Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, donderdag 23 juni was het de Dag van de Mantelzorger, waarop Vlaanderen de vele vrijwilligers die vaak dag in dag uit zorgtaken waarnemen voor een vriend of familielid, in de bloemetjes zet. U hebt dat ook gedaan,
We hebben in deze commissie al vaak van gedachten gewisseld over de vele uitdagingen die samengaan met het verlenen van deze mantelzorg: de combinatie zorg-gezin, zorg-werk, zorg-eigen gezondheid enzovoort. U gaf ook in het verleden aan niet onverschillig te zijn ten aanzien van al deze uitdagingen. Daarom beloofde u vorig jaar in deze commissie tegen 23 juni 2016 met een Mantelzorgplan naar buiten te treden. Die belofte hebt u recent nog herhaald. Intussen is 23 juni 2016 gepasseerd.
Minister, wat is de stand van zaken van het Vlaams Mantelzorgplan waarover u meermaals hebt gecommuniceerd met de Dag van de Mantelzorger als deadline? Wat zijn de concrete nieuwe initiatieven die nu in werking kunnen treden om mantelzorgers beter te ondersteunen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De ontwerptekst van het Vlaams Mantelzorgplan ‘Nabije zorg in een warm Vlaanderen’ is opgesteld en wordt momenteel tussen de kabinetten afgestemd. Het is de bedoeling dit plan zo snel mogelijk voor te leggen aan de Vlaamse Regering waarna het kan worden bekendgemaakt.
Om dit Mantelzorgplan te kunnen realiseren, hebben we ons uitgebreid laten adviseren door onderzoekers, experten en vertegenwoordigers van mantelzorgers. De onderzoeken ‘sporen naar duurzame mantelzorg’ van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en ‘het verkennend onderzoek naar de leefsituatie en ondersteuningsbehoeften van jonge mantelzorgers’ die in onze opdracht zijn uitgevoerd, hebben we op de dag van de mantelzorg kunnen vrijgeven. De beleidsadviezen van deze onderzoeken hebben mee richting gegeven aan het Vlaams Mantelzorgplan.
Op de dag van de mantelzorg hebben we ook de hoofdlijnen van het Mantelzorgplan kunnen meedelen. Het plan wil inzetten op het werken aan een genuanceerde beeldvorming over mantelzorg, het informeren op maat van de mantelzorgers, het aangepast wonen in een mantelzorgvriendelijke buurt, de gerichte ondersteuning van mantelzorgers via lotgenotencontact en psycho-educatie, het ondersteunen van de combinatie mantelzorg en werk, een betaalbare toegang tot respijtzorg en ondersteuning, een betere samenwerking tussen de mantelzorger en de professionele zorg, aandacht voor de jonge mantelzorger, en verder onderzoek naar mantelzorg en jonge mantelzorg
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, dit antwoord roept een bijkomende vraag op. De Dag van de Mantelzorger is voorbij. De verwachtingen naar aanleiding van uw eerdere beloftes waren hoog. U hebt meer dan een jaar tijd gehad om dat plan te ontwikkelen. We hebben daar vaak over gediscussieerd in de commissie. De noden en de vragen van de mantelzorgers die betrekking hebben op Vlaamse bevoegdheden, zijn legio. Dat onderzoek heeft plaatsgevonden, maar wanneer en hoe zal het Mantelzorgplan worden uitgerold? Die vraag leeft al maanden. Minister, het Mantelzorgplan stond als een mededeling op de agenda van de Vlaamse Regering, maar is daaraf gehaald. U kunt nu zeggen dat er momenteel wordt afgestemd tussen de kabinetten, maar mijn concrete vraag is hoe het komt dat het Mantelzorgplan niet kan worden goedgekeurd. Na die goedkeuring moet het ook nog worden uitgerold. War houdt u tegen om dat plan, op de hoofdlijnen na, kenbaar te maken en concrete initiatieven te nemen? Wat is de stand van zaken binnen de Vlaamse Regering? Waar klemt het schoentje?
De heer Persyn heeft het woord.
Mijnheer Bertels, ik ken u als een verstandig man, wat niet betekent dat u altijd gelijk hebt of de zaak altijd juist interpreteert. Ik heb van de minister nooit de harde belofte gehoord dat het nieuwe plan er op 23 juni zou liggen, hoewel dat uiteraard een mooie symbolische datum is.
Een aantal weken geleden heb ik samen met u en met mevrouw Coppé een vraag gesteld aan de minister, en ik heb toen geen enkele harde belofte gehoord van de minister. Ik kan ermee leven – en dat geldt ook voor mijn fractie – dat het plan eerstdaags zal worden bekendgemaakt.
Onze fractie steunt ten volle het ontwerp en de uitrol van dat plan. Vorige week was er, haast parallel, de publicatie van het lezenswaardig werkstukje van federale collega Anne Dedry. Het is een doorwrocht boekje met een mooie symboliek vanuit meer dan dertig jaar ervaring met thuiszorg en mantelzorg. Het was een heel gesmaakte presentatie in het federale parlement.
We gaan er dus van uit dat het er eerstdaags komt en we kijken er, samen met u en de minister, naar uit.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Mijnheer Persyn, ik zal uw complimenten zeker overmaken aan mijn federale collega. Het is voor mij geen troostprijs voor het feit dat u er niet bent. Het is een waardevol boek dat wordt gepubliceerd, los van de regeringen.
De heer Bertels dacht – al dan niet terecht – dat het plan er op 23 juni, de Dag van de Mantelzorg, zou zijn. Het leek mij ook de ultieme deadline om met dat plan te komen. We zijn er al zo lang op aan het wachten. Zoals de heer Bertels zegt, hoe komt het? Iedereen hier is vragende partij voor een Mantelzorgplan. Iedereen weet dat er hard aan wordt gewerkt. Iedereen wacht op maatregelen. Waarom is het er niet? Is er een technisch detail? Is er een politiek dispuut? Gaan we aan de mensen die dagelijks mantelzorg geven, zeggen dat er wel eens een plan zal komen maar dat we nog niet weten wanneer?
Ik kan alleen maar bevestigen wat de heer Persyn zegt. Ik heb nooit gezegd dat het op een welbepaalde dag x zou worden goedgekeurd. Ik heb een timing gegeven en ik zal proberen mij daaraan te houden, maar het is een indicatieve timing. Het plan is in bespreking tussen de kabinetten. Het is belangrijk dat het plan overal goed wordt gedragen. Er is niet echt een probleem maar eerder een overtuiging dat we, als we ermee naar buiten komen, ervoor moeten zorgen dat iedereen het als een collectief plan mee kan dragen. Vandaar dat er overleg is, maar er is niet echt een probleem.
Minister en mijnheer Persyn, ik zou u aanraden om eens te kijken naar de communicatie die is gevoerd naar aanleiding van de Dag van de Mantelzorg 2015. Toen is uitdrukkelijk gezegd dat men een Mantelzorgplan zou indienen tegen de volgende Dag van de Mantelzorg, zijnde 23 juni 2016. U kunt die uitspraak vinden op de website.
Mijnheer Persyn, ik vind dat de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. We moeten ons niet meer verstoppen achter federale maatregelen die moeten worden genomen voor het statuut van de mantelzorger. Die moeten worden genomen, absoluut, en de publicatie van mevrouw Dedry kan daar absoluut toe bijdragen, maar laat ons ook onze eigen maatregelen nemen. Iedereen is het erover eens dat mantelzorgers een onmisbare steun zijn in de zorgverlening, dat ze onmisbaar zijn voor de vele zorgbehoevenden. Laat ons hen dan ook concreet ondersteunen, niet alleen met woorden maar ook met daden.
Minister, u zegt dat er overleg moet zijn over dat Mantelzorgplan en dat het moet gedragen zijn door een brede beweging en binnen de regering. Ja, natuurlijk moet het gedragen zijn, maar wat schort er? Waarom is er zoveel overleg of afstemming voor nodig? Welke concrete problemen zijn er eventueel? Minister, als we pech hebben, wordt het overleg nog over het zomerreces getild. Dan is de Vlaamse Regering over twee maanden nog aan het overleggen. Ik weet niet hoelang u al aan het overleggen bent. Ik heb alleen, samen met u, kunnen vaststellen dat het was geagendeerd en dat het opnieuw van de agenda is gehaald. Er moet toch een reden voor zijn? Waarom zijn er problemen? Maar u bent blijkbaar nog aan het afstemmen en we mogen het dus nog niet weten.
Weet u dat die studie nog maar enkele dagen definitief is opgeleverd?
Ik heb het even nagekeken. Er is vorig jaar aangekondigd: midden 2016. Er is dus nooit vastgepind op een datum.
Als ik het boekje van mevrouw Dedry aanhaal, is dat om te zeggen dat er een breed draagvlak is. Wat was de vaststelling in het federale parlement? Dat de bulk van de verantwoordelijkheden bij ons ligt. De minister heeft al maanden aangegeven dat er met man en macht aan wordt gewerkt, maar dat hij niet sneller wil gaan dan de groep die er al maanden mee bezig is. Wij kunnen daarmee leven. Haast en spoed zijn zelden goed. Ik ga akkoord met u dat het tijd wordt dat we landen. Maar opnieuw, zoek geen spijkers op laag water en vooral, gebruik dit niet opnieuw als een polemisch forum om naar dissensus in de meerderheid te zoeken. Die is er niet. U vergist zich.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik vraag gewoon waar en of er problemen zijn. U kunt de oppositie er niet van beschuldigen dat wij geen concrete acties en daden voor de mantelzorgers willen. We hebben dat al meermaals gevraagd, samen met u. U zegt dat we moeten landen. Mijn vraag is: waarom is er niet geland? Waarom is het geagendeerd en daarna ingetrokken? Wat zit daarachter? Niets? Dan neem ik aan dat het vrijdag op de ministerraad met glans en glorie wordt goedgekeurd en zo snel mogelijk wordt uitgerold.
De vraag om uitleg is afgehandeld.