Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, naar aanleiding van uw uitspraak dat u de waarborg eventueel zou willen optrekken van twee naar drie maanden vroeg ik me af wat de cijfers ter zake zijn. Zal dat veel effect hebben? Zijn er veel problemen ter zake? Ik heb de regionale cijfers opgevraagd bij de huurdersbonden en die samengeteld en dergelijke, en ik ben heel sterk geschrokken van wat ik heb gezien. Zo blijkt dat er in 2014 5000 klachten waren over die huurwaarborg. Dat gaat dan over huurders die problemen hebben met de huurwaarborg en dat melden.
Twee soorten klachten komen het meest naar boven. Ten eerste is er de weigering van de verhuurder om de huurwaarborg op een geblokkeerde rekening te zetten. Ten tweede zijn er de problemen met betrekking tot het terugkrijgen van die huurwaarborg. We kunnen ons ook voorstellen dat het ene een invloed heeft op het andere, als iemand zijn huurwaarborg cash heeft betaald aan de verhuurder en die dat niet wil teruggeven. Dat lijken me communicerende vaten.
Er blijken cijfers beschikbaar te zijn over die cash huurwaarborg. Vorig jaar zijn er aan 15.000 huurders vragen gesteld. Ze hebben een enquête ingevuld over bepaalde modaliteiten van hun huurcontract. Een daarvan was de vorm van de huurwaarborg. Nu zijn 15.000 huurders echt een groot segment. Dat is geen kleine enquête. Hieruit blijkt dat van die 15.000 huurders in totaal in heel Vlaanderen 15 procent die huurwaarborg cash betaalt.
Daar tegenover staat de geblokkeerde rekening, wat de meest voorkomende en veilige manier is. Amper 56 procent gebruikt die. In Antwerpen moet één op drie nog altijd zijn huurwaarborg cash betalen. Ik was daarvan geschrokken, want de wet waarin wordt gezegd dat een cash huurwaarborg niet meer mag, is al twintig jaar oud. Er is zelfs een sanctie aan verbonden. De drie vormen van huurwaarborg die wel toegelaten zijn, zijn een geblokkeerde rekening, wat het meest gebeurt, een bankwaarborg en een bankwaarborg met een OCMW. Die laatste twee vormen worden amper gebruikt, het gaat slechts om 1 tot 3 procent.
Die cijfers, namelijk 15 procent en één op drie in de steden, stagneren. Omdat er al geruime tijd een discrepantie is tussen de huurwetgeving op het vlak van de huurwaarborg en de realiteit, heb ik volgende vragen. Minister, beschikt u ook over cijfers die een beeld geven van hoe vaak en onder welke vormen huurwaarborgen legaal en niet-legaal worden gebruikt in Vlaanderen? Op welke wijze wilt u met de middelen die u ter beschikking hebt misbruiken inzake de huurwaarborg, zoals de cash betaling, aanpakken? Wilt u eventueel een actie op poten zetten om huurders en verhuurders te sensibiliseren rond de modaliteiten van de huurwaarborg?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Waar ik gisteren nog subtiel probeerde in twijfel te trekken wat de cijfers van de Huurdersbond betekenen, durf ik daar vandaag toch iets forser op doorgaan. Ik vind het zeer ongeloofwaardig dat een derde van de leden blijkbaar de waarborg cash zou moeten betalen. U zegt dat veel eigenaars een waarborg in cash geld eisen. Ik stel u de vraag waar u dat haalt. In het Grote Woononderzoek, waar u trouwens de antwoorden op uw vragen kunt vinden, wordt er nergens melding gemaakt over cash betalingen van waarborgen. In 83,8 procent wordt de waarborg gestort op een geblokkeerde rekening, in 9,1 procent met tussenkomst van de bank, in 2,7 procent met tussenkomst van het OCMW en 4,4 procent via een Korfinahuurwaarborg. Ik denk dat het verhaal van de Huurdersbond van Antwerpen, die die cijfers aangrijpt om een campagne uit te rollen, vooral dient om zichzelf noodzakelijk te maken. Ik heb daar mijn vragen bij.
Minister, ik heb op 4 februari een schriftelijke vraag gesteld over de huurwaarborg. U hebt me toen de gegevens bezorgd, maar het bleek ook dat wij in Vlaanderen geen inzage hebben in hoe de huurwaarborg vastgelegd wordt bij de registratie van de huurcontracten. Hebt u er al een zicht op of dat zou kunnen doorstromen naar Vlaanderen, zodat wij daar in de toekomst wel een zicht op kunnen krijgen? We moeten ons nu baseren op informatie uit het Grote Woononderzoek om conclusies te kunnen trekken. Het zou zeer handig zijn mochten dat officiële cijfers kunnen worden.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij de vraag van de heer Engelbosch. We hebben het daar al eens over gehad, als ik me niet vergis. In het groenboek Zesde Staatshervorming staat aangegeven als een van de aandachtspunten dat Vlaanderen een soort van samenwerkingsovereenkomst zou moeten sluiten met de federale overheid om over de gegevens te kunnen beschikken van de registratie van huurcontracten. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar het is aangegeven dat er aandacht voor moet zijn op welke manier Vlaanderen over die gegevens kan beschikken.
Ik wil natuurlijk niet antwoorden in de plaats van de minister, maar we hebben al eens een debat gehad over de huurwaarborg in de plenaire vergadering. Toen heeft de minister aangegeven dat we bij de overheveling van de huurwetgeving een uitgebreid debat konden hebben over de modaliteiten en de bepalingen van de huurwaarborg.
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb heel veel cijfers gehoord, maar zelf heb ik totaal andere cijfers. Ik heb cijfers die uit een zeer neutraal onderzoek komen, namelijk het Grote Woononderzoek dat de meest neutrale bron is in dezen.
De meest recente cijfers die ik heb, zijn de volgende. 82,9 procent van de waarborgen wordt door de huurder zelf gestort op een geblokkeerde rekening. 9,4 procent van de waarborgen wordt betaald met een zogenaamde bankwaarborg. 3,4 procent van de waarborgen worden betaald met de tussenkomst van het OCMW. Dan is er nog een vierde modaliteit, zoals de heer Engelbosch heeft aangehaald. Er zijn dus geen drie maar vier modaliteiten, mevrouw Moerenhout. Cash betalen is geen legale praktijk. Daar hebben wij natuurlijk geen officiële cijfers over omdat de mensen het niet komen melden als ze op een niet-legale manier de waarborg hebben betaald.
Mevrouw Moerenhout, wil dat zeggen dat dat niet al eens zal gebeuren? Neen, dat heb ik niet beweerd. Ik heb de enquête en de cijfers niet die u gebruikt. Het debat dat we gisteren hebben gevoerd, ging over een andere materie, namelijk de stijging van de huurprijzen. Ik heb wel gezien dat de bereidheid tot antwoorden op de enquête van de Huurdersbond voor het jaar 2014, behoorlijk gezakt was. In de provincie Antwerpen bijvoorbeeld was 2013 nog goed voor 88 procent respondenten, en dat is gedaald tot 24 procent in 2014. Dan kan je natuurlijk de vraag stellen in welke mate een dergelijke enquête nog representatief is. Maar iedereen heeft het volste recht om enquêtes te voeren. Het is een taak van de Huurdersbond om het op te nemen voor de huurders. Daar worden ze tenslotte vanuit Vlaanderen goed voor gesubsidieerd. Ik denk dat de cijfers uit het Grote Woononderzoek in dit debat toch wel de meest neutrale cijfers zijn.
In principe behoort de keuze over de wijze waarop de huurwaarborg wordt gesteld, toe aan de huurder. Ik heb u de vier mogelijkheden geschetst. Als er dan toch wordt beslist dat er cash wordt betaald – dat kan men onderling wel beslissen – dan is er nog altijd wel wettelijk bepaald dat de verhuurder verplicht is om die waarborg op een bankrekening te zetten op naam van de huurder. Of dat allemaal zo gebeurt, weten wij natuurlijk niet, maar het is wel opgenomen in artikel 10 van de Huurwet. Als de Huurdersbond daar inderdaad klachten over heeft, dan ben ik vragende partij dat ze mij misschien ook eens die cijfers bezorgen, dat zou nuttig zijn. Dan kunnen we eens bekijken of er inderdaad gegronde klachten zijn op basis van een schending van artikel 10 van de Huurwet, zodat we eventueel kunnen ingrijpen.
Ik heb natuurlijk geen indicaties waaruit zou blijken dat de toepassing van deze regelgeving ontzettende problemen oplevert, omdat u met cijfers komt die mij totaal onbekend zijn. Nogmaals, ik zeg niet dat dergelijke toestanden zich nooit eens zouden kunnen voordoen, integendeel. Middenveldorganisaties of belangenorganisaties, hoe je ze ook wilt noemen, hebben een bepaalde taakomschrijving en krijgen vanuit Vlaanderen veel subsidies om die taken au sérieux te nemen, en kunnen ook bepaalde zaken doen. Ze kunnen bijvoorbeeld vooral de zwakke huurders sensibiliseren en zeggen: als men u vraagt om dat te doen, bent u op basis van artikel 10 van de Huurwet bij machte en in het voordeel om van de verhuurder te eisen om de waarborg die u cash hebt betaald, op een geblokkeerde rekening op uw naam te laten zetten.
Wat de registratie van de huurcontracten betreft, hebt u gelijk, mevrouw Partyka, dat Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst kan sluiten met de federale overheid om de modaliteiten te bepalen waaronder wij toegang kunnen hebben tot die huurcontracten. Maar sta me toe te zeggen dat ik het persoonlijk veel handiger zou hebben gevonden mocht dit gewoon mee zijn overgeheveld bij de zesde staatshervorming.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Mijnheer Engelbosch, ik ben echt verbaasd over uw antwoord. Gisteren was het nog een beetje ‘politieke spielerei’ over de cijfers, maar nu zegt u gewoon dat de cijfers van de Huurdersbond niet kloppen. Ik vind dat wel straf. De Huurdersbond is een ongelooflijk grote organisatie waar heel veel vrijwilligers en medewerkers werken, inderdaad betaald en gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, en dat is een prima initiatief. Ze werken er dag in, dag uit, ’s morgens en ’s avonds. Ze nemen enquêtes af en doen dat heel toegewijd. Ik zie zelf geen enkele reden om die cijfers in twijfel te trekken. Waarom trekt u die wel in twijfel?
Ik heb bij de minister meer nuance gehoord. Wat ik waardevol vond, is dat u zei dat mensen inderdaad niet bij regeringsinstanties komen melden dat ze cash moeten betalen. Het is logisch dat een waardevolle organisatie zoals de Huurdersbond er meer zicht op heeft dan de officiële instanties. Net daarom zijn de cijfers volgens mij relevant.
Ik heb zelf ook al twee keer de vraag gehad om de huurwaarborg cash te betalen. De verhuurder was een oud dametje dat niet beter wist. Ik zeg dus niet dat het kwade wil is. Ik heb dan uitgelegd dat het vandaag op een geblokkeerde rekening moet worden gestort. Sensibiliseren lijkt me dus een goed idee.
Minister, u zegt dat het aantal ingevulde dossiers in 2013 24 procent bedroeg. Vorig jaar was het 79 procent. Opnieuw lijkt me dit zeer betrouwbaar.
Minister, u hebt voorgesteld dat de Huurdersbond die cijfers aan u kan bezorgen. Ik zal dat zelf met veel plezier doen. Dan hebt u ze ook.
Volgens Groen is het een interessant voorstel om de huurwaarborg te regelen via een centraal huurwaarborgfonds. Het is hier ook al ter sprake gekomen. De huurder betaalt zijn borg aan een centraal fonds. Indien nodig kan het fonds de waarborg ook voorschieten. Het lijkt een goed systeem om zowel huurder als verhuurder beter te beschermen. De verhuurder heeft zijn huurwaarborg en de huurder heeft meer zekerheid en meer bescherming.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Waarom ik niet zoveel geloof hecht aan die cijfers van de Huurdersbond, is omdat ze ontzettend afwijken van de cijfers van het Grote Woononderzoek. Het Grote Woononderzoek is een ruimere bevraging, is een objectievere bevraging. Omdat de cijfers zo fel afwijken van de bevraging van de belangenorganisatie, mag ik hier toch wel vraagtekens plaatsen.
U haalt het centraal huurwaarborgfonds aan. We mogen niet uit het oog verliezen dat als we dat systeem zouden invoeren, de eigenaar bijna geen enkel mogelijk selectiecriterium meer heeft om zijn huurder te selecteren. Hij heeft geen enkel zicht op de middelen van die persoon. De eigenaar weet niet of de huurder die huurwaarborg in één keer heeft gestort of in kleine schijven. Het is een belangrijk selectiecriterium voor de verhuurder, en we moeten dit zeker bewaren.
Tot slot kan ik enkel vaststellen dat we elke week en in zowat elk dossier worden geconfronteerd met de problemen van de zesde staatshervorming.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Moerenhout, ik stel het werk van de Huurdersbond op prijs, anders zou ik ze ook niet subsidiëren. Ik stel gewoon vast dat de bond niet representatief is voor de hele huurmarkt. Ze zijn eerder representatief voor de zwakke schakel op de huurmarkt, en dat is goed. Ik vind dat een zeer goede zaak. Als we dan toch cijfers moeten gebruiken – en u gaat mij die bezorgen, waarvoor dank –, kan ik als minister niet anders dan mij baseren op het Grote Woononderzoek, dat een bredere impact heeft gehad, ook neutraler is en een meer representatief beeld geeft van de huurmarkt dan een organisatie die het – terecht – opneemt voor de eerder zwakkere huurders. Voor alle duidelijkheid, ik vind het goed dat ze dat doen.
Mevrouw Moerenhout, u pleit voor een huurwaarborgfonds, maar ik zou al heel blij zijn dat het Huurgarantiefonds eindelijk begint te werken.
Ik heb ook al gezegd dat via artikel 10 van de Huurwet de wetgeving eigenlijk waterdicht is. Ik heb niet gezegd dat er geen mistoestanden bestaan. Ik denk dat sensibiliseringsacties zoals bijvoorbeeld georganiseerd door de Huurdersbond – met de expliciete vraag om dit op een neutrale manier te doen –, heel veel zoden aan de dijk zou kunnen zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.