Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Voorzitter, een tijd geleden hebben we het in de commissie al een aantal keren gehad over de onthaalouders. Het aantal onthaalouders daalt zeer sterk. Daarvoor zijn er verschillende redenen. Een van de redenen is het statuut van de onthaalouders. Dat is geen nieuw debat. Het duurt al een tijdje. U had toen een proefproject aangekondigd. U had ook gezegd dat er een evaluatie zou zijn. In de antwoorden die we in januari en februari van u kregen, had u gezegd dat er vóór de zomer een eerste tussentijdse evaluatie zou zijn.
Ik had mijn vraag om uitleg ingediend om te weten wat er in die evaluatie zat, wat de uitkomsten waren enzovoort. Maar blijkbaar is er nog geen evaluatie. Mijn vraag om uitleg wordt dus een pak korter, maar toch blijft ze relevant. Er loopt een proefproject, maar waarom is er momenteel geen tussentijdse evaluatie? Zijn er moeilijkheden? Komt er een bijsturing van het project of loopt het verder zoals gepland? Wat is daarover de stand van zaken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het proefproject in verband met het werknemersstatuut onthaalouders is opgestart in januari 2015 en wordt vanaf de start opgevolgd door een technische werkgroep. Die werkgroep is al regelmatig samengekomen. Er waren drie bijeenkomsten van januari tot maart. Gisteren, op 6 juli, heeft de vierde bijeenkomst plaatsgevonden.
Tijdens de vergadering van 16 maart werd de leidraad voor de evaluatie van het proefproject een eerste keer besproken en aangevuld. Die leidraad werd vervolgens met de deelnemende organisatoren en onthaalouders afgetoetst. Er werd afgesproken dat elke organisatie een modeltool zou opmaken en dat Kind en Gezin deze tools zou verwerken om uiteindelijk te komen tot een werkmethode of registratiemodel dat voor alle deelnemende organisatoren op dezelfde lijn zou zitten. De laatste technische werkgroep van april werd wegens praktische redenen op vraag van zowel de werknemersorganisaties als de werkgeversorganisaties enkele keren uitgesteld om hen toe te laten de evaluatiecriteria concreet uit te werken. Gisteren, maandag 6 juli, zijn de sociale partners samen met de administratie Kind en Gezin samengekomen om de evaluatietool te finaliseren.
Het resultaat hiervan is dat er zowel een doelgerichte bevragingslijst werd afgerond om de kwalitatieve evaluatie te ondersteunen en ook dat er een kwantitatieve checklist werd opgemaakt. Beide tools worden door de sociale partners nu inhoudelijk gefinaliseerd. Op 21 september komt de technische werkgroep hiervoor dan samen. Er is gepland dat dan in februari-maart 2016 de eerste bevraging bij de deelnemende actoren kan plaatsvinden, zodat nadien een voorlopige evaluatie kan worden opgemaakt.
Het project loopt onveranderd verder zoals bepaald binnen het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 2015 houdende de regeling van de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project betreffende het werknemersstatuut van de kinderbegeleiders gezinsopvang aan de organisatoren met een vergunning. Dat project wordt dus inderdaad onveranderd voortgezet.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
We krijgen dus een heel nieuwe timing. Als ik het goed begrijp, zullen we pas in februari-maart volgend jaar de bevraging doen. Als daarvan een evaluatie moet worden gemaakt, betekent dat dat het project meer dan een jaar, bijna anderhalf jaar zal lopen vooraleer die evaluatie er is. De verklaring daarvoor is dat we niet wisten hoe we gingen evalueren. Dat vind ik raar. Ik ga ervan uit dat, op het moment dat je een project opstart, je ook weet op welke criteria je zult bevragen. Het debat sleept al jaren aan. Ik betreur het dus dat we opnieuw een jaar zullen moeten wachten op reactie en feedback. Het statuut van de onthaalouders wordt op die manier weer langer uitgesteld.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, begrijp ik het dan goed dat de vijf criteria, zoals ze waren opgesomd bij de oproep voor het project, werden verfijnd of gespecificeerd door de technische werkgroep?
Er zit effectief vertraging in de gegevensopvraging voor de pilootprojecten. Betekent dat ook dat er gedurende het eerstkomende jaar, tot maart 2016, geen bijkomend overleg is met de federale instanties over het zogenaamde sociaal statuut, waarvan een belangrijke poot bij de federale sociale zekerheid zit?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dat tweede heeft niet veel te maken met het eerste. Ik neem aan dat u het hebt over het sui-generisstatuut. Wij plannen daarover geen overleg. Dat is ook niet echt gekoppeld aan het project. Het bestaat nu naast het project. Ik herinner mij nog uit de voorbereiding van dit project dat we er ook voor gezorgd hebben dat de kwalificaties, contracten enzovoort voldoende duidelijk onderscheidend konden zijn zodat het geen impliciete consequenties zou hebben voor het ene of het andere.
Ik heb geen concrete details bij over die evaluatietools, maar ik ga er uiteraard van uit dat wat er geëvalueerd wordt, gebaseerd is op datgene wat als doelstelling van het project werd genoemd. Eerlijk gezegd vind ik het ook niet zo pertinent om te zeggen dat het dramatisch is dat het wordt vertraagd. Het is de bedoeling dat de sociale partners met elkaar overeenstemming vinden over de manier waarop de resultaten van dat project moeten worden beoordeeld. Het heeft weinig zin om een project te doen als achteraf iedereen daaruit zijn eigen interpretaties en conclusies trekt. Dat je op het ritme van de sociale partners zoekt naar de manier waarop je dat samen kunt evalueren, lijkt mij eerlijk gezegd een goede manier van doen. Anders heb je toch nooit geaccepteerde of gevalideerde resultaten.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Uiteraard moet het worden bekeken met de sociale partners en betrokkenen. Het gaat erom dat we een project zijn gestart, dat we niet op voorhand weten hoe we het zullen evalueren en dat de oorspronkelijk vooropgestelde timing niet kan worden gehaald, en dan niet met een vertraging van een paar dagen of weken, maar van bijna een jaar. Ik vind dat een gekke manier van werken. Er zijn toch een aantal doelstellingen die verbonden zijn aan een project. Dan moet je bekijken hoe je die doelstellingen haalt. Dat is het idee van een evaluatie en een bijsturing. Het is niet gewoon van: hier is een budget om een project uit te voeren, trek uw plan en zeg ons dan of het al dan niet positief is.
Het vraagt op voorhand toch wel een visie over wat je wilt evalueren en hoe. Het is goed dat dat in samenspraak is met de sociale partners, maar dan zijn die op voorhand bevraagd en daarbij betrokken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.