Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Ik heb dit thema al vaker aangekaart, ook tijdens de bespreking van de beleidsbrief. Vlaanderen beschouwt de lokale besturen als regisseur van het lokale woonbeleid. In de voorbije tien jaar heeft Vlaanderen diverse instrumenten ter beschikking gesteld van de lokale besturen. Het Steunpunt Wonen was in die tien jaar een belangrijke partner. Ze hebben verschillende bevragingen gedaan bij de lokale besturen.
Ik hoef u geen uitleg te geven over de subsidie intergemeentelijke samenwerking (IGS) voor projecten. Intussen zijn er 42 intergemeentelijke samenwerkingsprojecten in Vlaanderen die gesubsidieerd worden. Daar zijn 206 steden en gemeenten bij betrokken.
Ik woonde de studiedag van het Steunpunt Wonen bij. Het steunpunt heeft een rapport opgemaakt over het lokaal woonbeleid. Het was een zeer interessante studiedag. Een van de belangrijke conclusies is dat er op die tien jaar tijd dankzij de subsidie voor IGS wel degelijk een dynamiek ontstaan is op het vlak van lokaal woonbeleid, waarbij vooral niet-stedelijke gebieden een sterke inhaalbeweging hebben gerealiseerd. Daarnaast wordt er in heel veel gemeenten meer personeel ingezet voor Wonen, beschikken steeds meer gemeenten over een woonplan en een georganiseerd woonoverleg. De instrumenten inzake het grond- en pandenbeleid – bijvoorbeeld het leegstandsregister, de leegstandsheffing, het register onbebouwde percelen – en woonkwaliteitsbewaking krijgen meer voet aan de grond. Meer steden en gemeenten zetten in op woonkwaliteitsbewaking. Het Steunpunt Wonen heeft die evolutie mooi in kaart gebracht.
Ook het aandeel van lokale besturen die het vooropgesteld groeiritme van het bindend sociaal objectief behalen, is groot. Het valt op dat IGS-gemeenten meer instrumenten benutten dan niet-IGS-gemeenten.
Op het eind van de studiedag werden beleidsaanbevelingen geformuleerd. Ondanks de dynamiek die sinds tien jaar bestaat, is toch nog vooruitgang mogelijk is. Concreet wordt onder andere voorgesteld om de subsidie lokaal woonbeleid te behouden. U hebt zich daar altijd positief over uitgelaten, minister; u steunt deze projecten en zult dat blijven doen.
Verder wordt aangeraden om inspanningen te leveren voor de ‘witte vlekken’. Dat zijn gemeenten waar de aanpak en initiatieven op het vlak van Wonen achterblijven, zowel qua inzet als personeel, als instrumenten en leegstand enzovoort.
Minister, wat is uw standpunt ten aanzien van de resultaten van deze onderzoeken? Welke concrete stappen zult u ondernemen? Hoe kunnen we die witte vlekken bereiken? Welke inspanningen kunnen worden geleverd om die te stimuleren inzake woonbeleid? U hebt gezegd dat u een nieuw besluit voorbereidt inzake de intergemeentelijke samenwerking op het vlak van wonen. Kunt u hiervan al enkele krijtlijnen toelichten? Wie wordt daarbij betrokken?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Taeldeman, in de schriftelijke voorbereiding van mijn antwoord wordt redelijk uitgebreid ingegaan op het rapport en de studiedag. Ik zal dat deel schrappen.
Het rapport is inderdaad opgeleverd en bevat veel goede aanbevelingen. Er heeft al overleg plaatsgevonden tussen mijn kabinet, de sector en de administratie. We moeten nog andere overlegmomenten plannen.
U vraagt of ik al iets kan zeggen over de inhoud. Het is niet mijn bedoeling om nog bijkomend verplichte andere taken in te schrijven in een nieuw regelgevend kader, alleen wat private huur betreft. Het is belangrijk dat we daar meer aandacht aan besteden. Het is niet de bedoeling om nog bijkomende verplichte activiteiten in te schrijven voor alle sectoren, maar voor de private huur vind ik dat wel belangrijk. Ik heb u hiermee één zaakje gegeven.
Het is de bedoeling om de regeling nog voor het zomerreces van 2016 definitief voor goedkeuring aan de Vlaamse Regering voor te leggen. We zullen daar dus snel werk van maken.
Ik deel uw enthousiasme dat IGS-projecten inzake wonen een zekere dynamiek naar boven kunnen brengen. Dat is zeker bewezen. We zullen daar in de toekomst nog goede resultaten van kunnen zien, en onderzoek heeft dat ook bevestigd. Het is ook goed voor iets kleinere gemeenten die niet altijd even kapitaalkrachtig zijn of financieel even slagkrachtig dan grotere gemeenten of steden. We moeten die IGS-projecten blijven ondersteunen.
In het kader van de paritaire commissie Decentralisatie en vanuit de aanbevelingen die in de werkgroep Wonen zijn gebeurd, heb ik mijn administratie Wonen-Vlaanderen de opdracht gegeven een voorstel te doen naar het takenpakket waardoor de bestuurskracht wordt verhoogd in die gemeenten die werken rond het thema wonen.
Ik heb in het verleden al gezegd dat ik dit waardevolle projecten vind, die ik wil blijven ondersteunen. De procedure tot het verkrijgen van een subsidie was een beetje ingewikkeld. We zullen die vereenvoudigen. We zullen ook de IGS-projecten afstemmen op de duur van de gemeentelijke legislatuur. Dat is belangrijk voor het financiële. De gemeentelijke legislatuur is nu bezig. Er zal een soort overgangsregeling moeten worden uitgewerkt tot 31 december 2019, het einde van de huidige beleids- en beheerscyclus (BBC). Intussen zullen we nagaan of we dit vanaf 2020 kunnen opnemen binnen de volgende BBC. Het biedt vooral ook een voordeel op het vlak van rapportering. U bent zelf gemeentelijk actief en weet hoe BBC werkt. Hoe meer daarin kan worden gestopt, hoe beter dat is voor de administratieve lasten en planlasten van de lokale besturen.
Wat de witte vlekken betreft, is het belangrijkste uitgangspunt dat we de projecten die goed lopen, moeten blijven ondersteunen. We moeten absoluut ook oog hebben voor de witte vlekken. Als ik me niet vergis, hinkt de provincie Oost-Vlaanderen, net zoals bij de sociale verhuurkantoren (SVK’s), een beetje achterop. Als we daar een tandje moeten bijsteken, dan doen we dat met veel plezier. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat we de bestuurskracht van de deelnemende gemeenten verhogen met het oog op het voeren van een kwalitatief lokaal woonbeleid. We moeten natuurlijk ook aandacht hebben voor de private huurmarkt.
Mevrouw Taeldeman, ik wil u mijn schriftelijk antwoord ook wel overmaken zodat u het volledig hebt. Ik denk wel op de belangrijkste vragen te hebben geantwoord.
Ik zie instemmend geknik.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, ik zou het appreciëren om het volledige antwoord van de minister te krijgen.
Minister, u zegt dat er al is overlegd over het nieuwe besluit met de diverse actoren. Ik ga ervan uit dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) ook een van die actoren is. De VVSG heeft op dat vlak heel wat expertise in huis. Ze hebben heel wat kennis over de lokale woonprojecten. Ik heb begrepen dat in het nieuwe besluit weinig nieuwigheden zullen worden opgelegd aan de lokale besturen, behalve dan inzake de private huurmarkt. Ik begrijp dat ook wel, gelet op het feit dat u in het voorjaar van plan bent de conceptnota Private Huur in te dienen en te bespreken in de commissie.
We mogen ons voor het zomerreces van 2016 aan een nieuw besluit verwachten. Ik ben daar heel tevreden over. Het zal ook velen verheugen dat er een nieuw besluit aankomt en dat het zal worden afgestemd op de BBC. Nu was het wel behoorlijk complex: de tijdsspanne van projecten die negen jaar werden ondersteund, overlapte niet met de huidige cyclus van een gemeentelijke legislatuur. U weet dat de financiering vanuit Vlaanderen van een aantal IGS-projecten in 2018 stopt. Heb ik goed begrepen dat er aan een overgangsregeling zal worden gewerkt zodat de projecten die al negen jaar of langer lopen, toch enige ondersteuning zullen blijven krijgen?
Minister Homans heeft het woord.
Er stoppen inderdaad een aantal projecten, zelfs al in 2017. Het is de bedoeling om een doorstart te maken aan de nieuwe voorwaarden om dan de afstemming met de BBC te hebben. Zullen we die blijven ondersteunen? Ja, dat is absoluut te bedoeling.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik wil graag nog even opmerken dat ik hierover in de vorige legislatuur aan de toenmalige minister van Wonen ook heel wat vragen over heb gesteld. U bent de eerste minister van Wonen die duidelijk aangeeft dat de intergemeentelijke projecten voor wonen niet zullen stoppen na negen jaar. In het verleden werd die vraag nooit beantwoord, we bleven daarover in het ongewisse. Dat was heel jammer, want daardoor zijn een paar projecten ook stopgezet. Men ging ervan uit dat de lokale besturen zomaar alles financieel zouden overnemen, maar dat is in het verleden niet gebeurd. Ik ben echt heel tevreden dat u het signaal geeft dat, ook al eindigen de projecten na negen jaar, er toch zal worden gezorgd voor een doorstart en voor een blijvende financiële ondersteuning. Ik dank u daarvoor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.