Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in Nederland woedt de discussie over een mogelijke herschikking van de FM-band voor radio. De minister van Economische Zaken plande een veiling van de FM-frequenties, maar stoot daarbij nu op heel wat protest van onder andere de commerciële radiozenders. De huidige concessies in Nederland lopen af op 1 september 2017. Door het protest van de radiozenders en onenigheid binnen de Nederlandse coalitie, is het niet echt duidelijk wat er nu zal gebeuren. De veiling die de minister wilde organiseren, zou ook nieuwkomers de mogelijkheid bieden om frequentiepakketten te bemachtigen. Het spreekt voor zich dat de huidige aanbieders de meerkost van een veiling en het mogelijk toelaten van nieuwe spelers in de radiomarkt niet als een voordeel zien.
Gezien de bekende problemen met radiofrequenties die soms worden vastgesteld in grensgebieden, kan dit natuurlijk ook effecten hebben op de nakende beslissingen over de radiofrequenties hier. Mocht er in Nederland beslist worden om niet over te gaan tot een verlenging van de huidige frequentiepakketten, maar een veiling en mogelijke herschikking, kan dat betekenen dat er problemen ontstaan met het bereik van radiozenders in Vlaanderen. Anderzijds kan het ook mogelijkheden openen om, in dialoog met de Nederlandse regering, problemen in de grensgebieden aan te pakken.
Minister, welke effecten van het radiodossier in Nederland verwacht u voor de Vlaamse radiomarkt? Zult u contact opnemen met uw Nederlandse collega, om te voorkomen dat daar beslissingen worden genomen zonder oog te hebben voor eventuele effecten in Vlaanderen?
U hebt al gezegd dat we mogelijk pas naar een beslissing gaan na september 2016, en mogelijk pas in 2017. Aangezien we daardoor ook dichter bij de deadline voor het Nederlandse radiodossier komen, vroeg ik me af of hierdoor, met coördinatie, ook mogelijkheden vrijkomen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik sluit zeer graag aan bij de vragen van collega Bajart. Zeker in grensgebieden ondervinden wij inderdaad storingen, met name ook van de Franstalige zenders, die ons vaak overstemmen, waardoor het luistercomfort van een aantal Vlaamse zenders dagelijks aangetast wordt. Minister, u hebt bij een vorige gelegenheid gezegd dat u daarover in overleg zou treden met uw Franstalige collega. Zijn er op dat vlak al vorderingen geboekt?
U gaf toen ook aan dat er ook, zij het in mindere mate, overleg nodig was met uw Nederlandse collega. Hebt u inderdaad al overleg gehad met Nederland? Zo ja, zijn daar al concrete dingen gezegd?
Minister Gatz heeft het woord.
Op 26 juni 2015 deelden de Nederlandse minister van Economische Zaken en de staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de voorzitter van de Nederlandse Tweede Kamer mee dat op 31 augustus 2017 de vergunningen van de commerciële radiozenders aflopen. Het gaat om vergunningen voor gebruik van het spectrum in de AM-band (middengolf 526,5 tot 1606,5 kilohertz), de FM-band (87,5 tot 108 megahertz) en de vergunningen voor digitale etherdistributie (174 tot 230 megahertz) via DAB+ (Digital Audio Broadcasting).
De Nederlandse overheid is niet meer van plan die vergunningen te verlengen, zoals ze in 2011 heeft gedaan, maar wil overgaan tot een veiling, uiterlijk in het voorjaar van 2017. Na de veiling zullen de vergunningen voor langere tijd worden afgegeven. Er is sprake van tien jaar, maar dat is nog onder voorbehoud. De huidige vergunningsvoorwaarden voor de commerciële radiozenders in Nederland dateren van 2003. Toen werden de vergunningen uitgereikt op basis van een inhoudelijke vergelijkende toets en een veiling. Eerst werden de dossiers inhoudelijk vergeleken en als de dossiers voor één kavel inhoudelijk gelijkwaardig waren, was het uitgebrachte bod doorslaggevend.
In 2011 werden de vergunningen verlengd, op voorwaarde dat er werd geïnvesteerd in DAB+. Vergunningshouders moesten programma’s die analoog werden uitgezonden, ook digitaal uitzenden. Daarnaast kwam er voor landelijke vergunninghouders een verplichting om een tweede kanaal aan te bieden. Naast de programmering in FM – 4 landelijke openbare omroepen en 9 commerciële stations – zijn er in Nederland nu via DAB+ 28 verschillende digitale programmakanalen te vinden.
In Nederland is de digitale uitrol sneller gebeurd dan op basis van de verlengde vergunningen verplicht was. Zowel de landelijke commerciële omroepen als de openbare omroepen zijn in bijna heel Nederland te ontvangen. Met de aangekondigde veiling in 2017 zal Nederland verder inzetten op digitalisering. Zo zullen ook in 2017 het analoge en het digitale spectrum gekoppeld worden. In de veiling zullen gecombineerde kavels worden aangeboden, zodat kandidaten, zoals nu al het geval is, de mogelijkheid krijgen om zowel in FM, waar nu nog het meeste wordt verdiend, als in DAB+ uit te zenden. Aanvullend zal extra digitale frequentiecapaciteit beschikbaar worden gesteld voor commerciële radio.
Een herverdeling van de frequenties leidt niet noodzakelijkerwijs tot een nieuw frequentieplan. Bestaande frequenties kunnen immers hergebruikt worden door andere spelers. Indien de nieuwe frequentietoewijzing ook wijzigingen aan het Nederlandse frequentieplan tot gevolg heeft, moet dat, zoals vastgelegd in het internationaal akkoord van Genève van 1984, gecoördineerd worden met ons land. Aangezien de Vlaamse Gemeenschap er bij coördinatieaanvragen van andere landen of gemeenschappen steeds over waakt dat de Vlaamse zenders voldoende beschermd worden of blijven binnen de bepalingen van het akkoord van Genève, is een vermindering van het bereik van Vlaamse zenders hier niet aan de orde. De Vlaamse radiomarkt zou dus, wat het bereik betreft, in principe geen noemenswaardige effecten mogen ondervinden van een herschikking van de FM-band in Nederland.
Aangezien Nederland de regels van het akkoord van Genève van 1984 dient te respecteren, moet Nederland wijzigingen – in elk geval grote wijzigingen – steeds coördineren met het buitenland. Er zal over dit dossier dus in elk geval minstens ambtelijk contact zijn tussen de bevoegde administraties van Nederland en Vlaanderen, zij het dat het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) zorgt voor de dispatching van de betrokken coördinatieaanvragen en voor het doorsturen van de antwoorden daarop. Het akkoord legt op dat Nederland rekening houdt met de gevolgen voor buitenlandse zenders.
Een gelijktijdige optimalisatie van het Nederlandse en Vlaamse frequentieplan lijkt interessant, maar is in de praktijk niet haalbaar. Enerzijds is er de korte tijdsspanne, die geen grondige herschikking van het Vlaamse of Nederlandse frequentieplan toelaat. Anderzijds zit de FM-band overvol en is geen enkel land geneigd om veel frequentierechten op te geven. Nieuwe, zogenaamd goede frequenties in deze regio vinden, is dus zo goed als onmogelijk, zeker als er ook nog rekening moet worden gehouden met de zenders van de andere buurlanden of gemeenschappen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.