Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Afgelopen vrijdag, 2 februari, ging de Vlaamse Week tegen Pesten van start, en die loopt nog tot vrijdag. Vandaag is het trouwens Safer Internet Day in heel Europa. De STIP IT-actie, die deze week de hele campagne goed ondersteunt, hoort bij de Week tegen Pesten. Dit zijn bijzonder waardevolle, maar jammer genoeg noodzakelijke bewustwordingscampagnes. Ondanks verschillende waardevolle initiatieven slagen we er nog steeds niet in een vuist te maken tegen het fenomeen van cyberpesten, dat een verwoestende impact heeft op talrijke jonge mensenlevens. Pesten verwoest mensenlevens.
In de marge van de Week tegen Pesten riepen verschillende experts de Vlaamse overheid dan ook op om sterker in te zetten op de aanpak van cyberpesten, met name door de oprichting van een kenniscentrum (cyber)pesten. Zo stelt professor Heidi Vandebosch van de Universiteit Antwerpen in haar opiniestuk in De Morgen: “Hopelijk neemt ook de Vlaamse overheid haar rol in de aanpak van pesten verder op. Dit zouden haar vier stippen (lees: beloftes) kunnen zijn: een duidelijker verwachtingskader over de aanpak van pesten ten opzichte van scholen creëren, een kenniscentrum rond (cyber)pesten oprichten, de impact van verschillende beleidsinitiatieven rond pesten evalueren, de vzw’s die een lange en verdienstelijke staat van dienst hebben wat betreft anti-pest-initiatieven (bijvoorbeeld het Netwerk Kies Kleur Tegen Pesten, Awel) beter (financieel) ondersteunen.”
Dit citaat komt uit STIP IT over het nut van de Ketnet-actie tegen pesten, dat verscheen in De Morgen op 8 februari 2018.
Minister, allicht bent u op de hoogte dat die actiepunten allemaal deel uitmaakten van een voorstel van resolutie die onze fractie indiende op 14 april 2016, bijna twee jaar geleden, en die op 7 juni 2016 werd weggestemd in de commissie, en op 29 juni 2016 in de plenaire vergadering. Helaas is er sindsdien op geen van die acties ingezet.
Minister, hoe plant u deze beleidsaanbevelingen ter harte te nemen? Hoe staat u tegenover de oproep tot de oprichting van een kenniscentrum (cyber)pesten? Staat er een evaluatie gepland van de verschillende beleidsinitiatieven rond (cyber)pesten? Zo nee, gaat u ermee akkoord om de impact van deze initiatieven te laten evalueren en waar nodig bij te sturen? Binnen welke termijn kan dat gebeuren? Zijn er mogelijkheden om bestaande anti-pestinitiatieven beter en structureel te ondersteunen? Welke bijkomende initiatieven plant u om op een transversale manier de pestproblematiek aan te pakken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
We hebben het hier al herhaaldelijk gehad over de fasering van het Vlaams actieplan ter bevordering en bescherming van de fysieke, psychische en seksuele integriteit van minderjarigen in de jeugdhulp en de kinderopvang, het onderwijs, de jeugd- en de sportsector, en ook in de Commissie Grensoverschrijdend Gedrag, eind vorig jaar.
Dat actieplan is opgebouwd vanuit vier pijlers: kennisverruiming en kennisdeling met betrekking tot geweld op kinderen en jongeren, algemene ondersteunende en sensibiliserende acties naar de brede bevolking ter bescherming van de fysieke, psychische en seksuele integriteit van kinderen en jongeren, adequaat en gepast omgaan met de integriteit van minderjarigen en met grensoverschrijdend gedrag en misbruik van kinderen en jongeren in de betrokken sectoren, aanbieden van gepaste ondersteuning en hulp aan minderjarige slachtoffers en daders van grensoverschrijdend gedrag en misbruik.
De monitoring van de daaronder ressorterende acties gebeurt door de werkgroep integriteit, die wordt aangestuurd door mijn kabinet. Aan deze werkgroep participeren de kabinetten en administraties van de beleidsdomeinen Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport. Het realiseren van een geïntegreerde en afgestemde aanpak van (cyber)pesten gebeurt, net zoals de aanpak van andere vormen van geweld op kinderen, op basis van de vier genoemde pijlers.
In het kader van de eerste pijler, met name kennisverruiming en kennisdeling, wordt momenteel, zoals aangekondigd, een vervolgwetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op het in 2010 opgezette onderzoeksproject van het Kinderrechtencommissariaat met betrekking tot geweld op kinderen en jongeren in Vlaanderen.
In de eerste fase werd de consolidering van de initiële vragenlijsten voor kinderen en jongeren en het ontwikkelen van een aanvullende nieuwe module met betrekking tot (cyber)pesten afgerond. Met deze module willen we een duidelijker zicht krijgen op de aard en de omvang van (cyber)pesten in diverse settings. De resultaten en onderzoeksbevindingen in dat verband moeten leiden tot beleidsaanbevelingen en finaal tot een afgestemde aanpak door de betrokken beleidsdomeinen. De nood aan een kenniscentrum zal in dit kader worden geëvalueerd. Het vervolgonderzoek loopt tot deze maand en wordt uitgevoerd door UC Limburg, campus Diepenbeek. Het onderzoeksrapport zal in juni 2018 beschikbaar zijn. Voor dit onderzoeksproject is 80.000 euro gepland door het Departement WVG.
Nog in het kader van de eerste pijler wordt werk gemaakt van een kennisplatform integriteit voor vrijwilligers en professionals in de betrokken sectoren. De thematiek (cyber)pesten krijgt daarin een plaats. Dit gebeurt op basis van cofinanciering door alle betrokken beleidsdomeinen voor een totaal bedrag van 75.000 euro, waarvan 26.000 euro door WVG, 25.000 euro door Onderwijs, 12.000 euro door Jeugd en 12.000 euro door Sport.
De preventie en aanpak van geweld op kinderen en jongeren kan alleen maar worden gerealiseerd mits een beleidsdomeinoverstijgende aanpak en een duidelijk engagement van alle sectoren. Bundeling van krachten tussen de onderscheiden beleidsdomeinen en het realiseren van transversale aanpak zijn belangrijke aandachtspunten.
Om u direct een antwoord te geven, we sloten hiervoor een overeenkomst af met het steunpunt Mens en Samenleving (SAM). Dat is ons nieuw Vlaams welzijnssteunpunt. Dat liep tot eind november vorig jaar. Dit liep vertraging op door technische problemen en de initiatiefnemer vroeg een verlenging tot maart dit jaar.
De opdracht met betrekking tot dat kennisplatform integriteit betreft het bundelen en ontsluiten van informatie over de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de minderjarigen en alle vormen van geweld, te starten met (cyber)pesten, door een kennisplein integriteit. De doelgroep voor dit kennisplein integriteit zijn vrijwilligers en professionals in de kinderopvang, de jeugdhulp, het onderwijs, de jeugdsector, sport- en welzijnssector. Doel is het ondersteunen van vrijwilligers en professionals om het algemeen welbevinden te verhogen in elke setting van Welzijn, Onderwijs, Jeugd en Sport.
Binnen het project ‘kennisplatform integriteit’, waarvoor zoals gezegd vzw SAM een subsidie van 75.000 euro heeft ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap, heeft de Ambrassade een specifieke opdracht op zich genomen, die betrekking heeft op het vooronderzoek. Het vooronderzoek heeft tot doel om een concept te bepalen voor het kennisplein zelf. Meer bepaald gaat het over een overzicht van relevante organisaties binnen de betrokken beleidsdomeinen die kennis, expertise, activiteiten of producten hebben op het vlak van geweld op kinderen en jongeren, een overzicht van bestaande kennis, expertise, activiteiten, methodes en producten binnen de betrokken beleidsdomeinen en een overzicht van de mogelijke gebruikers binnen de betrokken beleidsdomeinen.
Een beleidsdomeinoverstijgende stuurgroep, gecoördineerd door vzw SAM, heeft de opdracht gekregen om op basis van het vooronderzoek het concept van het Vlaamse kennisplein uit te werken en te realiseren. De stuurgroep is samengesteld uit vzw SAM, De Ambrassade, de administraties en de relevante organisaties, waaronder Sensoa, Kind en Gezin, de vertrouwenscentra kindermishandeling, het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES), Tumult, Child Focus, Awel, Mediawijs, Mediaraven, Gezond Leven en Jong & Van Zin.
De stand van zaken is dat de basis voor het kennisplatform integriteit is gelegd. De URL voor de website is gekozen. Er zijn themabeheerders aangesteld uit de onderscheiden organisaties, waaronder de vertrouwenscentra kindermishandeling, Sensoa, Child Focus, Tumult, Jong & Van Zin, Mediawijs, Gezond Leven, TIP en ICOBA (Iedereen COmpetent in het Beheersen van Agressie).
Voor de themabeheerders vond de opleiding plaats op 22 en 29 januari jongstleden, met als doelstelling de kennismaking met het platform en het systematisch invullen van de content. Voor de lancering van het kennisplatform, de bekendmaking van de naam en de website mikken we door de vertragingen nu op maart van dit jaar. Dat is ook zo afgesproken met de themabeheerders uit de onderscheiden organisaties.
Ik geef u ook nog de stand mee met betrekking tot de pijlers drie en vier. Wat de derde pijler betreft, het omgaan met grensoverschrijdend gedrag, wordt in alle beleidsdomeinen permanent ingezet op vorming met betrekking tot het vlaggensysteem en het Raamwerk Seksualiteit en Beleid. Wat de vierde pijler betreft wordt in ook in 2018 voortgewerkt aan het optimaliseren van de toeleiding naar 1712 vanuit de sectoren Onderwijs, Jeugd en Sport, en aan het uitwisselen van expertise met betrekking tot het werken met ‘peer support’.
Bij het uitwerken van een kindvriendelijker 1712 en de lancering van een 1712-website voor kinderen en jongeren was er ook aandacht voor de problematiek van pesten en cyberpesten. Voor de in dit kader opgezette bekendmakingscampagne werd in 25.000 euro voorzien in 2016, en in nog een beperkt bedrag in 2017.
Het departement ondersteunde ook de jaarlijkse sensibiliseringsactie voor de verdere bekendmaking van de chatbox www.nupraatikerover.be bij jongeren. Daarvoor werd in 2017 in 5000 euro voorzien. De verruiming van de opdrachten van de chatbox naar alle vormen van kindermishandeling kan in dat kader uiteraard ook betekenisvol zijn.
Onderwijs, Jeugd en Sport werken actief mee aan het onder de aandacht brengen van het kindvriendelijke 1712 en de jaarlijkse sensibiliseringscampagnes van de chatbox www.nupraatikerover.be.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw overzicht van alles wat gebeurt. Uiteraard is onze fractie verheugd dat er ook wordt ingezet, zeker vanuit dat kenniscentrum integriteit, op de problematiek van cyberpesten en pesten in het algemeen. We zien echter het volgende. Is het eraan gelegen dat het een te brede scope is, dat de zaken te versnipperd zijn? Ik weet het niet, maar we zien dat we echt geen vooruitgang boeken in Vlaanderen in de strijd tegen pesten. Het lijkt alsof we dweilen met de kraan open. Alle goede intenties ten spijt van transversaal en domeinoverschrijdend werken, waarmee ik het absoluut eens ben, denk ik dat we toch echt wel nood hebben aan een apart kenniscentrum inzake cyberpesten, dat daar volop op kan inzetten. U verwijst ook naar Mediawijs. Dat levert inderdaad uitstekend werk, maar als ik dan kijk naar de cijfers die schriftelijk zijn opgevraagd bij minister Crevits door onder andere collega Celis, dan zie ik het volgende. Tussen 1 maart en 31 oktober 2017 is er met betrekking tot de zeer uitgebreide Cyber-Scan ‘toolkit’ van het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid op hun website 1021 keer een paginaweergave geweest. Dat is 0,44 procent van het totale aantal paginaweergaves op www.mediawijs.be, terwijl items over het dossier cyberpesten toch ongeveer 8 procent van de weergaves genereerden.
Voor mij zijn dat soort cijfers illustratief voor het feit dat we te zeer versnipperd bezig zijn. Dat is altijd een risico van ‘multi stakeholder governance’, waarbij je zegt dat je met zijn allen de strijd moet aangaan. Doordat men het samen moet doen, worden zaken ook te versnipperd. Dit is echt niet genoeg, als kijkt naar die cijfers en ziet wat er maar gebeurt, hoeveel mensen maar de weg vinden naar die pagina’s op de website van Mediawijs.
Ik ben het er absoluut mee eens dat de strijd tegen het fenomeen van cyberpesten onze continue beleidsaandacht moet vragen en ook een transversale, gecoördineerde aanpak vergt, in alle beleidsdomeinen, maar ook buiten de gewestelijke bevoegdheden, want er is ook zeker en vast de link naar Justitie, ook federaal moet er een en ander gebeuren. Ik wil echter een oproep doen aan de collega’s van de meerderheid. We hebben nog maar eens een poging ondernomen. Er was een voorstel van resolutie, dat boudweg is weggestemd, zonder hoorzittingen, zonder degelijke bespreking, met het argument dat de ministers al genoeg doen en met het argument dat ook de meerderheid een voorstel van resolutie had. Dat voorstel ligt er echter nog niet. We zijn twee jaar verder, en er ligt niks. We hebben nu dus opnieuw een voorstel van resolutie ingediend en ik roep opnieuw de collega’s van de meerderheid op om daarnaar te kijken. We hebben daar heel veel werk aan besteed. Ik denk dat het heel volledig is. We bekijken waar we echt heel specifiek werk kunnen maken van die strijd tegen cyberpesten, want het is een strijd die we moeten voeren. Dit verwoest immers levens van jongeren. Het verwoest ook levens van volwassenen. We mogen immers zeker nooit denken dat pesten alleen een problematiek is van kinderen en jongeren. Het gebeurt ook al te vaak onder volwassenen. Bekijk dus opnieuw wat daarin staat en maak daar alstublieft op een veel minder versnipperde wijze werk van, want men maakt zich er te gemakkelijk van af door te zeggen dat men dit en dat doet. Het werkt niet. We zijn er niet.
De heer Parys heeft het woord.
Ik wil me toch eventjes kort aansluiten. Dit is immers de discussie die we hier vorige keer hebben gevoerd. We hebben toen gezegd dat er al heel veel initiatieven zijn en worden ondernomen, en dat de minister daar ook zijn schouders onder zet. Mevrouw Segers, ook zei ik dat het me ook helemaal niet duidelijk is hoe de klacht die u formuleert, zou worden beantwoord door nog maar eens de oprichting van een nieuwe instantie. Als u vandaag zegt dat te weinig mensen de weg vinden naar de pagina’s van Mediawijs die op pesten betrekking hebben, dan stellen wij toch een ietwat andere aanpak voor. Ik denk dat het veel belangrijker is om ervoor te zorgen dat 1712, één nummer, bekend is, bijvoorbeeld bij jongeren die problemen hebben, en dat daar de nodige expertise is om die jongeren dan daadwerkelijk ook verder te helpen, dan dat er voor elk probleem dat bestaat en ernstig is, een nieuwe instantie wordt opgericht. Ik denk dat dat echt de verkeerde aanpak is, en ook een totaal andere filosofie dan deze die wij hanteren. Het is belangrijk dat de overheid zichtbaar en kenbaar is, met een lage drempel voor iedereen die met die overheid in contact komt, in dit geval om een probleem te melden. Het is dan aan de overheid om ervoor te zorgen dat er genoeg expertise is in die laagdrempelige punten waar we proberen met die burger contact te maken, om diverse problemen aan te pakken. Als dat de aanpak is die u voorstelt in uw voorstel van resolutie, dan wil ik daar met plezier nog eens heel grondig naar kijken, maar als de aanpak is zoals u die nu hebt voorgesteld, nog eens iets nieuws oprichten omdat men voor dit soort problemen ook een aparte instantie wil, dan zeg ik ‘neen, dank u’.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik deel spontaan de invalshoek van de heer Parys. Als we iets aan het doen zijn in onze sector, dan is het het hergroeperen en samenbrengen van de competenties.
We hebben een hele oefening gedaan om het steunpunt voor de welzijnssectoren te integreren, precies om schaal te kunnen maken en intersectoralere, veel meer inhoudelijke thema’s te kunnen aanbrengen en daar opnemen. Nu weer de heel andere richting uitgaan, nog los van de oprechte bekommernis die er uiteraard bij u is rond de aandacht en de verhoogde prioriteit, maar als je opnieuw een expertisecentrum opricht, wat gaat er gebeuren? Dat moet alle stakeholders benaderen, want die komen dan met de vraag naar een plaats daarvoor in hun aanpak. Ik denk dat het op dit moment niet de beste methode is om daar een nieuw extern kenniscentrum voor op te richten. We moeten proberen om de competenties en de aandacht voor het thema in een aantal structuren systematisch hoog te houden. Ik heb u het relaas gegeven van waar we daar ondertussen mee staan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ons voorstel van resolutie bevat echt wel veel meer aanbevelingen dan alleen het oprichten van een kenniscentrum cyberpesten. Ten eerste denk ik wel dat we het kunnen gebruiken. Expertise bundelen is altijd goed, maar zaken mogen niet verdrinken. Als we zien dat we nu in een situatie zitten waarbij de acties die worden opgezet, niet het bereik en de impact hebben die worden vooropgesteld, omdat ze hun doel niet bereiken, namelijk het pesten verminderen en aanpakken, dan moet je daar conclusies uit trekken. Ons voorstel van resolutie gaat veel verder. Dat gaat over aanbevelingen op het vlak van wetenschapsbeleid, het ontwikkelen van inzichten in bijvoorbeeld copingstrategieën. Het gaat over de rol van het mediabeleid: preventief werken, toolkit, de rol van de openbare omroep. Het gaat over de rol van het onderwijs, over ‘whole-school approach’.
Collega Parys, u verwijst naar de 1712. Komaan, we mogen het niet zo ver laten komen dat mensen naar 1712 moeten bellen. Ik wil preventief inzetten. Ik wil echt inzetten op preventie, de rol van de scholen, met een ‘whole-school approach’, zoals ook collega Heidi Vandebosch van de Universiteit Antwerpen vooropstelt.
Ik wil inzetten op jeugdbeleid, op overleg met de federale overheid. Want er is ook de rol van de daders. Dat is ook een heel belangrijk aspect, het inzetten op het werken met de daders. Afstemming met het Centrum voor Cybersecurity. Politiediensten sensibiliseren rond het thema van cyberpesten, socialemediabedrijven aanzetten om te werken rond ‘safety by design’.
De problematiek is zodanig dat we in de diepte moeten gaan – transversaal, maar wel in de diepte, en niet losse plukjes hier en daar. Dus ik hoop, minister, dat we met de meerderheid een overeenstemming kunnen vinden om een goed voorstel van resolutie in te dienen, asap, en dat u er werk van zult maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.