Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik verwijs graag naar de aankondiging van dinsdag 5 mei 2015 van de Antwerpse haven over het project Energy Recovery Systems. Het project zal zijn plaats nemen in de vrijgekomen ruimte in het Delwaidedok. Het is voor de ontwikkeling en de werkgelegenheid in Antwerpen uiteraard fantastisch nieuws. Het is een goede ontwikkeling, vinden we. Ze beogen in de Antwerpse haven plastic te verwerken tot grondstoffen voor de chemische sector en de meststoffenindustrie, door ingevoerd plastic te vergassen, een technologie die in Japan al zeer goed is ingeburgerd.
Ook in Vlaanderen zijn er al tal van bedrijven die rond de circulaire economie werken. Er zijn kleine initiatieven als Permafungi, waarbij koffiedrab wordt gebruikt als grondstof voor champignonkweek. Er zijn middelgrote initiatieven zoals Biolectric, dat inzet op mestvergisting en energieproductie. Er zijn ook grote multinationals die facetten van een circulaire economie als economisch model beginnen te integreren. Het alom gekende en geprezen Umicore in Antwerpen is daarin een wereldspeler.
Verschillende studies, waaronder die van de Ellen MacArthur Foundation samen met McKinsey, beschrijven de enorme mogelijkheden en winsten die een transitie naar circulaire economie zou opleveren, niet enkel voor het milieu maar zeker en vast ook voor de economie. Geprojecteerd zouden er wereldwijd een 500.000-tal nieuwe jobs kunnen worden gecreëerd en enorm grote besparingen kunnen worden gerealiseerd op materiaalkosten, en dit zelfs op korte termijn.
In Vlaanderen zijn er al verschillende organisaties actief in het informeren van mensen en bedrijven over de opportuniteiten en mogelijke winstkansen van dit soort bedrijfsmodellen, onder andere gericht op efficiëntiewinsten in bedrijfsvoering. Ook de netwerkorganisatie gericht op een duurzaam materialenbeheer Plan C neemt goede stappen voor een circulaire economie in Vlaanderen en heeft al een mooi handboek opgeleverd.
Toch blijkt de circulaire economie meer omvattend dan wat er nu beschikbaar en gekend is. Er lijkt een gebrek aan een gecoördineerde samenhangende visie, waarbij onder andere ook de facetten consumer-to-consumer-economie en product-dienstcombinaties aan bod kunnen komen.
Minister, wat is uw evaluatie van de initiatieven en projecten rond circulaire economie in Vlaanderen? Bent u eventueel bereid om een proeftuin te starten over circulaire economie, zoals eerder met succes is gedaan voor elektrische mobiliteit? Daarvan kunnen we nu de eerste vruchten plukken, de eerste evaluaties worden opgemaakt.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, uit uw schets van de situatie blijkt duidelijk dat we al heel wat werk hebben gedaan voor circulaire economie. In de Vlaamse Regering hebben we begin 2012 al beslist, om de veelheid aan publieke en private initiatieven in Vlaanderen toch wat te stroomlijnen, om het Vlaams Materialenprogramma op te richten. Daarin combineren we drie zaken: een ambitieuze visievorming op lange termijn, wat je nodig hebt in zo’n materie, beleidsrelevant onderzoek en actie op het terrein. Dat is een juiste combinatie
Dat doen we binnen Plan C, het Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer (SuMMa) en het Vlaams Materialenprogramma Agenda 2020. Dat zijn drie pijlers die elkaar versterken. Ik ben ervan overtuigd dat niet één partner op zich iets kan realiseren. Door een combinatie van partners en door het creëren van co-eigenaarschap kun je iets doen. De meest nauw betrokken publieke en private partners zijn opgenomen in een stuurgroep die tweemaandelijks bijeenkomt op initiatief van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).
Enerzijds zie ik een aanbod van grondstoffen voor onze industrie. We moeten ervoor zorgen dat onze grondstoffen duurzaam worden beheerd. U brengt dat ook naar voren in uw uiteenzeting. Ik ben het daar voor 100 procent mee eens. Ik kan nog een paar bedrijven noemen die het zo doen. Als we willen dat binnenlandse en buitenlandse industriebedrijven hier blijven produceren, is dit essentieel. Anderzijds ben ik het met u eens dat er jobs kunnen worden gecreëerd binnen deze jonge en veelbelovende sector.
Om dit verder te realiseren en nieuwe initiatieven te nemen, is het goed om te kijken naar de Europese Commissie. Persoonlijk denk ik dat die een verkeerde start heeft genomen door het te veel te richten op afvalbeheer. Ze hebben zich teruggetrokken, en ze zijn nu van plan om het bredere begrip op het einde van dit jaar te lanceren. Het enkelzijdig concentreren op afval is een gemiste kans geweest. De grootste winsten ook voor onze Vlaamse industrie kunnen we juist vinden in eco-innovatie, nieuwe businessmodellen, hersteleconomie enzovoort.
Op deze manier zouden wij onze economie zuurstof kunnen geven. Het is een open deur intrappen dat we weinig grondstoffen hebben, maar wel zeer gesofisticeerde technologie om waardevolle materialen te recupereren. Zo kunnen we iets betekenen. Inzetten op een circulaire economie, zoals u ook in de vraag zegt, vereist afstemming tussen verschillende domeinen. Daarom laten we binnen de Vlaamse Regering één minister dat trekken en dat is minister Schauvliege. Zij heeft overleg met mij als minister van Economie en Innovatie, met de minister-president en met de minister van Energie, om binnen de Vlaamse Regering effectief een gecoördineerd beleid te voeren. Zo kunnen we een hefboom in handen krijgen.
U hebt het over een proeftuin en maakt de vergelijking met de elektrische voertuigen. Ik denk dat we niet mogen vergelijken, want elke vergelijking loopt mank. Bij de proeftuin elektrische voertuigen ging het over laadpalen en batterijen, maar hier zijn er nog veel meer facetten. Het is breder. Sommige facetten zijn technologisch en vragen echt wetenschappelijk onderzoek, wat minder het geval was bij de andere. Andere hebben dan weer veel meer te maken met de praktijken van afvalbeheer en -ophaling. Daarbij is bijsturing van het gedrag van mensen en bedrijven fundamenteel.
Ik zie een veelheid aan instrumenten die op die verschillende vragen een oplossing kunnen bieden. Wat mij betreft, is een van de mogelijkheden inderdaad om een bepaalde oplossing gedurende een periode te testen in een – en dat vind ik fundamenteel – échte leef- en werkomgeving. Ik zal bekijken of we de idee van een proeftuin mee kunnen opnemen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik ben zeer verheugd over uw enthousiasme voor dit concept, ook de opening om een proefconcept te lanceren. U haalt het terecht aan: de samenvloeiing en complexiteit van verschillende spelers is zeer groot. Maar daar zit natuurlijk ook net de enorme winst: dat vele beetjes gecombineerd kunnen leiden tot een enorm resultaat en die omslag kunnen genereren.
Ik had mijn voorbereiding eigenlijk ietwat defensiever opgesteld. Ik ben ook verrast dat u daar zo voluntaristisch in wilt meestappen. Ik denk dat het moment er nu is om die omslag te maken. U haalt het terecht aan: als we in ons land nog industrie en productie willen hebben en als we ook globaal in de toekomst willen produceren, zal het via circulaire economie moeten zijn.
De eerste helft van 2016 zou Nederland optreden als voorzitter van de Europese Unie. Ze gaan daar heel ver in. Ik denk dat we dat momentum moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat we daarbij kunnen aansluiten. Ik denk dat we een mooie tandem kunnen vormen. Het is nu het moment om te springen.
Ik vraag mij af of het, naast uw initiatief om binnen de regering te kijken naar een proeftuin, ook nuttig kan zijn om een conceptnota rond deze problematiek te lanceren om de problematiek ook voor de collega’s duidelijk in beeld te brengen. Ik zal met veel plezier een aanzet geven om in deze commissie verder te gaan.
Verder wil ik ook benadrukken dat Plan C hierin een uitgelezen bondgenoot is. Zij hebben al enorm veel expertise verzameld en hebben een wijdvertakt netwerk. Ik denk dat zij meer dan bereid zullen zijn om de uitgestoken hand van de regering en de commissie aan te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.