Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ISA of ‘intelligente snelheidsassistentie’ is geen nieuw begrip. Het is een gegeven dat al in verschillende proefprojecten heeft kunnen aantonen dat het een impact op de verkeersveiligheid heeft. Er zijn ook Europese aanbevelingen, er is al veel over gedebatteerd. Het is toch wel duidelijk dat de technologie heel wat voordelen kan bieden.
Niet alleen de Kamer, ook dit Vlaams Parlement heeft in 2012 bijna unaniem een resolutie goedgekeurd om aan de ministers te vragen om ter zake vooruitgang te boeken en om het systeem te bevorderen. In het federale parlement werd de resolutie ook bijna unaniem goedgekeurd en vroeg het parlement aan de regering om het systeem actief uit te werken in samenspraak met de gewesten en de Europese instanties. Die aanpak zou dan zes maanden later worden voorgesteld aan de volksvertegenwoordigers. Ook in dit Vlaams Parlement werd uw voorgangster, mevrouw Crevits, verzocht om concrete actie te ondernemen.
Onlangs liet de nieuwe federale bevoegde minister, mevrouw Galant, zich ontvallen dat de administratie reeds een plan had voorgelegd aan haar voorganger, de heer Wathelet. Ze gaf mee dat ze begin 2015 – nu dus – met een geactualiseerde versie naar het parlement zou gaan. Ze benadrukte het belang van het advies van de gewesten ter zake. Ze wil tot een gezamenlijke benadering komen om dan aan Europa voeding te geven, en dat lijkt me een goed uitgangspunt.
Minister, vandaar mijn vraag naar een stand van zaken. Wat heeft uw administratie ondertussen gedaan? Er was ook een plan om een snelheidskaart te ontwikkelen. Vlaanderen kon dat doen. Veel collega’s, ook mevrouw Jans, hebben dat ondertekend. Bijna unaniem zie ik, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen.
Kunt u het standpunt ontvouwen namens het Vlaamse Gewest? Wat is uw visie?
Zijn er al initiatieven genomen door u en door de administratie?
Kunt u uit de doeken doen welk concreet gevolg door u of uw voorgangster werd gegeven aan de aanbevelingen en aan de resolutie die hier twee jaar geleden werd goedgekeurd door de plenaire vergadering? Hoe zit het bijvoorbeeld met de verdere ontwikkeling van de snelheidskaart?
Welke stappen plant u binnen uw bevoegdheden om het systeem, de technologie te bevorderen?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, uiteraard is dit een heel interessante vraag. Het is iets dat niet nieuw is in deze commissie, we hebben het er al diverse keren over gehad. We hebben inderdaad de resolutie van 2012 en het klopt dat die op een heel ruime meerderheid kon rekenen. De voordelen zijn al uitgebreid naar voren gebracht.
Ondertussen werden er ook al verschillende vragen over gesteld, onder meer in maart 2013 door de heer D’Hulster. Hij bracht toen ook een aantal bekommernissen naar voren en toen werden al een deel van de antwoorden gegeven. Blijkbaar waren er wel wat praktische bezwaren.
In het antwoord van uw voorgangster werd onder meer gezegd dat er een actualisatie noodzakelijk was van de verkeersbordendatabank. Dat zou inmiddels gebeurd zijn en daardoor zouden de makers van kaarten met de gegevens uit die databank aan de slag kunnen gaan. In het antwoord werd ook meegegeven dat er heel wat budgettaire en praktische bezwaren zijn om de technologie bijvoorbeeld op te nemen in het wagenpark van de Vlaamse overheid. Mijn bijkomende vraag is dan ook meteen hoe het staat met die bezwaren. Het betreft praktische bezwaren, men spreekt over het nog niet algemeen gestandaardiseerd zijn van het ISA-systeem. Is dat inmiddels verholpen?
Uiteraard is het niet budgettair neutraal, als men een wagenpark om die reden zou moeten vervangen. Er zijn twee manieren om nieuwe wagens dergelijke zaken te laten opnemen, aanmoediging en verplichting. In het verleden werd ook al gezegd dat een verplichting niet evident is vanwege federale en Europese regelgeving. Minister, hebt u daarover contact gehad met de collega’s en wat is de stand van zaken van de regelgeving? Zijn er nog steeds bezwaren tegen een dergelijke realisatie?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De kamerbrede meerderheid die de vorige legislatuur en misschien zelfs die daarvoor bestond over het nut en de noodzaak van ISA is nog altijd intact, wat zeer goed is. Natuurlijk kan Vlaanderen redelijk wat stappen nemen. Ik ben zeer benieuwd welke er al genomen zijn.
De belangrijkste opdracht lijkt me te liggen op het Europese niveau. ISA kan slechts echt doorbreken indien het tot de standaard zou behoren van elke wagen die wordt geproduceerd of verkocht in Europa. Dergelijke standaardeisen opleggen is een Europese bevoegdheid. In de resolutie heb ik ook gelezen dat het de bedoeling was dat Vlaanderen dat zou bepleiten bij de Europese beleidsmakers, om ISA op te nemen in de standaardeisen voor voertuigen die hier worden verkocht. Zijn er contacten geweest met Europa of zullen die worden gelegd, om die technologie op te leggen?
Minister Weyts heeft het woord.
De communicatie van minister Galant verrast mij ook enigszins, want ik ben niet op de hoogte van een globaal nieuw plan van aanpak van de federale overheid. Toevallig hebben we elkaar nog gezien op 18 december 2014 voor een uitvoerig gesprek. Dat stond niet op de agenda en het is ook niet ter sprake gekomen. Goed, ik heb het alleszins op de agenda geplaatst voor ons vervolggesprek.
U weet dat verkeersveiligheid een absolute prioriteit is. Maar de hoeksteen van een dergelijk systeem, en vooral onze belangrijkste taak als overheid, is een verkeersbordendatabank. En daar loopt het eerlijk gezegd wel wat mank. Daarmee kunnen we de verschillende snelheidsregimes in kaart brengen en dat is de basisvoorwaarde om zo’n systeem uit te rollen.
Mijn voorgangster is inderdaad in 2008 begonnen aan de uitbouw van zo’n verkeersbordendatabank. Het is een online databank waarin alle verkeersborden zijn opgenomen, van gewestwegen en lokale wegen. Na de initiële volledige inventarisatie van de verkeersborden via camerabeelden werd aan de andere wegbeheerders, zijnde steden, gemeenten en het Agentschap Wegen en Verkeer, gevraagd om die bij te houden en te actualiseren. In 2013 werd een nieuwe softwareversie uitgerold.
Ik maak even een zijsprong. U vraagt naar de implementatie in de schoot van de Vlaamse overheid. Kun je het voertuigenpark van de Vlaamse overheid uitrusten met ISA? Ook daar geldt natuurlijk die absolute voorwaarde van een goed beheer van de databank. De basisgegevens moeten correct zijn. Ik kan u zeggen: ik heb zo’n systeem in mijn wagen op basis van gps. Private exploitanten gebruiken gps-systemen op basis van een eigen databank. Die is verre van correct.
Bij ISA heb je drie soorten systemen: een open, een half gesloten en een gesloten. Bij een open systeem, zoals ik heb, krijg je op het dashboard op basis van gps-technologie de melding van een maximumsnelheid. Op de snelheidsmeter wordt met een rood teken aangeduid wat de reglementaire snelheid is, waar je niet over mag gaan. Dat is een open systeem, dat zuiver informatief werkt. Bij een half gesloten systeem ondervind je, als je gas geeft boven die snelheid, een tegenkracht. Bij een gesloten systeem kun je niet sneller rijden dan de maximumsnelheid zoals wettelijk aangegeven. Maar dan is natuurlijk de basisvoorwaarde dat de snelheid die op het scherm in de wagen staat aangegeven, ook correspondeert met de reëel aangegeven snelheid. Uit mijn ervaring blijkt alleszins dat het daar nogal eens mank loopt.
Het eerste belangrijke is dus die databank. Met het voorbehoud dat ik maak, zou je die gps-toepassing nu al kunnen uitrollen voor het voertuigenpark van de Vlaamse overheid, maar dan overschrijd ik mijn bevoegdheid. De minister van Bestuurszaken beheert het voertuigenpark van de Vlaamse overheid en zou dat kunnen meenemen.
Ik schets de huidige technische beperkingen. We moeten in eerste instantie inzetten op het vegen voor eigen deur, en dus zorgen dat we de inspanningen voor die verkeersbordendatabank die door mijn voorgangster op poten is gezet, wat een uitstekend initiatief was, niet teloor laten gaan. We moeten dus maximaal trachten te actualiseren.
Ik wijs niet enkel de gemeenten met de vinger, ook onze eigen administraties hebben het – in mindere mate, maar toch ook – vertikt om dat gedegen te actualiseren. Ik wens de schuld niet in de schoenen van één actor te schuiven. Ik heb de administratie gevraagd om een plan uit te werken voor het actualiseren van die verkeersbordendatabank, waarbij we ook moeten denken aan dwingende maatregelen. Het aanbieden van een wortel aan de gemeenten blijkt niet te volstaan. Als we er een betrouwbaar en consistent systeem van willen maken, zullen we er wel voor moeten zorgen dat het naar behoren wordt geüpdatet.
We zijn niets met een labiele, onbetrouwbare databank, zeker niet als we daar zulke consequenties en toepassingen aan verbinden als ISA. Je moet ook nadenken over de juridische consequenties als de overheid een systeem aanbiedt waarbij de realiteit niet blijkt te corresponderen met wat aangegeven staat op het scherm als maximumsnelheid. Stel dat er zich een ongeval voordoet. De implicaties zijn verregaand. Dat is een absolute basisvoorwaarde.
Er werd ook gevraagd naar de Europese betrokkenheid. De administratie neemt deel aan een onderzoeksproject in samenwerking met de European Transport Safety Council (ETSC), dat ISA verder zal promoten in Europa en trachten bij te dragen aan de verdere verspreiding van die kennis.
Maar ik herhaal dat het eerste dat wij moeten doen is maximaal onze verantwoordelijkheid nemen en die verkeersbordendatabank volledig op punt zetten. De grote technologie, laat ons wel wezen, gaan wij niet ontwikkelen. Daarvoor zijn we aangewezen op anderen. Wij moeten ons eigen ding doen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Dank u wel, het is inderdaad bijzonder relevant. De technologie moeten we omarmen, maar de betrouwbaarheid is fundamenteel. Ik hoop dat u daarvan verder werk kunt maken, samen met de administratie, om die databank verder te ontwikkelen. Het is belangrijk dat we maximaal het nodige doen voor wat we zelf kunnen doen.
Minister, verder vraag ik u om in overleg te gaan met de federale minister, om als Vlaanderen ons ding te doen. In dialoog met Europa moet u proberen een voortrekker te zijn, om de nodige initiatieven te nemen. Zodra de betrouwbaarheid er is, kunnen we in dat verhaal stappen.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, ik stel vast dat de minister al grotendeels heeft geantwoord op een vraag om uitleg die ik had ingediend in het begin van de kerstvakantie over de verkeersbordendatabank. Die staat volgende week op de agenda. Ik stel voor dat we eens bekijken welke vragen hiervan nog niet beantwoord zijn. Misschien kunnen we daar volgende week nog op terugkomen.
Minister, wat mij absoluut pleziert, is dat u zegt dat u vindt dat we eens goed moeten nadenken over hoe we de lokale besturen ertoe kunnen verplichten om die databank up-to-date te houden. Het geeft inderdaad geen pas dat daar ondertussen al 20 miljoen euro in is geïnvesteerd. Het is een absolute voorwaarde om vooruitgang te boeken inzake verkeersveiligheid, onder andere door de implementatie van het ISA-systeem. Doordat sommigen die daar op aangesloten zijn, verzaken aan wat hun plicht is, dreigt die investering verloren te gaan. Het is goed dat u daarover wenst na te denken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.