Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Landuyt heeft het woord.
De problematiek waar mijn vraag over gaat, komt voor in het kanaal Bossuit-Kortrijk, in de Damse Vaart en zelfs in de Brugse Reien. Al wat ik ga zeggen, is niet gericht tegen de administratie, want ik begrijp haar uitgangspunten. Ik wil wel een beroep doen op u, minister, om hun iets meer ruimte te geven.
Steeds meer krijgen steden en gemeenten de vraag van recreatieve zwemmers waar er gezwommen mag worden in open water. Uit Facebookgroepen van zwemmers blijkt dat het een algemeen fenomeen is. Het gaat eigenlijk om slim ruimtegebruik: waterwegen die minder gebruikt worden voor vervoer, komen in aanmerking voor het professioneel zwemmen over langere afstanden. De problematiek in het Brugse is dat wij een en ander uit de grijze zone willen houden om veiligheidsredenen. Er wordt momenteel nu en dan gezwommen in de Brugse Vaart. Vorige zomer werd er zelfs georganiseerd gezwommen in de Langerei, een waterweg die onder de bevoegdheid valt van het agentschap Waterwegen en Zeekanaal (W&Z).
Vlaamse administraties als VMM en W&Z dienen advies te geven op specifieke voorstellen. In sommige situaties stoot je dan op tegenstrijdige adviezen, bijvoorbeeld bij voorstellen van plaatsen waar het zwemmen in open water mag van W&Z, maar niet van de Vlaamse Millieumaatschappij (VMM), en plaatsen waar het mag van VMM, maar niet van W&Z. Dit geeft aanleiding tot verwarring, ook in Brugge.
Naar verluidt weigert Waterwegen en Zeekanaal systematisch alle aanvragen om te zwemmen in haar open wateren met het argument dat het om bevaarbare waterlopen gaat, dat de oevers niet op zwemmers gericht zijn, dat sluizen en stuwen stromingen in het water kunnen veroorzaken, dat er onzichtbare voorwerpen op de bodem kunnen liggen, enzovoort. W&Z beheert echter ook wateren waar nauwelijks nog scheepvaart is, met oevers waar men wel gemakkelijk in en uit het water geraakt, zonder onderstroom en zonder gevaarlijke bodem. Ik verwijs bijvoorbeeld naar een stukje van het kanaal Bossuit-Kortrijk, waar de doorgang tussen sluis 9 en sluis 11 zo nauw is dat het bijna niet kan worden bevaren. Officieel is het evenwel nog altijd een bevaarbare waterweg.
Veel zwemclubs en gemeenten zijn dan ook vragende partij om op die plaatsen de recreatieve mogelijkheden van de waterwegen te benutten door binnen bepaalde uren en mits bewaking en de nodige veiligheidsmaatregelen zwemmen toe te laten. Helaas worden ze geconfronteerd met een sterk aarzelende houding van W&Z.
In welke gevallen kan er volgens u en uw administratie wel gezwommen worden in open water? Welke criteria spelen voor uw administratie een rol bij de beoordeling of een plaats al dan niet geschikt is om te zwemmen?
Is het niet zinvol een inventaris en een reglement op te maken voor de stukken waterweg waar wel veilig kan worden gezwommen?
Hoeveel aanvragen voor zwemmen in open water werden er sinds 1 januari 2014 ingediend? Hoeveel van die aanvragen werden door W&Z goedgekeurd? Hoeveel van die aanvragen werden door W&Z geweigerd?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Landuyt, de regel is duidelijk: zwemmen en duiken in de Vlaamse waterwegen is in beginsel verboden, tenzij het lokaal door middel van signalisatie wordt toegelaten. De ratio is dat de scheepvaartfunctie en het recreatief en/of sportief zwemmen vanuit veiligheidsoverwegingen moeilijk te verenigen zijn.
Welke gevaren stellen er zich? Niet overal is het water even diep. Duiken in ondiep water kan gevaarlijke letsels opleveren. Ook zijn de oevers niet op zwemmers ingericht, waardoor het lastig is om op de kade te komen. Op de bodem liggen soms scherpe voorwerpen die mensen kunnen verwonden. De sluizen, stuwen en pompen veroorzaken stroming die gevaarlijk kan zijn voor zwemmers. Voor de scheepvaart is het zeer moeilijk om zwemmers vanaf een schip te spotten. Zwemmers kunnen door de zuigende werking van schroeven naar een schip worden toegetrokken. De waterkwaliteit is niet altijd gegarandeerd. Voor de getijderivieren speelt dan ook nog eens de gevaarlijke stroming. U begrijpt dat uitgaande van veiligheidsoverwegingen de bevaarde waterwegen geen geschikte zweminrichting zijn.
Binnen het ambtsgebied van Waterwegen en Zeekanaal en bij De Scheepvaart zijn daarom geen zones gereserveerd of afgebakend voor recreatief of sportief zwemmen. Elke vraag voor zwemmen wordt dan ook ad hoc beoordeeld op basis van volgende criteria: aanwezigheid en frequentie van scheepvaart, waterkwaliteit, stroming, toegankelijkheid en uitstapmogelijkheden. In principe moet er overal uit het water kunnen worden gegaan. Ander criterium is de natuurwaarde van de oever en de aanwezige biotopen. Het is niet wenselijk dat er overal zomaar via de oever in en uit het water gegaan wordt. Nog andere criteria zijn: een ander recreatief gebruik van de vaarweg, mogelijkheid tot organisatie van bewaking en controle en de gevolgen voor de scheepvaart.
Zwemmen wordt occasioneel toegelaten op basis van een specifieke aanvraag in het kader van een vergund evenement zoals een triatlon of een zwemwedstrijd. Sinds 1 januari 2014 werden bij Waterwegen en Zeekanaal 64 aanvragen voor zwemmen in open water aangevraagd. Hiervan werden er 5 geweigerd uit veiligheidsoverwegingen.
De heer Landuyt heeft het woord.
Het antwoord op de laatste vraag is natuurlijk het bewijs van het feit dat het geen regionale vraag is. Er zijn 64 aanvragen gebeurd, waarvan er 5 zijn geweigerd. Ik ken een van de geweigerde uit het hoofd, maar ik ben niet zeker of het gaat om een definitieve weigering, want het was nogal principieel. Ik begrijp uit uw antwoord dat er criteria zijn om het zwemmen toe te staan.
De Damse Vaart wordt gebruikt voor zwemwedstrijden. Nu is er een regeling vanuit de stad Brugge van begeleiding door een zwemorganisatie. Alle voorzieningen zijn aanwezig. Er is enkel de toeristische boot, de Lamme Goedzak, die op bepaalde momenten langskomt. De boot vormt een soort permanente verbinding tussen Damme en Brugge. Als ik de criteria volg, denk ik dat ik samen met u mag besluiten dat er nog hoop is dat men toch, professioneel begeleid, zal kunnen trainen in de Damse Vaart. Ik dank u voor uw hoofdknik. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
De heer Maertens heeft het woord.
Deze problematiek is bekend in vele regio’s. Ik heb daarover een tijd geleden wat cijfers opgevraagd. Toen bleek dat in de laatste 3 jaar van de 121 aanvragen die er waren voor tijdelijke evenementen, er slechts 8 werden geweigerd. Dat toont aan dat W&Z inschikkelijk is, zeker voor tijdelijke evenementen zoals triatlons. Deze sport wint in Vlaanderen steeds meer aan aanhang. We moeten er alles aan doen om daar mogelijkheden voor te scheppen.
Het is wel zo dat veiligheid primeert. We mogen daar niet over discussiëren. We zien dat er wordt gezwommen zonder controle en afspraken en met grote risico’s. Misschien is het wel wenselijk en mogelijk om in samenspraak met de gemeenten een aantal plaatsen in kaart te brengen waar het mogelijk is om te zwemmen, afgebakend uiteraard. Ik denk aan zijarmen van rivieren en kanalen of waterwegen die niet of nauwelijks worden bevaren.
We staan dus open voor meer mogelijkheden, maar het moet in een veilig kader kunnen.
Ik had begrepen dat er momenteel wel gebruik wordt gemaakt van een zijarm voor structureel zwemmen in de vaart, maar dat men andere oorden wil opzoeken. Daarvoor is er natuurlijk terughoudendheid. Als het over een zijarm gaat, is er ruimte om mee te gaan, wat men dan ook heeft gedaan. Als het over de vaart zelf gaat, waar vaarverkeer plaats heeft, bekijkt men dat vanuit veiligheidsoverwegingen veel restrictiever.
We moeten ook wijzen op het copycatgehalte, waarbij je aan de voorbijgangers de indruk geeft dat zwemmen in de vaart kan. Passanten en jongeren maken het onderscheid niet tussen een uitzonderlijke situatie en een permanent gegeven. Nogmaals, het is echt niet dat men dat met oogkleppen bekijkt, maar vooral vanuit veiligheidsoverwegingen is men wat terughoudend, wat ik volledig begrijp.
De heer Landuyt heeft het woord.
Uw woorden zijn voldoende geruststellend om het dossier opnieuw te behandelen, want we hebben gisteren toevallig een brief gekregen van Leo Clinckers waarin hij een opening laat om het opnieuw te bekijken. Hij is duidelijk gesteund door zijn minister, waarvoor dank. We zullen u verwittigen bij de eerste sprong.
De vraag om uitleg is afgehandeld.