Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Parys heeft het woord
Minister, we hebben in de plenaire vergadering van 30 november 2016 gedebatteerd over het feit dat er een probleem was met de gegevensuitwisseling tussen het Gents Adoptiecentrum en het Antwerpse Adoptiehuis over de overname van de wachtlijsten van de kandidaat-adoptanten. Het Antwerps Adoptiehuis is vanaf 1 december de enige erkende Vlaamse dienst voor adoptie. Ze hadden uiteraard nood aan de gegevens van de andere dienst die niet langer vergund is, om een goede werking op te zetten naar kandidaat-adoptanten die nog waren aangemeld bij het Gentse Adoptiecentrum.
Het is uiteindelijk wel in orde gekomen en de informatie is ‘tijdig’ uitgewisseld. Het Gentse Adoptiecentrum is echter naar de Raad van State getrokken om de beslissing over de toekenning van de vergunning aan te vechten.
Minister, kunt u dat bevestigen? Op welke gronden heeft het Gents Adoptiecentrum een procedure ingesteld, als dat zo is?
U had het toen over een bemiddelingspoging om die twee diensten toch nog tot een vorm van vergelijk te laten komen. Betekent die demarche bij de Raad van State nu het einde van die bemiddelingspoging? Werden daar resultaten in geboekt, vooraleer ze eventueel werd gestaakt? Zijn er andere oplossingen dan die procedure voor de Raad van State?
Wat zullen – last but not least – de effecten zijn in de praktijk van de procedure op de mensen die op een wachtlijst staan, en op die hangende adoptieprocedures? Belemmert dit op de een of andere manier de huidige gang van zaken? Zou dit een negatieve uitspraak, die de beslissing van de Vlaamse Regering over de toekenning van de erkenning aan het Antwerpse Adoptiehuis zou vernietigen, retroactief kunnen beïnvloeden?
Wanneer kunnen we daarover meer duidelijkheid verwachten? Hebt u enig zicht op de timing?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De lopende dossiers werden inderdaad op 1 december door het Vlaams Centrum voor Adoptie opgehaald bij Het Adoptiecentrum te Gent en overgemaakt aan het vergunde Adoptiehuis. Dit verliep in goede orde en met de medewerking van Het Adoptiecentrum vanuit de zorg om geen vertraging in de voortgang van de adopties te veroorzaken.
Het Adoptiecentrum diende bij de Raad van State een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid in, met als eerste middel een betwisting van de rechtsgrond van de beslissing en als tweede een argumentatie rond de vrijheid van vereniging.
Ondertussen verwierp de Raad van State op 22 december 2016 de vordering. Ik citeer meteen een element uit het arrest: “In wezen stelt de verzoekende partij dat door het meenemen op 1 december van de lopende adoptiedossiers door Kind en Gezin haar werking vanaf voormelde datum de facto werd lamgelegd. Door dit enkele feit, dat veeleer te beschouwen is als een evidente uitvoeringsmaatregel van de niet-erkenning als enige dienst voor binnenlandse adoptie, toont de verzoekende partij niet aan dat een schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing, bevolen volgens de gewone schorsingsprocedure, onherroepelijk te laat zou komen, om het nadeel dat door die beslissing wordt teweeggebracht, op te vangen of haar belang veilig te stellen.”
De procedure met uiterst dringende noodzakelijkheid is dus verworpen. Er zijn dus vooralsnog geen praktische gevolgen van deze procedure.
Een eerste bemiddelingsgesprek heeft plaatsgevonden begin december 2016, doch het werd onderbroken omdat tijdens de bespreking werd gemeld dat Het Adoptiecentrum een procedure bij de Raad van State had ingeleid om bij uiterst dringende noodzakelijkheid de vergunningsbeslissing van 28 oktober 2016 te schorsen.
De aangestelde bemiddelaar informeert thans bij Het Adoptiecentrum of het afziet van het instellen van een vordering tot vernietiging van de vergunningsbeslissing en, zo ja, of het in deze omstandigheden verder wil meewerken aan een bemiddeling.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, dank u wel. Hebt u informatie over het feit dat het Gentse Adoptiecentrum dan de gewone schorsing zal verzoeken, of zal het dan ook een procedure ten gronde aanhangig maken? Welke zijn daar eventueel de argumenten voor? Ziet u daar dan enig effect op adopties die zouden worden uitgesproken, of op de werking zoals ze vandaag bestaat?
Minister, wie is de bemiddelaar die werd aangesteld? Is dat Ariane Van den Berghe, de adoptieambtenaar? Is het iemand anders?
U zegt dat aan het Gentse Adoptiecentrum wordt gevraagd of het nog wil meewerken gezien de procedures die het zelf heeft opgestart. Moeten we die vraag dan ook niet stellen aan het Antwerps Adoptiehuis, aangezien dat toch ook betrokken partij is? Ik kan mij inbeelden dat het erg moeilijk is om in een bemiddelingsprocedure te stappen terwijl er verschillende juridische geschillen aanhangig worden gemaakt waarvan dan de eerste benadeelde – als je dat in deze zaak zo mag stellen – toch ook die Antwerpse adoptiedienst is.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
We zullen eens informeren. Ik heb geen kennis van het feit dat er een nieuwe procedure werd ingesteld. De bemiddelaar die we hebben aangesteld, is een advocaat. Het is uiteraard niet de bedoeling dat iemand die betrokken is vanuit Kind en Gezin of zo daarin een bemiddelaarsrol speelt. Het moet iemand zijn die op een geloofwaardige manier onafhankelijk is ten opzichte van de betrokken partijen. Dat is mijn persoonlijke mening. Men kan moeilijk spreken van een ernstige bemiddeling tot fuseren als men voortdurend procedures instelt. Het lijkt mij niet zo evident dat de twee met elkaar te combineren zijn. Het is volgens mij het ene of het andere.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik verbaasd was dat men bij uiterste noodzakelijkheid een procedure instelde. Maar dat is het recht van eenieder. Het zal zaak zijn om te weten of er nog bereidheid is om aan die bemiddeling deel te nemen. De ene is naar de Raad van State gegaan. De andere kant is er ook. Het is niet zo gemakkelijk om een context te creëren voor een bemiddeling als men voor de rechter de strijdwapens bovenhaalt.
Minister, ik hoor het dan wel wanneer u iets vernomen hebt van andere procedures, en wat daarvan het eventuele effect zal zijn op alles wat er nu gebeurt. Dat is natuurlijk mijn eerste zorg.
Kind en Gezin heeft op vandaag geen weet van nieuwe procedures.
Ik hoop eerlijk gezegd dat dit zo blijft. Dank u voor de informatie over de bemiddelaar. Ik wil u wel ondersteunen bij uw antwoord. We moeten de realiteit op het terrein zien. Als we tot een fusie komen, moeten al die mensen samenwerken. Als je dan weet welke historiek tot 1 december heeft geleid, en dan dat er na 1 december werd geprocedeerd, dan denk ik dat we ervan moeten uitgaan dat we een goede dienstverlening geven aan geboortemoeders, kandidaat-adoptieouders en adoptiekinderen. Dan zijn wij er niet bij gebaat om dat te doen in een sfeer van mensen die elkaar rechtstreeks of onrechtstreeks processen aandoen. Vanuit de historiek die ik nu gehoord heb en die ik ken, zou ik het onlogisch vinden dat we nog veel tijd en moeite in die fusiegesprekken steken. Nu de Vlaamse Regering heeft beslist dat het Antwerps Adoptiehuis als enige vergund is om adopties uit te voeren, moet het zijn tijd, middelen, energie en focus richten op een goede adoptiebegeleiding, en niet zozeer op wat ik achterhoedegevechten vind.
De vraag om uitleg is afgehandeld.