Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, collega’s, wij weten dat met de zesde staatshervorming Vlaanderen bevoegd is geworden voor de sensibilisering inzake verkeersveiligheid. Minister, vanaf 1 januari 2015 is dit domein overgekomen naar uw departement. Vlaanderen zal dus in de toekomst autonoom kunnen beslissen welke campagnes zullen worden gevoerd en met welke partners daarvoor zal worden samengewerkt. Tot voor kort werkte de Federale Regering hiervoor heel intensief samen met het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). We hebben allemaal wel hun bilboards en campagnes gezien.
Verdere duiding lijkt mij hier niet echt nodig. Minister, ik heb enkele concrete vragen voor u.
Welke nieuwe impulsen wenst u te geven bij de sensibilisering? Welke verkeersthema’s denkt u eerst aan bod te laten komen? Met welke partners zult u deze campagnes vorm geven? Bent u zinnens om in de toekomst voor een bredere campagne samen te werken over de gewestgrenzen heen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we met zijn allen ook in deze legislatuur het belang van de verkeersveiligheid onderschrijven. U kent de vier E’s die we daarvoor gemeenzaam gebruiken. Sensibilisering hoort daar natuurlijk bij.
Ik tracht actief, algemeen en doelgroepgericht te sensibiliseren, waarbij we zoveel mogelijk wetenschappelijk onderzoek trachten te hanteren als basis. Ieder initiatief vertrekt vanuit een grondige analyse van de problematiek. Sensibilisering moet in die mate afgestemd worden dat een specifiek doelgroepenbeleid mogelijk is. Naargelang van de doelgroep en van welke doelstelling we willen bereiken, doen we een selectie van de boodschap, de media, de actoren en de intermediairen.
Het frequent herhalen van de boodschap en het brengen van dezelfde boodschap vanuit verschillende hoeken verhogen het effect ervan. De geïntegreerde aanpak werkt zowel op sensibilisering als op handhaving. Als je campagnes voert via de media of via bilboards, moet je ervoor zorgen dat het handhavingsbeleid, uitgevoerd door de politie, daarop focust. Zo kun je altijd thematisch sensibiliseren en de mensen laten ervaren dat de campagnes die worden gevoerd en de thematieken die naar voren worden geschoven niet zomaar vrijblijvend zijn en dat de politie daar specifiek rond werkt.
Sensibilisering staat natuurlijk niet los van andere maatregelen zoals educatie, handhaving en ontwerp.
Verkeersveiligheidsbeleid heeft ook nood aan een veiligheidscultuur en kwaliteitscultuur. Verkeersveiligheid leeft sterk binnen bepaalde verenigingen. Die krijgen daarom ruimte om in afstemming met de initiatieven van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid eigen projecten en processen te ontwikkelen. Daar liggen kansen om de verontwaardiging of bezorgdheid rond verkeersonveiligheid om te buigen naar een engagement en gedragsverandering. Dit gebeurt dan op basis van eigen ervaringen en expertise. Ik verwijs hier naar de vzw’s van ouders van verongelukte kinderen en dergelijke meer. Dat voegt zeker iets toe.
Ik wil me daarnaast in toenemende mate richten tot bedrijven en overheden. Het aandeel van verkeersongevallen op de weg van en naar het werk in de arbeidsongevallen is groot. Ik weet dat er een discussie bestaat of dat dan wel arbeidsongevallen zijn. Maar op rechtsgebied geldt dit natuurlijk wel. Vanuit de bedrijfscultuur en het mobiliteitsmanagement zijn ondernemingen belangrijke partners in het opnemen van engagement ten aanzien van verkeersveiligheid. De nieuwe ISO 39001-norm biedt kansen om bedrijven en overheden te overtuigen dat een concreet kader nodig is om een beheerssysteem voor verkeersveiligheid op te zetten en te onderhouden.
Wat de campagnes voor 2015 betreft, ligt de focus op de killers in het verkeer. We hebben de specifieke thema’s al naar voren geschoven en daarover ook al specifiek overleg georganiseerd met de federale politie, om er dus voor te zeggen dat er een zekere simultaneïteit is tussen de campagne en de handhaving. Het gaat over rijden onder invloed, overdreven of onaangepaste snelheid, het niet dragen van de veiligheidsgordel, vermoeidheid en afleiding in het verkeer.
Voor het uitvoeren van die campagnes heeft het Departement Mobiliteit en Openbare Werken al een open offerteaanvraag uitgeschreven. Die heeft tot doel een opdrachtnemer aan te stellen voor de ontwikkeling en de uitvoering van vijf door ons voorziene campagnegolven, waarbij we ook de onderscheiden thema’s hebben gekoppeld aan een specifieke tijdsperiode. In april 2015 zal zo de focus liggen op snelheid, in juni 2015 op alcohol, in augustus op de gordel, in oktober op gsm-gebruik en in december 2015 – traditiegetrouw – op alcohol. Nu loopt er trouwens ook een campagne met betrekking tot vermoeidheid. Daar zijn we deze maand mee begonnen.
Met die keuze en die timing die we vooropstellen, trachten we zo goed mogelijk aan te sluiten bij de controleagenda van de federale politie. Nogmaals, zij gaan ook specifiek rond die periodes met betrekking tot die thema’s specifiek actie voeren. Voor 2015 was dat bijvoorbeeld in januari nog alcohol, als uitloper van december. Dat kent u. In februari was dat zwaar vervoer. In maart zijn dat gordeldracht en gsm-gebruik. In april is dat snelheid. In mei zijn dat bestelwagens lichte vracht. In juni is dat alcohol, in september gordeldracht en gsm-gebruik, in oktober zwaar vervoer, in november snelheid en in december alcohol.
Voor de selectie van een opdrachtnemer voor die campagnes zijn we natuurlijk steeds gebonden aan het kader van de wet op de overheidsopdrachten. Daar speelt dus de mededinging. Dat wil zeggen dat we voor de campagne in 2015 hebben gekozen voor een open offerte, met als gevolg dat er een volledig vrije mededinging is en dat iedereen zich daarop kan inschrijven.
U stelde ook een vraag naar het bestek. Binnen dat bestek hebben we specifieke gunningscriteria aangeduid en vooraf bepaald, zoals trouwens gevraagd door de Inspectie van Financiën. Dat moet ook zo gaan. Ik geef ze u mee. De kwaliteit van de strategie en de visie op de opdracht telt mee voor 15 procent, de kwaliteit van het product voor 25 procent, de kwaliteit van het team dat uiteindelijk die opdracht zal uitvoeren, voor 10 procent en de prijs voor 50 procent.
Op het vlak van de dienstverlening met betrekking tot sensibilisatiecampagnes bestaat er een leverancier-klantrelatie tussen het BIVV en de Vlaamse overheid. Zij zouden dus ook een partner kunnen zijn. Dat wil zeggen dat het BIVV, als vzw, zich kan inschrijven voor bepaalde door de Vlaamse overheid uitgeschreven opdrachten, net als elke andere vereniging ter zake.
U vroeg naar de bovenregionale campagnes. Op dit moment zijn er geen gepland. Wel houden de gewesten elkaar natuurlijk op de hoogte van de eigen campagnekalender. We hebben wat ik net heb beschreven dus ook doorgespeeld aan de collega’s. Daarnaast is er ook het overleg tussen de gewesten en de federale wegpolitie, onder andere met betrekking tot die geplande handhaving. Net als Brussel en Wallonië trachten we zo veel mogelijk in te spelen op wat de federale politie plant qua handhaving.
Voor de voortzetting van het verkeersmagazine Kijk Uit werken wij trouwens samen met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de federale wegpolitie. Ik denk dat ik dat eerder heb bekendgemaakt. Dat was een beetje een vacuüm. Het was de grote vraag wat er met Kijk Uit zou gebeuren. Samen met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest hebben we dan toch besloten om allebei een bijdrage te doen, om ervoor te zorgen dat men dat programma kan voortzetten.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heel helder en heel volledig antwoord. Ik onthoud een aantal dingen. Het is heel positief te vernemen dat u vooral de kwaliteit van de campagnes en heel de doelgerichtheid ervan heel hoog in het vaandel stelt. Ook het thematisch werken, samen met de handhavingsdiensten, lijkt me heel mooi uitgewerkt. Dat doelgroepenbeleid ten opzichte van de bedrijven viel me vooral op, met betrekking tot bedrijfsongevallen, zoals u dat noemde. Voor mij persoonlijk was dat een heel nieuwe insteek, maar fijn om te horen.
Daarnaast is het heel duidelijk dat u de hele agenda voor de komende jaren al mooi hebt uitgewerkt, ook weer in samenwerking met de handhavingsdiensten. Het is dus duidelijk dat Vlaanderen ter zake zijn verantwoordelijkheid maximaal opneemt. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat dit verder goed zal worden uitgewerkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.