Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, als de heer Van Malderen daarnet nog niet gevraagd heeft of u de woonbonus zou veranderen, zal ik het bij dezen in elk geval wel doen.
Uit de recente bevolkingsprognoses van de Studiedienst van de Vlaamse Regering blijkt dat de toch al grote groep van eenpersoonsgezinnen in Vlaanderen tegen 2028 nog veel groter zal worden. Er zouden tegen dan maar liefst 934.000 eenpersoonsgezinnen zijn, of 1 op 3 huishoudens. Dat betekent dat het aantal eenpersoonsgezinnen op 30 jaar tijd met 50 procent zal zijn gestegen.
Toch stellen we vast dat alleenstaanden en eenoudergezinnen vandaag op nog heel wat vlakken gediscrimineerd worden en nadelen ondervinden van de bestaande regelgeving, die grotendeels dateert uit de tijd dat het klassieke gezin van vader, moeder en twee kinderen nog de norm was, of die daar toch op zijn minst op gericht is.
Nochtans betreft het hier een groep die het vandaag niet onder de markt heeft. Het is een groep die, als er kinderen in het spel zijn, het niet gemakkelijk heeft om arbeid en gezin te combineren. Het is ook een groep die geconfronteerd wordt met het feit dat men moet rondkomen met één enkel inkomen, in een maatschappij die gericht is op gezinnen van tweeverdieners.
De vaste rekeningen van een eenoudergezin zijn, zo blijkt uit onderzoek, een stuk hoger dan bij tweeverdieners. Eenoudergezinnen, alleenstaanden, singles, hoe je ze ook wilt noemen: mensen die met één inkomen moeten rondkomen, ondervinden vandaag wel degelijk een groot nadeel, niet alleen op maatschappelijke fronten, maar ook als het over fiscale zaken gaat.
Ook wie een huis wil verwerven, merkt dat dat een heel stuk moeilijker is als men dat met één inkomen moet doen. Niet alleen ligt het gezinsinkomen een stuk lager, de reserves liggen ook een stuk lager, men kan minder lenen, de waarborgen die men moet geven, zijn een pak hoger. Men ziet dat banken toch niet al te zeer geneigd zijn om met veel enthousiasme een hypothecaire lening te verstrekken aan alleenstaanden.
Minister, we betreuren dat er bij de recente hervorming van de woonbonus geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om die ook fiscaal rechtvaardiger te maken voor alleenstaanden. De beslissing van de Vlaamse Regering tot de herziening van de woonbonus heeft nogal zware financiële repercussies, niet alleen voor modale gezinnen, maar zeker ook voor eenoudergezinnen en eenpersoonsgezinnen. Het gaat immers om een lineaire toepassing. Los van een paar uitzonderingen voor grote gezinnen en gezinnen met kinderen met een beperking, wordt de maatregel ook niet gecorrigeerd of gemoduleerd.
Dat is spijtig, want waar gezinnen met twee personen twee keer kunnen genieten van de fiscale aftrek van de woonbonus, kunnen eenpersoonsgezinnen dat slechts één keer. Het is jammer dat die herziening niet is aangegrepen, minister, om die discriminatie en die achterstelling weg te werken.
Bent u er zich van bewust dat de Vlaamse woonbonus vandaag fiscaal nadelig is en blijft voor alleenstaanden en eenoudergezinnen? Hoe rijmt u dat met het voornemen uit uw beleidsnota om de woonfiscaliteit grondig te herzien en een beleid uit te werken dat nog meer Vlamingen de mogelijkheid biedt een eigen woning te verwerven? Bent u bereid om een voorstel uit werken om de woonbonus aan te passen en te hervormen, zodat op een rechtvaardiger manier tegemoet wordt gekomen aan de noden van de steeds groter wordende groep alleenstaanden?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Als ik daarnet een pleidooi heb gehoord om de woonbonus opnieuw in de staat te brengen waarin hij voor de aanpassing van januari 2015 verkeerde, hoor ik nu een ander pleidooi, namelijk om hem niet meer in die zin aan te passen, maar om hem helemaal weg te werken. Want om geen discriminatie tussen alleenstaanden en gezinnen te creëren, zouden we de woonbonus het best volledig afschaffen. Dit is, voor het verslag, duidelijk niet mijn voorstel. Dat is een beetje sarcastisch bedoeld. Ik bedoel enkel dat we niet alleen naar de woonbonus moeten kijken. Als we het over de woonfiscaliteit hebben, moeten we naar het geheel kijken.
De woonbonus wordt per persoon toegekend. Dit is misschien discriminerend. Indien een gezin uit twee personen bestaat, geldt de woonbonus tweemaal. Een alleenstaande kan slechts eenmaal van de woonbonus genieten. We moeten de fiscaliteit echter in haar geheel bekijken. Ten eerste heeft een eenoudergezin misschien geen groter huis nodig. (Opmerkingen)
Ten tweede komt een alleenstaande of een eenoudergezin veel sneller in aanmerking voor een sociale lening. Dit is zeer belangrijk. Sociale leningen vormen ook een onderdeel van de woonfiscaliteit. Voor een alleenstaande bedraagt de grens om voor een sociale lening in aanmerking te komen momenteel 35.123 euro. Voor tweeverdieners gaat het om iets meer dan 52.000 euro. Dat is veel minder dan het dubbel. Op dat ogenblik zijn er al correcties. Hetzelfde geldt voor renovatie- en verbeteringspremies. Ook op dat vlak is er een correctie.
Als we naar het geheel kijken, blijkt dat we momenteel met een goed evenwicht zitten. Ik ben ervan overtuigd dat de oppositie het hiermee zelfs eens is. Tijdens de bespreking van de woonbonus heb ik geen enkele opmerking hierover gehoord. Als we naar de hele woonfiscaliteit kijken, beschikken we momenteel over een redelijk evenwicht. Goede voorstellen zijn echter altijd welkom. In dat geval kunnen we nagaan in welke richting we nog verder kunnen evolueren. Niets is zeker en misschien kan alles ook wel beter.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, de bezorgdheid van mevrouw Hostekint is pertinent. Voor een eenoudergezin is het vaak moeilijker om een aangename levensstandaard te verwerven. Het is hard labeur. De banken zien hen minder graag komen. Er zijn, algemeen gesteld, nog een aantal fiscale en andere achterstellingen. Ik zou het niet altijd discriminaties noemen. Ik neem echter graag aan dat het soms moeilijker is.
Alleen lijkt me de woonbonus niet het uitgelezen instrument waarvan we alle heil mogen verwachten. De heer Lantmeeters heeft al een aantal nuances aangebracht. Er zijn al een aantal correcties in de andere richting.
Volgens mij hoort dit alles bij een globale fiscale herziening. Dit staat ons bij de federale overheid en de Vlaamse overheid nog te wachten. We moeten die oefening maken en nagaan op welke wijze we de laatste hordes of struikelblokken voor de gezinnen van alleenstaanden kunnen wegwerken.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik ben me ervan bewust dat het niet altijd eenvoudig is om een gezinswoning te verwerven. De banken eisen dat kopers over eigen middelen beschikken alvorens een hypothecaire lening toe te kennen. In de huidige tijden is dat een vereiste waaraan veel alleenstaanden, maar ook gezinnen, niet altijd kunnen voldoen.
De aanpassing van de woonbonus voor contracten gesloten na 1 januari 2015 vormt een letterlijke uitvoering van wat in het Vlaams regeerakkoord is opgenomen en wat de coalitiepartners zijn overeengekomen.
Ik ben het er helemaal mee eens dat het eigenaarschap in Vlaanderen een belangrijke waarde en een bescherming tegen armoede op latere leeftijd vormt. Dat moet hoog in het vaandel blijven staan. Om het systeem betaalbaar te houden, is het een goede zaak dat we vanaf 1 januari 2015 een aanpassing hebben doorgevoerd.
Mevrouw Hostekint, volgens u is er sprake van een fiscale discriminatie. Ik ben het daar niet mee eens. Een discriminatie houdt in dat gelijke gevallen ongelijk worden behandeld. Dat is niet het geval. Het bedrag aan uitgaven dat per belastbaar tijdperk voor de eigen woning maximaal kan worden ingebracht, is voor elke belastingplichtige gelijk. Ook het tarief voor de berekening van de belastingvermindering is voor elke belastingplichtige gelijk. Ik zie dan ook niet in hoe belastingplichtigen die zich in eenzelfde situatie bevinden, toch ongelijk zouden worden behandeld.
Uiteraard heb ik dit punt in mijn beleidsnota opgenomen. We hebben dat hier uitgebreid besproken. Ik plan een grondige evaluatie en hervorming van de woonfiscaliteit. Volgens mij is het belangrijk hierover pas te communiceren op het ogenblik dat er echt akkoorden zijn. We moeten weten in welke richting het gaat. Wie wil weten welk effect de onzekerheid heeft tijdens de periode waarin grote studies worden uitgevoerd, moet het maar in Nederland vragen. Dat willen we zeker niet. We moeten hier in alle stilte en rust aan werken.
Het is uiteraard de bedoeling het geheel transparanter te maken. De burger moet duidelijk weten van welke fiscale en niet-fiscale gunstmaatregelen hij bij de verwerving van een eigen woning kan genieten en welke voorwaarden aan deze gunstmaatregelen zijn verbonden. Dat staat nu al op papier. Uiteraard zal ik hierbij zeer nauw samenwerken met minister Homans, die bevoegd is voor het woonbeleid.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat u mijn bezorgdheid deelt en dat u bereid bent na te gaan hoe een en ander kan worden aangepast. Ik heb de heer Somers net hetzelfde pleidooi horen houden. Hij heeft gevraagd na te gaan hoe we de woonbonus rechtvaardiger kunnen maken voor eenoudergezinnen. Misschien gaat het niet om een fiscale discriminatie, maar er is een ernstige benadeling.
Ik heb gehoord dat een eenpersoonsgezin of een eenoudergezin geen even grote woning als een klassiek gezin nodig heeft. Ik durf dat te betwijfelen. Een alleenstaande met drie kinderen heeft een even grote woning nodig als een klassiek gezin met drie kinderen. Omgekeerd is het niet zo dat een klassiek gezin dubbel zo veel kosten heeft als een eenoudergezin. In die zin scheelt het een serieuze slok op de borrel dat alleenstaanden de woonbonus slechts eenmaal in plaats van tweemaal kunnen inbrengen.
Ik heb er absoluut niet voor gepleit de woonbonus af te schaffen. Ik heb er enkel voor gepleit de momenteel bestaande grote benadeling, die ik nogmaals een discriminatie wil noemen, tussen het klassieke gezin en het eenpersoonsgezin kleiner te maken en, voor zover dat mogelijk is, weg te werken.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik wil, voor alle duidelijkheid, nogmaals herhalen dat we naar het geheel van de woonfiscaliteit en niet enkel naar dit punt moeten kijken. We moeten ook kijken naar de renovatiepremie, de verbeteringspremie en de sociale leningen. Daar kunnen de grootste ongelijkheden worden weggewerkt. Ik blijf erbij dat de woonbonus op dit ogenblik goed is. Indien iemand ons ervan kan overtuigen dat dit moet gebeuren, kan de woonbonus eventueel worden aangepast. We moeten echter naar de hele woonfiscaliteit kijken. Wie dat doet, zal vaststellen dat er overal correcties zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.