Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Wouters heeft het woord.
Op 4 juli 2018 keurde het Vlaams Parlement de resolutie betreffende voorstellen voor het versterken van de beleidsdomeinoverschrijdende aanpak tegen grensoverschrijdend gedrag goed. Een van de aanbevelingen was om de hulplijn 1712 aan bepaalde programma’s te linken, zodat het brede publiek de weg naar dit noodnummer zou vinden, naar het voorbeeld van de richtlijnen over berichtgeving rond zelfdoding met het nummer 1813.
Minister, actiepunt 1.1 a in uw actieplan over grensoverschrijdend gedrag heeft als bedoeling om het meldpunt van 1712 te versterken met kennis en expertise uit de cultuur- en audiovisuele sector. Dit zou in het najaar van 2018 gebeuren. Met welke actoren hebt u reeds gesproken over deze aanbeveling en een eventuele mediarichtlijn voor 1712? Welke conclusies kunt u uit deze gesprekken trekken? Met welke actoren zult u nog spreken? Hebt u er al zicht op of een dergelijke mediarichtlijn zal worden ingevoerd? Indien hier nog geen zicht op is, wanneer verwacht u hieromtrent een beslissing te kunnen nemen? Kunt u een nieuwe stand van zaken geven over uw actiepunt 1.1 a omtrent de versterking van 1712 met expertise uit de cultuur- en audiovisuele sector? In hoeverre is dit reeds gebeurd en hoe?
Minister Gatz heeft het woord.
De eerste twee vragen gaan over de media en over cultuur, beide vanuit de invalshoek 1712.
Met betrekking tot de media weet u dat de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) wel al heeft laten verstaan dat zij geen voorstander zijn van een degelijke richtlijn omdat zij vrezen dat er op die manier veel vermeldingen van meldpunten zullen moeten worden opgenomen in de berichtgeving. Zij vinden dat er andere manieren zijn om problematieken onder de aandacht te brengen in de vorm van de berichtgeving, reportages, getuigenissen en dies meer. Dat is voor de VVJ de rol die de journalistiek moet spelen en niet zozeer het systematisch vermelden van bepaalde nummers.
De situatie is enigszins anders met betrekking tot de Mediarichtlijnen voor kwaliteitsvol en correct berichten over zelfdoding, zelfs al weten we dat de richtlijn ook niet altijd wordt nageleefd. Ik plan daarover zeker nog een gesprek, maar het zal een delicate zaak blijven omdat ik als mediaminister toch wel oren heb naar de verzuchting van onafhankelijkheid van de journalisten.
Wat uw tweede vraag betreft, denk ik dat vooral zelfregulering nog altijd in belangrijke mate een antwoord kan bieden, boven of naast een mediarichtlijn. Dit gesprek wil ik verder voeren, maar het is wel moeilijker dan men zou denken.
Wat betreft uw vraag of we 1712 bekender kunnen maken vanuit het cultuuroogpunt: de gesprekken hierover zijn bezig en er wordt aan de uitbreiding van de bereikbaarheid gewerkt, zodat 1712 ook ’s avonds bereikbaar zal zijn en er een chatfunctie bij komt. Ondertussen werken we ook verder aan een ombudsfunctie voor de cultuur- en audiovisuele sector. Het een sluit het ander met andere woorden niet uit en ze zouden elkaar moeten versterken. Zodra dit geïnstalleerd is, worden de bilaterale contacten tussen 1712 en de ombudsfunctie gelegd.
Tot slot kan ik nog meedelen dat de administraties Onderwijs, Welzijn, Cultuur, Jeugd en Sport een mededeling aan de Vlaamse Regering voorbereiden over de vorderingen van de respectieve actieplannen. Daarin wordt uiteraard ook de opvolging van de resolutie opgenomen. De mededeling is nog gepland voor dit jaar.
Concreet: met betrekking tot het meldpunt van de ombudsfunctie binnen onze sector zullen we zeker de nodige stappen zetten en zijn we volop bezig. Over het gesprek met de VVJ kan ik pas later uitsluitsel geven. Dat is een medaille met twee kanten, ik kan het niet anders benoemen.
De heer Wouters heeft het woord.
Over sommige zaken ben ik het volledig met u eens. Er zijn ook een paar zaken die toch bijkomende vragen oproepen. Volgens u is er vanuit de media geen interesse. In de hoorzitting die we met de VRT hebben gehad, bleek er wel duidelijk ruimte te zijn om 1712 aan bepaalde programma’s te koppelen. Blijkbaar is dat nu totaal veranderd. Dat lijkt me onlogisch. Dat dit niet bij alle programma’s kan, begrijp ik. Maar als een informatief programma volledig over het thema grensoverschrijdend gedrag gaat, lijkt het me een gemiste kans om zelfs dan niet te verwijzen naar 1712.
U bent zelf nog bezig om verdere stappen in uw beleid rond deze problematiek te zetten. Daar zal ik verder op toekijken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
We hebben in de Commissie Grensoverschrijdend Gedrag heel intensief werk verricht. Dat resulteerde in een resolutie die voor ons, de oppositie, niet ver genoeg ging, en dat betreur ik nog altijd. Toch bedankt voor uw opvolgvraag, mijnheer Wouters.
Ik heb wel oren naar het argument van de media en journalisten, maar toch denk ik dat ze grondig in gesprek met u moeten gaan, minister, en moeten nadenken over een dergelijke mediarichtlijn.
Voor suïcide hebben we wel een mediarichtlijn, en u zegt zelf dat die niet altijd wordt gevolgd. Dat mensen die met vragen zitten of gevoelens kwijt willen, of klacht willen indienen, moeten een evident nummer in hun hoofd hebben waarop ze terecht kunnen, zonder drempel. 1712 zit zeker nog niet ‘top of mind in het hoofd’ van mensen. Het nummer is tot nu toe beperkt toegankelijk en daar moet heel hard aan worden gewerkt. Ik ben blij dat 1712 meer uren zal open zijn, maar in ons voorstel van resolutie hadden we ook aangegeven dat er campagnes voor specifieke doelgroepen nodig waren. In die campagnes moet 1712 bekendgemaakt worden als het nummer waarop men met klachten over grensoverschrijdend gedrag terechtkan.
Het is belangrijk om dit te blijven opnemen en dat er effectief werk wordt gemaakt van de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag.
De heer Poschet heeft het woord.
Ik wil alleen over het onderdeel media van 1712 iets zeggen. We vragen niet om tussenbeide te komen in de onafhankelijkheid van journalisten. In de resolutie vragen we niet om journalisten op te leggen welke thema’s ze moeten bespreken en vanuit welke hoek dat moet gebeuren. We vragen gewoon, en dat alleen voor de VRT, om ook 1712 te vermelden als er over grensoverschrijdend gedrag wordt gesproken. Dat lijkt me nu niet zo’n onoverkomelijke, grote vraag die een inmenging en aantasting zou zijn van de journalistiek.
Iets anders is natuurlijk of er geen inflatie is van nummers die moeten worden vermeld. Daar heb ik eerlijk gezegd geen zicht op. Waarschijnlijk zijn er veel meer dan die waar wij spontaan aan denken. Misschien zegt men dan dat als men dit doet voor 1712 en 1813, de Zelfmoordlijn, men dat ook voor acht of tien of twintig andere lijnen moet doen. Weet u bij hoeveel andere hulpnummers de vraag wordt gesteld om die te af te beelden?
Ik wil me graag aansluiten. Bij programma’s die over die specifieke thematiek gaan, vind ik het niet te veel gevraagd om dat nummer te vermelden. Je kunt dat niet bij alle programma’s doen of bij elke fictieserie, maar als het programma wel over dit thema gaat, dan zou dat toch moeten kunnen. Anders schuiven we de aandacht voor dit thema opnieuw naar de laatste bank.
Minister Gatz heeft het woord.
We werken uiteraard verder aan de ombudsfunctie voor de cultuur- en audiovisuele sector. Ik zal verder het gesprek hebben met de VVJ, waar verschillende leden van de commissie op aandringen. Ik zal dit bekijken, samen met de suggesties die hier worden gegeven, en met de VVJ afwegen wat zinvol en mogelijk is. Uiteraard hou ik in het achterhoofd dat op een bepaald moment elke maatschappelijke problematiek heel belangrijk is. Ook deze problematiek is heel belangrijk, dat zal niemand ontkennen, maar we moeten wel zorgen dat als we uitgaan van 1712 en 1813 – en mijn excuses omdat ik mij zo uitdruk –, we geen inflatie krijgen van verwijzingen naar allerlei nummers. Dat is niemands bedoeling, maar wanneer men bepaalde maatschappelijke thema’s wel aan bepaalde programma’s koppelt, kan dat voorstanders van andere maatschappelijke thema’s of mensen die deze problematiek willen oplossen, wel aanzetten om dat te vragen.
Hier is vrij genuanceerd gesproken en tussengekomen door iedereen, waarvoor dank. Ik zal in die geest het gesprek met de journalisten voeren en bekijken wat er mogelijk is in de verdere opvolging.
– Joris Poschet treedt als voorzitter op.
De heer Wouters heeft het woord.
Dank u, collega’s, in uw ondersteuning van deze ernstige problematiek.
Minister, ik denk dat er een verschil is in wat mevrouw Waumans van de VRT hier in de hoorzitting heeft verkondigd en wat de Raad voor de Journalistiek zegt. De raad was erg bekommerd over de neutraliteit, maar mevrouw Waumans zag er geen graten in om het nummer aan de juiste programma’s te koppelen.
Ik deel uw mening dat we dit niet voor een waslijst van nummers moeten doen, maar ik meen dat voor 1712 de naambekendheid te belangrijk is en dat we die moeten laten doordringen bij de mensen. Volgens mij lukt dit bij een breed publiek alleen via de tv. Daarom hoop ik in de tv een bondgenoot te vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.