Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, enkele weken geleden hebben we in deze commissie ook stilgestaan bij het tweede actieplan ‘alternatieve eiwitten’, dat op 6 juni werd voorgesteld. Ik heb in mijn betoog dan ook de goedevoorbeeldfunctie van Vlaanderen genoemd, dat met 50 procent afhankelijkheid beter presteert dan het Europees gemiddelde van 75 procent. Ik heb ook verwezen naar de compensatie met Duits koolzaadschroot. Er werd toen ook gezegd dat als de subsidie in Duitsland wordt afgebouwd, dit ook een impact kan hebben op hoe wij met alternatieve eiwitten omgaan. We hebben gevraagd om er met deze commissie in het najaar dieper op in te gaan.
Daarnaast is er ook een label dat de duurzaamheid van de ingevoerde soja moet garanderen. Het label werd in het leven geroepen na de rondetafel voor verantwoorde soja. Ondanks de goede intenties van zo’n label, gaat er in de praktijk nog steeds het een en het ander mis, althans volgens Luc Vankrunkelsven van Wervel, die vooral over de Braziliaanse Cerrado een uitgebreide terreinkennis heeft. Een van de criteria van de rondetafel voor verantwoorde soja is dat de soja niet afkomstig mag zijn van recent, na 2008, ontbost gebied. Voor Vankrunkelsven is het glas met deze maatregel maar halfvol, want de ontbossing van voor 2008 telt niet mee, terwijl de gevolgen daarvan nog steeds voelbaar zijn. Hij klaagt aan dat er in opdracht van sojareuzen moorden gepleegd worden en dat er door het besproeien van de velden met gewasbeschermingsmiddelen indirect heel wat gezondheidsschade wordt toegebracht aan de lokale bevolkingsgroepen. Specifiek voor Brazilië, het land waar Vlaanderen nota bene ongeveer de helft van zijn jaarlijks geïmporteerde niet-Europese soja vandaan haalt, stelt hij een motie van wantrouwen ten aanzien van de nieuwe minister van Landbouw, die wordt bestempeld als ‘de grootste ontbosser en grootste sojaboer ter wereld’. De soja is dus niet zo duurzaam, als we de heer Vankrunkelsven mogen geloven.
Minister, hoe schat u de uit Brazilië geïmporteerde soja in? Gaat het effectief om verantwoorde soja die aan het duurzaamheidslabel voldoet? Zijn er indicaties dat de huidige landbouwminister het begrip de facto uitholt? Is in het verleden bij controles gebleken dat geïmporteerde soja vanuit Brazilië niet voldoet aan de criteria voor verantwoorde soja? Zo ja, wat gebeurt er bij het vaststellen van overtredingen? Zult u zich bij de Braziliaanse overheid informeren om garanties te krijgen? Misschien kunt u met de Olympische Spelen eens naar daar afreizen? Ik denk dat Vlaanderen nog altijd van plan is om aan te sturen op het verkleinen van het aandeel geïmporteerde soja vanuit Brazilië. Ik ga ervan uit dat Vlaanderen alles in het werk stelt om de afhankelijkheid drastisch af te bouwen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik begrijp dat u mij aanmaant om richting Brazilië te gaan. Misschien is het ook een suggestie voor de commissie.
In 2006 richtten een aantal Belgische partners binnen de voedingsketen het Platform ‘Maatschappelijk Verantwoorde DiervoederStromen’ (MVDS) op, met een drieledig doel: duurzame diervoederstromen identificeren en bij voorkeur certificeren, het gebruik van eiwitten diversifiëren en lokale Europese eiwitten promoten. Als startproject werd gekozen voor de standaard van soja. Aangezien de sojaproductie een wereldgebeuren is, heeft het Belgische Platform MVDS vrij snel beslist om haar werking af te stemmen op de internationale werking Round Table on Responsible Soy (RTRS), opgericht in 2004.
In 2011 werd de standaard, die uit 98 duurzaamheidsindicatoren bestaat, gepubliceerd. Aan de sojacertificatie zijn echter wat knelpunten verbonden waardoor de grote groei van RTRS-soja in Latijns-Amerika uitblijft. Te weinig Zuid-Amerikaanse landbouwers bleken in staat of bereid om een hoge investering te doen om aan al die criteria te voldoen. Europa is namelijk maar een kleine speler in de sojamarkt en kan daardoor weinig druk uitoefenen in vergelijking met China. De Chinese markt neemt heel graag op conventionele manier geteelde soja af en duurzaamheid is daar van ondergeschikt belang in.
Daarom besloot BEMEFA niet te wachten op de finale standaard van RTRS en werkte ze al in 2009 een eigen Belgische standaard uit voor de productie en levering van mengvoeders op basis van gecertificeerde maatschappelijk verantwoorde soja (mv-soja). In 2016 zijn er 64 duurzaamheidsindicatoren in de standaard voor mv-soja gedefinieerd. Sinds 2009 wordt er door BEMEFA collectief mv-soja certificaten aangekocht. Er werd gestart met een hoeveelheid certificaten die garant staat voor 100.000 ton duurzame mv-soja. Deze hoeveelheid werd jaarlijks opgetrokken zodat er in 2016 al 380.000 ton mv-soja certificaten werden aangekocht. Deze 380.000 ton is goed voor het sojaverbruik in de varkens- en kippenhouderij dat bestemd is voor de Belgische markt en het totale verbruik in de rundveehouderij.
Ik heb geen indicaties over actuele problemen inzake het beleid van de huidige Braziliaanse landbouwminister. We zullen ons daarover via onze diplomatieke wegen informeren, want het vliegtuig nemen om ter plaatse te gaan onderhandelen, lijkt me niet zo’n klimaatvriendelijk idee.
De certificering van de mv-soja gebeurt niet door de Europese, Belgische of Vlaamse overheid maar door een erkend onafhankelijk controleorganisme, namelijk Control Union. Het aandeel RTRS-sojacertificaten wordt aangekocht via het ‘book and claim’- principe. Dit betekent dat de soja die verwerkt wordt in het Belgisch mengvoeder, geen directe fysieke link heeft met de mv-soja, maar wel dat de soja die in het voeder verwerkt wordt, afkomstig is uit de regio’s waar eveneens de duurzame soja geteeld en gecertificeerd wordt. Maar nogmaals, het systeem van de certificering is een volledig privaat systeem zonder dat de Braziliaanse of Europese overheden daar een rol in spelen.
Uw laatste vraag gaat over het verkleinen van het aandeel soja-import, vooral uit Brazilië, maar we kunnen dit ook algemeen bekijken. Dat hebben we hier al uitvoerig besproken. Met het nieuwe actieplan zetten we in op die alternatieve eiwitbronnen. Ik heb begrepen dat er eventueel nog een hoorzitting wordt gepland, waar dat nog aan bod zal komen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik begrijp dat het geen evidentie is voor de landbouwers ter plaatse om aan die 98 criteria te voldoen en zeker niet als de bevoegde minister geen beleid voert dat de plaatselijke landbouw daar voldoende in ondersteunt. Ik verneem uit uw antwoord dat we op het goede spoor zitten, zodat we met een gerust hart kunnen stellen dat we duurzame soja importeren dankzij het protocol dat BEMEFA heeft opgesteld. Volgens de cijfers die u aangaf voor 2016, met name 380.000 ton, is dat behoorlijk wat dat onze richting uitkomt.
Ik vind uw antwoord dus positief, zeker als u uw diplomatieke contacten zult aanspreken om in Brazilië aan de boom te schudden. We kunnen die materie van hieruit verder opvolgen.
De heer Dochy heeft het woord.
Dit is een interessante vraag, die ik nog enigszins wil opentrekken. Een tweetal weken geleden was er in de klimaatcommissie een vertegenwoordiger van Alpro aanwezig. Dat bedrijf maakt menselijke consumptieproducten op basis van soja. Ze hechten veel belang aan duurzaamheid en daarin spelen roofbouw en ontbossing zeker een rol. Maar hun voornaamste bekommernis is de ggo-problematiek. Ze willen een garantie op ggo-vrije soja en het is niet evident om dit op de wereldmarkt te verkrijgen. Daarom zetten ze in op lokale productie en dat vind ik zeer positief.
Ze verwezen ook naar het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO). Tijdens ons bezoek aan het ILVO hebben we trouwens kennis kunnen maken met de proeven die toen in de serre werden uitgevoerd met sojaplantjes. Er werd ook verwezen naar een aantal volleveldproeven in de Westhoek, waar verder onderzoek met soja aan de gang is. Daar zitten volgens mij een aantal kansen in. De veredeling van soja is nog niet geperfectioneerd, er is nog werk aan. Pas over een aantal jaren zullen er ook bij onze klimaatomstandigheden behoorlijke producties mogelijk zijn die het rendabel maken.
Minister, ik ben blij dat de aandacht in het actieplan ook naar die soja uitgaat. We mogen in dit verband zowel het belang voor de dierlijke consumptie als voor de menselijke consumptie niet uit het oog verliezen.
De heer Caron heeft het woord.
Mijn reactie heeft ongeveer dezelfde teneur als die van de heer Dochy. Ik ben een overbuur van Alpro en ken het bedrijf goed. Daar gaat de thematiek vooral over de kwaliteit van de geleverde producten: zijn zij ggo-vrij enzovoort?
Minister, ik noteer dat we stappen vooruit zetten, wat niet gemakkelijk is. Zoals dat gaat met een lange wandeltocht, is men halverwege al heel erg moe en wordt het tweede deel van de tocht dubbel zo lastig als het eerste. Dat is in dit dossier niet anders. In het verleden ging het over de ontbossingsthematiek en over de onderdrukking van bepaalde bevolkingsgroepen, inlandse stammen en mensen met een authentieke levensstijl die daardoor worden bedreigd, de biotopen in het tropisch regenwoud die worden aangetast enzovoort. We moeten nuanceren en stappen zetten, maar we moeten wel blijven streven naar duurzame, kwaliteitsvolle en op sociaal verantwoorde manier geteelde soja waarbij we, zoals ook de heer Dochy vraagt, op termijn minder onafhankelijk worden van import uit Zuid-Amerika. Dat moet de kern zijn van de thematiek. We beschikken nog niet over de technieken om een rendement te halen bij sojateelt bij ons, er zijn allerlei proeven waarop we zeker verder moet inzetten om minder afhankelijk te worden van import en om de grondgebonden landbouw in Vlaanderen te stimuleren. Soja vertegenwoordigt ongeveer de helft van de totale hoeveelheid basisgrondstoffen voor veevoeders. Minder afhankelijkheid is dan ook een mooie doelstelling die het grondgebonden karakter van onze landbouw in verhouding tot vleesproductie zou stimuleren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Hier lopen twee discussies door elkaar. Enerzijds is er de dierlijke soja voor het veevoeder, waar het actieplan over gaat. Anderzijds hebben we de sojaproductie voor menselijke consumptie met het mooie verhaal over Alpro. Het gaat hier vooral over die menselijke consumptie. Vraag is hoe we onze lokale telers meer soja kunnen laten telen. De vraag van de heer Vanderjeugd ging over de dierlijke eiwitten die via soja worden geïmporteerd.
Belangrijk om weten is dat ook in die internationale standaard een ggo-vrije standaard zit. Ik vind het heel mooi dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt en zelf afspraken maakt om die duurzaamheid te vergroten. Ik ben bijzonder tevreden dat dit op die manier gebeurt en ik zorg ook voor een ondersteuning vanuit het beleid. Daarnaast zijn er nog tal van andere opportuniteiten. Het is goed dat deze commissie daar in het najaar op doorgaat.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Mijnheer Dochy, wat de lopende proefprojecten betreft over soja voor menselijke voeding, zal de volgende jaren misschien het eerste resultaat worden geboekt.
Ik ben heel tevreden dat is ingegaan op de vraag om daar in het najaar over samen te komen en eventueel een plaatsbezoek te organiseren. Wanneer daar ook andere sprekers worden uitgenodigd, kan dat heel interessant worden. Ik kijk heel erg uit naar die hoorzitting.
De vraag om uitleg is afgehandeld.