Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Vraag om uitleg over de nieuwe renovatiepremie
Verslag
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, bijna twee weken geleden heeft de Vlaamse Regering eindelijk een beslissing genomen over de renovatiepremie. Op die beslissing zat iedereen al acht maanden te wachten. Tot ieders verrassing werd de renovatiepremie zoals aangekondigd dan toch niet gefiscaliseerd, maar blijft het systeem van een premie behouden. De plannen zoals in oktober vorig jaar aangekondigd om de renovatiepremie om te turnen tot een belastingvermindering die gespreid zou worden over drie jaar, wordt daarmee teruggeschroefd. Dat is toch wel een serieuze bocht. Het systeem van fiscalisering zou te complex en praktisch niet haalbaar zijn.
Mensen hebben zoals gezegd acht maanden moeten wachten op die beslissing. Door het uitblijven van de nieuwe concrete regels is de voorbije maanden heel wat commotie maar ook onzekerheid ontstaan. Zo is door de boost van het aantal aanvragen dat werd ingediend sinds de hervorming werd aangekondigd, een grote achterstand ontstaan in de verwerking van de aanvragen, waardoor de wettelijke termijn van zeven maanden niet kon worden gerespecteerd en er zelfs beslist werd om tijdelijk geen aanvragen meer te accepteren. We hebben het daar al over gehad naar aanleiding van een vraag van mevrouw Coppé.
In afwachting werden heel wat woondiensten en administraties in alle steden en gemeenten overspoeld door ongeruste burgers die maandenlang onzeker waren over wat er zou gebeuren. Overal werd gezegd dat er heel snel een nieuwe regeling zou komen en dat de voorwaarden daarvan niet zouden veranderen. Maar mensen waren onzeker over de terugbetaling van hun investeringen.
De Bouwunie heeft becijferd dat door de onzekerheid en onduidelijkheid van de afgelopen maanden heel wat noodzakelijke en geplande renovatiewerken werden uitgesteld, wat een impact heeft gehad op het werkvolume van aannemers.
Officieel heette het dat de beslissing om de premie nu toch te behouden is genomen omdat mensen met een laag inkomen die geen belastingen betalen anders uit de boot zouden vallen. Minister, die officiële motivering verbaast me eigenlijk een beetje omdat u tijdens de plenaire vergadering van 8 oktober 2014, toen de fiscalisering van de premie ter sprake kwam, nogal fors uithaalde naar de heer Vandenbroucke die zijn ongerustheid uitte over het feit dat mensen die geen belastingen betalen niet in aanmerking zouden komen voor die belastingvermindering. U zei toen: “Mijnheer Vandenbroucke, wat men natuurlijk verzwijgt, is dat iemand die belastingen betaalt, dat zal terugkrijgen via een belastingvermindering. Iemand die geen belastingen betaalt, zal dat ook terugkrijgen via een belastingkrediet. Ik wil bij deze nadrukkelijk zeggen dat niemand uit de boot zal vallen, ook niet de meest sociaal zwakkeren in deze samenleving. We hebben uiteindelijk weinig veranderd aan het systeem.”
Dat zei u in de plenaire vergadering. U zei dat nogal op een forse manier. Ik ben dan ook wel een beetje verrast dat u nu zegt dat u het systeem niet zult fiscaliseren, maar het systeem van een premie wilt behouden vanwege het feit dat mensen uit de boot zouden vallen. Het was net onder druk van sp.a via de heer Vandenbroucke dat u had beslist om in een belastingkrediet te voorzien. Dat was opgenomen in de fiscalisering.
U behoudt de renovatiepremie en het plafond van 10.000 euro, sust u, maar de voorwaarden worden wel aangepast. Niemand zal nog in één schijf 10.000 euro kunnen terugkrijgen, behalve wie verhuurt via een SVK. Bovendien zullen er twee aanvragen nodig zijn, tweemaal van maximaal 5000 euro. Er moet minstens één jaar tussen de aanvragen zitten en maximaal twee jaar. De renovatiewerken die in aanmerking komen, groepeert u in vier in plaats van zes categorieën. U legt de lat op maximum 2500 euro.
De Inspectie van Financiën noemt dit een kunstgreep om tijdelijke besparingen te realiseren. U zegt dat het geen besparing is, maar het heeft natuurlijk wel financiële consequenties voor mensen door het plafond, door het feit dat de ouderdom van de woning wordt verhoogd van 25 naar 30 jaar, door het feit dat facturen geen 3 jaar maar slechts 2 jaar mogen worden ingediend. Bovendien moeten mensen nu twee afzonderlijke aanvragen indienen. De administratieve last wordt dus een stuk groter voor de aanvragers. Men moet ook al zeer goed kunnen plannen om te zien wanneer men wat moet indienen. Ik verwijs ook daar naar de kritiek van de Inspectie van Financiën (IF), die zegt dat de administratieve rompslomp door dit systeem wordt versterkt. Er wordt zelfs een stilstand in de uitbetalingen georganiseerd. Bovendien kunnen de aanvragen voor de renovatiepremie pas vanaf november worden ingediend. Dat betekent dat het systeem – door het feit dat er zo lang is geaarzeld – sinds november vorig jaar 11 maanden on hold is gezet. Sommige verbouwers worden geconfronteerd met termijnen die zijn verstreken en premies die ze zullen mislopen.
Met de fiscalisering van de renovatiepremie beoogde u een besparing van 70 miljoen euro te realiseren. Nu is er sprake van een financiële optimalisatie. Hoeveel verwacht de regering via de gefaseerde aanvraag over twee jaar en dus de vertraagde uitbetaling van de aanvragen te besparen of te optimalieren? Valt niet te vrezen dat door een groepering van renovatiewerken in vier categorieën met een plafond van 2500 euro en het terugschroeven van de factuurdatum van drie naar twee jaar, sommigen uit de boot zullen vallen? U wilt dat gezinnen met een laag inkomen of gezinnen die helemaal geen belastingen betalen, verder van de renovatiepremie gebruik kunnen maken. Dat is uw officiële motivatie. U hebt zelf al bevestigd dat dit eigenlijk de reden niet kan zijn. U had in dat belastingkrediet voorzien voor mensen die geen belastingen betalen. Wat is de echte reden dan? Met de nieuwe voorwaarden verplicht u om twee afzonderlijke aanvragen in te dienen en heel goed te timen wanneer wat kan worden ingediend. U vergroot zonder twijfel de administratieve last voor de aanvragers én de administratie. Dat verbaast me omdat u in uw beleidsnota heel uitdrukkelijk minder administratieve lasten en meer klantvriendelijkheid vooruitschuift. Wat is uw antwoord op de kritiek van de Inspectie van Financiën?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het heeft weinig zin dat ik alles herhaal wat mevrouw Hostekint heeft gezegd. Ik kan me trouwens perfect terugvinden in haar opmerkingen. We waren allemaal verbaasd toen op vrijdag 3 juli de Vlaamse Regering besliste om dan toch terug te keren naar het premiestelsel. Ik ondersteun de vraag wat de eigenlijke reden is om terug te komen op de beslissing van eind 2014. In heel wat persartikels wordt gesteld dat de definitieve beslissing nog niet is genomen. Wanneer zal dit zijn? Ik denk dat dit september of oktober zal zijn. Dit zorgt voor nog meer ongerustheid.
De voorwaarden zijn onnodig ingewikkeld gemaakt. Er moeten twee aanvragen gebeuren, er is een maximumbedrag van 2500 euro en verschillende werken vallen onder bepaalde groepen. Het geeft extra administratieve rompslomp, zowel voor de ambtenarij als voor de aanvragers. Bij de Vlaamse Infolijn piekt het aantal vragen over de renovatiepremie. De ombudsman stelt dat ongerustheid zijn mailbox bereikt. De bezoeken aan de pagina van de Vlaamse overheid over de renovatiepremie zijn met 400 procent gestegen. Er is dus heel wat ongerustheid.
Het lijkt erop dat voorwaarden zo zijn opgesteld dat het bijna onmogelijk lijkt om de 10.000 euro volledig te ontvangen. Ik wijs ook op de Inspectie van Financiën, die forse kritiek geeft. De administratieve rompslomp wordt versterkt en er wordt een stilstand in de uitkeringen georganiseerd. Dat komt de facto neer op een besparing.
Minister, waarom bent u teruggekeerd op uw standpunt van eind vorig jaar en wordt er opnieuw een premiestelsel ingevoerd? Welke gevolgen zal de nieuwe regeling hebben op het aantal en het bedrag van de premieaanvragen in vergelijking met de vorige regeling, die tot en met 2014 gold? Zijn er bepaalde prognoses vanuit de huidige regeling? Welke besparing denkt u aldus te realiseren? Erkent u dat de opzettelijke organisatie van een gefaseerde aanvraag en betaling met bijhorende administratieve rompslomp geen uiting is van goed bestuur? Dat is bovendien in tegenspraak met uw beleidsnota en met het regeerakkoord, waar op pagina 1 staat: “Ons doel is een kleinere, slagkrachtige overheid: minder administratieve lasten en meer klantvriendelijkheid.”
Wanneer dient de nieuwe premie in werking te treden? Bent u alsnog bereid om daar de nodige aanpassingen aan te doen? Ik heb ook lezersbrieven gelezen van mensen die een premie aanvragen voor renovaties van 2013, waarvoor de termijn nu eigenlijk al verstreken is. Zij vragen zich af hoe het nu zit met de premie voor hun renovatiewerken uit 2013.
Als de regeling blijft zoals ze nu wordt voorgesteld, wordt er dan ook in een overgangsfase voorzien?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, dit is een dossier dat voor een stuk in de corebusiness zit van de manier waarop wij naar het woonbeleid kijken. Ik ben het eens met de vorige sprekers dat wat hier gebeurd is, niet onmiddellijk een toonbeeld van goed bestuur is. Als u de kafkatoets zou toepassen op wat nu op tafel ligt – twee aanvragen, twee keer administratieve lasten – zou u grandioos gebuisd zijn. Ik begrijp het echt niet goed.
Kunnen we op dat punt echt niet bijsturen? Aan de ene kant pleit u in uw regeerakkoord voor een slimme en slagkrachtige overheid, en aan de andere kant dwingt u mensen om twee keer, zelfs al is het digitaal, zo’n dossier op te stellen. Dan schrik ik er niet van dat heel wat mensen ongerust zijn, en dat onder meer de ombudsman overspoeld wordt met honderden vragen van mensen die nu echt wel duidelijkheid willen. U maakt op dit punt geen goede beurt, minister.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Het is duidelijk dat de minister, en bij uitbreiding deze regering, de gezinnen wil blijven stimuleren om hun woning te renoveren. Die fiscalisering had heel veel nadelen. De helft van de belastingplichtigen, met fiscale woonplaats in Vlaanderen, betaalt niet voldoende belastingen om een volledige belastingvermindering te genieten. En met deze maatregel zullen ze daar wel recht op hebben. Veel gezinnen werken bovendien al gefaseerd. Stellen dat het weinig fraai is, zoals collega Sintobin het verwoordde, vind ik toch wat overdreven. Het is natuurlijk niet optimaal om gezinnen hierin geen keuze te laten om hun werken al dan niet onmiddellijk te doen, maar het is toch best handelbaar.
De nieuwe renovatiepremie zorgt er nu voor dat die lage-inkomensgroepen, die niet onmiddellijk over alle middelen beschikken, nu wel de kans krijgen om een aanvraag te doen. En nu is het nog niet goed.
Er komt een automatische screening van het inkomen van de burgers. Die informatie, waarover de overheid al beschikt, moet ze dus niet extra opvragen. Maar vermoedelijk zal er inderdaad wel een aanvragengolf ontstaan. Beschikt de administratie over voldoende capaciteit om de aanvragen tijdig af te handelen en zich aan te passen aan de nieuwe voorwaarden?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Wijzigingen aan een premiestelsel roepen altijd heel veel vragen op. Dat is niet nieuw. Ook in de vorige legislatuur, met minister Van den Bossche, is het stelsel gewijzigd. Dat was ook niet zo evident. Er was ook de nodige communicatie vereist, vooraleer iedereen wist hoe de vork in de steel zat. Er komt nu opnieuw een aanpassing van de renovatiepremie, en we merken dat het voor de burger opnieuw niet evident is om goed te begrijpen hoe het stelsel in elkaar zit. Als er door de vorige premie verwachtingen gecreëerd werden, roept dat vragen op bij de mensen. De mensen voelen zich ook verongelijkt, omdat ze eventueel wat middelen zullen missen.
Minister, kunt u garanderen dat ook de doe-het-zelvers verder in aanmerking komen om van de premie te genieten? De facturen mogen niet ouder zijn dan twee jaar; in de vorige regeling was dat drie jaar. Is die wijziging ingegeven door besparingen of is daar een goede reden voor? Als u dit als een besparing naar voren schuift, welke besparing ziet u dan op kruissnelheid gerealiseerd?
De heer de Kort heeft het woord.
Het is van belang dat, telkens als we bepaalde maatregelen overwegen, dat wat meer doordacht zou zijn. Ik vind het spijtig dat er eerst een aankondiging is geweest dat het niet meer zou gebeuren via een premie, maar via fiscalisering, en dat daar nadien op moet worden teruggekomen. Voor een burger komt dat bijzonder verwarrend over.
Ik vraag me af of we niet al verder moeten denken. Ik ben al aan het denken aan de verandering van deze premie. Is het nog wel verantwoord, minister, dat we een renovatiepremie uitreiken zonder dat er een duurzaamheidstoets is? Is het nog wel verantwoord om zo’n premie te geven als er geen koppeling is met de energiepremie? Ik vind het een gemiste kans dat we die zaken niet samen, geïntegreerd aanpakken.
Ik merk immers in de contacten die ik met burgers heb dat sommige mensen zich afvragen, als ze een bepaald budget hebben om te besteden, wat ze daarvan op termijn terugverdienen. Dat is zeker en vast zo bij oudere mensen die zich afvragen of het nog wel de moeite is om ervoor te gaan. Ze willen weten wat het terugverdieneffect is van hun investeringen, zeker wat betreft hun energierekening.
Minister Homans heeft het woord.
Om te beginnen: het is niet zo dat er pas twee weken geleden is gecommuniceerd. Begin oktober 2014 is er heel duidelijk aangekondigd dat er een nieuw systeem kwam. Wil dat zeggen dat iedereen daar tevreden mee moest zijn? Natuurlijk niet. Maar er is al wel een communicatie geweest begin oktober 2014.
Mevrouw Coppé heeft het gezegd: bij de aanvang van de vorige legislatuur hebben we dat ook moeten doen. Dat was ook niet leuk voor de burgers. Ik heb dat vanuit de meerderheid zeer loyaal gesteund, want die ingreep was toen nodig en was ook lastig. We hebben het toen ook overleefd.
Vooraf wil ik nog stellen dat ik dit geen besparing vind. U kunt zeggen dat dit een semantisch debat is, maar ik noem het een financiële optimalisatie. Een besparing wil zeggen dat je een bedrag van 10.000 euro voor de aanvrager vermindert. Dat is een besparing. De definitie van een besparing is dat je niet meer kunt rekenen op een totaalbedrag van 10.000 euro maar bijvoorbeeld op een totaalbedrag van 7.000 euro, 5.000 euro of wat dan ook. Dat is een besparing.
Het is een financiële optimalisatie, en dat heb ik nooit verheeld, ook nooit tijdens onze zeer aangename debatten in de plenaire vergadering daarover, mijnheer Vandenbroucke. Ik heb ook onmiddellijk toegegeven dat het inderdaad een financiële optimalisatieoefening was om de uitgaven te spreiden in de tijd. Ik heb daar ook nooit over rond de pot gedraaid. Dat is gewoon een feit. Dat was ook nodig om op meerjarentermijn de Vlaamse begroting in orde te krijgen.
Waarom heb ik eerst aangekondigd dat ik via fiscalisering zou gaan en nu toch weer naar een premie? Dit weliswaar nog altijd van 10.000 euro, en correct opgedeeld in twee schijven, maar daar kom ik seffens op terug. Waarom geen fiscalisering? Omdat we door de strenge Europese regels de belastingkredieten, voor de mensen die geen belasting betalen dus, in één jaar op de begroting moeten nemen. Dan is het moeilijk om de filosofie van deze oefening te kunnen realiseren, zijnde de financiële optimalisatie. Ik wou absoluut vermijden dat daardoor de Vlaamse Regering zou beslissen om alleen nog te werken met belastingvermindering en niet meer met een belastingkrediet. Ik gun een renovatiepremie immers bijvoorbeeld ook aan gepensioneerden die een zeer laag pensioentje hebben, maar wel in aanmerking zouden komen maar geen belastingen betalen. Waarom zijn we dus afgestapt van de piste fiscalisering? Omdat we de belastingkredieten in één jaar op onze begroting zouden moeten nemen, wat haaks staat op de financiële optimalisatieoefening die we binnen de regering hebben afgesproken. Daarom ben ik terug naar de regering gegaan en heb een voorstel voorgelegd om af te stappen van de fiscalisering om zo te vermijden dat mensen die geen belastingen betalen, uit de boot zouden vallen, en om terug te gaan naar een premie, weliswaar uitbetaald in twee schijven.
Mevrouw Hostekint, ik gebruik het woordje besparing niet, maar ik gebruik de term financiële optimalisatie. Ik begrijp dat u natuurlijk wel van een besparing spreekt. Voor 2015 werd inderdaad een financiële optimalisatie van 70 miljoen euro beoogd. We hebben naar aanleiding van de begrotingscontrole hier al heel uitgebreid gediscussieerd over het feit dat er door de overgangsmaatregelen, die ik zo dadelijk zal uitleggen, er een behoorlijk aanzuigeffect was zodat we 54 miljoen euro hebben moeten bijpompen om de toevloed aan dossiers te kunnen oplossen. Trek 54 af van 70, dan kom je nog maar op 16, als ik goed kan rekenen.
Wat is er gebeurd? Onze bedoeling was om het nieuwe besluit ingang te laten vinden per 1 november 2014. De Raad van State heeft gezegd dat dat niet billijk was en dat het pas op 1 december zou mogen. Er zou dus een overgangsmaatregel tot 1 december zijn, en bijkomend een overgangsmaatregel voor mensen zodat ze nog tot eind februari 2015 hun facturen konden indienen. We wilden dus het nieuwe systeem invoeren op 1 november, net zoals we dat tijdens de vorige legislatuur onmiddellijk bij aanvang van de nieuwe legislatuur hebben gedaan. De Raad van State heeft gezegd dat dit niet billijk was en de termijn te kort was. We hebben die dan verlengd naar 1 december, en bijkomend een overgangsfase tot eind februari 2015 ingevoerd, waarbinnen de Vlamingen hun facturen konden indienen.
Wat betreft de groepering van de renovatiewerken in verschillende categorieën, zijn we inderdaad van zes naar vier categorieën gegaan. Er is geen enkel werk uitgesloten, voor alle duidelijkheid. We hebben ze gewoon een beetje gebundeld. Ik vind dat een signaal van administratieve vereenvoudiging. Er is geen enkel werk uit de te subsidiëren werken gevallen.
Ik hoor heel veel collega’s zeggen dat men die 10.000 euro vroeger in één keer kreeg uitbetaald. Ik wil er u toch attent op maken dat het gemiddelde bedrag aan premie op 5600 euro lag. Dus hier nu komen zeggen dat iedereen in het verleden sowieso een bedrag van 10.000 euro kreeg, klopt niet. Het gemiddelde bedrag tijdens het vorige systeem lag op 5600 euro met dien verstande, collega’s, dat men toen een aanvraag had ingediend en toen was ook de regel van toepassing dat men maar één aanvraag kon indienen binnen de tien jaar.
Het was niet zo dat men na twee jaar dan een nieuwe aanvraag kon indienen om 4400 euro bijkomende premie te ontvangen. Nu komen vertellen dat in het verleden elke Vlaming sowieso 10.000 euro kreeg, is niet correct. De gemiddelde premie in het verleden lag op 5600 euro.
Door te werken met twee aanvragen en het samenvoegen van de categorieën wordt aan de renoveerder de mogelijkheid geboden om over een periode van vier jaar in twee subsidieaanvragen te vatten. We hebben daarover heel duidelijk gecommuniceerd.
In de vroegere regeling moest men ineens alles prefinancieren, en daarna kreeg men alles uitbetaald. Nu kan men een eerste aanvraag indienen voor 5000 euro. Men ontvangt de premie, en daarmee kan men dan de tweede aanvraag prefinancieren. Dat was in het verleden niet mogelijk. Ik maak me sterk dat in tegenstelling tot het gemiddelde bedrag van 5600 euro nu meer Vlamingen het totale bedrag van 10.000 euro gaan krijgen, juist door dat systeem van prefinanciering. Dat is voor veel mensen een bijkomende troef, zeker voor degenen die het financieel moeilijk hebben.
De administratieve lasten verbonden aan twee aanvragen voor de aanvrager worden beperkt. Het is natuurlijk wel veel meer werk voor de administratie. Dat moet ik niet verhelen. Daarom oprecht een zeer dikke pluim voor het werk dat zij al hebben verricht, ook bij de behandeling van de toename of overvloed zelfs aan dossiers. Zij hebben dat op een zeer voortreffelijke manier gedaan.
Ik heb al een voordeel voor de Vlaming meegegeven. Met het systeem van twee aanvragen zal men veel gemakkelijker aan 10.000 euro geraken. Er hoort een kleine administratieve vereenvoudiging bij: er zal geen kopie van het aanslagbiljet meer moeten worden toegevoegd, aangezien de administratie de aanslagbiljetten via de FOD Financiën kan raadplegen.
Het artikel van vandaag, de uitspraken van de ombudsman en van de administratie getuigen ervan dat het systeem heel goed bekend is. Natuurlijk zijn er nog vragen, dat heb ik helemaal niet gezegd. Maar ik denk dat de Vlaming meer dan ooit weet dat er zoiets bestaat als een renovatiepremie. Dat is ook een meevaller: we kunnen veel meer Vlamingen aanzetten om die premie aan te vragen. We hebben allerlei kanalen van Wonen-Vlaanderen die hun best doen. De administratie, de Ombudsdienst en mijn kabinet worden overladen met vragen, maar we proberen die snel en degelijk te beantwoorden. We kunnen natuurlijk niet elke burger geruststellen en gelukkig maken, maar in het merendeel van de gevallen lijkt dat wel te lukken.
Daarnaast wil ik nog opmerken dat de Vlaamse aanpassingspremie van 1250 euro onveranderd blijft bestaan. Voor de verbeteringspremie kan men in tien jaar tijd drie aanvragen doen. Dat is vooral goed voor de mensen die het financieel wat moeilijker hebben en de prefinanciering van die eerste 5000 euro niet kunnen doen.
Mevrouw Coppé, ik begrijp uw vraag over de doe-het-zelvers niet goed. Voor hen is er niets veranderd.
Mijnheer de Kort, corrigeer me als ik het mis heb: ik versta dat u de renovatiepremie wilt aanwenden om onze klimaatdoelstellingen te halen. Ik wil er toch wel op wijzen dat de renovatiepremie – en dat is altijd zo geweest – dient om de woonkwaliteit en de veiligheid van de bewoners te garanderen. Dat staat ook zo in de Wooncode. We hebben in de Wooncode allerlei straffe bepalingen – terecht – over de kwaliteit en veiligheid. Dat is ontzettend belangrijk. Vind ik de klimaatdoelstellingen en duurzaamheid niet belangrijk? Natuurlijk wel!
Ik wil aanstippen dat in de vier categorieën werken die in het besluit staan – een samenvoegsel van de oude zes – oog is voor energetische ingrepen, het plaatsen van dubbele ramen, een hoogrendementsketel en dergelijke. Dat zijn zaken die niet enkel bijdragen aan de klimaatdoelstellingen en meer duurzaamheid, maar ook leiden tot een lager energieverbruik en dus ook een lagere factuur voor de huurder.
Mijnheer Sintobin, ik heb uw vragen bewaard voor het laatst omdat ze afwijken van de andere. Ik zal uitgebreid antwoorden.
Het is moeilijk om voorspellingen te maken over het aantal aanvragen dat in de nieuwe regelgeving zal worden ingediend. Bij de raming van de budgettaire kost van de herinvoering van de renovatiepremie zijn we uitgegaan van de aantallen en de investeringsbedragen die in het oude stelsel van de renovatiepremie in 2013 werden ingediend.
Als we ervan uitgaan dat de aanvragers normaal gezien de twee categorieën waarin zij het meest investeren, zullen indienen en als vervolgens de werken behoren tot twee andere en minder dure categorieën, dan moeten we zeker rekening houden met ongeveer 15.300 eerste aanvragen, dus voor de eerste schijf, en 5750 voor de tweede schijf als de maatregel op kruissnelheid is gekomen. Uiteraard zullen we dit monitoren, want ik vind het belangrijk dat we de Vlamingen ervan kunnen overtuigen dat ze tweemaal 5000 euro kunnen krijgen om in totaal te stranden op 10.000 euro, en niet op 5600 euro zoals in het verleden.
Mijnheer Sintobin, ik heb daarnet al min of meer geantwoord op uw vraag over de administratieve rompslomp. Er is een toename van het werk voor alle administraties, maar tegelijk hebben we getracht om het voor de aanvrager iets eenvoudiger te maken. Ik ga hier niet verhelen dat het indienen van twee aanvragen iets complexer is dan het indienen van één aanvraag, maar ik heb intussen ook gewezen op de voordelen van het indienen van twee aanvragen.
Ik ben niet bereid om het systeem terug te draaien. Ik heb u duidelijk gezegd wat de beweegredenen waren van deze regering om voor dit systeem te gaan. Het zou van minder goed bestuur getuigen om, nu het systeem eindelijk een beetje duidelijk en bekend wordt, opnieuw met een andere regeling te komen. Ik ga dat dan ook absoluut niet doen. Ik heb ook gezegd dat dit een financiële optimalisatieoefening is. Ik heb dat ook in oktober onmiddellijk gezegd. We moesten de uitgaven spreiden in de tijd, wat we nu ook doen met die twee premieaanvragen.
We hebben geprobeerd een aantal zaken met elkaar te verzoenen. Zo hebben we rekening gehouden met de resultaten van het Grote Woononderzoek bij de toepassing van het systeem van de renovatiepremie. Een premie moet in de eerste plaats gedragssturend zijn. Door de werken te verdelen in vier categorieën wil ik ervoor zorgen dat de beschikbare middelen voor de renovatiepremie zo veel mogelijk gaan naar de nodige werkzaamheden over het woonpatrimonium. Dat sluit aan bij de vraag van de heer de Kort die ik heb beantwoord.
Mijnheer Rzoska, ik heb niet geantwoord op uw vraag, maar ik heb wel gezegd waarom ik niet voor de fiscalisering ben gegaan.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, u probeert hier natuurlijk een aantal voordelen op te sommen. Ik heb moeite om ze te vinden, moet ik eerlijk bekennen. U zegt dat u over dit systeem al hebt gecommuniceerd in oktober 2014. Dat klopt natuurlijk, maar u hebt toen aangekondigd dat u de premie zou hervormen in een fiscalisering, dat mensen daar tegen de begrotingscontrole in het voorjaar opnieuw voor in aanmerking zouden kunnen komen en aanvragen zouden kunnen indienen en dat de voorwaarden dezelfde zouden blijven. Vandaag zegt u dat er geen fiscalisering is, dat er een nieuw systeem wordt toegepast en dat de voorwaarden toch worden aangepast. Dat betekent dat mensen vandaag worden geconfronteerd met het derde systeem in amper één jaar tijd. Bovendien moet men gaan kijken waarvoor men al dan niet nog in aanmerking komt, en dat is niet hetzelfde. Als u vandaag met plafonds van 2500 euro per categorie werkt, dan zal dat voor mensen financiële gevolgen hebben. Dat zal betekenen dat men nog moeilijker aan dat bedrag van 10.000 euro komt dan u hebt gezegd.
Minister, ik vind het een beetje raar dat u hier daarnet de term ‘administratieve vereenvoudiging’ in de mond hebt genomen op een moment dat u mensen een derde systeem in een jaar tijd voorlegt. Het is natuurlijk geen schande om, als u een foute beslissing neemt of achteraf vaststelt dat de beslissing die u wilde nemen, niet de beste was, daarop terug te komen. Wat ik echter raar vind, is dat u vandaag zegt dat u daarop terugkomt omdat u het belastingkrediet hebt afgetoetst met Europa. U hebt die maatregel in oktober aangekondigd en u hebt daar acht maanden over nagedacht. Dat betekent dat u vooraf niet had bekeken in hoeverre die maatregel gevolgen zou hebben. Maar u houdt er wel begrotingstechnisch rekening mee, want u zou er 70 miljoen euro mee besparen. Ik vind dat niet echt een voorbeeld van goed bestuur dat navolging verdient. Bovendien heb ik moeite te geloven dat u met die fiscalisering 70 miljoen euro zou besparen. U zou daar rekening mee hebben gehouden in de begroting, maar u hebt nadien door de toevloed aan aanvragen 54 miljoen euro moeten bijpompen, zodat de hele besparing teniet is gedaan. Ik heb er dan ook moeite mee dat u vandaag zegt dat u dit niet doet omwille van een besparing. Dit is geen besparing, zegt u. Ik herhaal ook dat het niet getuigt van goed bestuur dat u mensen voor de derde keer op rij met een ander systeem confronteert.
We weten dat er op een bepaald moment aanvragen zijn geweigerd omdat men de toevloed niet aankon. Zijn alle mensen die op dat moment toch een aanvraag wilden indienen, toch geholpen? Het gaat dan over mensen wier dossier af was en die geen aanvraag mochten indienen omdat men de werkdruk niet aankon. Hebben zij vandaag een antwoord en zullen zij een premie krijgen?
Minister, u zegt dat u gecommuniceerd hebt vanaf oktober 2014. U hebt dat inderdaad gedaan over de fiscalisering van de maatregel. In juli hebt u gecommuniceerd over de niet-fiscalisering van de maatregel. U communiceert vandaag opnieuw. U communiceert veel, maar niet duidelijk.
U draait het ook om. U zegt dat door het hervormen van de maatregelen er meer interesse is bij de bevolking en er meer aanvragen zullen zijn. Neen, zoals de ombudsman zegt bereikt ongerustheid zijn mailbox. Het gaat niet om meer aanvragen of meer interesse, maar om ongerustheid.
U zegt dat het niet zou getuigen van goed bestuur als u dit in september of oktober zou doorvoeren. U doet al een jaar aan een stuk niets anders dan aanpassen en veranderen. U communiceert al sinds oktober 2014 op een andere manier over de renovatiepremie.
Mijnheer Hendrickx, we zijn het er allemaal over eens dat ook mensen met een laag inkomen recht moeten hebben op de renovatiepremie. Daar gaat het niet over. De minister probeert op deze manier de nieuwe regelgeving te verantwoorden.
Ook de Inspectie van Financiën wijst op de administratieve rompslomp, alleen al door het feit dat er meer aanvragen zullen zijn en dat er een achterstand op te halen is. Er zijn mensen die in 2013 een aanvraag hebben ingediend, maar door het feit dat alles is stilgevallen, weten ze niet of ze die premie nog zullen krijgen. De communicatie is heel slecht. Heel het dossier getuigt absoluut niet van goed bestuur.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Er zullen meer mensen een aanvraag doen en er zullen meer aanvragen zijn. Het zal geen besparing blijken te zijn.
Ik heb geen antwoord gehoord op mijn vraag of de administratie over voldoende capaciteit beschikt om de aanvragen tijdig af te handelen.
Minister Homans heeft het woord.
Ik zal kort zijn, want ik heb van de twee oorspronkelijke vraagstellers weinig bijkomende vragen gehoord.
Voor alle duidelijkheid, de juridische basis voor de renovatiepremie is verdwenen op 1 december 2014 toen het besluit is opgeheven. Zeggen dat het systeem nu opnieuw verandert, klopt niet omdat er geen systeem meer was. Er was geen juridische basis meer om een renovatiepremie uit te betalen. Het systeem van de renovatiepremie – om even heel kort door de bocht te gaan – bestond niet meer sinds 1 december 2014 tot twee weken geleden. Het denkspoor van de fiscalisering is ook nooit in een besluit goedgekeurd door de Vlaamse Regering en was nooit een rechtsgrond om een renovatiepremie uit te betalen.
Hebben we de fiscalisering nagetrokken? Natuurlijk wel. Er was zeer veel onenigheid en onduidelijkheid over de aanrekeningsregels. We kregen constant verschillende informatie van het federale en Europese niveau. Daarom hebben we besloten om dat risico niet te nemen en af te stappen van dat idee. Het klopt dat de heer Vandenbroucke mij in oktober of november tijdens de plenaire vergadering heeft gewezen op dat potentieel gevaar. We hebben het proberen te onderzoeken. Niemand kon ons een sluitend antwoord geven. We zijn afgestapt van die mogelijkheid. Ik neem aan dat iedereen het erover eens is dat mensen die geen belastingen betalen, ook aanspraak moeten kunnen blijven maken op een renovatiepremie.
Mijnheer Sintobin, aanvragen die in 2013 zijn ingediend, zijn al behandeld. Als iemand zijn aanvraag heeft ingediend in 2013, dan is die afgehandeld en uitbetaald. Uw punt snap ik dus niet zo goed.
Mijnheer Hendrickx, u vraagt of er voldoende capaciteit is bij de administratie. Ja, maar het vergt ontzettend veel inspanningen van hen. Ik wil hen bedanken. Het ICT-systeem moet worden aangepast. De toevloed aan dossiers tijdens de overgangsregeling hebben ze op zeer deskundige wijze afgewerkt. Nu zijn ze zo goed als klaar om het nieuwe systeem ingang te laten vinden.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
U zegt dat het geen derde systeem is omdat u op 1 december 2014 iets hebt afgeschaft zonder iets nieuws in de plaats te stellen. Dat is zo mogelijk nog slechter.
Los daarvan hebt u wel gecommuniceerd dat u zou fiscaliseren. Iedereen verwachtte dat de voorwaarden dezelfde zouden blijven. Ik verwijs nogmaals naar het verslag van de plenaire vergadering van 8 oktober, waarin u zegt dat u zult fiscaliseren, dat er een belastingkrediet wordt opgenomen en dat de voorwaarden dezelfde zullen blijven. Mensen rekenden daarop, zelfs al was het officieel nog niet het geval.
U zegt dat er weinig zal veranderen en dat het bedrag hetzelfde blijft. U haalt nu uit naar de heer Sintobin met betrekking tot 2013. De heer Sintobin formuleert het op een verkeerde manier als hij het over aanvragen van 2013 heeft, maar het is natuurlijk wel juist dat mensen die facturen van 2013 hebben, ze vandaag in de prullenmand kunnen gooien, want die zullen niet meer in aanmerking komen, niettegenstaande het feit dat men in het oude systeem tijd had tot 2016 om die in een aanvraag in te brengen. Die mensen zullen in elk geval al het slachtoffer worden van het nieuwe systeem, van de nieuwe renovatiepremie die u zult installeren.
Ik blijf erbij dat er door dat plafond financiële consequenties zullen zijn voor mensen. Zij zullen minder kunnen terugkrijgen dan voorheen het geval was.
Ik heb hier grote vragen bij, minister. Is dat goed bestuur, een derde systeem aankondigen in één jaar tijd en mensen opnieuw met een nieuw systeem confronteren? Als u die fiscalisering geen goed idee vindt, dan hebt u wel heel veel tijd nodig gehad om tot dat inzicht te komen – acht maanden, om precies te zijn. Dat is een beetje jammer voor al die mensen die vandaag uit de boot zullen vallen of die gedurende die maanden in onzekerheid hebben gezeten, om nog maar te zwijgen over de bouwsector.
Dit nieuwe systeem zal wel degelijk financiële gevolgen hebben voor aanvragers en voor mensen die willen renoveren of die rekenden op de premie en die vandaag hun facturen gewoon in de prullenmand mogen gooien.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, u gaat inderdaad een beetje kort door de bocht door te stellen dat er in oktober vorig jaar geen juridische basis meer was voor de renovatiepremie, dat u wel degelijk gecommuniceerd hebt en dat u geen nieuw systeem hebt aangekondigd. U hebt wel aangekondigd dat er een fiscalisering zou komen, waardoor er toen al een soort ongerustheid is ontstaan bij de mensen.
U zegt dat er eerst uitsluitsel moest komen van de federale overheid en van Europa vooraleer er al dan niet tot fiscalisering kon worden overgegaan. Misschien had u beter eerst bij Europa en bij de federale overheid geïnformeerd, alvorens aan te kondigen dat u zou overgaan tot fiscalisering. In feite hebt u de zaken omgedraaid, waardoor u opnieuw onduidelijkheid hebt gecreëerd.
Collega Hostekint heeft mij terecht gecorrigeerd. Ik had het inderdaad verkeerd uitgedrukt. Het gaat inderdaad over de facturen van 2013, waarvan mensen dachten dat ze recht gaven op een premie, maar die zullen ze niet meer krijgen. En daarover gaat het: er werd mensen iets beloofd. Zoals de persoon in kwestie het zelf stelt: “Spelregels verandert men niet tijdens de wedstrijd.”
Dit hele dossier, minister, getuigt van slecht bestuur en zorgt voor ongerustheid bij de aanvragers en potentiële aanvragers. Collega Hendrickx, u stelt dat er steeds meer aanvragen zullen zijn en dat iedereen tot aan het plafond van 10.000 euro zal gaan. We zullen dat allemaal moeten afwachten, maar in ieder geval is duidelijk dat de ongerustheid die wij hier vertolkt hebben, niet alleen vanuit de oppositie komt. Ik heb tussen de lijnen door kunnen horen dat ook bij een meerderheidspartij, om CD&V niet te noemen, wat kritiek is op uw hervorming van de renovatiepremie.
Minister Homans heeft het woord.
Ik begrijp iets niet, collega’s. We zijn inderdaad afgestapt van de piste van fiscalisering en zijn nu teruggegaan naar het premiestelsel. Aan iedereen die spreekt over te veel administratieve rompslomp: zijn jullie er zich van bewust dat een fiscalisering drie aanvragen en drie uitbetalingen betekende? Drie keer 3333 euro, terwijl wij nu naar twee keer 5000 euro gaan. (Opmerkingen)
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Het is toch al te gek dat u nu begint te vergelijken met een systeem dat nooit is ingevoerd. U zegt dat het eenvoudiger is dan een fiscalisering, die overigens niet uit mijn koker komt, maar uit de uwe. Na acht maanden komt u tot de vaststelling, nadat u ze hebt aangekondigd en nu heel Vlaanderen zit te wachten op de fiscalisering, dat het toch niet zo’n goed idee is en dat u het niet gaat doen. En dan zegt u dat wat u nu voorstelt, veel eenvoudiger is. Sta mij toe om te zeggen, minister, dat uw laatste repliek een beetje lachwekkend is. Dit is geen goede communicatie. Het is geen goed bestuur. En het zal wel degelijk consequenties hebben voor mensen. Waarom geeft u dat niet gewoon toe?
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik sluit me daarbij aan. U draait de zaken om, minister. U maakt het uzelf onnodig moeilijk. U kondigt in oktober een fiscalisering van de premie aan, en nu gaat u ons verwijten dat wij de vergelijking maken en u vragen waarom u teruggrijpt naar een renovatiepremie, zoals die vroeger bestond.
Ik krijg geen reactie op mijn vraag waarom u niet wacht tot u ten minste weet hoe de Europese spelregels in elkaar zitten. U communiceert er maar op los. Eerst spreekt u over fiscalisering. Een paar maanden later zegt u dat dat niet kan, omdat we niet kunnen of mogen van Europa. Geef toe dat dat absoluut geen goede communicatie is in dit dossier.
Als ik de collega’s zo bezig hoor, heb ik de indruk dat dit dossier nog niet ten einde is. Ik houd mijn hart vast voor wat er nog allemaal komt. Voor hetzelfde geld komt er in oktober nog een verandering op ons af. Maak het uzelf niet moeilijk, minister. Zorg eerst voor een goede communicatie. Zorg voor een goed dossier. En zorg voor goed bestuurlijk beleid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.