Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Minister, u lanceerde in 2016 een hele hoop maatregelen in het kader van het stimuleren van ondernemerschap. U hebt daarvoor een budget van maar liefst 100 miljoen euro vrijgemaakt. Het doel van deze opzet is eigenlijk: meer starters, meer blijvers en meer groeiers. Dat is ook logisch. Laat ons dat overheidsbeslag naar beneden krijgen en meer initiatieven in de privé. En dan zijn de grotere problemen sneller opgelost.
In dat kader hebt u drie pijlers. Een, het creëren van een cultuur van ondernemerschap. Twee, het begeleiden – en dat is dikwijls ook nodig – van ondernemingen in hun levenscyclus. En drie, het begeleiden van extreem grote groeiers, in de hoop dat er in Vlaanderen toch eens een unicorn kan ontstaan. Dat is de droom van ons allemaal, alleszins toch die van mij.
In het kader van het creëren van een cultuur rond ondernemerschap is er een campagne opgericht rond falen: ‘Met falen en opstaan’, ‘Failing Forward’. Ook daar zie je hier en daar wel wat initiatieven van de middenveldorganisaties, voornamelijk UNIZO, die daar toch heel wat rond doet.
De bedoeling is het doorbreken van het taboe rond falen. Ik ben zelf een paar weken geleden in de US geweest. Het is daar geen probleem om te spreken over falen. In Vlaanderen hebben we daar toch wat meer moeite mee.
Ik vind zelf dat we wat moeten opletten voor een dunne lijn. Een, ik vind niet dat we in de handen moeten klappen om ondernemers die gefaald zijn, direct of alleen maar op een podium te zetten. We moeten daar wat mee oppassen, want dat kost ook geld, zowel aan de ondernemingen als aan de overheid.
Twee, er is iets dat ik een heel goed initiatief vind: de do’s van hoe je je succesverhaal hebt kunnen opstarten, moet je delen onder ondernemers, maar de don’ts moet je ook kunnen delen. Ondernemers die gefaald hebben, moeten kunnen zien waar hun fouten precies zitten. Andere ondernemers kunnen daar zeker uit leren.
U hebt affiches en brochures laten verspreiden.
Deze campagne werd voor het eerst gelanceerd eind 2016 en zou worden georganiseerd over vier jaar. We zijn nu een half jaar na die lancering.
Minister, hoe evalueert u die afgelopen campagne?
Hoe ziet u dit project in de toekomst? Ik vermoed positief, want ik hoor dat er een tweede golf is opgestart.
Wat was het budget van deze campagne?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Vanwesenbeeck, ik denk dat de campagne die werd ontwikkeld, kwalitatief heel goed is. Ik denk dat ze de juiste toon heeft, de toon die u daarnet ook een beetje zette: leren uit fouten is nodig als je succesvol wilt zijn, want dan maak je fouten en moet je daar vooral uit leren.
Ik denk dat we daarmee ook de fabel doorbreken dat succesvolle mensen altijd en overal succesvol zijn. Iedereen beseft dat ook die succesvolle mensen een bewogen parcours doorlopen.
Door het verspreiden van die ervaringen kan eveneens worden aangetoond aan anderen dat fouten maken kan, als je maar zo slim bent om eruit te leren. Falen op zich moet en mag niet verheerlijkt worden, maar het leerproces achter falen is heel belangrijk, en dit positieve aspect wordt in Vlaanderen nog te weinig belicht. Het is ook mijn ervaring dat ik in de Verenigde Staten heb gezien dat je daar wel mag falen. En er is nog een groot verschil: je mag daar ook succes hebben!
Ik heb aan de commissiesecretaris een overzicht bezorgd van de indicatoren die worden opgevolgd. Een aantal indicatoren moeten nog worden aangeleverd. Over het algemeen gesproken is het zo dat de meeste indicatoren in april 2017 al werden overtroffen en dat de evaluatie dus positief is. Zoals u zei, ligt het een beetje in onze aard te denken dat mislukking uit den boze is. Een wijziging tot stand brengen in die beeldvorming is een inspanning van lange adem. We hebben met de verschillende overheden en middenveldorganisaties de plicht dit jarenlang vol te houden en bij te sturen om effect te boeken. De resultaten van een beeldvormings- en bewustmakingsactie kunnen na één jaar wel gemeten worden, maar voor een definitieve evaluatie is het nog veel te vroeg. Er zijn intussen veel meetings geweest, maar we kunnen nog niet echt zeggen dat de beeldvorming al is veranderd. Daar is meer tijd voor nodig.
De belangrijkste ontwikkeling voor de komende jaren voor mij is dan ook dat dit een volgehouden, kwalitatieve inspanning moet zijn, waarbij alle actoren in het ondernemerschapslandschap de boodschap mee uitdragen. U noemde UNIZO, maar ook Voka en het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen zijn daarmee bezig. Toen we die mastercall hebben uitgeschreven, is iedereen daarbij betrokken. Iedereen kan van anderen leren. Ik kom daar bij uw volgende vraag nog op terug.
De overeengekomen bedragen voor de vier jaar zijn respectievelijk 642.485 euro, 569.510 euro, 574.804 euro en 557.247 euro. We laten het geleidelijk aan afnemen. We moeten de inspanning verderzetten, maar in het begin zijn de ontwikkelingskosten veel hoger. In totaal gaat het alleen al voor deze campagne om een bedrag van 2.344.047 euro. Voor mij is dat een belangrijke en zeer essentiële investering. Laten we proberen meer ondernemers warm te maken door de schrik weg te nemen om te mislukken evenals de onzekerheid over hoe de omgeving daartegenover zal staan.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor deze toelichting. Een bedrag van bijna 2,5 miljoen euro is natuurlijk heel veel. Als we door het brengen van een realistisch beeld van het ondernemerschap een aantal mensen kunnen aanzetten om die stap te zetten, is dat zonder meer een goede investering.
Ik wil u vragen om goed de dunne lijn te bewaken tussen het niet verheerlijken van het falen zelf en het delen van het moeilijke proces. Het is een feit dat de perceptie over succesvolle ondernemers niet goed zit. Men ziet de villa, de bedrijfswagen en het vermogen, maar niet naar de weg naar het succes. Ik kan uw inspanningen in die zin enkel toejuichen.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
De opgestarte campagne heeft als grote verdienste dat ze falen bespreekbaar heeft gemaakt. Ik deel zeker de visie dat we falen niet moeten verheerlijken, maar het is wel nodig om te laten zien dat het ook kan gebeuren en wel met iedereen. Ik juich de campagne toe en ik heb begrip voor het feit dat daar nu nog geen evaluatie van mogelijk is.
Ik heb twee vragen. De eerste gaat over het digitale gedeelte. Er kan nu een manifest ondertekend worden. Er waren gisteren al een negenhonderdtal ondertekenaars. Verhalen kunnen gedeeld worden. Wordt het warm houden van dat digitaal deel meegenomen? Het is nu opgestart, blijft het de komende vier jaar zo verder lopen of zijn er nog andere initiatieven die dat zullen ondersteunen?
In dat verband kent u misschien de internationale beweging Fuckup Nights, die gestart is door jonge ondernemers in Zuid-Amerika. Via fuckupnights.com maken ze falen bespreekbaar; er zijn daar nu al meer dan 250 steden bij aangesloten. Om je als stad aan te sluiten, moet er een fee betaald worden. In Vlaanderen zouden een drietal steden, Hasselt, Gent en Antwerpen, dat doen. Ze organiseren bijeenkomsten waar een podium gegeven wordt om die verhalen te doen, maar waar ook succesvolle ondernemers komen vertellen dat sommige van hun projecten wel mislukt zijn. Dat je succesvol bent, sluit niet uit dat je af en toe ook een mislukking kent. Kan er in het digitale gedeelte van uw campagne misschien een link gelegd worden naar die Fuckup Nights?
Dan kom ik tot mijn tweede vraag. De campagne focust zich nu op starters.
Ook dan kunnen ze nog te maken hebben met falen. Wordt dat traject op voorhand mee opgenomen, zelfs al blijft deze campagne zich enkel tot de starters richten?
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, dit is een zeer waardevolle vraag om uitleg. Henry Ford had ook pas succes na vier jaar vallen en opstaan. Hetzelfde geldt voor Walt Disney en Bill Gates. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Ik vind het interessant dit even te melden. Zoals daarnet is gesteld, hebben falende ondernemers nog steeds een onterecht stigma. Er is, als ik eerlijk mag zijn, in Vlaanderen nog steeds een verkeerde perceptie met betrekking tot fraude en corruptie. Dat leeft nog in Vlaanderen. Om die reden is de actie Failing Forward zeer waardevol. Het helpt bij de Vlamingen een andere mentaliteit te creëren ten aanzien van ondernemers. Zoals we vorige week al hebben besproken, is een faillissement niet enkel economisch nefast, maar ook persoonlijk nefast voor de ondernemer. De ondernemers hebben nog steeds een onbeschermd statuut. In het geval van een faling hebben ze geen recht op werkloosheidsuitkering. Dat zijn soms drama’s.
Als ondernemer pleit ik er dan ook voor dat we faillissementen zo veel mogelijk moeten vermijden. We moeten niet eerst falen om succes te hebben. Ik val in herhaling. We moeten volop inzetten op de ondersteuning van starters. Dat is belangrijk. Wat nog niet is vermeld, is dat de herstart van een gefailleerde ondernemer ook waardevol is om de stigmatisering en de verkeerde perceptie weg te werken.
Ik heb de cijfers gelezen. Meer dan 70 procent van de Vlamingen is op zijn hoede voor een gefailleerde ondernemer en 63 procent van de Vlamingen wil niets te maken hebben met een bedrijf in moeilijkheden. Dat is een slechte beeldvorming.
De campagne die we nu voeren, is zeer goed, maar de herstarter verdient ook alle ondersteuning. Ik verwijs hier naar Dyzo. We hebben het er vorige week ook al over gehad. Dankzij het beleid en de steun van de Vlaamse overheid en dankzij de inzet van veel vrijwilligers krijgen de zelfstandigen steun op economisch en psychologisch vlak. De ondernemers kunnen in alle discretie bij Dyzo terecht om hun zaak te redden. Als het misloopt, worden ze geholpen. De faillissementen worden leefbaar gehouden en de nieuwe start wordt ondersteund. Dat laatste punt is belangrijk.
Minister, maakt Dyzo ook werk van het stimuleren van de herstart van gefailleerde ondernemers? Hoe doet Dyzo dit dan concreet?
Minister Muyters heeft het woord.
Dat is niet de rol van Dyzo, maar van de andere partners. De begeleiding van de bedrijven tijdens elk moment in hun levensloop maakte deel uit van de mastercall. Er is begeleiding tijdens elke levensfase van een bedrijf. Er zijn verschillende organisaties, zoals Ernst & Young, Voka en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO). Dat is niet meteen de eerste opdracht. Ik vind dat ook niet nodig. Indien het in het pakket wordt opgenomen, is dat een goede zaak. Dyzo moet dat niet doen. Dyzo moet zich specialiseren in de zaken waarin Dyzo gespecialiseerd is.
Voor het overige ben ik het helemaal eens met alle opmerkingen die zijn gemaakt. Dit is niet tot starters gericht. Het gaat om het kunnen mislukken of gedeeltelijk falen. Wat projecten betreft, wil ik zeer duidelijk zijn. Iemand die succesvol is, kan ook falen met onderdelen. Ik herinner me de getuigenissen toen we met Failing Forward zijn gestart. Toen heeft iemand getuigd dat hij nooit helemaal is gefaald, maar dat hij binnen wat hij doet, bepaalde zaken heeft gestart die niet hebben gewerkt. Dat is perfect.
We zullen nagaan of we een link kunnen leggen met de nachten waarnaar is verwezen. (Gelach)
Ik zal de organisatie vragen of er op dat vlak mogelijkheden zijn. Ik heb er al van gehoord. Ik vind dat elk initiatief dat op dit vlak een duit in het zakje doet, welkom is. We moeten dit hierin opnemen.
Dit is zeker niet voor de starters, maar voor iedereen. Het is de eerste keer dat we het zo grootschalig aanpakken. Ik vind al jaren dat dit nodig is. Op dit vlak moet de Vlaamse overheid de push geven. Ik ben blij met de resultaten. Ik hoop dat dit het begin van een mentaliteitsverandering is.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal op dezelfde lijn zitten. Ik heb vooral begrepen dat er geen definitieve evaluatie is. Ik kijk daar echt naar uit. Het resultaat zal ongetwijfeld positief zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.