Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Vraag om uitleg over de kwaliteit van studentenkoten
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, mijn vraag gaat over het Vlaams Overlegplatform Studentenhuisvesting (VOS). U hebt dat initiatief vorig jaar opgestart. Het betreft een vergadering van studentensteden, met als kern de beste, grootste en mooiste studentenstad, zijnde Leuven, en ook Gent en Antwerpen. Bescheidener studentensteden zoals Kortrijk, Brugge, Hasselt, Turnhout en Diepenbeek zijn daar ook bij betrokken, net zoals Wonen-Vlaanderen, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS), de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA).
Enkele weken geleden werd duidelijk dat vier op tien Leuvense studentenkoten niet voldoen aan de minimale brandveiligheidseisen. Negenhonderd kamers zijn al gecontroleerd, en tweehonderd daarvan bleken niet in orde met de brandveiligheid. De KU Leuven gaat nu alle kamers opgenomen in de databank controleren. Daarom richt ik volgende vraag tot u. Heeft het VOS de brandveiligheid reeds besproken? Zo ja, wat waren de conclusies? Welke initiatieven beoogt het VOS op lange termijn te nemen om de brandveiligheid van studentenkamers te waarborgen? Wat zijn de andere punten die reeds op het overleg zijn besproken? Komen er acties?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de kwaliteit van studentenkamers is hier al meermaals aan bod gekomen. Recente cijfers wijzen op een groot aantal onveilige studentenkamers. 40 procent van de 563 studentenkamers die door de huisvestingsdienst van de KU Leuven werden geïnspecteerd, waren niet in orde met de brandveiligheid. 263 Leuvense kamers waarvoor vorig jaar een aanvraag voor een brandweerverslag werd gedaan, kregen geen goed rapport. In oktober 2015 verschenen er zelfs alarmerende berichten over de toestand in Gent, wat toen al de aanleiding was voor een vraag om uitleg. Volgens de brandweer zou immers 70 procent van de Gentse studentenkoten niet voldoen aan de normen. Ook in Antwerpen zouden de cijfers niet goed zijn.
De ernst van de onvolkomenheid varieert van kleine problemen tot ernstige tekortkomingen, gaande van het ontbreken van een pictogram, een vervallen brandblusser en het ontbreken van een goede rookmelder tot nooduitgangen die er niet zijn of niet of moeilijk toegankelijk zijn. Maar hoe klein het euvel ook is, wanneer er iets voorvalt, kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Zo liep in 2014 een brand in een Leuvens studentenhuis voor twee jongeren fataal af. Het is dan ook belangrijk dat zowel eigenaars-verhuurders als huurders aandacht hebben voor de veiligheid van hun kot. In het verleden stelde ik al verscheidene vragen over de veiligheid en de brandveiligheid van studentenkamers. Ook in mijn conceptnota over de huur van studentenkamers – waarover we hoorzittingen hebben gehouden – komt dit element aan bod. Vorige legislatuur werd een voorstel van decreet goedgekeurd dat ertoe strekt dat elk studentenkot moet worden uitgerust met een rookmelder. Studenten hebben wel niet hun formele woonplaats op hun kot, maar ze verblijven er vaak. Het is van belang dat hun kamer dan kwaliteitsvol en veilig is.
Tijdens de commissievergadering van 14 oktober 2015 zei u in een antwoord op een vraag om uitleg van mij dat in Leuven een nieuwe dienst Woontoezicht proactief conformiteitsonderzoeken en onderzoeken naar brandveiligheid van de studentenhuisvesting zal uitvoeren. Ook toen hadden we het al over het Vlaams Overlegplatform Studentenhuisvesting, dat voor de eerste keer zou samenkomen op 27 oktober 2015. Ik had het in mijn vraag toen ook over het feit dat lokale wooninspecteurs te weinig bevoegdheden hebben. U antwoordde dat het VOS deze problematiek zou kunnen behandelen. Er is in het verleden ook sprake geweest van overleg met het federale niveau om te komen tot een gestroomlijnde regelgeving met betrekking tot de normen, die vandaag behoorlijk gevarieerd zijn.
Minister, wat zijn de resultaten en bevindingen van de samenkomsten van het Vlaams Overlegplatform Studentenhuisvesting? Welke conclusies trekt u daaruit? Welke maatregelen koppelt u daaraan? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met het federale niveau om te komen tot meer afstemming inzake de normen van veiligheid en brandveiligheid? Hebt u cijfers over het aantal op brandveiligheid gekeurde en goedgekeurde studentenkoten in de verschillende studentensteden? In het verleden heb ik daarover al vragen gesteld, maar die hadden voornamelijk betrekking op onbewoonbaarverklaringen en dergelijke, en daarover zijn wel cijfers voorhanden. Als er cijfers zijn, welke conclusies trekt u hieruit?
Welke bevindingen heeft het VOS al geformuleerd over het sensibiliseren van studenten om aandacht te hebben voor de veiligheid van hun kot en om zo nodig een controle aan te vragen of een klacht in te dienen? Welke acties vloeien daaruit voort? Kijk naar de rookmelders, die in principe verplicht zijn. Maar als de verhuurder die niet plaatst en de huurder meldt het niet, dan gebeurt er allicht niets. Eigenaars en huurders van studentenkoten moet men sensibiliseren voor de noodzaak om rookmelders te installeren, evenals voor het belang om nooduitgangen niet af te sluiten. We zijn allemaal student geweest, en weten goed wat er zich allemaal in gangen van studentenhuizen kan bevinden. Werd de problematiek met betrekking tot de bevoegdheden van de wooninspecteurs al besproken op het overlegplatform? Zo ja, wat waren de bevindingen? Welke conclusies trekt u daaruit?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, ik weet dat u al lang met de problematiek bezig bent, en dat is goed. Ik herinner me nog mijn parlementair verleden in de vorige legislatuur. We hebben toen samen een voorstel van decreet ingediend en ter stemming voorgelegd. Als ik me niet vergis, was het per 1 oktober 2014 verplicht om ook op studentenkamers rookmelders te plaatsen. Hier werd dus al goed aan de kar getrokken, maar natuurlijk kan het allemaal nog beter. Her en der schort er nog een klein beetje aan.
Het Vlaams Overlegplatform Studentenhuisvesting is opgericht op mijn initiatief. Dat is een goede zaak. Het VOS is intussen twee keer samengekomen. Het platform heeft een dubbele doelstelling: enerzijds knelpunten, suggesties en mogelijke initiatieven signaleren aan het beleid, zowel aan de administratie als aan het kabinet en de betrokken ministers, en anderzijds ervaringsuitwisseling en kennisdeling faciliteren zodat men kan leren van elkaars goede praktijk. Ik kom daar nog op terug.
Brandveiligheid staat natuurlijk hoog op het prioriteitenlijstje, zowel met betrekking tot de beleidsmatige doelstelling als met betrekking tot ervaringsuitwisseling. Ik geef u een concreet voorbeeld van de stad Antwerpen. Ze hebben hun studentenhuisvestingsbeleid reeds toegelicht en besproken, met focus op de geïntegreerde werking in verband met woningkwaliteit, ruimtelijke ordening en brandveiligheid. Ook het brandveiligheidsreglement voor kamers van de stad kwam aan bod. Dat is al op het platform besproken.
Mevrouw Schryvers, u wees er terecht op dat het een zeer complexe bevoegdheidsverdeling is wat brandveiligheid en preventie betreft. Daar is op het platform bij stilgestaan. We moeten op dat punt nog enige vereenvoudiging durven te verwachten.
Het is nog een beetje te vroeg om al beleidsmatige conclusies te trekken. Er zijn twee vergaderingen geweest; ik kom nog terug op de agenda van de volgende. Het is in ieder geval positief. De studentensteden zijn allemaal enthousiast over het initiatief en waarderen absoluut de kennisdeling. Het platform is daartoe een uitstekend forum. Alle deelnemende studentensteden zijn zich goed bewust van hun verantwoordelijkheden. Ze kijken niet constant naar de federale overheid of de Vlaamse overheid. Ze weten dat ze belangrijke tools in handen hebben om in te zetten op die woningkwaliteit en zeker ook op de brandveiligheid.
Het VOS wil op langere termijn onderzoeken of de gemeentelijke kamerreglementen beter op elkaar kunnen worden afgestemd, want dat is niet altijd het geval. Het overleg wil ook nadenken over een gezamenlijk registratiesysteem. Dat is ook een zeer goede zaak, zodat de studentenhuisvesting en de studenten nog beter in kaart kunnen worden gebracht. Ik hoor dat sommige burgemeesters van studentensteden opperen om de studenten in hun stad te laten stemmen, zodat ze een beter zicht krijgen op wie waar zit. Ik denk dat we dat kunnen ondervangen via dat registratiesysteem.
Het VOS heeft heel wat prioriteiten op de agenda staan. Dat gaat heel breed. Buiten de brandveiligheid gaat het ook over de huurcontracten, over de bijzondere vormen van studentenhuisvesting, het spreidingsbeleid, het vergunningenbeleid en dergelijke. Ik kan u nog zeggen, mevrouw Schryvers, dat uw conceptnota ook besproken is op het overlegplatform, en dat zal wellicht in de toekomst ook nog wel worden aangehaald.
Federaal minister van Binnenlandse Zaken Jambon heeft de ministers-presidenten uitgenodigd een overleg op te starten. Ik heb me laten vertellen – door minister Jambon – dat de andere deelstaten niet zo enthousiast zijn en niet eens hebben gereageerd. Er is wel contact geweest tussen onze beide kabinetten, omdat wij dit een zeer belangrijke problematiek vinden en niet willen wachten. Als er een federaal overlegorgaan komt, moeten de gewesten natuurlijk deelnemen. Als we verder kunnen gaan met bilaterale contacten, is dat zeer goed.
Minister Jambon heeft de bedoeling om binnen de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing overleg te plegen om de wetgeving en reglementering meer te uniformiseren.
Ik heb geen cijfers over het aantal goed- en afgekeurde studentenkoten. Als ik het goed heb begrepen, hebben de studentensteden zelf die cijfers gegeven bij de bespreking van uw conceptnota, of ze zijn toch ter sprake gekomen. Wellicht kreeg u geen volledig overzicht. Ik weet niet of we dat kunnen agenderen op het platform en ik kijk naar mijn medewerker … We zullen dat meenemen naar een volgend overleg. De cijfers die u kreeg, bevestigen dat de studentensteden volop inzetten op controles naar woningkwaliteit en brandveiligheid.
We kunnen op verschillende manieren de kotbazen en de studenten sensibiliseren. Dat gebeurt al via websites, brochures, infoavonden, controles ter plaatse, samenwerking met de universiteit en de hogescholen die ook een deel van die sensibiliserende taak op zich kunnen nemen. Op het platform worden ook goede ervaringen uitgewisseld. Een van de goede ervaringen is het systeem van kwaliteitslabels van de stad Antwerpen. Na een onderzoek ter plaatse geeft de stad een groen, oranje of rood label. Die labels, die terug te vinden zijn op de website, zijn een kwaliteitsgarantiebewijs voor studenten en hun ouders. Ouders willen wel dat hun kinderen in brandveilige en veilige koten worden gehuisvest. Tegelijk vormen ze de basis voor adviesverlening aan verhuurders. Als je een oranje of een rood label krijgt, willen mensen wel aanpassingen doen om een groen label te krijgen. Het systeem van labels zou perfect kunnen worden uitgebreid naar andere studentensteden.
Op welke manier worden eigenaars en huurders van studentenkoten gesensibiliseerd om aandacht te hebben voor de aanwezigheid van een rookmelder? Wonen-Vlaanderen heeft een brochure gemaakt over de rookmeldersverplichtingen. Deze brochure wordt via diverse kanalen verspreid, via de Woonwinkel, via de universiteiten, via diensten van het lokale bestuur. De lokale overheden nemen absoluut hun verantwoordelijkheid.
Mevrouw Schryvers, u hebt zeker een punt over de wooninspecteurs. Hoe wordt de problematiek van de wooninspecteurs betrokken op het platform? Het is nog niet behandeld, maar het punt is geagendeerd op het volgende overleg van 14 juni 2016.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
U haalde het voorbeeld van de labels in Antwerpen aan. Wordt het besproken en wordt er eventueel actie ondernomen om die labels in alle studentensteden op dezelfde manier uit te rollen? Stel je voor dat je in Antwerpen een labelsysteem hebt, in Leuven een ander, in Gent nog een ander. Uiteindelijk weet niemand meer wat het betekent. Er zijn genoeg families die kinderen hebben die in verschillende steden op kot zitten. U hebt gezegd dat het wordt besproken op het VOS, maar overweegt u ook om na te gaan hoe het op een uniforme manier kan worden toegepast in alle studentensteden en op alle koten?
Mijn tweede vraag gaat over het registratiesysteem. Sprak u over het registratiesysteem van de koten of van de studenten die daar op kot zitten? Niet alleen in Leuven, maar ook in Gent, wordt door de burgemeesters het argument om studentenstemrecht in te voeren, aangehaald omdat ze dan kunnen weten wie waar woont. Als er een registratiesysteem van de studenten is en niet alleen van de koten, dan is het een argument dat geen hout snijdt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord.
De problematiek heeft de laatste jaren toch steeds meer aandacht gekregen in de studentensteden. Dat is goed. Het VOS kan zeker een grote rol spelen. Toen u de oprichting aankondigde, hebben wij gezegd dat wij dit zeer positief vonden. Signalen geven aan het beleid is goed, maar van ervaringsuitwisseling kun je heel veel leren. Ik had een beetje de indruk in het verleden dat studentensteden heel veel op zichzelf bezig waren met kamerreglementen, met controles. Het is goed dat er afstemming gebeurt. Ik kijk ernaar uit welke resultaten het in de toekomst kan opleveren, zeker wat de kamerreglementen en de labels betreft.
Het labelsysteem is ook in de hoorzitting ter sprake gekomen. De vraag is ook hoe dit systeem zich verhoudt tot de conformiteitsattesten. Ook die discussie blijft: zullen er niet veel systemen naast elkaar blijven bestaan? Maar om een aanduiding te geven over de kwaliteit is het natuurlijk niet slecht om verschillende categorieën te hebben. Op zich sta ik daar dus niet negatief tegenover, maar we moeten wel nagaan hoe alles zich verhoudt.
In het verleden hebben we ook van studentensteden gehoord dat controles een grote impact hadden op het personeel. Ik hoor daar nu niets meer over, maar hoor aankondigingen over meer veralgemeende controles. Het is heel goed dat die steden hun verantwoordelijkheid nemen.
Als studenten zich inschrijven aan een universiteit of hogeschool en daar dan verplicht moeten aanvinken of en waar ze verblijven tijdens hun studies, is dat al een soort van registratie op zich. Ik heb nooit goed begrepen dat er vanuit de studentensteden wordt gezegd dat ze niet echt goed weten wie er allemaal op kot zit of er verblijft.
Het kan zijn dat het niet op een correcte manier wordt ingevuld, maar dat kan je ook met een ander registratiesysteem niet zomaar verhelpen. Men zal alleszins wel redenen hebben om te zeggen dat het niet zo eenvoudig is. Het is goed dat er ervaringen worden uitgewisseld en dat men tot één systeem komt.
Die registratie is elementair. Ik begrijp niet goed dat men een inschrijving of stemrecht nodig heeft om die registratie te doen. Ik onderschrijf wat de heer Parys zegt. Ik denk dat dat argument om andere redenen wordt opgeworpen. Het is natuurlijk wel belangrijk. Dat hebben we ook gezien bij de brand in Leuven waarbij twee studenten zijn omgekomen. Het pand was niet formeel geregistreerd als studentenhuisvesting. De vraag is op welke manier we dat wel kunnen ondervangen. Weten waar iemand verblijft, kan op korte tijd van levensbelang zijn, bijvoorbeeld zodat men bij een brand weet wie men nog moet zoeken.
Minister, dat is ook een van de argumenten waarom we destijds hebben gepleit voor het verblijfsregister voor kinderen in co-ouderschap. Zo is tenminste geweten wie een groot deel van de tijd ergens verblijft waar hij niet officieel is ingeschreven.
Ik ben tevreden met uw aankondiging dat het VOS opnieuw bijeenkomt op 14 juni. Ik hoop dat we nadien vernemen wat daar ter sprake is gekomen. Of indien nodig kunnen we het ook opvragen.
Minister Homans heeft het woord.
Ik ga even in op die labels in Antwerpen. Het is een goedepraktijkvoorbeeld en ik begrijp de suggestie om dat goedepraktijkvoorbeeld overal op dezelfde manier uit te rollen. Maar het is natuurlijk aan de studentensteden zelf om dat te doen. Ik kan dat niet van hogerhand opleggen. Ik zal u zeggen waarom. Antwerpen is al ontvoogd. Gent, Oostende en Leuven zijn bezig ontvoogd te worden. Dat wil zeggen dat wij het niet kunnen uitrollen en dat het aan de studenten zelf is. Ik heb dat voorbeeld aangehaald omdat het een van de goedepraktijkvoorbeelden is die worden gedeeld op dat platform.
Kan het het best zo uniform mogelijk gebeuren? Ja. Maar het is natuurlijk aan de centrumsteden zelf om dat uit te werken. Ik ben het er wel mee eens dat het absoluut geen zin heeft dat elke centrumstad een heel ander systeem en misschien nog andere kleuren gebruikt. Dat is geen goed idee. Ik heb vertrouwen in de autonomie van de centrumsteden. Het komt dus wel goed.
Het registratiesysteem heeft een dubbel doel: enerzijds het in kaart brengen van de studentenhuisvesting, maar anderzijds ook van de studenten zelf. Wat u zegt, mevrouw Schryvers, klopt natuurlijk wel. Je wordt verondersteld om bij inschrijving te zeggen waar je gehuisvest bent. U hebt zelf gerefereerd aan onze studententijd. We zijn allemaal jong geweest. Het gebeurt niet altijd op een zeer nauwkeurige en correcte manier. Zo’n registratiesysteem is dus goed voor het delen van informatie, maar anderzijds ook voor de correctheid van de informatie. Dat zal verder worden besproken op dat platform.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat u vertrouwen hebt in de studentensteden. Ik heb vertrouwen in u om ervoor te zorgen dat er tijdens dat Vlaams overlegplatform bottom-up een coördinatie komt in verband met die labels en in verband met dat registratiesysteem. Op die manier kunnen we daar binnenkort in Vlaanderen ook de vruchten van plukken.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik had daarnet iets over het hoofd gezien, minister. Met betrekking tot de afstemming van de brandnormen hebt u verwezen naar het initiatief van minister Jambon. We juichen dat initiatief natuurlijk toe. Maar kunt u verder bekijken wat er al kan gebeuren op het vlak van afstemming, zelfs indien de andere gewesten niet dadelijk mee op de kar springen? Hoe kunnen via het VOS de brandreglementen van de verschillende studentensteden in Vlaanderen op elkaar worden afgestemd?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.