Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, op 28 februari 2018 hebben we in de plenaire vergadering het ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B goedgekeurd. Zeer terecht genoot het ontwerp van decreet kamerbrede steun in het Vlaams Parlement, om evidente redenen. Minister, u hebt ons kunnen overtuigen met statistieken waarin men ondubbelzinnig kan zien dat jonge bestuurders oververtegenwoordigd zijn in ongevallen met doden en gewonden tot gevolg. U hebt ons ook overtuigd met cijfers over de impact van een terugkommoment in andere Europese landen. Ik denk dat het meer dan terecht is dat er zo'n terugkommoment is in de vernieuwde rijopleiding.
Een aantal fracties uitten toen ook al wel hun bekommernis over de impact op de prijs van het behalen van een rijbewijs. Als je de rijopleiding hervormt met een ruimer, beter en diepgravender aanbod voor toekomstige chauffeurs, dan staat er ook een prijs tegenover.
U hebt bij de bespreking gesproken over een indicatieve prijs van 100 euro. De Vlaamse Regering gaf op 8 juni een principiële goedkeuring in verband met het besluit rond de invoering van het terugkommoment, en toen is het inderdaad die prijs geworden. Het kost 120 euro maar de regering neemt daarvan 20 euro voor haar rekening, de cursisten betalen 100 euro. Daarmee komt de totaalprijs voor het behalen van een rijbewijs B, in geval je kiest voor vrije begeleiding, luidens een persbericht de dato 8 juni, op 174 euro. Als we helemaal correct zijn, moet er nog een administratieve kost worden betaald van 2 keer 25 euro voor het afhalen van het voorlopige en definitieve rijbewijs. Dat brengt het totaal op 224 euro.
Ik ga niet verhelen dat we er als fractie nooit echt over zijn gevallen. Ik vind het geen waanzinnig hoge prijs. Maar het viel me wel op dat na de principiële goedkeuring van het besluit op 8 juni, het middenveld eensgezind zei dat die prijsverhoging en die bijkomende kost voor het behalen van een rijbewijs B, mogelijks toch een financiële drempel kan opwerpen voor financieel kwetsbare jongeren. Onder meer de Gezinsbond, het Netwerk tegen Armoede en de Vlaamse Jeugdraad pleiten ervoor om maatregelen te nemen voor specifieke doelgroepen.
Ik heb de verslagen van de bespreking nog eens nagelezen. Ik las dat uw coalitiepartner CD&V, bij monde van collega Ceyssens, de suggestie deed om eens te gaan praten met de verzekeringsmaatschappijen om na te gaan of zij een bijdrage kunnen leveren. Het is ook in het voordeel van die verzekeringsmaatschappijen dat de jonge chauffeurs beter worden opgeleid middels het terugkommoment.
Minister, hebt u oren naar de verzuchtingen van het middenveld over deze prijsverhoging en de mogelijke impact op financieel kwetsbare jongeren? Bent u bereid om eventueel bijkomende maatregelen te nemen voor deze doelgroep?
Bent u in gesprek gegaan met de verzekeringsmaatschappijen? U hebt dat inderdaad gedaan, want dat bevestigde u al bij de bespreking van het ontwerp van decreet op 28 februari, maar u sprak toen nog over lopende gesprekken. Zo ja, wat was de uitkomst hiervan?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega's, bij elke hervorming van de rijopleiding gaat het ook over de betaalbaarheid en de extra kosten. Mijn mailbox zit dan weer vol verwijten omdat ik ‘in de kassa graai’, terwijl ik denk dat we een verstandige beslissing hebben genomen tegen een zeer beperkte prijs.
Ook bij het indienen van de conceptnota voor het rijbewijs, hebben we het gehad over de kostprijs en de betaalbaarheid van het rijbewijs. In het andere geval hadden we ons kunnen beperken tot louter cosmetische ingrepen, of had ik mij beperkt tot wijzigingen zonder één enkele financiële impact, zoals de wijziging van de examinering.
U schetst correct wat de drijfveer is geweest, namelijk de oververtegenwoordiging in de ongevallen- en de dodenstatistieken van de categorie van beginnende chauffeurs. Vandaar dat we die hervorming van de rijopleiding hebben doorgevoerd.
We hebben er expliciet voor gekozen om de vrije begeleiding te behouden. Op dat vlak zijn we nog altijd uniek. Op basis van de vaststelling dat de slaagpercentages niet fundamenteel verschillen – ik heb het overzicht eens gegeven, het fluctueert wat maar eigenlijk is het bijna gelijk – van diegenen die vrije begeleiding hebben gevolgd en van diegenen die een volledig traject van de rijscholen hebben gevolgd en op basis van de vaststelling dat heel veel mensen die vrije begeleiding volgen, ook extra lessen nemen, behouden we de vrije begeleiding.
Wel hebben we ervoor gekozen om zeer specifiek twee momenten in te lassen, waar inderdaad een beperkt prijskaartje aan hangt.
Vooreerst het vormingsmoment voor de begeleider, wat neerkomt op een 20 euro voor een cursus van drie uur. De kandidaat kan en mag hierbij gratis aansluiten. We stellen vast dat dit regelmatig gebeurt, wat goed is. Het is vooral de bedoeling dat het systeem van de vrije begeleiding behouden blijft, maar wel dat de begeleiders zelfs de best practices doorgeven. Er zijn heel veel mensen die klagen over het feit dat ze naar die cursus moeten, maar gelukkig zijn er evenveel die achteraf zeggen dat het de moeite was en dat ze er iets aan hebben gehad.
Het terugkommoment zal neerkomen op maximum 100 euro per deelnemer voor vier uur. Dat is eigenlijk spotgoedkoop. De huidige marktprijs voor een uur rijles is 60 euro. De prijs is tot stand gekomen na overleg met de sector. De prijs was uiteindelijk 120 euro. We hebben de beslissing genomen om 20 euro bij te passen, zodat het voor de deelnemer uiteindelijk maar 100 euro is. Daarnaast werden de prijzen vergeleken bij huidige aanbieders van vrijwillige, gelijkaardige rijvaardigheidscursussen. Deze prijzen bedragen tussen de 150 tot 195 euro voor een cursus van vier uur en 250 euro voor een cursus van een volledige dag. Ik denk dan dat het een scherpe prijs is.
Ik ben het wel niet eens met uw rekenkunde dat de prijs moet worden verhoogd met 50 euro administratieve kost. De 25 euro administratieve kost, waarvan u spreekt, per rijbewijs, valt uiteen in 20 euro federale belasting – die kan ik niet afschaffen – en daarbovenop vragen gemeenten vaak een extra kost. Die hoeven dat niet aan te rekenen en sommigen vragen ook niks. In de stad Gent vraagt men 26 euro, in de stad Leuven 30 euro. Er zijn ook gemeenten die nul euro aanrekenen. Het zou mij heel veel miserie opleveren als ik uw rekenkunde zou gebruiken, want het klopt in de praktijk niet. Voor de ene is het meer, voor de andere is het minder.
Ik geef de prijskaartjes in de buurlanden ter vergelijking: in Duitsland 1400 euro, in Frankrijk 1500 euro, in Nederland 2500 euro. Vlaanderen is het goedkoopste. Na ons komt Bulgarije en daar kost het 300 euro.
In het kader van de conceptnota hebben we de hervorming van de rijopleiding besproken in het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid. We hebben ook de armoedetoets toegepast. De Gezinsbond is vertegenwoordigd en neemt deel aan de werkzaamheden in de werkgroep Rijopleiding. Dat loopt goed. Zij hebben altijd benadrukt dat betaalbaarheid een issue is voor hen, maar finaal hebben ze niet dwarsgelegen en vinden ze het aanvaardbaar wat we uiteindelijk hebben doorgevoerd.
Ik heb ook gesprekken gehad met de verzekeringssector die wel vaart bij deze daling van het aantal verkeersslachtoffers. De verzekeringsmaatschappijen profiteren daarvan. Zij zijn in dezen ‘free riders’. Ik heb een aantal keren met hen rond de tafel gezeten en er was niet bepaald enig animo op welke manier dan ook voor enige tegemoetkoming.
Er zijn verzekeraars die een korting aanbieden bij het volgen van cursussen, maar dit is geen algemeen principe. Zo hebben Ethias, Belfius en DVV Verzekeringen in het verleden een korting gegeven op de autoverzekering voor wie een ‘on the road’-cursus volgde. Die cursus was uiteraard vrijblijvend, wat met het terugkommoment natuurlijk anders is: iedereen moet het terugkommoment volgen, wat de incentive voor de verzekeraars om een korting aan te bieden uiteraard kleiner maakt. Bij die andere cursussen konden ze een beetje aan ‘cherry picking’ doen en konden ze de chauffeurs die verkeersveiliger en dus goedkoper zijn voor de verzekeringsmaatschappijen, naar zich toe trekken. Maar dat is dus anders bij het terugkommoment.
Hun return in de zin van een kleiner aantal schadegevallen is sowieso gegarandeerd. Toch zijn er rijvaardigheidscentra die op dit moment concreet partners aanspreken om in het verhaal mee te stappen. Zo kan de prijs eventueel nog gedrukt worden. Het zijn overigens niet altijd verzekeraars maar bijvoorbeeld ook automerken. Ford organiseert ook zulke rijvaardigheidscursussen. Zo zou je bij de aankoop van een type van merk X bij rijvaardigheidscentrum Y een korting kunnen krijgen. Ik kan dergelijke initiatieven uiteraard enkel aanmoedigen.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat de hervorming zelf betreft, zijn we het absoluut eens met de noodzaak en de architectuur daarvan. We hebben hier ook niet dwarsgelegen, puur voor de kostprijs want die is voor de overgrote meerderheid van de mensen zeer redelijk in verhouding tot wat er tegenover staat. Maar wanneer het middenveld unisono zijn bezorgdheid uit, dan vind ik dat daarnaar geluisterd moet worden.
Ik begrijp dat u vindt dat u de grens van de redelijkheid hebt bereikt en dat u geen behoefte voelt om eventueel bijkomende maatregelen te nemen in de richting van een aantal doelgroepen. Ik stel voor dat we heel goed monitoren of er toch geen negatieve impact te ontwaren is in samenwerking met onder andere partners als de Gezinsbond, om alsnog bijkomende maatregelen te nemen. Ik denk dat het over een beperkte groep mensen gaat en dat het dus geen grote kost met zich meebrengt om de eventueel te hoge financiële drempel voor hen te verlagen.
Het spijt me te horen dat u inzake de piste van een bijdrage vanuit de verzekeringssector bot hebt gevangen, maar het verbaast me eerlijk gezegd niet, de sector kennende.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Wij hebben ons altijd believers getoond van het terugkommoment. We hebben hier destijds een toelichting gehad vanuit Oostenrijk. Daar ging het over een heel ander prijskaartje. Men heeft daar het effect van dat terugkommoment aangetoond.
We zouden natuurlijk liefst zoveel mogelijk in dat terugkommoment stoppen, maar dat heeft natuurlijk ook allemaal zijn kostprijs. Wij zijn tevreden met het terugkommoment zoals dat vandaag bestaat. De toekomst zal uitwijzen wat de resultaten daarvan zijn. Die moeten we dan ook goed evalueren.
Wanneer er nog mogelijkheden zouden zijn om via de verzekeringssector de prijs nog te drukken, dan moeten we dat zeker doen. Het belangrijkste is nu vooral dat we allemaal inzetten op bijkomende verkeersveiligheid voor onze jonge chauffeurs.
De vraag om uitleg is afgehandeld.