Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, we hebben het al eens over online gokken gehad, maar een reportage op tv heeft dikwijls meer maatschappelijke impact dan sommige vragen die wij hier stellen, vandaar dat ik het online gokken toch weer hoog op de politieke agenda wil krijgen.
Vorige week zond het onderzoeksprogramma Pano een reportage uit over de gokproblematiek in Vlaanderen. Voor wie het advies inzake gokken van de Hoge Gezondheidsraad heeft gelezen, bevat die reportage niet zoveel nieuws, maar ze maakt de aanbevelingen en analyses van de raad wel heel concreet. Zo zagen we hoe gemakkelijk het voor minderjarigen is om deel te nemen aan online gokactiviteiten en hoe er zelfs casino’s voor minderjarigen in recreatieparken staan opgesteld. Eén recreatiepark heeft ondertussen al aangekondigd om de speelhallen voor kinderen te sluiten – gelukkig maar.
Ook konden we in de reportage ervaren hoe alomtegenwoordig reclame voor gokken en kansspelen eigenlijk is en welke kwalijke effecten dat kan hebben op sommige jonge en minder jonge Vlamingen. Wat sportwedstrijden betreft, werd een expert van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) geciteerd, die de problematiek treffend samenvatte met de stelling dat sportwedstrijden nu meer dreigen te gaan over gokken op de uitslag dan over genieten van de wedstrijd en in spanning het resultaat afwachten.
Voor mij zaten de meest treffende beelden echter op het einde van de reportage, toen de lijst met mogelijke hulpinstanties voor problematisch gokgedrag op de website van de federale Kansspelcommissie gefactcheckt werd en op haar accuraatheid getest. Sommige telefoonnummers, op een officiële website, bleken niet meer in gebruik, andere wezen naar psychiatrische centra die geen specifieke hulp bieden voor problematisch gokgedrag, en als uitsmijter werd gesteld dat de Kansspelcommissie er tijdens de drie weken tussen de opnames en de uitzending niet in geslaagd was om dat onderdeel van hun website te actualiseren en up-to-date te brengen. Dat is toch wel een verbazingwekkende vaststelling.
Minister, preventie en de toeleiding naar hulp zijn belangrijke onderdelen van uw Vlaamse bevoegdheden. Het advies van de Hoge Gezondheidsraad, dat we ondertussen wel allemaal gelezen zullen hebben, wees specifiek op hoge drempels tot de hulpverlening. Daarom kunnen we hier niet licht aan voorbijgaan.
Ik neem aan dat u beaamt dat online gokken en gokreclame problematische vormen aannemen in Vlaanderen, of reeds aangenomen hebben. Steunt u dan ook de op het federale niveau voorgestelde aanbeveling van de Kansspelcommissie om gokreclame meer aan banden te leggen? Kunt u, vanuit het oogpunt van preventie, akkoord gaan met een reclameverbod voor online gokken, zoals wij al hebben voorgesteld?
Als u niet akkoord kunt gaan met een reclameverbod, acht u het dan nodig, aangezien de impact van de alomtegenwoordige gokreclame door niemand lijkt te worden betwist en er eveneens een brede consensus lijkt dat er te veel reclame wordt gemaakt, om binnen uw bevoegdheden specifieke ontradingscampagnes te lanceren, teneinde de kwalijke impact van de gokreclame te trachten neutraliseren?
Gelet op de ontoereikende en zelfs verkeerde info over het aanbod aan hulpverlening op de website van de Kansspelcommissie, hoe zult u ervoor zorgen dat Vlaamse jongeren en anderen aan correcte en efficiënte info raken over de Vlaamse hulpverlening?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, vanuit de bezorgdheid over dit thema en de signalen die me vanuit het werkveld bereikten, nam ik al in 2016 het initiatief om, in de schoot van de Algemene Cel Drugs, een werkgroep rond gokken op te starten. Die werkgroep heeft een synthesenota opgeleverd die het Belgische aanbod aan preventie en hulpverlening bundelt. Momenteel wordt, wederom op onze vraag, door de verschillende gemeenschappen en de federale overheid gewerkt aan een visienota over gokken die, normaal gezien, zal worden voorgesteld op de interministeriële conferentie in de loop van dit jaar.
In die visienota hebben we aangegeven dat er dient te worden ingezet op het vergaren van duidelijke gegevens. Er bestaan op dit ogenblik immers geen sluitende cijfers over gokken, over de omvang van het aantal mensen die problematisch gokken, noch over het aantal mensen die een behandeling starten omwille van problematisch gokken.
Om een beter zicht te krijgen op het fenomeen gokken, zowel online als offline, hebben onze diensten ervoor geijverd om in de nationale gezondheidsenquête het thema op te nemen. Vanaf 2018 wordt dit ook meegenomen. Daardoor krijgen we een idee hoeveel mensen online gokken. Daarnaast is er nood aan afstemming van de registratiegegevens van verschillende voorzieningen die in contact komen met mensen met een gokprobleem. Dit zijn zowel voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg als voorzieningen uit de eerste lijn.
Om op een efficiënte wijze de gokproblematiek aan te pakken, moeten we niet enkel bewust omgaan met reclame, maar inzetten op verschillende strategieën tegelijk: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, zorg en begeleiding. Vanuit Vlaanderen hebben we zowel in preventie als in de hulpverlening al een aantal stappen inzake de gokproblematiek gezet.
VAD zet in op het informeren van burgers en intermediairs rond de problematiek van gokken. Zo zijn er folders, zelftests en materiaal voor onderwijs zoals het educatief materiaal ‘You bet!’ uitgewerkt. Zij bieden handvaten aan voor hulpverleners.
De pijlers omgevingsinterventies, afspraken en regels worden veeleer opgenomen door de procesbegeleiding die de cgg-preventiewerkers (centrum voor geestelijke gezondheidszorg) aanbieden aan verschillende settings om te komen tot een beleidsmatige aanpak. Er moet immers rekening worden gehouden met de kenmerken en cultuur van de betreffende setting. Voor de ondersteuning daarvan bestaan verschillende draaiboeken per setting.
In Vlaanderen is voornamelijk een ambulant aanbod aan hulpverlening voor mensen met een gokprobleem, voornamelijk vanuit de cgg of de verslavingszorg, uitgebouwd. Ook residentiële behandeling is soms noodzakelijk en mogelijk, bijvoorbeeld op een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (paaz) of in een psychiatrisch ziekenhuis. Ook online is er een aanbod aan zelfhulp en online begeleiding.
Bij het opmaken van regelgeving rond gokreclame is het belangrijk om de potentiële speler zo maximaal mogelijk te beschermen door het reclamevolume, de tijdstippen, de reclame voor risicovolle spelen, de bonussen en promo’s en dergelijke te reguleren, zowel in de fysieke wereld als online. Effectieve preventieve acties en hulpverlening rond gokken kunnen immers enkel plaatsvinden wanneer de wetgeving ter zake het juiste klimaat schept, zo niet blijft het dweilen met de kraan open.
In de planning 2018 wordt door VAD een sensibiliserende campagne opgezet net voor en tijdens het WK voetbal. In die campagne zal een beroep worden gedaan op een aantal bekende Vlamingen die uitspraken doen over gokken op sportwedstrijden. De campagne zal voornamelijk online via de sociale media worden uitgerold en zal worden ondersteund door het loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie (Logo) en de intergemeentelijke en cgg-preventiewerkingen. Mensen die op de campagne reageren, worden omgeleid naar een landingspagina van waaruit men toegang krijgt tot de website van de DrugLijn voor meer informatie en advies over gokken.
Vlamingen die vragen hebben rond gokken, kunnen terecht op de DrugLijn, de publieksservice van VAD. Zij bieden zowel informatie aan als een zelftest. Op de website van VAD staat een doorverwijsgids waar ook adressen voor begeleiding rond gokproblemen kunnen worden gevonden.
We financieren daarnaast het centrum voor alcohol- en andere drugproblemen (CAD) Limburg om de website www.gokhulp.be uit te baten. Daar wordt eveneens informatie en een zelftest aangeboden, evenals online zelfhulp en online begeleiding. Www.Gokhulp.be telde in 2017 overigens 116.376 bezoekers. Er waren 200 aanmeldingen voor de zelfhulp en 80 voor de begeleiding.
VAD heeft ons overigens laten weten dat ze eind november 2017 de recente adressen aanleverde voor een folder die door de Kansspelcommissie reeds verschillende jaren wordt verspreid in casino’s en speelhallen. Daarin staan informatie en adressen waar men terecht kan voor begeleiding.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, dank u wel dat er wordt gewerkt aan een visienota, die nog in 2018 op de interministeriële conferentie zou komen. Ik neem aan dat u daar straks iets concreter over kunt zijn of dat in het voor- of najaar zal zijn. Dat er wordt gewerkt aan het opnemen van het thema in de nationale gezondheidsenquête is een pas voorwaarts, maar is niet genoeg. Daar kom ik straks nog even op terug.
Ik meen begrepen te hebben uit uw antwoord met betrekking tot het reclameverbod dat u gesproken hebt over reclame reguleren en beperken en dat u dus niet bent voor een totaalverbod voor online gokken. Minister, ik denk dat we nog een pas sneller moeten schakelen. We weten dat er meer dan een miljoen gokaccounts zijn. We weten, zoals de reportage en de nationale gezondheidsraad nog eens hebben aangetoond, dat er een online gokindustrie is die leidt tot menselijke drama's en waarmee je een aantal mensen in de miserie duwt. Daar moeten we meer proactief kunnen optreden.
Mijn bijkomende vraag is dan ook of u met betrekking tot de kansspelen, het online gokken, geen pas kunt bijzetten. U verwijst terecht naar VAD en de cgg’s, maar het aanbod aan effectieve actuele hulpverlening in die cgg’s is momenteel te beperkt. Ik denk dat we daar een pas moeten bijzetten. Minister, wil u daar een bijkomende actie ondernemen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik ben een beetje verbaasd door een aantal suggesties, want als er één gemeenschap is geweest die ervoor gezorgd heeft dat dat thema op de agenda van de algemene cel komt en dat er nu tenminste wordt geïnvesteerd in een poging om daar een goede visie rond te ontwikkelen, dan is het wel de Vlaamse Gemeenschap geweest. Het feit dat we dat kunnen meenemen in onze nationale gezondheidsenquête, zal natuurlijk het probleem niet oplossen, maar het zal ons minstens in staat stellen om meer coherentie in de cijfers en in de manier van beleid voeren mogelijk te maken. In die zin denk ik dat wij wel degelijk de tandjes bij hebben gestoken waarnaar werd verwezen.
Wat de reclame betreft, weet u zeer goed dat dat een federale bevoegdheid is. Ik heb u aangegeven dat wat ons betreft het duidelijk is dat als je dat niet reguleert, dat zeker geen goede zaak is. Maar de bevoegdheid moet worden uitgeoefend door de federale overheid. Het is dus niet aan de gemeenschappen om dat te doen. Of het nu gaat over alcohol of over dit risico, het is altijd een beetje ‘health in all policies’. In dit geval zijn er andere bestuursniveaus die daarvan de contouren zullen bepalen.
Wat betreft het hulpverleningsaanbod, is het juist dat we moeten kijken dat onze hulpverlening ook deze uitdaging aan kan. Ik heb niet het gevoel dat we daar alleen moeten inzetten op een specifieke vorm van hulpverlening, maar dat we vooral moeten gaan naar een breed toegankelijke hulpverlening, die wat breder gaat dan een specifieke vorm van verslaving. Ook daar heb ik al aangekondigd dat we dat wel degelijk meenemen in ons beleid geestelijke gezondheidszorg en dat u kunt verwachten dat we proberen de kaart van Vlaanderen te maken om te kijken waar de expertise zit en waar de competenties verbeterd of aangescherpt moeten worden.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, wat betreft de visienota van de interministeriële conferentie: ik ben begonnen met te zeggen dat dat een goede pas voorwaarts is. Ik weet niet goed waar uw verbazing vandaan komt. Dat is een goede pas voorwaarts, alleen is hij niet genoeg en moeten we effectief een tandje bij steken om een hulpverleningsaanbod over heel Vlaanderen uit te spreiden. Dat mag breed gaan, in de brede verslavingszorg. We zien immers problemen op het terrein ontstaan bij jongeren en anderen, en we kunnen daar nu niet proactief genoeg op reageren en worden achteraf met de problemen geconfronteerd. Mijn vraag blijft om daar iets meer proactief op te treden en een tandje bij te steken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.