Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, op 12 augustus heeft Karin Genoe, gedelegeerd bestuurder van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV), middels een opiniestuk een lans gebroken voor een compleet nieuwe wegcode. Ze wees erop dat de huidige wegcode al veertig jaar oud is en bol staat van de archaïsche woorden. Zelfs de rijkswacht, die vandaag niet meer bestaat, komt er nog een aantal keren in voor. Het verkeersreglement is ook meer dan tachtig keer gewijzigd via allerlei KB’s. Met andere woorden: de oorspronkelijke bedoeling, namelijk ervoor zorgen dat mensen weten waaraan zich te houden in functie van de verkeersveiligheid en een vlotte doorstroming van het verkeer, wordt stilaan ondergraven.
Zo’n pleidooi is niet nieuw. Al in 2007 is er in de schoot van de federale Commissie voor de Verkeersveiligheid een werkgroep opgericht om het verkeersreglement te herschrijven. En ook gewezen staatssecretaris van Verkeer, de heer Schouppe, had in zijn beleidsnota van 2009 de intentie opgenomen om een logisch, overzichtelijk en leesbaar geheel te maken, ten behoeve van de weggebruikers en de overheden.
Die ambitie is helaas niet waargemaakt. Het verkeersreglement is nog altijd wat het is. Maar intussen hebben we de zesde staatshervorming achter de rug en hebben de gewesten iets meer armslag om invloed uit te oefenen op het verkeersreglement. Als de federale overheid wijzigingen wil aanbrengen, moet ze daarbij meer rekening houden met de adviezen van de gewesten. De gewesten zelf kunnen ook op eigen initiatief voorstellen doen om de regels van het verkeersreglement te wijzigen. Als de gewesten en de federale overheid het, na overleg, eens zijn over die wijzigingen, moeten die worden goedgekeurd en in het verkeersreglement worden ingevoegd.
Minister, u bent een groot voorstander van het verbeteren van de verkeersveiligheid. Dat is een van de grote prioriteiten in uw beleid. In dat kader bent u ook bezig met een grondige hervorming van de rijopleiding. Het zijn die toekomstige chauffeurs die geconfronteerd worden met het verkeersreglement. Het instuderen van het verkeersreglement is eigenlijk de eerste stap naar het verwerven van een rijbewijs. Er valt dus wel iets te zeggen voor de oproep van mevrouw Genoe om werk te maken van een kortere, beknoptere en duidelijkere wegcode. Het zou ook een gelegenheid kunnen zijn om werk te maken van het rijbewijs met punten.
Minister, staat u achter het pleidooi voor een volledig nieuwe wegcode en bent u daar, als Vlaams minister van Mobiliteit, ook vragende partij voor? Heeft het Vlaamse Gewest al de mogelijkheid aangegrepen om zelf suggesties te doen tot een vereenvoudigde wegcode? Is er op federaal niveau nog steeds een intentie om als het ware het bord af te vegen en vanaf een blanco blad het Belgische verkeersreglement helemaal te herschrijven? Loopt daarover overleg tussen u en uw federale collega bevoegd voor de mobiliteit? Indien dat het geval zou zijn, is er ook een timing bepaald? Wat is de stand van zaken? Zou een en ander kunnen worden gekoppeld aan de hervorming van de rijopleiding?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben zeker vragende partij voor een vereenvoudiging, aanpassing en modernisering van de wegcode, op verschillende vlakken. Het zal ook niet anders kunnen dan met onze betrokkenheid, gezien de grote verweving die ontstaan is door de zesde staatshervorming, waarbij het zelfs nog altijd niet duidelijk is wie waarvoor bevoegd is.
Men heeft trouwens ook in het verleden, nog voor die zesde staatshervorming, al een poging daartoe ondernemen. In 2011 heeft staatssecretaris Schouppe een poging ondernomen, maar hij heeft daarbij de betrokkenheid van de deelstaten ietwat veronachtzaamd, met als gevolg dat er een bezwaar is gekomen van de Vlaamse Regering, van om en bij de veertig bladzijden met bemerkingen over de bevoegdheidskwesties, maar ook met concrete suggesties en vragen vanuit de Vlaamse Regering. Ik heb die lijst nu niet bij, maar het ging onder meer over het inhaalverbod voor vrachtwagens. U weet dat we vandaag in België een uitzondering zijn ten opzichte van alle andere Europese landen. In het buitenland is een inhaalverbod de regel, bij ons is inhalen toegelaten, tenzij anders aangeduid – de omgekeerde wereld, dus. De Vlaamse Regering heeft toen voorgesteld om op dat vlak een aanpassing te doen, maar uiteindelijk is dat gestrand, enerzijds vanwege allerhande bevoegdheidsconflicten, anderzijds had het er ook mee te maken dat men toen al in lopende zaken zat. Daardoor is dat gestopt.
Vooralsnog heb ik nog geen signalen gekregen vanuit de federale overheid. Ik weet ook niet in welke mate het veeleer een oproep was vanuit het BIVV en mevrouw Genoe, dan wel een echte beleidsintentie. Ik heb dus nog geen signaal gekregen, maar ik neem dit natuurlijk mee in de weerkerende overlegmomenten met minister Galant. Het lijkt mij evident dat zo’n ontwerp geen schijn van slagen heeft als dat niet in overleg met de deelstaten gebeurt. Anders zal er sowieso nooit iets van komen.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw korte, maar zeer duidelijke antwoord. Ik begrijp dat er door mevrouw Galant nog geen initiatief genomen is om in te gaan op de oproep van mevrouw Genoe. En mocht dat zo zijn, dan zult u wel zo vriendelijk zijn om ons daarvan op de hoogte te brengen. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.