Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, de erfgoedsector is momenteel druk doende met focusgroepen om het toekomstige Vlaamse culturele erfgoedbeleid vorm te geven. In de kunstensector werd de voorbije weken de laatste hand gelegd aan de aanvraagdossiers voor de structurele subsidies in het kader van het nieuwe Kunstendecreet. Op het eerste gezicht hebben beide sectoren niet veel raakpunten, maar met deze vraag wil ik uw specifieke aandacht vragen voor het kunsterfgoed.
De professionele kunstenorganisaties worden verondersteld om zelf zorg te dragen voor hun eigen erfgoed. Firmament helpt hen daarbij, maar haar werking dekt niet de volledige kunstensector en het is bovendien geen bewaarinstelling.
Voor de architectuur kennen we het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) dat advies geeft en via publicaties en tentoonstellingen een breed publiek probeert te betrekken bij dit architectuurerfgoed in Vlaanderen. Voor individuele kunstenaars –beeldende kunstenaars, componisten, audiovisuele kunstenaars, enzovoort – of voor professionele kunstenorganisaties die hun werking stopzetten, is het al wat moeilijker om hun archieven deskundig te bewaren en te ontsluiten. Vroeger konden ze terecht in het Archief en Museum van het Vlaamse Cultuurleven (AMVC), maar dat is sinds het begin van deze eeuw verveld tot het Letterenhuis, en dat draagt nu zorg voor het literair erfgoed. Dat is zijn kerntaak. Die taak vervult het met verve en met succes.
Dit heeft echter tot gevolg dat er sindsdien in Vlaanderen geen echte bewaarinstelling meer is voor het kunstenerfgoed: dans, theater, beeldende kunst, enzovoort. De steunpunten in de kunstensector, het Vlaams Theaterinstituut en het Vlaams Muziekcentrum, hebben die leemte opgevuld en tijdens hun bestaan uitgebreide archieven verzameld. Maar sinds de oprichting van het eengemaakte kunstensteunpunt is niet duidelijk wat er nu met die archieven moet gebeuren.
Minister, bent u op de hoogte van het ontbreken van een Vlaams erfgoedbeleid voor de kunstensector? Zult u deze problematiek ook opnemen in uw aangekondigde visienota die moet leiden tot een nieuw Cultureel-erfgoeddecreet? Het kunstensteunpunt is niet verantwoordelijk voor het archief van zijn voorgangers maar is wel bekommerd over de toekomst ervan. Welke concrete oplossing ziet u voor een goede bewaring en ontsluiting van dit waardevolle archief?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Bastiaens, zoals u aangeeft, wordt van kunstenorganisaties die een meerjarige werkingssubsidie ontvangen, verwacht dat ze zelf instaan voor hun archief. In het Kunstendecreet is hiertoe de zorg voor het eigen archief ingeschreven als subsidievoorwaarde.
Kunstenorganisaties en kunstenaars kunnen voor de zorg voor en ontsluiting van hun archief worden begeleid door expertisecentra, zoals Het Firmament voor theater en dans, Resonant voor muzikaal erfgoed, CVAa voor architecturaal erfgoed en PACKED voor digitalisering.
Deze expertisecentra ontwikkelden specifiek voor de kunstensector TRACKS, een toolbox met richtlijnen voor de archiefzorg in de kunsten. Deze toolbox, die zich richt tot de hele kunstensector, beoogt het stimuleren van de bewustwording van de zorg voor het eigen archief en collectie. Daarnaast biedt het een operationele invulling voor de bovenvermelde subsidievoorwaarde ‘Zorg voor het eigen archief’ in het Kunstendecreet.
De administratie zal vanaf 2017 de basiszorgrichtlijnen, zoals geformuleerd in TRACKS, opvolgen in het kader van het nieuwe Kunstendecreet. Organisaties die werkingssubsidies ontvangen, zullen zich in aanvraagdossiers en actieplannen moeten verhouden tot deze richtlijnen.
Kunstenorganisaties of kunstenaars die de zorg voor het eigen archief niet langer zelf kunnen opnemen, worden gestimuleerd om het over te dragen aan een publieke of private professionele bewaarinstelling die de zorg kan overnemen. Voor wat de schrijversarchieven betreft, fungeert het Letterenhuis als eerste aanspreekpunt en bewaarplek.
Voor archieven van kunstenaars of organisaties uit andere kunstdisciplines bestaat er inderdaad geen centrale bewaarplek. Hiervoor fungeert het bestaande netwerk van musea, private of publieke archiefinstellingen en de erfgoedbibliotheken als bewaarplaats. In de praktijk bevinden zich kunstenaarsarchieven in het Rijksarchief of andere publiekrechtelijke (stedelijke en provinciale) archiefinstellingen, in culturele archiefinstellingen als KADOC, Amsab, Liberaal Archief enzovoort, en in musea en universiteiten.
Deze organisaties maken autonoom de beslissing of een archief al dan niet in bewaring wordt genomen, onder andere ook rekening houdend met hun eigen collectieplan en -profiel. Het belang van het oeuvre, de link met de eigen collectie, de beschikbare middelen en de kosten die voor een goede bewaring zijn vereist, vormen de criteria die de instellingen hierbij (kunnen) hanteren.
Omdat kunstenaarsarchieven verspreid in de diverse bewaarinstellingen worden opgenomen, is het belangrijk dat via het register van private archieven van Archiefbank Vlaanderen in kaart wordt gebracht waar deze private kunstenaarsarchieven zich bevinden. Ook de mappings die de landelijke expertisecentra opmaken, spelen hierin een belangrijke rol.
Er wordt dus wel degelijk een erfgoedbeleid gevoerd voor de kunstensector. Ik ben mij er tegelijk van bewust dat het ontbreken van een erfgoedexpertisecentrum voor de beeldende kunst, of het gebrek aan middelen en depotruimten bij de huidige collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties in het veld, als een manco wordt ervaren.
In het kader van het visietraject cultureel erfgoed, dat in 2016 moet uitmonden in een conceptnota, zal deze problematiek dan ook aan bod komen. Er is een parallel met de discussie met betrekking tot de vraag van mevrouw Coudyser over de conservatoriumbibliotheken.
De kunstensector is een van de vele maatschappelijke domeinen waar erfgoed wordt gecreëerd en geproduceerd. Veel cultureel erfgoed wordt bewaard en beheerd door andere dan cultureel-erfgoedorganisaties: privépersonen, kunsten- of middenveldorganisaties. Hoe het erfgoedbewustzijn in deze verschillende maatschappelijke domeinen binnen te brengen en te vertalen naar een duurzame erfgoedzorg, is inderdaad een belangrijke uitdaging voor het cultureel-erfgoedbeleid en de erfgoedsector. Het zal dan ook een belangrijk vraagstuk zijn dat aan bod zal komen in het visietraject. Het antwoord zal in samenwerking met deze maatschappelijke sectoren gezocht moeten worden.
De problematiek van het archief van het Kunstenpunt is mij welbekend. Op dit moment onderzoek ik nog op welke manier de bewaring en ontsluiting van dit archief kan worden gegarandeerd.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad belangrijk dat u aangeeft dat we hier nog met een manco zitten. We zitten met een heel grote versnippering. We hebben niet echt één plek. Ik denk ook niet dat het noodzakelijk is om één fysieke plek te hebben. We moeten wel een aantal bewaarinstellingen hebben. Ik maak me wel zorgen over die versnippering, en ook over het feit dat we op dit moment moeten rekenen op de goodwill van allerlei soorten organisaties en instellingen om archieven op te nemen. Daar zit niet echt een verhaal achter. Ik vrees dat er op die manier hiaten zouden kunnen ontstaan. U hebt zelf gezegd dat het inderdaad over waardevol erfgoed op zich gaat. Als we tot een betere ontsluiting willen komen, zullen we daarvoor een ‘chapeau’ moeten zoeken. Die ‘chapeau’ is noodzakelijk in het kader van onderzoek. Op dit moment is alles wat versnipperd. Bij het bewaren van de archieven hoort natuurlijk ook onderzoek. Er zouden heel wat opportuniteiten in kunnen zitten. Maar voor de onderzoekers die er vandaag aan zouden willen beginnen, is het wel een moeilijke opdracht.
Ik kijk uit naar hoe we daar in de toekomst vorm aan kunnen geven en hoe we het erfgoed voor de toekomstige generaties kunnen vrijwaren en vooral ook ontsluiten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.