Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik heb deze vraag al gesteld in december van vorig jaar. Ik was toen bezorgd omdat ik signalen had opgevangen dat de rijscholen niet klaar zouden zijn voor het terugkommoment. De erkenningen zouden nog niet toegewezen zijn aan de rijscholen en nog heel wat rijinstructeurs zouden een opleiding moeten volgen. U sprak toen geruststellende taal in uw antwoord. Het zou volgens u geen stormloop worden – wat ik ook aanneem: iedereen zal niet op hetzelfde moment komen. U zei ook dat de vormingsmomenten voor de instructeurs georganiseerd zijn, dat er nog een aantal lopen maar dat de rijscholen klaar zijn om vanaf januari de terugkommomenten te organiseren.
Het jaar was nog maar net begonnen toen een aantal persberichten binnenkwamen. Op 10 januari deelde VTM Nieuws mee dat de rijscholen niet klaar zijn voor de verplichte opfrissingscursus. Minister, wat is daar nu van aan: zijn we wel of niet klaar? Zijn die nieuwsberichten van begin januari uit de lucht gegrepen? Hoe zult u ervoor zorgen dat bestuurders die het terugkommoment moeten volgen, dat ook effectief kunnen doen, zes maanden na het behalen van hun rijbewijs?
Ik heb u toen ook gevraagd of er een initiatief wordt genomen om mensen die het terugkommoment moeten volgen, te informeren of op te roepen. U antwoordde toen dat u dat moest nakijken. Kunt u daar vandaag op antwoorden?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik herval in mijn geruststellende taal, in die zin dat de opstart in nauw overleg verloopt met de sector in kwestie. Die sector was ook nauw betrokken bij de totstandkoming van de regelgeving en het bepalen van de inhoud van het terugkommoment.
De opleiding van de instructeurs is gestart zodra dit mogelijk was en in samenwerking met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). In december liepen de opleidingen volop. Ik heb u die cijfers toen meegedeeld.
De instellingen die het terugkommoment willen aanbieden, moeten een erkenning aanvragen. Intussen hebben we een erkenning verleend aan een zevental locaties. Een aantal erkenningen zitten nog in de pijplijn. Er is grote interesse om daarin mee te stappen. Vorige week was er daarover nog een overleg op mijn kabinet.
Het pad is geëffend door enkele koplopers. Ook de rijscholen van de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) – het was uit die hoek dat er wat onrustwekkende signalen kwamen –, die zich nog kritisch uitlieten over het terugkommoment, bevestigden vorige week dat ze in het systeem zullen stappen, waardoor we een ruim aanbod zullen krijgen.
Wat de vraag over de communicatie betreft, krijgt elke nieuwe bestuurder een uitnodigingsbrief om het terugkommoment te volgen. De mailing naar de eerste lichting nieuwe bestuurders hebben we in samenspraak met de sector uitgesteld naar eind deze maand. We blijven in nauw overleg met de sector de opstart opvolgen.
In deze opstartperiode zullen we voor deze eerste chauffeurs alleszins de nodige coulantie aan de dag leggen wat de aanmaning en toeslag betreft, zodat iedereen voldoende mogelijkheid heeft om het terugkommoment te volgen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
U spreekt opnieuw geruststellende taal. Wanneer VAB mee instapt, betekent dat toch al wat extra marge. Ik heb nog een bijkomende vraag. U hebt het over een mail die eind deze maand zal worden verstuurd naar de chauffeurs die het terugkommoment moeten volgen. Wie zal daarvoor zorgen?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat zal gebeuren vanuit het departement, vanuit de administratie Mobiliteit en Openbare Werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.