volume sociale leningen dat nodig is? Ik moet er geen tekening bij maken, minister, dat de koopsector zelf een beetje bezorgd is over het wegvallen van die automatische koppeling. Vandaar onze vraag om aan de VMSW de opdracht te geven om dat in de toekomst te monitoren.
Minister Homans heeft het woord.
Kan ik de regionale differentiatie toelichten? Collega’s, het is redelijk technisch, maar ik zal het kort houden, want ik denk dat vooral het antwoord op uw laatste vraag u zal boeien – en uiteraard ook de andere antwoorden, collega Taeldeman. Maar het is heel technisch.
Voor de uitwerking van een nieuwe regionale differentiatie van de maximale verkoopwaarde werd een beroep gedaan op het Steunpunt Wonen, wat resulteerde in de oplevering van het onderzoeksrapport dat ik daarnet ook gebruikt heb in uw vorige vraag – ik ga dus de titel daarvan niet meer herhalen.
Daarin werd geopteerd om de regionale differentiatie van de maximale verkoopwaarde uit te werken op basis van de gegevens van het kadaster bij de verkoop van woningen. Deze gegevens bieden als voordeel dat er kan worden teruggegaan tot op het niveau van de statistische sector, maar hebben wel als nadeel dat er te weinig kwaliteitskenmerken beschikbaar zijn.
Het liggingseffect is het percentage van de woningprijs dat verklaard wordt door de ligging, wat sterk kan verschillen tussen gemeenten. Dat lijkt me nogal evident.
Aan de hand van een clusteranalyse werd vervolgens elke gemeente toegewezen aan een bepaalde groep. Deze clusteranalyse zorgt ervoor dat het verschil tussen de clusters maximaal is, en het verschil tussen de gemeenten binnen eenzelfde cluster minimaal is.
U vroeg eigenlijk naar die clusters en de opdeling van de gemeenten – voor alle duidelijkheid, ik heb totaal geen probleem met die vraag. Ik heb die bij, maar aangezien heel deze oefening gebeurd is voor er 15 gemeenten gefuseerd zijn, spreken ze hier nog over 308 gemeenten. Dus wij gaan die eerst even op het kabinet actualiseren, want misschien verandert er wel iets voor 1 van de 8 fusiegemeenten, je weet dat nooit. Wij zullen dat nakijken, en dan zullen we die onverwijld overmaken aan de commissie.
In het ontwerp van BVR tot wijziging van het eengemaakt leningenbesluit wordt ook geopteerd om voor de gemeenten die behoren tot een goedkopere cluster, de maximale verkoopwaarde vast te leggen op 222.000 euro, zoals dit momenteel al het geval is. Dat wordt nog verhoogd op basis van het aantal personen ten laste. Voor de duurdere cluster wordt de maximale verkoopwaarde opgetrokken met 10 procent tot 244.200 euro, en voor de duurste cluster is er een verhoging doorgevoerd van 20 procent tot 266.400 euro.
Tot slot voorziet het huidig eengemaakt leningenbesluit in de kernsteden en ook in de Vlaamse Rand, waar een verhoogde maximale verkoopwaarde van toepassing is, momenteel in een korting van 10 procent op de referentierentevoet bij de berekening van de sociale rentevoet. Dit principe wordt ook doorgetrokken, al wordt er wel voor geopteerd om te gaan differentiëren. Zo zal voor gemeenten waar de maximale verkoopwaarde met 10 procent wordt opgetrokken, een korting op de referentierentevoet toegekend worden van 5 procent. Voor de gemeenten waar de maximale verkoopwaarde tot 20 procent hoger mag liggen, wordt in een korting van 10 procent op de referentierentevoet voorzien bij het bepalen van de sociale rentevoet.
Aan de verhoogde inkomensgrenzen wordt geen aanpassing doorgevoerd. Deze blijven van toepassing voor de gemeenten waar de maximale verkoopwaarde met 10 procent of 20 procent opgetrokken zal worden.
Uw tweede vraag: wordt het mogelijk om notaris- en registratiekosten mee te ontlenen via een sociale lening? Jawel, mevrouw Taeldeman, dat is geregeld. Dat zal u nog beter gezind maken.
Uw laatste vraag was: kan de VMSW de opdracht krijgen om te monitoren hoeveel sociale koopwoningen worden opgeleverd om zicht te hebben op het volume dat nodig is? U weet dat met de deregulering van de sociale koop de programmatiecyclus van de bouw van een sociale koopwoning vereenvoudigd zal worden en niet langer opgevolgd zal worden met een jaarlijks investeringsprogramma bij de VMSW.
Er wordt ook gekozen om de koppeling tussen een sociale koopwoning en de garantie op een bijzondere sociale lening los te laten.
Ik zal wel de VMSW laten monitoren hoeveel sociale koopwoningen er zullen worden opgeleverd en beleend kunnen worden op korte termijn – ik bedoel daar 1 à 2 jaar mee – om een zicht te hebben op het volume aan bijzondere sociale leningen dat nodig is. Op die manier kan de VMSW zelf een inschatting maken van het nodige krediet, zonder dat het natuurlijk 100 procent gegarandeerd is.
Op basis van deze inschatting krijgt de VMSW ook zicht op de vermoedelijke vraag en kan de VMSW op basis daarvan ook de benodigde leningsmachtigingen motiveren.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord en voor het overmaken van de lijst met de drie clusters, die zowel voor de sociale woningen als voor de verzekering gewaarborgd wonen van toepassing zal zijn. Het is ook goed dat de notaris- en registratiekosten in de toekomst ontleend zullen kunnen worden via een sociale lening.
Wat de vraag rond de monitoring betreft, heb ik de vraag duidelijk gekaderd. Er is toch enigszins wat bezorgdheid en ongerustheid in de sociale koopsector, aangezien de automatische koppeling te vervallen komt. Er is de voorbije jaren inderdaad een deregulering gebeurd in de hele sector van de sociale koop. Op dit moment zijn er toch nog een aantal voordelen. Ik denk aan de lagere registratierechten wanneer men de grond verwerft, het verlaagd btw-tarief op de nieuwbouw zelf, en ook de infrastructuursubsidies vanuit Vlaanderen als er gemengde projecten tussen sociale huur en sociale koop gerealiseerd worden. Die dingen blijven allemaal bestaan.
Ik vind het ook goed dat die opdracht aan de VMSW gegeven wordt, zodat we op korte termijn toch een zicht blijven hebben op het aantal sociale leningen dat aangevraagd wordt voor het verwerven van een sociale koopwoning, en die monitoring van dat volume goed in de gaten gehouden kan worden.
Minister Homans heeft het woord.
Ik zou aan collega Taeldeman en aan de andere collega’s willen zeggen: graag gedaan, en veel succes met het voorstel van decreet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.