Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag gaat over ‘den boek’, voor wie al wat langer in de cultuursector actief is. Dat is het aanbod dat vroeger in een boek stond en algemeen verspreid was in Vlaanderen. Verenigingen maakten gebruik van kleine Vlaamse subsidies om de maximale cultuurspreiding in Vlaanderen te realiseren. Dat is de achtergrond.
Er spelen vele factoren een rol in dit verhaal. Het werd vroeger heel sterk gebruikt door de cultuur- en gemeenschapscentra, vooral gericht op nieuw aanbod, op nieuwe artiesten die minder bekend waren om het risico te helpen delgen.
Ik stel deze vraag ook voor de niet-professionele organisatoren. Ze zijn historisch erg belangrijk. Ik heb enige ervaring met een eerdere poging om daar ook een hervorming in te doen. Ik heb toen pas gemerkt hoe belangrijk het netwerk van verenigingen is. Ze geven niet de grote artiesten maar wel artiesten die Vlaams kwaliteit brengen, een kans. Er bestaat een website van, namelijk www.aanbodpodium.be. Het gaat soms om bedragen van minder dan 1000 euro per optreden, een tussenkomst in het honorarium van de artiest die speelt.
Helaas wordt dit systeem financieel gekortwiekt. Het al bij al kleine budget wordt verder teruggeschroefd tot minder dan de helft, van een goede 360.000 euro tot 150.000 euro. De pot voor 2015 is bovendien uitgedeeld, waardoor er geen subsidies meer kunnen worden aangevraagd voor de tweede jaarhelft. Dat is betreurenswaardig om drie redenen. Het is nefast voor het lokale cultuuraanbod omdat organisatoren zonder dat kleine duwtje in de rug de stap niet durven zetten om te programmeren. Ik denk dan aan de afdelingen van het Davidsfonds, Femma, organisaties voor gepensioneerden enzovoort. Voor de verenigingen verdwijnt zo ook een verhoopte winst voor de eigen werking en het verbindende samenwerken met elkaar in een culturele omgeving en met de artiesten. Ten slotte is het voor de gezelschappen en artiesten een aderlating. Een rits artiesten uit dit aanbod draait op dit circuit. Op deze manier verliezen ze hun inkomen.
Ik wil een warm pleidooi houden voor dit systeem. Het is een systeem dat erg veel mensen bereikt die niet naar het grote theater, de opera of de concertzaal gaan. Ze kwamen in aanraking met kunst en cultuur via de lokale verenging. Het is drempelverlagend en participatiebevorderend, en daardoor echt nuttig. Ik ken geen subsidiesysteem dat voor die prijs zoveel effect genereert. Ik meen dit uit de grond van mijn hart.
Minister, erkent u het belang van het parallelle circuit voor lokale cultuurspreiding? Hoe snel was de subsidiepot voor bijzonder cultuuraanbod voor 2015 al opgebruikt? Moesten er hierdoor aanvragen geweigerd worden? Betekent het mislopen van de subsidie, voor zover u weet, ook het schrappen van plannen van programmering? Hebt u zicht op de gevolgen voor de artiesten en gezelschappen die in de selectiebank zitten? Hoe moet het nu verder voor de toekomst? Wordt er in extra middelen voorzien op korte en middellange termijn? Wat gebeurt er met het project bijzonder cultuuraanbod? Wordt dit in stand gehouden, ook wanneer er geen middelen meer beschikbaar voor zijn? Het bijzonder cultuuraanbod krijgt iets meer subsidie omdat het over onbekendere en nieuwere artiesten gaat.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, bij de begrotingsopmaak 2015 hebben we inderdaad kunnen lezen dat het budget voor het bijzonder cultuuraanbod sterk werd verminderd. U hebt dat toen als volgt verwoord: “Binnen het Participatiedecreet hebben we gekeken naar welke initiatieven en projecten zich vooral richten op kansengroepen.” Omdat het bijzonder cultuuraanbod zich niet meteen richt op participatie van kansengroepen, hebt u gesnoeid in de middelen die ernaartoe gaan. Zoals de heer Caron opmerkt, is dit niet prettig maar we konden de verantwoording enigszins begrijpen.
Een beetje later lazen we dat het budget voor 2015 al helemaal was opgemaakt en dat er geen aanvragen meer konden worden ingediend voor 2015. Ik heb u toen een schriftelijke vraag gesteld om meer zicht te krijgen op het aantal aanvragen, het aantal goedgekeurde aanvragen enzovoort. Ik heb u ook gevraagd hoe het eruitziet voor 2016. U hebt toen gezegd dat uw administratie binnenkort een aantal voorstellen zou formuleren om de toekomstige werking van het bijzonder cultuuraanbod vanaf 2016 vorm te geven. Ik citeer: “Ik zal hierover zo snel mogelijk een beslissing nemen.”
Minister, hebt u al voorstellen gekregen? Is er al duidelijkheid over hoe het aanbod voor 2016 eruit zal zien of is het daarvoor nog te vroeg?
Namens mijn fractie wil ik aansluiten bij deze vraag om uitleg. Over ‘den boek’ hebben we het in deze commissie inderdaad al gehad. Het is een subsidiesysteem dat zeer veel werd gebruikt en hard werd gewaardeerd. Het heeft absoluut een meerwaarde voor cultuurparticipatie en -beleving in Vlaanderen.
Minister, de laatste keer dat ik u daarover een vraag heb gesteld, was bij de bespreking van de begrotingswijziging. Tussen droom en daad staan praktische bezwaren in de weg, in deze zaak staan er financiële bezwaren in de weg. We kunnen veel willen, maar we moeten zien dat het financiële plaatje klopt. Wat niet wil zeggen dat ik nog altijd een grote voorstander van het systeem blijf. Hoe kijkt u naar de toekomst en wat mogen we verwachten?
Minister Gatz heeft het woord.
Het bijzonder cultuuraanbod richt zich tot een divers scala aan organisaties en aanbieders. Zowel gemeentelijke voorzieningen als cultuurcentra, gemeenschapscentra, bibliotheken, als particuliere organisaties, uit verschillende domeinen (sociaal-cultureel, cultureel, jeugd- en welzijnswerk, sport) kunnen een beroep doen op deze maatregel en dit vooral in functie van cultuurparticipatie voor specifieke doelgroepen (instellingen bijzondere jeugdzorg of personen met een handicap, rust- en verzorgingstehuizen, asielcentra enzovoort).
Het bijzonder cultuuraanbod situeert zich dus ruimer dan het lokale cultuurbeleid stricto sensu. Elk initiatief waarbij mensen de kans krijgen om in een vertrouwde omgeving in contact te komen met en te genieten van cultuur vind ik belangrijk. Of deze maatregel/hefboom voor cultuurparticipatie echter zijn doel effectief bereikt, is alsnog de vraag. Bijvoorbeeld: het aantal aanvragen van cultuur- en gemeenschapscentra stijgt, terwijl het aantal aanvragen van woon-en zorgcentra, asielcentra, dienstencentra, gevangenissen enzovoort daalt. Dat is een trend die zich al inzette voor de besparingsoperatie.
Bovendien worden cultuur- en gemeenschapscentra tot vandaag nog gesubsidieerd op basis van de beleidsprioriteiten. Verhoging van cultuurparticipatie door kansengroepen is er daar één van, en dit voor alle lokale culturele actoren. Het belang of veeleer het flankerend succes van dit circuit is dus op zijn minst wisselend te noemen.
Bij de opmaak van de begroting 2015 zijn er keuzes gemaakt. Voor deze specifieke maatregel werd het bedrag beperkt tot 150.000 euro. In een antwoord op schriftelijke vraag 53 van mevrouw Van Werde gaf ik al een overzicht van de gevolgen hiervan. Met het beschikbare budget voor 2015 worden zowel aanvragen betaald die plaatsvinden in de laatste maanden van 2014 (na controle van bewijsstukken die 30 dagen na de manifestatie worden ingediend), als aanvragen voor 2015 zelf. 64 manifestaties die eind 2014 plaatsvonden, werden in 2015 afgerekend voor een totaalbedrag van 16.729,36 euro. In de loop van 2014, tot de stopzetting op 20 november, werden reeds 310 aanvragen ingediend, waarvan 287 ontvankelijk, voor een manifestatie in 2015. De organisatoren moeten immers minimaal 2 maanden vooraleer de voorstelling plaatsvindt, een aanvraag indienen. Zoals gepland in de regelgeving werden deze dossiers behandeld volgens de volgorde van indienen.
Ik heb geen precies zicht op de vraag of er plannen zijn geschrapt van lokale organisatoren door het mislopen van de subsidie. Aangezien de aanvraagmodule op de webstek www.aanbodpodium.be eind november 2014 voor subsidieaanvragen werd afgesloten, heb ik geen cijfers of gegevens over het aantal organisaties die alsnog een beroep wensten te doen op een subsidie vanuit het bijzonder cultuuraanbod. Het gaat ook telkens maar om een beperkte bijdrage in de organisatie van een voorstelling: één derde van de uitkoopsom, met een maximum van 600 euro voor een voorstelling uit het aanbod Podium en de helft van de uitkoopsom, met een maximum van 750 euro, voor een voorstelling uit het aanbod Nieuw Talent. Maar ik besef ook dat voor een organisator uiteraard alle beetjes helpen om een evenement georganiseerd te krijgen.
Net zoals voor de organisatoren zijn er door het stopzetten van de aanvraagmodule geen gegevens beschikbaar betreffende de impact voor gezelschappen op hun uitkoopsom of speelkansen. Mijn administratie en de betrokken adviescommissie beoordelen wel nog aanvragen van gezelschappen om te worden opgenomen in het aanbod. Een goedgekeurd programma blijft immers twee jaar opgenomen. De gevolgen voor de gezelschappen zijn momenteel onduidelijk. Op basis van contacten van mijn administratie met gezelschappen en organisatoren ontvang ik signalen dat sommige gezelschappen hun uitkoopsommen onder druk van de markt laten dalen.
Langs de andere kant is de databank op zich, zonder dat daar voor de organisator een financiële tussenkomst aan vasthangt, een instrument in de bevordering van de cultuurspreiding, vooral voor de specifieke doelgroepen die een beroep doen op het aanbod. Opname in de databank biedt een publicitaire meerwaarde door het feit dat gezelschappen (theater, dans, kleinkunst, animatie enzovoort) een plek krijgen op de website www.aanbodpodium.be. Voor bijvoorbeeld rust- en verzorgingstehuizen is de databank een nuttig instrument om een geschikt programma te boeken.
Zoals u weet, zijn we volop bezig met de begrotingsopmaak 2016. Binnen dat kader bekijken we ook of er keuzes moeten worden gemaakt. Tegelijk wil ik de maatregel op relatief korte termijn evalueren op basis van een verfijning van de data en in functie van de optimalisering van de bestaande regelgeving, onder andere het decreet Sociaal-Cultureel Werk en het Participatiedecreet. Hierover wil ik duidelijkheid verschaffen einde september. Vroeger zal helaas moeilijk zijn.
Ondertussen blijft de aanvraagmodule voor financiële tussenkomst op de website geblokkeerd. Er worden dus momenteel geen nieuwe aanvragen ingediend, niet voor 2015 en niet voor 2016. De programma’s van gezelschappen en artiesten die werden goedgekeurd, krijgen wel nog steeds een publicatie op www.aanbodpodium.be.
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, ik bied u mijn verontschuldigingen aan omdat ik niet had gemerkt dat u een schriftelijke vraag had gesteld. Ik had mijn vraag om uitleg beter kunnen voorbereiden als ik uw schriftelijke vraag had opgemerkt.
Minister, er zijn twee fundamentele vragen. Een: is het nog zinvol om het behouden? Twee: zo ja, moet je daarin prioriteren? Die kwestie moet op tafel liggen en daar moeten we voor gaan. Misschien moet een selectie worden gemaakt. Het zijn niet alleen de kansengroepen die kunnen deelnemen. Welke organisatoren hebben de minste kracht om dat aanbod bij die groepen te brengen?
Een evaluatie van het systeem is dus nodig en wenselijk. Ik maak mij misschien niet populair, maar eigenlijk zouden de cultuurcentra dat zelf moeten kunnen opbrengen. Dat is iets anders dan voor de lokale Femma-afdeling, om maar die vergelijking te maken. Die evaluatie mag dus het voorwerp van discussie zijn.
Het zijn niet de bedragen die moeten verhogen, maar het zou wel fijn zijn mocht er toch een sterke ruggengraat overblijven. Ik blijf herhalen dat dit het goedkoopste instrument is om het meest te doen voor de bevordering van de cultuurparticipatie in Vlaanderen. Er is geen beter instrument. Je komt met heel weinig overheidsmiddelen op plekken en bij groepen die je anders moeilijk bereikt. Minister, daarom zou ik met graagte tien voorstellen doen waar u die weggeschrapte 160.000 euro zou kunnen terughalen. Zo belangrijk vind ik het. Alleen moet het misschien wat verfijnd worden in uw systeem. Hopelijk zal die evaluatie, die er pas eind september komt, daarmee rekening houden. Daar kijk ik naar uit. Als ik die ambitie mag uitspreken: ik zou graag hebben dat u die evaluatie niet doet op basis van die 150.000 euro maar op basis van het initiële bedrag. Zo kunt u dat iets beter richten. Prima! Uitstekend! Maar dit herstellen zou geen onmogelijke opdracht mogen zijn. Minister, desnoods doe ik de voorstellen voor een verschuiving.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden. Ik treed de heer Caron bij: het is een heel mooi middel om onbekende mensen de kans te geven. Voordat de vraag van de heer Caron werd geagendeerd, had ik een tweede schriftelijke vraag gesteld die daardoor grotendeels beantwoord is. Dat wou ik eventjes meegeven.
Dank u voor uw inhoudelijke suggesties, die mij hopelijk zullen toelaten om een goede verdere beslissing te nemen waarover we, naar ik aanneem, eind september opnieuw een debat zullen hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.