Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Vraag om uitleg over gemeenschapsinstellingen, meer bepaald de begeleiding en heroriëntering van jongeren
Vraag om uitleg over de extra middelen voor jeugdhulp
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, tijdens de plenaire vergadering van 28 maart 2018 stelde ik samen met aantal collega’s vragen aan u over het plaatsgebrek in De Grubbe te Everberg en het feit dat daardoor een aantal minderjarigen die criminele feiten pleegden, op straat zijn beland. U hebt toen gezegd dat u in een aantal extra plaatsen in de gevangenis van Tongeren zou voorzien. De collega's hebben daar straks een aantal vragen over. U hebt ook verwezen naar de uitbreiding van De Grubbe zelf. Tegen 2020 komen er 41 nieuwe plaatsen bij en zou De Grubbe voor een deel van functie veranderen en wordt het een soort observatie- en oriëntatiecentrum voor jongeren die via het jeugddelinquentierecht in Everberg terechtkomen.
De politiezone Herent en Kortenberg (HerKo) heeft een interview gegeven op ROB-tv en ik heb ook een aantal schrijvens gelezen waarin zij hun bezorgdheid uitten over die uitbreiding van Everberg, omdat er structureel geen extra middelen tegenover staan voor de politie en het de last op de politiezone in Herent en Kortenberg drastisch zal verhogen, waardoor de dienstverlening die de politie kan leveren aan de eigen inwoners, zal verlagen. Dat kan dus niet de bedoeling zijn, en dat was ook de spirit van het betoog van de politiechef, dat er extra lasten worden afgewenteld op de lokale overheden. Op sommige dagen is de helft van het korps bezig met interventies die te maken hebben met
De Grubbe. Ik geef mee dat er in Kortenberg ook nog een psychiatrisch centrum is waar ook heel wat interventies van de politiezone op moeten worden afgestemd.
Minister, klopt het dat de beslissing om De Grubbe uit te breiden, werd genomen zonder voorafgaand overleg met de betrokken gemeenten en/of de betrokken politiezone?
Welke maatregelen kunt u nemen om deze scheve situatie recht te trekken en de veiligheid van zowel de burgers, het personeel als de betrokken jongeren ook in de toekomst te garanderen?
Hoeveel keer is een jongere al niet in de rechtbank geraakt door de onderbezetting bij de politie van HerKo? Kan het gebruik van technologieën als Skype een oplossing zijn?
Plant u overleg met uw federale collega, bevoegd voor de politionele diensten, om een oplossing uit de brand te slepen?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, voor de paasvakantie hebben wij in de plenaire vergadering een discussie gehad over een aantal zware jeugddelinquenten die moesten worden vrijgelaten vanwege een gebrek aan plaats in de gemeenschapsinstellingen. Minister, u kondigde toen aan om extra plaatsen vrij te maken in de jeugdgevangenis van Tongeren. In de paasvakantie kwam dan het bericht dat dit jaar nog 1 miljoen euro extra zou worden vrijgemaakt om de druk op de gesloten gemeenschapsinstellingen te verlichten.
Jongeren zouden worden geheroriënteerd naar een ander traject. Daarnaast zouden de jongeren die uit de gesloten instellingen komen, ook beter begeleid worden én vaker naar een private instelling worden begeleid in plaats van langer te verblijven in een gemeenschapsinstelling. Op die manier zouden extra plaatsen in de gemeenschapsinstellingen vrijkomen.
Minister, kunt u toelichting geven bij de andere trajecten waarnaar de jongeren worden geheroriënteerd?
Hoe wil men jongeren die uit een gemeenschapsinstelling komen, beter begeleiden? En wie moet dat doen?
Jongeren zouden vaker naar een private instelling gaan in plaats van langer te verblijven in een gemeenschapsinstelling. Kunt u dat toelichten? Gaat het dan over gesloten settings binnen private instellingen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, er wordt volop geïnvesteerd in de jeugdhulp. De voorbije tien jaar is de capaciteit binnen de gemeenschapsinstellingen met 60 procent toegenomen: een stijging van 224 plaatsen naar 319. Over twee jaar zullen dat 360 plaatsen zijn. In Everberg gaat het over een verdubbeling van de capaciteit.
De geplande uitbreiding van Everberg botst op bezorgdheid van de burgemeesters van Herent en Kortenberg over de inzet van de politie aldaar. De politie is verantwoordelijk voor de veiligheid in en rond de jeugdinstelling van Everberg en het overbrengen van jongeren van en naar de instelling.
Als er in Everberg plaatsen bij komen, vrezen de gemeenten voor een grotere belasting voor de politie. De minister zei ter zake een bemiddelende rol te willen spelen tussen de federale minister, bevoegd voor politie, en de burgemeesters.
Ondanks de uitbreidingen deden er zich voor de paasvakantie situaties voor waarbij jongeren werden vrijgelaten, omdat er geen plaats meer was binnen de gemeenschapsinstellingen. Dat onderwerp kwam uitvoerig aan bod tijdens de plenaire vergadering van 28 maart laatstleden. De collega’s hebben er al naar verwezen.
De minister riep toen alle stakeholders bij elkaar en zocht naar oplossingen om de druk op de gemeenschapsinstellingen op korte termijn te verlichten. Zo worden er tijdelijk plaatsen gecreëerd in Tongeren. Intussen maakt de minister ook 3 miljoen euro extra vrij. Daarmee wordt onder andere voor die extra plaatsen in Tongeren in pedagogische en psychologische omkadering voorzien. Eerder was er ook al sprake van enkele infrastructurele ingrepen. Een deel van de extra middelen is ook bedoeld om de uitstroom van jongeren uit de gesloten gemeenschapsinstellingen van Mol, Ruiselede en Everberg vlotter te doen gaan. In dat kader wordt onder meer gekeken naar private instellingen. Tijdens de plenaire vergadering van 28 maart zei de minister dat met het begeleidingscomité casus per casus zal worden bekeken voor wie, na beoordeling van de casus door een jeugdrechter, een traject kan worden aangeboden dat leidt tot een setting buiten de gemeenschapsinstellingen. Door de doorstroom en uitstroom beter te monitoren, is het de bedoeling ook de instroom vlotter te laten verlopen.
Minister, ik heb hierover enkele vragen. Kunt u meer toelichting geven bij de omkadering die voorzien wordt voor de jongeren in Tongeren? Worden er infrastructurele ingrepen gedaan in Tongeren? Zo ja, welke? Op welke manier worden de extra middelen ingezet om de uitstroom uit de gemeenschapsinstellingen beter te monitoren? Welke afspraken zijn er desgevallend met de private voorzieningen? In hoeverre werd er al overleg gepleegd tussen de federale minister, bevoegd voor politie, en de burgemeesters van de politiezone waarbinnen de gesloten instelling Everberg valt?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, inleidend wil ik een aantal punten duidelijk schetsen als kader voor het debat over onze gesloten instellingen. We weten allemaal dat we dit debat voeren in een context waarin wetenschappers erop wijzen dat de jeugdcriminaliteit de voorbije decennia gedaald is en dat we in diezelfde periode de capaciteit in onze gesloten instellingen met bijna honderd plaatsen hebben uitgebreid. We weten ook dat we in Vlaanderen systematisch investeren in alternatieven, zoals Youth at Risk Vlaanderen, dat we recentelijk nog uitbreidden in Oost-Vlaanderen, met een extra investering van 400.000 euro. Ik nodig iedereen graag uit om ook die ervaringen eens te bekijken en ook te spreken met jongeren over hoe zij die aanpak ervaren hebben. Want die ervaringen zelf, zo stond ook te lezen in een artikel in een weekendkrant met een getuigenis van een jongere die ooit in Everberg verbleef, zijn natuurlijk zeer relevant. Uit de getuigenis bleek dat voor de jongere de problemen startten op jonge leeftijd en dat een eerste verblijf in een instelling begon op 6 jaar door problemen thuis.
We zijn het er dus volledig over eens dat we dit debat ook breder moeten voeren. Natuurlijk moeten we reageren op jongeren die zware feiten plegen, maar we moeten toch ook gewoon erkennen dat enkel vroeger ingrijpen de zaken structureel kan keren. Daarom investeren we ook 25 miljoen euro extra in de jeugdhulp, met een zeer belangrijke focus op snelle en gerichte inzet van ondersteuning aan gezinnen, kinderen en jongeren, zo dicht mogelijk in hun omgeving. We moeten escalatie vermijden. En ook eenheid in beleid, dat zich ook meer baseert op wat nu werkt in de jeugdhulp, is belangrijk.
Tot slot, als inleiding, verwijzen we graag naar de beweging die we inzetten naar een meer eenduidige aansturing van het beleid naar gezinnen, kinderen en jongeren, door te evolueren naar één agentschap.
Dan kom ik bij de punctuele vragen. Ten eerste zijn er de vragen over de uitbreiding van Everberg van 40 naar 81 plaatsen, waar de werken en het lokaal overleg nu gestart zijn. Er is al jarenlang regelmatig overleg tussen de directie van gemeenschapsinstelling De Grubbe, de gemeente Kortenberg en de lokale politiediensten. Daarin wordt alle nodige informatie wederzijds gedeeld met het oog op een goede samenwerking. De plannen voor de uitbreiding van De Grubbe dateren van voor de overname door de Vlaamse overheid. Sinds 2014 is De Grubbe een gemeenschapsinstelling. Tot die datum was het een federaal detentiecentrum. In eerste instantie worden er nieuwe leefgroepen gebouwd en worden de oude leefgroepen afgebroken. De bouwvergunning is afgeleverd en de ingebruikname is voorzien eind 2019. In een tweede fase worden er bijkomende leefgroepen gebouwd.
Op 19 oktober 2017 werd in het federaal parlement de wet goedgekeurd die het veiligheidskorps moet organiseren. Daarbij wordt binnen de politie een nieuwe directie Beveiliging opgericht. Vervoersopdrachten voor de jongeren uit de gemeenschapsinstellingen behoren hierbij tot de opdracht van de politie en dus bij de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. Het is bijgevolg geen Vlaamse bevoegdheid. De gemeenschapsinstellingen treden enkel faciliterend op. Zoals steeds zullen we bij de federale overheid een oplossing mee benaarstigen. Uiteraard zullen wij overleg organiseren, eerst met de minister van Justitie en vervolgens uiteraard ook – door bemiddeling van de minister van Justitie, neem ik aan – met de collega bevoegd voor Binnenlandse Zaken.
Ingevolge een intensief overleg met de federale overheid heeft de politiezone Herko in 2015 een verhoging van de federale dotatie gekregen met 40.000 euro, zodat het aandeel ‘gevangenissen’ in de dotatie in totaal nu op 115.832 euro per jaar staat. De Grubbe heeft als gemeenschapsinstelling ondertussen een goed uitgebouwd veiligheidsbeleid. Er werd een plan van aanpak uitgewerkt om de draagkracht van De Grubbe als systeem, als organisatie, te versterken. Dat actieplan ‘Systeemversterking’ omvatte onder meer de bijkomende aanwerving van opvoeders om een adequatere bezetting te kunnen garanderen tijdens de avonduren en weekends, en een reeks initiatieven om de communicatie en de samenhang binnen en tussen de verschillende operationele teams te verbeteren.
Dit actieplan werd uitgevoerd in samenwerking met het extern consultingbureau DNA, dat de werknemers coachte om de onderlinge afstemming en verbinding tussen de collega’s te optimaliseren. Het personeel wordt daarnaast ook opgeleid in immobilisatietechnieken en in Life Space Crisis Intervention, een geprotocolleerde verbale interventiemethode om conflicten die dreigen te escaleren, voor jongeren om te buigen tot leermomenten.
Het is zeker niet mijn bedoeling om veiligheidstaken af te wentelen op de lokale politie. In extreme gevaarsituaties hopen wij in ieder geval te kunnen blijven rekenen op de deskundigheid, expertise en loyale medewerking van de lokale politie.
In 2017 waren er 828 aangevraagde uithalingen. 720 werden uitgevoerd door het veiligheidskorps en 48, of zo’n 5 procent, door de politiezone Herent-Kortenberg (HerKo). Daarnaast werden 60 aanvragen geweigerd door de politiezone HerKo en 44 daarvan werden overgenomen door een andere politiezone. Bijgevolg konden 16 gevraagde uithalingen niet plaatsvinden.
Andere technologieën bieden voorlopig nog geen sluitende oplossing. Een skypeverbinding biedt geen garantie op het vlak van privacy en informatieveiligheid. Zoals u weet, voorzien we in het voorontwerp van decreet Jeugddelinquentierecht de mogelijkheid van videoconferentie waarbij gebruik kan worden gemaakt van een beveiligde verbinding. Het gebruik van een videoconferentie stuit bij vele actoren op het terrein evenwel op weerstand. Het mag om budgettaire redenen geen argument zijn om in te boeten op de kwaliteit van de rechtspraak in jeugdzaken die afhankelijk is van kwaliteit van het contact tussen de jeugdrechter, de jongeren en zijn opvoedingsverantwoordelijken waarbij de non-verbale communicatie een belangrijke rol speelt. De jeugdrechtbank opteert ook voor de lijfelijke aanwezigheid van de jongere in de rechtbank, zeker ook met het oog op goede bijstand van een jeugdadvocaat. Zoals u weet, loopt er momenteel voor het Grondwettelijk Hof een beroep door de Orde van Franstalige en Duitstalige Balies die de vernietiging beoogt van de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering die een verschijning via videoconferentie voor de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling tijdens de voorlopige hechtenis mogelijk maken.
Dan kom ik tot de vragen inzake de beslissingen die we namen om snel in te grijpen en de overdruk op Everberg te ontlasten. Voor alle duidelijkheid: het betreft meerdere maatregelen en we investeren sowieso op meerdere sporen, dit voor een totaal van 3 miljoen euro.
Zo activeren we de overloopcapaciteit voor Everbergjongeren in Tongeren. We starten hierbij met vier plaatsen. De investering wordt vertaald in inzet op pedagogische en psychologische omkadering enerzijds en infrastructuur anderzijds. Er wordt in vier begeleiders, twee leerkrachten en een psycholoog/maatschappelijk werker voorzien om een pedagogisch aanbod mogelijk te maken. Wat de infrastructuur betreft, komt er een tijdelijke uitbreiding van de leef- en leslokalen, samen met een bijkomende omheining om gebruik te kunnen maken van een ongebruikt deel van de tuin. In een eerste fase voorzien we dus direct in vier plaatsen voor jongeren die zware feiten pleegden en in een tweede fase kan dit opgetrokken worden naar negen. Dit willen we echter evalueren in samenhang met de andere maatregelen.
Voor alle duidelijkheid: dit is een tijdelijke situatie, gelet op de gestarte werkzaamheden op de site in Everberg. Dit verandert dus niets aan onze intentie om in 2019 de site van Tongeren te verlaten.
Voor wat betreft de inspanningen om de uitstroom te versnellen: de jongeren die in de gemeenschapsinstelling verblijven, moeten op maat aangepakt worden. Inzetten op een betere uitstroom betekent dan ook inzetten op een waaier van trajecten, gaande van GES+-trajecten, proeftuintrajecten over versterkt inzetten op een ketenaanpak tussen Welzijn, Justitie en politie tot de trajecten die ook sterk inzetten op de context en werkzame factoren, ook voor delictplegers, zoals de MST-methodiek (Multi System Therapy).
Zo werden de jongeren die een langer traject binnen de gemeenschapsinstellingen afleggen door de toegangspoort, samen met hun collega’s van de gemeenschapsinstellingen, in kaart gebracht. Er zal dus op maat van elke jongere gezocht worden of er met een extra financiering sneller kan worden omgebouwd naar een intensieve begeleiding buiten de muren van de gesloten instellingen. Dit kan ambulant zijn, maar ook residentiële vervolghulp in de verschillende sectoren zal worden besproken.
Samen met de private voorzieningen werd in het afgelopen jaar een draaiboek ‘gedeelde trajecten’ uitgewerkt. Hiermee wilde men de goede samenwerking tussen de gemeenschapsinstellingen en de private voorzieningen die het begeleidingstraject op een bepaald moment overnemen, consolideren in een afsprakenkader. Al tijdens het verblijf binnen de gemeenschapsinstelling is de voorziening een actieve partner in het traject van de jongere. Zo wordt een naadloze overgang mogelijk gemaakt.
De transitie maken van gesloten naar open, is dus een werk van verbinding langs beide kanten. De gemeenschapsinstellingen als maatregel zijn, nog meer binnen het nieuwe decreet Jeugddelinquentierecht, een reactie op een delict dat een minderjarige pleegt. Verkeert de jongere daarnaast ook in een verontrustende opvoedingssituatie, dan moet daar nadien verder op worden ingezet. Een verblijf in een gemeenschapsinstelling moet en kan niet nodeloos verlengd worden. Binnen het private aanbod bestaat een waaier aan mogelijkheden, van ambulant tot residentieel, om gepast te reageren op een verontrustende opvoedingssituatie.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt geciteerd uit een aantal cijfers van de politiezone. Ik heb er ook, en ze verschillen licht. Ze zeggen dat ze in 2016 zaten met 75 niet-uitgevoerde vorderingen door de politiezone Herent-Kortenberg wegens overmacht, namelijk geen capaciteit beschikbaar. Ze zijn ook vijf keer moeten tussenkomen voor agressie, dringende medische uithalingen, wapens, drugs en ontvluchtingen. In 2017 waren er 44 niet-uitgevoerde vorderingen in de politiezone Herent-Kortenberg en zijn ze 26 keer moeten tussenkomen voor agressie, wapens, drugs en ontvluchtingen.
U zegt dat de jongeren dan soms wel op een andere manier worden overgebracht, maar het is toch zestien keer gebeurd dat de jongeren niet naar de rechtbank konden worden gebracht. Dat zijn zeer ernstige feiten. Een jongere die wordt opgesloten in Everberg, heeft natuurlijk ook een aantal rechten, bijvoorbeeld voor de rechtbank kunnen verschijnen wanneer de termijn hem daartoe het recht verschaft. Als wij er dan voor zorgen dat dit door de organisatie en het samenspel tussen verschillende overheden niet kan gebeuren, dan is dat ernstig en dan moeten we allemaal samen naar een oplossing zoeken.
Minister, de politiezone van Everberg heeft in januari 2018 tot u een schrijven gericht. Daarin wordt een simulatie gemaakt, een ruwe schatting noemen ze het, van de situatie zoals zij vanaf 1 januari 2019 zou kunnen zijn. Er worden drie hypotheses gemaakt. In een tweede hypothese wordt gesteld dat, als er naar 81 jongeren zou worden gegaan en als jongeren na 30 dagen observatie voor de rechter moeten verschijnen en een vervroegde verschijning voor alle jongeren mogelijk zou zijn, zij tegen de tweeduizend overbrengingen zouden moeten doen. Ze zeggen dat ze dat nooit zouden aankunnen. Uiteraard werd een federaal veiligheidskorps gevormd, dat een aantal van die overbrengingen zal blijven doen, zoals dat ook in het verleden is gebeurd. Maar daar ligt de focus op de gevangenissen. Een groter deel dan vroeger van de overbrengingen zal door de politiezone moeten gebeuren. Bovendien vrezen zij dat er, door het nieuwe jeugddelinquentierecht, een groot aantal overbrengingen zal bijkomen. Dat is toch een belangrijk gegeven in heel deze discussie.
U hebt gezegd dat u zult samenzitten met de minister van Justitie om hiervoor een oplossing te vinden. Ik vind dat heel positief. U zult er ook de minister bevoegd voor de binnenlandse veiligheid bij betrekken. Dat is goed. Maar de klok tikt, want 1 januari 2019 is niet zo veraf als we een structurele oplossing moeten vinden.
Met betrekking tot Tongeren hebt u gezegd dat met de extra 3 miljoen euro leerkrachten en pedagogische begeleiders zullen worden aangeworven om de capaciteit effectief operationeel te maken. Minister, ik ben op bezoek geweest in Tongeren. Na 18 uur en in het weekend was er sowieso geen pedagogische begeleiding voor de jongeren. Wordt nu met die extra middelen wel voorzien in pedagogische begeleiding en omkadering van de jongeren na 18 uur en in het weekend? Welke concrete infrastructurele veranderingen worden in Tongeren aangebracht op basis van de middelen waarin voorzien is?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, de opmerking dat de problemen zich bij jongeren dikwijls heel vroeg manifesteren is terecht, en dat het debat daarom vroeger moet worden gevoerd en dat er veel vroeger moet worden ingegrepen om te vermijden dat jongeren inderdaad in die gesloten instellingen terechtkomen. Ik ben blij dat daarvoor 25 miljoen euro wordt uitgetrokken. Er moet sneller worden gereageerd, en er moet met de context worden gewerkt. Niemand kan daar iets tegen hebben. Ik zou daar graag wat dieper op ingaan. Hoe ziet u dat concreet? Welke concrete maatregelen kunnen worden genomen om sneller ingrijpen mogelijk te maken? Hoe kan dat werk met de context eruitzien? Dat zou ons nu op dit moment te ver leiden. We zouden dat in deze commissie nog moeten uitdiepen.
Er is in een bedrag voorzien voor Tongeren. U hebt het over een eerste fase met vier plaatsen buffercapaciteit. Ik neem aan dat die fase inmiddels operationeel is. Zo ja, weet u dan in welke mate die capaciteit gebruikt wordt? Is die capaciteit helemaal volzet, of is dat maar gedeeltelijk zo? Hebt u daar cijfers over? Anders stel ik er nog eens een aparte vraag over.
U hebt het over negen tijdelijke plaatsen in een tweede fase, tot de plaatsen in Everberg eind 2019 zijn gerealiseerd. Wanneer wordt dat beslist? Als ik u goed heb begrepen, wordt die beslissing genomen op basis van een capaciteitsanalyse van fase 1 op dit moment. Wat is daar de timing?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. In verband met Tongeren hoor ik zeer uitdrukkelijk dat het over een tijdelijke uitbreiding gaat, waarbij een deel van het budget wordt ingezet zowel voor infrastructuur als voor begeleiding. Dat zal worden stopgezet op het moment dat de uitbreiding van Everberg wordt gerealiseerd.
Wat betreft de uitstroom en de doorstroom kan ik alleen maar volledig onderschrijven dat het verblijf in de gemeenschapsinstellingen inderdaad het best zo kort mogelijk wordt gehouden, waar het kan. We moeten er echt voor zorgen dat de gemeenschapsinstellingen, de gesloten opvang, niet los of helemaal naast de opvang en begeleiding staan in andere, private voorzieningen, of naast de begeleiding op andere manieren. Er moet inderdaad op een goede manier een uitstroom en doorstroom kunnen zijn, met andere vormen van begeleiding, zoveel mogelijk op maat, waardoor sneller plaatsen binnen die gemeenschapsinstellingen vrijkomen, specifiek voor de doelgroep waarvoor ze zijn bestemd.
Minister, ik heb een duidelijke analyse van u gehoord over de inzet van de politie. Uit de cijfers die u hebt gegeven, blijkt dat voor het overgrote gedeelte de taakinvulling gebeurt en moet gebeuren vanuit de federale overheid, vanuit het veiligheidskorps. Het is belangrijk dat we er blijven op aandringen dat die taken effectief worden opgenomen en dat het overleg gaande blijft.
Minister, ik weet niet of er concrete afspraken zijn over wanneer er verder wordt overlegd, zeker in de aanloopfase naar die uitbreiding. Zoals u terecht zegt, zou het niet mogen dat we al die alternatieven, zoals videoconferenties, in de kijker plaatsen juist omdat er problemen zijn met het vervoer en het voorleiden door het in gebreke blijven van het federaal veiligheidskorps. Daar wil ik toch wel op aandringen.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Ik wil de twee dingen apart houden. Het eerste luik, jongeren die in Everberg zijn, die naar de jeugdrechter moeten en door de politie moeten worden vervoerd, is een aparte zaak.
Ik ben er oprecht blij om dat er wordt gezegd dat we er belang aan hechten dat jongeren lijfelijk voor de jeugdrechter komen en gehoord worden want de non-verbale communicatie is van belang. Waarom leg ik daar de nadruk op? We gaan hier binnenkort een ontwerp van decreet bespreken over het jeugdrecht. De optie van videoconferentie wordt daarin niet uitgesloten. Ik was ongerust toen ik het las. Ik hoor hier zeggen dat er een engagement is dat dat wel de bedoeling is. Ik hoop dat we dat op die manier gaan vertalen.
Dat betekent wel dat je jongeren moet vervoeren van de gesloten instelling naar de jeugdrechter. Dat is een maatschappelijke kost, maar in mijn ogen is dat een pragmatisch probleem dat moet worden opgelost. Die jongeren hebben er geen boodschap aan dat het vervoer een federale materie is of een Vlaamse. Dat betekent dat u met uw federale collega een oplossing moet zoeken om te zorgen dat er voldoende capaciteit is bij de politie om dat transport te doen. Het recht om zelf voor de rechter te komen en zelf je verhaal te kunnen doen, is ongelooflijk belangrijk. Het kan niet dat die rechtswaarborgen voor de jongeren zouden worden geschonden omdat er een praktisch probleem is om die jongeren te vervoeren.
Een ander debat gaat over de gemeenschapsinstelling in zijn geheel, het feit dat Tongeren opnieuw geopend is, wat een schande is, en hoe we met die gemeenschapsinstellingen omgaan. Als je gaat kijken wie er in de gemeenschapsinstellingen zit, zie je daar heel veel jongeren die daar niet in thuis horen. Het gaat over jongeren met psychische problemen die eigenlijk in een gesloten psychiatrische context moeten zitten. Ook daar weer: het nieuwe ontwerp van decreet komt eraan. Door die jongeren daar weg te nemen, krijg je meer plaats. Als je jongeren die daar niet thuishoren, wegneemt uit die gemeenschapsinstellingen, creëer je meer plaats voor de jongeren die daar wel thuishoren. Dan is de vraag: waar gaan die naartoe? Dat blijft een open vraag.
U hebt nu 1 miljoen euro aangekondigd om aan crisisbeheer te doen, maar we hebben een fundamentele oplossing nodig. Waar is het actieplan waarin extra capaciteit is in een gesloten psychiatrische setting om jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie die niet thuishoren in een gemeenschapsinstelling, een plek te geven zodat we effectief de druk van die gemeenschapsinstellingen kunnen weghalen en er een waardig alternatief is? Hebt u daar een actieplan voor? We gaan hier binnenkort stemmen over een ontwerp van decreet dat beslist dat jongeren daar niet meer naartoe mogen, maar er is eigenlijk geen aanbod waar ze dan wel naartoe kunnen.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega's, het is wel degelijk de bedoeling om te zorgen dat er 's avonds iets langer activiteiten kunnen plaatsvinden, men zegt mij tot 20 uur. Het is ook de bedoeling dat er in het weekend dingen kunnen plaatsvinden. Ik heb u geschetst welke infrastructuurwerken er worden uitgevoerd. Het gaat over het creëren van leslokalen en het in gebruik nemen van een deel van de tuin. Van de vier die nu operationeel zijn, is op dit moment geen enkele plaats ingenomen.
Wanneer zullen we naar negen gaan? We gaan evalueren wat de effecten zijn van de maatregelen die werden genomen om te zien of het inderdaad nodig is. Maar het feit dat we nu al in extra personeel en infrastructuur voorzien, maakt dat in ieder geval uitbreidingen mogelijk zijn. Dat is natuurlijk niet het voorkeurscenario, ik hoop dat ik daar niemand van moet overtuigen.
Collega Van den Brandt, er zal inderdaad een plan moeten zijn dat de introductie van het nieuwe jeugddelinquentierecht zal escorteren. Wellicht zullen een aantal van die maatregelen gefaseerd moeten worden ingevoerd of mogelijk moeten worden omdat dat een aantal innovatieve dingen veronderstelt. De gesloten psychiatrische opvang is daar een van. Dat stond vroeger ook in de federale wet op de jeugdbescherming en is nooit uitgevoerd. Dat is alleen maar mogelijk in een samenwerking met de federale overheid aangezien je daar een deel psychiatrischeziekenhuiscapaciteit voor nodig hebt. Je moet daarvoor dus in een setting voorzien. We zijn daarover uiteraard in overleg, want dat is een oefening die de nodige energie opeist. Maar we gaan er toch voor omdat ik denk dat dat hoe dan ook een klein stukje van het arsenaal moet zijn. Ik spreek niet over een massale capaciteit, maar over een reële nood. Zoals gezegd, heeft dat federaal altijd tot de mogelijkheden gehoord, maar is het nooit geïmplementeerd.
Mevrouw Taelman, ik ga best dat fundamentele gesprek over de snelle interventies hier niet voeren. Maar ik blijf er toch bij dat de fundamentele keuze, die we hier in de commissie al meermaals hebben toegelicht, om te gaan naar meer energie en meer budgettaire prioriteit naar datgene wat ons toelaat vroeg te interveniëren en te detecteren, de beweging is die we in ieder geval moeten maken. Dat hebben we gedaan als het gaat over onze bijdrage met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg en kinderen en jongeren, naast de behoorlijke inspanningen van de federale overheid. Dat doen we nu ook, want we zijn volop bezig om de laatste beslissingen te nemen over de inzet van die nieuwe capaciteit rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Dat is natuurlijk expliciet ook daarvoor bedoeld.
Mijnheer Parys, u bent uiteraard zeer goed gebrieft over de brieven die op het kabinet toekomen. De pers had ze ook al sneller gezien dan ik. Dat is altijd interessant.
We moeten een aantal dingen onthouden. Ten eerste hoop ik dat niemand betwist dat transporten naar de rechtbanken een federale bevoegdheid is. Dat is in heel Vlaanderen, in heel België zo. Ik zie dus totaal niet in waarom dat voor Everberg anders zou zijn. Dat wij als bevoegde overheid voor de inrichting van onze gemeenschapsinstellingen uiteraard ook bekommerd zijn en mee moeten ijveren voor een oplossing voor de lokale politie die met die opdrachten wordt geconfronteerd, is evident. Normaal gezien hadden wij gisterenavond een gesprek met de collega van Justitie en de burgemeester van Kortenberg. Om een aantal redenen heeft dat echter niet kunnen plaatsvinden. We zullen dat gesprek voeren. En we zullen uiteraard ook het gesprek moeten aangaan met de minister van Binnenlandse Zaken, omdat een groot stuk van het antwoord uiteraard in die federale bevoegdheid ligt.
Ik begrijp heel goed dat ook de lokale overheid zegt: ‘Staar u niet te veel blind op de transfers en de transporten, want er zijn ook andere effecten van de aanwezigheid van een instelling op uw grondgebied.’ Dat geldt ook voor de psychiatrische ziekenhuizen of voor de jeugdinstellingen op andere plaatsen. Maar er zijn inderdaad ook een aantal effecten, zoals een interventie die je moet doen als er zich daar een veiligheidsissue stelt. Dat is zeker waar.
U hebt de cijfers correct geciteerd. De zone heeft in 2017 56 transfers moeten doen. Er zijn er 45 geweigerd. Men heeft een aantal politionele tussenkomsten gedaan in De Grubbe, namelijk 26. En blijkbaar zijn er ook vanuit de gerechtelijke overheid of vanuit het parket, de onderzoeksrechters, 21 kantschriften geweest die moesten worden behandeld.
Ik ben het er ook wel mee eens dat dat beeld in zijn globaliteit moet worden genomen en dat u zich niet alleen moet blindstaren op de transporten. In het jaar 2018, tot 26 maart, zijn er zes transporten geweest. Maar goed, het punt is gemaakt. Ik ga er dan ook van uit dat iedereen die daarin betrokken is, mee helpt zoeken. Nogmaals, ik begrijp uiteraard de overheid die zegt: ‘Ja maar, als de instelling uitbreidt, moeten ook die aspecten van het verhaal mee in overweging worden genomen. En daarvoor moeten flankerend een aantal dingen worden geregeld.’
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat er al een overleg gepland was tussen de minister van Justitie, de minister van Welzijn en de burgemeester van Kortenberg. Oké, het heeft niet kunnen plaatsvinden, maar het zal binnenkort wel plaatsvinden. Het is namelijk belangrijk dat er al gewoon met elkaar wordt gepraat over deze problematiek.
Minister, u hebt uiteraard gelijk dat iedereen hier een deel van de oplossing zou moeten bijdragen. Het is belangrijk dat het probleem op de agenda staat en dat het ook effectief serieus wordt genomen. Want in de brieven die de politiezone, de politiekorpschef en de burgemeester schrijven, zeggen ze – en ze gebruiken hierbij hoofdletters: “Het is met onze huidige personeelsbezetting echter ONMOGELIJK om aan alle vorderingen te voldoen.” Zij spreken ook over het feit dat hun korpschef regelmatig wordt bedreigd met straf- en tuchtrechtelijke sancties wanneer hij zich in de onmogelijkheid bevindt om capaciteit te leveren om een vordering tot overbrenging uit te voeren. Dat zijn dus zeer serieuze signalen. Ik ben blij dat ze op de agenda staan en ik hoop dat ze zeer binnenkort tot een zeer concrete oplossing zullen leiden op het terrein.
Minister, u weet dat ik – en ik druk mij eufemistisch uit – geen fan ben van Tongeren. Maar ik ben wel blij dat er tot 20 uur 's avonds in de week omkadering zal zijn voor de jongeren die willens nillens in Tongeren worden opgevangen en dat er ook in het weekend een aantal activiteiten zullen zijn. Dat de leslokalen worden ingericht en dat de jongeren niet alleen maar op de koer kunnen gaan die ze moeten delen met andere jongeren en die heel beperkt is qua functionaliteit, vind ik een goede stap. Uiteraard ben ik tevreden om vandaag te horen dat de vier plaatsen die er zijn bij gecreëerd, vandaag niet ingevuld zijn. Ik hoop ook dat dat zo kan blijven.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik verwijs naar mijn opmerking over de problemen die moeten worden gedetecteerd op jonge leeftijd. Ik kan het natuurlijk niet méér met u eens zijn. Het is niet dat ik dat ik dat in vraag wilde stellen. U zegt, gebaseerd op cijfers, dat de jeugdcriminaliteit is gedaald. Tegelijkertijd, in eenzelfde beweging, hebben wij honderd extra plaatsen, extra capaciteit gecreëerd. En toch stellen we regelmatig vast dat er problemen zijn.
Dus is dat vroeger ingrijpen, die preventie, dat werken met de context en er op jonge leeftijd voor zorgen dat de problemen zich niet voordoen, inderdaad cruciaal. We moeten daarin investeren. Dat is de weg die we moeten gaan.
Ik ben het absoluut met u eens en ik ben blij dat er daarvoor aandacht is. Laten we daar dan ook snel werk van maken.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Eén, de inzet van de politie. Collega's, ik ben jarenlang burgemeester geweest van een gemeente met een heel groot psychiatrisch ziekenhuis. Ik kan inderdaad erkennen dat dat een impact heeft. En dat is niet alleen zo met psychiatrische ziekenhuizen, maar ook met een aantal andere voorzieningen, ook voor jongeren. Dat heeft een impact.
Maar we moeten natuurlijk wel een duidelijk onderscheid maken tussen wat tot wiens bevoegdheid behoort en niet alles op een hoopje gooien.
Minister, u zei dat er overleg komt en dat dat overleg er normaal al zou zijn geweest met de minister van Justitie en de burgemeesters. Het is goed dat die zaken worden overlegd en dat er dan afspraken worden gemaakt. Ook de heer Parys zei dat hij heel blij is met dat overleg. Wel, mijnheer Parys, ik zal daaraan toevoegen dat ik hoop dat er op korte termijn ook overleg komt met de minister van Binnenlandse Zaken over de invulling van het federale takenpakket, zodat alles daar goed is afgestemd en dat, vooral in het belang van jongeren, die taken op een goede manier kunnen worden uitgevoerd.
Twee, de gemeenschapsinstelling en de invullingen daar, de doelgroep, zullen voorwerp uitmaken van bespreking in deze commissie, wanneer we hier het nieuwe ontwerp van decreet over het Jeugddelinquentierecht zullen bespreken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.