Begrotingsbeleid 2020-2024: investeren door te snoeien in (fiscale) uitgaven

Waaier van eurobiljetten

In de vergaderingen van de ad-hoccommissie van 8 en 10 oktober 2019 gaven minister-president Jan Jambon en minister Matthias Diependaele toelichting bij de krachtlijnen van de begroting 2020 en de meerjarenraming 2020-2024. Ook het debat over de regeringsverklaring en het regeerakkoord vonden in die vergaderingen plaats. Alle fracties gaven hun mening te kennen over het totale beeld van het regeerakkoord en over sommige beleidskeuzes.

De aankondiging van de beleids- en begrotingsmaatregelen leidde tot geanimeerde debatten tussen de meerderheid en de oppositie. De onderstaande thema’s kwamen daarbij aan bod.

Het uitdoven van de woonbonus en de verlaging van de registratierechten vanaf 2020

De woonbonus, die een belangrijke budgettaire impact had, bereikte zijn doel niet meer. Samen met de zeer lage interestvoeten die er ook een gevolg van waren, dreef de woonbonus de prijzen op de huizenmarkt op, aldus de regering. Door de verlaging van de registratierechten, die in de plaats van de woonbonus komt, wordt de tegemoetkoming voor de kopers nu verschoven naar het moment waarop ze hun woning verwerven. Volgens de oppositie betekende de beslissing een stevige aderlating voor de kopers. Wie een nieuwbouw verwerft, krijgt geen compensatie voor het wegvallen van de woonbonus.

De aankondiging van de maatregel leidde eind 2019 tot een ongeziene rush op de vastgoedmarkt. De markt ondervond een verwachte terugval begin 2020, maar net op het moment dat ze leek te herstellen, brak de coronapandemie uit waardoor nooit duidelijk zal worden wat de impact van de maatregel nu precies voor de woningmarkt zou hebben betekend.

Besparingen, onder meer in de welzijns-, cultuur- en onderwijssector

De cultuursector werd vooral getroffen door de algemene maatregel om de subsidies in alle beleidsdomeinen met 6 procent te verminderen. Dat leidde tot aanhoudende protesten tegen de besparingen, maar ook tegen de visie van de Vlaamse Regering op het cultuurbeleid zelf.

Ook de welzijnssector ging stevig te keer tegen de besparingsmaatregelen van de Vlaamse Regering. Het beleidsdomein werd getroffen door de algemene besparingsmaatregel op de subsidies, sommige punctuele maatregelen en de minder-meermaatregelen die bijvoorbeeld ook onderwijs treffen.

De Vlaamse Regering argumenteerde dat de minder-meermaatregelen geen besparing waren: de rechthebbenden zouden alleen minder ontvangen dan wat ze tot nu toe dachten erbij te zullen krijgen.

Evaluatie van het begrotingsbeleid

Volgens de meerderheidsfracties werd de begroting door de maatregelen van de regering-Jambon I ondanks de tegenvallende conjunctuur weer op koers gebracht. Jambon I is een investeringsregering, de besparingsmaatregelen zijn noodzakelijk en evenwichtig gespreid, en ze getuigen van visie, waarbij de burger zo veel mogelijk wordt ontzien.

De oppositie richtte zijn pijlen op de impact die het uitdoven van de woonbonus op de burger heeft. Ze verweet het totale ontbreken van extra middelen om het klimaat-, verkeers- en armoedebeleid verder te versterken en wees op de besparingen in de beleidsdomeinen Welzijn, Cultuur en Onderwijs, die ze als kil bestempelde. Er was sprake van een gebrek aan visie voor onder meer betaalbaar wonen en de verschillende zorgsectoren. De minder-meermaatregelen werden afgedaan als vestzak-broekzakoperaties. De besparingen op de subsidies zouden veel middenveldorganisaties zwaar treffen.

Scroll naar boven