Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Het Vlaams regeerakkoord vermeldt volgende doelstelling: “We voegen een aantal beleidsdomeinen samen en verminderen het aantal entiteiten en strategische adviesraden.”
In de beleidsnota Algemeen Beleid gaat minister-president Bourgeois onder SD 4 in op de coördinatie van specifieke horizontale strategische prioriteiten voor de Vlaamse overheid. Hieronder valt onder andere de hervorming van de strategische adviesraden. Hierover stelt de beleidsnota: “Bij de hervorming van de strategische adviesraden zal ik zorgen voor de administratieve inbedding van de secretariaten van de SAR Landbouw en Visserij, de Vlaamse Woonraad en de SAR voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media in de SERV. Ik zal ook de nodige generieke ondersteuning geven bij de afschaffing van SAR VRWI, SARiV en Vlabest, en bij de omvorming van de SAR MINA-raad en de SARO tot de Omgevingsraad. Samen met de betrokkenen zullen we oplossingen zoeken voor de overdracht van het secretariaatspersoneel binnen de diensten van de Vlaamse overheid.”
Hoewel in de nota de administratieve inbedding van het secretariaat van de SARC in de SERV vooropstelde, gaf de Vlaamse Regering op vrijdag 16 januari 2015 haar goedkeuring aan het inbedden van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) in het departement van culturele aangelegenheden binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
Deze beslissing past uiteraard in de doelstelling van het Vlaamse regeerakkoord waarbij een vermindering van het aantal strategische adviesraden (SAR) vooropgesteld wordt.
Minister, op basis van welke factoren werd finaal beslist om de SARC onder te brengen in het departement van culturele aangelegenheden binnen het beleidsdomein CJSM en niet in te bedden in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV)? In hoeverre zal deze beslissing van de Vlaamse Regering de samenwerking tussen het agentschap CJSM en de SARC in de toekomst veranderen?
De heer Caron heeft het woord.
Ik heb het ook gelezen in de notulen van de regering, en ik wil hardop zeggen dat ik het toejuich. De SARC blijft integraal de vier domeinen hebben en er gebeurt dus geen herverkaveling. Het had gekund, onder ons gezegd en gezwegen. Bovendien is voor de eigenheid van de materie waarover het hier gaat, een positionering dichtbij het departement adequater dan een positionering bij een sociaal-economische raad. Zo’n raad is een huis met vele kamers en het begrip ‘middenveld’ wordt er anders ingevuld dan in onze sectoren.
Ik vermoed dat uw tweede vraag erover gaat of de SARC autonoom advies zal kunnen geven en of ze ondersteund zullen worden. Het is natuurlijk wel belangrijk dat dat wordt gegarandeerd.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om aan te geven dat de beslissing van de Vlaamse Regering door mijn fractie ook wordt toegejuicht. Zoals de heer Caron al zei, heeft het model van de SARC in het verleden absoluut een meerwaarde gehad. Ook wij zijn zeer blij dat, ondanks allerlei geruchten, het geheel van de departementen samen is gebleven. Ook die meerwaarde is in het verleden bewezen.
Het feit dat de SARC binnen het departement blijft, kan enkel maar het goede samenspel van adviesuitwisseling bevorderen. Op die manier kan er samen vorm worden gegeven aan een goed onderbouwd en ambitieus beleid de komende jaren.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, alvorens op uw concrete vragen in te gaan, bevestig ik inderdaad dat de Vlaamse Regering op 16 januari 2015 het decreet betreffende de hervorming van de strategische adviesraden principieel heeft goedgekeurd met het oog op de advisering door de adviesraden en met het oog op het inwinnen van het advies van de Raad van State.
In uw toelichting bij de vraag citeert u – terecht – de passage uit de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2014-2019. Maar voorafgaand aan de passage die u citeert, staat het volgende: “Naast een rationalisering van het aantal strategische adviesraden, wil ik sterk inzetten op de beleidsvoering in overleg en in samenwerking met alle belanghebbenden. Het verzekeren van een goed maatschappelijk draagvlak is een belangrijke voorwaarde om het vertrouwen van de burgers in politieke en ambtelijke instellingen te versterken.”
Met betrekking tot de inbedding van de SARC in de SERV is er vooral een probleem geweest van voldoende draagvlak.
Ik ga nu in op uw concrete vragen. De reden waarom er geen inkanteling is van deze adviesraad in de SERV is drievoudig. Ten eerste, een van de grote doelstellingen op bestuurlijk vlak is de verkokering tegengaan en het aantal bestuurlijke entiteiten te verminderen. Welnu, door de optie van de Vlaamse Regering waarbij de rechtspersoonlijkheid van de SARC wordt opgeheven, wordt deze instelling toegevoegd bij het bestaande ministerie. De beslissing doet dus helemaal geen afbreuk aan het objectief van de Vlaamse Regering om het aantal entiteiten met rechtspersoonlijkheid binnen de Vlaamse administratie te verminderen.
Er is een tweede reden waarom de SARC niet naar de SERV gaat. Een oude spreuk zegt het volgende: de liefde moet van twee kanten komen. Het SERV-advies van 22 januari 2014 luidde als volgt: “De SERV wil niet functioneren als Managementondersteunende Dienst (MOD) voor gelijk welke SAR zonder inhoudelijke synergieën.” Dat is een citaat uit de brief aan de Vlaamse Regering. Op pagina 22 van het eigenlijke advies staat: “In die zin past een strategische adviesraad zoals CJSM of een adviesraad Handicap niet of veel minder bij de SERV dan de Mobiliteitsraad van Vlaanderen of de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid (SARWGG). De SERV vraagt dan ook om ten aanzien van deze adviesraden alternatieven te bekijken.” Het is op deze piste dat we verder zijn gegaan. We, dat zijn mijn administratie en de SARC zelf, maar ook minister Muyters, met wie we overlegd hebben.
Ook binnen de SARC was er een gelijkaardig standpunt op 27 januari van dit jaar. “We zijn ervan overtuigd dat het voorstel om de SARC in te bedden in de SERV geen enkele besparing met zich meebrengt en evenmin een inhoudelijke meerwaarde betekent voor de adviezen.”
De derde reden is geen reden ten gronde, maar het voorstel zoals het nu is opgenomen in het ontwerp van decreet, is kostenbesparend en dit op twee niveaus, namelijk de bijdrage in de pensioenpool en de eenmalige materiële kosten. De bijdrage aan de pool der parastatalen voor de vijf statutaire functies van de SARC valt weg bij inbedding in CJSM. Met andere woorden, de afschaffing van de rechtspersoonlijkheid van de SARC en de simultane integratie in CJSM, leidt alleen al op het vlak van pensioenvorming tot een besparing.
De SARC is momenteel gehuisvest in het CJSM-gebouw en maakt voor de backoffice gebruik van het dienstencentrum CJSM. Er zijn geen verhuiskosten noch investeringen in kantoormeubilair. Het dienstencentrum CJSM hoeft geen rekening meer te houden met specifieke verplichtingen die voortvloeien uit de onafhankelijke rechtspositie. Er is dus geen impact op taken en bevoegdheden op het SERV-secretariaat.
U vroeg ook naar de toekomst. Zonder rechtspersoonlijkheid is het personeel van de SARC onderworpen aan het hiërarchisch gezag van de Vlaamse Regering. Er worden afspraken gemaakt tussen de SARC en het departement CJSM met betrekking tot de inhoudelijke onafhankelijkheid via deontologie en onverenigbaarheden, en met betrekking tot operationele autonomie via delegatie.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik ben voldaan en blij.
De vraag om uitleg is afgehandeld.