Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in het Vlaams regeerakkoord kunnen we lezen dat Vlaanderen zich wil profileren als een bestemming voor zorgvakanties. Ook dat is een nieuwigheid binnen het toerismebeleid. U geeft zelf ook aan dat als we die doelstelling willen realiseren, we niet alleen goede voornemens moeten hebben, maar ook een aanbod aan zorgverblijven.
Via een persbericht van Toerisme Vlaanderen hebben we vernomen dat er al een subsidiebedrag toegekend is aan vijf zorgtoerismedossiers, net in het kader van het ‘Toerisme voor Allen’-beleid. Ik som ze even op: het zorgverblijf Oswald in Sinaai, Hoeve Megusta in Beerse, het zorgverblijf Hooidonk in Zandhoven, Thomasbos van vakantiehuis Fabiola in Maasmechelen en gezondheidscentrum Koninklijke Villa in Oostende. Zij die de verschillende projecten kennen, weten dat het om een grote diversiteit van aanbieders gaat.
U hebt ook al heel duidelijk aangegeven dat u daadwerkelijk wilt dat mensen met een ernstige handicap of met een ernstige chronische ziekte en een zware zorgbehoefte echt wel vakantie kunnen beleven. Wij hebben geleerd uit het verleden dat die specifieke voorzieningen echt wel nodig zijn. Ik ben dan ook blij dat u de capaciteit voor vakanties met zorg wilt uitbreiden.
Positief is ook dat u binnen dit subsidiebeleid voor ‘Toerisme voor Allen’ ook een aantal ondernemende particulieren betrekt als een aantal andere aanbieders vanuit de zorgsector. Diversiteit krijgt alle kansen om zich te bewijzen.
Minister, welke bijkomende beleidsinstrumenten gaat u inzetten om het aanbod aan kwalitatieve zorgverblijven in Vlaanderen te verhogen? Welke partners en actoren zullen worden betrokken bij de uitbouw van dit beleid? Ik hoop van u te vernemen dat het partners en actoren zijn uit de bredere beleidsdomeinen Zorg, Welzijn, Gezondheid. Vindt u het aangewezen om specifieke promotiecampagnes op te zetten om dit nieuwe aanbod te promoten? Zo ja, zult u hiervoor een extra budget toekennen aan Toerisme Vlaanderen?
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in Everbeek is er een initiatief ontwikkeld van toerisme voor mindervaliden. Het is een beetje een voorloper. Het wordt door een eerwaarde pastoor uit Brussel ondersteund, dus alle zegen voor ons. Er is een positieve omgevingsfactor en het is een maatschappelijk waardevol initiatief. Minister, misschien kent u het project omdat het een pilootproject is. Ik sluit me aan bij de vraag om een antwoord te krijgen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil u danken voor de aandacht voor de thematiek. Ik wil niet altijd vooruitlopen op de beleidsnota, maar daarin zit wel de logica vervat dat ik nog meer werk wil maken van een toerisme zonder drempels. Ik bedoel dan een toerisme met toegankelijkheid in de brede zin: toegankelijkheid voor alle leeftijden, toegankelijkheid voor elke beurs en toegankelijkheid voor mensen met en zonder beperking. Dat zijn drie belangrijke drempels die er vandaag nog zijn.
Wat de drempels voor mensen met een beperking betreft, bouw ik eigenlijk verder op het beleid van minister-president Bourgeois, die met Toerisme Vlaanderen een nieuwe lijn heeft getrokken. In 2007 was er een onderzoeksrapport ‘Zorgvakanties in Vlaanderen’. Dat heeft aanleiding gegeven tot heel wat overleg binnen en buiten de sector, zowel in de welzijnssector als in de toeristische sector, en heeft in 2010 geleid tot een projectplan ‘Vakantie met zorg’. Sinds 2010 is ‘Vakantie met zorg’ een thema in het subsidiereglement voor ‘Toerisme voor Allen’-verblijven. In het totaal is er hiervoor al 4 miljoen euro subsidie gegeven. Ik heb ook een lijst bij. Op dit ogenblik zijn er minstens vijftien zorgverblijven waar mensen met een zware zorgbehoefte terecht kunnen of binnenkort terecht zullen kunnen. Sommige verblijven worden nog gerenoveerd of gebouwd. In Brakel is er De Kleppe, waarschijnlijk verwijzend naar een eigenschap van de bewoners van de gemeente. (Gelach)
In 2010 en in 2011 kreeg De Kleppe 250.000 euro subsidie voor de ombouw van een bestaand gebouw tot een zorgtoeristisch groepsverblijf. Intussen zijn er dus vijftien erkende zorgvakantieverblijven die gespreid over de verschillende jaren in totaal 4 miljoen euro subsidie hebben gekregen.
Wat willen we doen? We willen meer differentiëren in capaciteit en in aanbod. Differentiëren in capaciteit omdat we vooralsnog spreken over grote verblijven, groepsverblijven. We denken ook meer aan kleinere, ook particuliere, initiatieven die we willen ondersteunen en die hun toeristische logies toegankelijk maken voor personen met een beperking.
Bij differentiatie in het zorgaanbod sluit ook het volgende onmiddellijk aan. De vijftien zijn nogal gericht op zwaar zorgbehoevenden. Voordien was er voor hen echt geen aanbod, nu dus wel. We kunnen meer denken aan de meer beperkte zorgvragen, aan de kleinere zorgbehoeften. Daarbij kunnen we voorzien in meer middelen voor zorgtoerisme, maar niet exclusief voor erkende verblijven ‘toerisme voor allen’, maar ook voor de reguliere logiessector. Net voor de reguliere logiessector is het immers vaak niet rendabel om de nodige investeringen te doen. Bij uitstek daar is een taak weggelegd voor de overheid om een subsidie te verlenen. Zo kunnen we een hefboom realiseren voor een investering die anders niet zou worden gedaan wegens niet rendabel. Op die manier krijgen we een meer inclusief verhaal. Als we spreken over het wegnemen van drempels, ook voor toerisme, moeten we geen toerisme organiseren waarbij de zorgbehoevenden met zijn allen op een beperkt aantal plekken op vakantie kunnen gaan, afgezonderd van alle andere toeristen. We proberen werk te maken van de inclusiviteit door ervoor te zorgen dat ook de reguliere logies toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een beperking.
U vroeg naar de betrokkenheid van partners en actoren bij de verdere uitbouw. Op dat vlak hebben we natuurlijk een voorgeschiedenis. We blijven spreken met de zorgverblijven en de zorgdiensten. De zorgdiensten kunnen dikwijls als eerste de noden capteren en de specifieke vragen naar aanpassingen: hoe moet iets aangepast worden voor mensen met bepaalde zorgvragen? Op dat vlak is er trouwens ook overleg met het departement Welzijn en ook dat zullen we voortzetten. Er is ook het lerend netwerk Vakantie met Zorg. Dat bestaat ondertussen twee jaar en de ervaring leert dat het niet evident is om het overleg en het aanbod te organiseren voor heel Vlaanderen. Er wordt gevraagd om meer op lokaal niveau samen te werken met lokale netwerken die efficiënter blijken. Toerisme Vlaanderen is daarom nu al begonnen met samenwerken met het samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, de SEL’s, omdat die een meer direct antwoord leveren op de vragen. We willen natuurlijk ook de reguliere sector sensibiliseren en ook diets maken dat die kan rekenen op ondersteuning van overheidswege, ook voor de niet-rendabele projecten. Het biedt de sector meer mogelijkheden, zelfs toeristisch-commerciële in functie van exploitatie.
U vroeg naar specifieke promotiecampagnes. U weet dat we moeten besparen, ook op het vlak van de toeristische projecten. Een aparte campagne zit er niet in. Wel is het zo dat nu al specifiek per campagne wordt gewerkt. Ik denk bijvoorbeeld aan het aanbod in het licht van de Eerste Wereldoorlog. Er is steeds in een hoofdstuk voorzien in functie van de toegankelijkheid. Er wordt een specifiek aanbod gedaan, zeker bij de grotere projecten. Zo is er een 48 urenroute voor mensen met een beperking die een probleem hebben met de toegankelijkheid. Er is er ook eentje specifiek gericht op de kindvriendelijkheid, op de toegankelijkheid voor gezinnen met kinderen. Ik wil dit zeker blijven doen, vertrekkend vanuit de logica en het principe om de drempels maximaal weg te werken. Die ambitie heb ik zeker. We moeten hierover echt communiceren. We hebben een uniek aanbod in vergelijking met het buitenland, bijvoorbeeld Frankrijk. We hebben een toeristisch aanbod zonder drempels, maar dat mogen we zeker meer in de markt zetten.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor het antwoord. Het beleid ‘toerisme zonder drempels’ en natuurlijk ook het beleid uit het verleden, hebben hun vruchten afgeworpen. In de vijftien zorgverblijven gaan gezinnen op vakantie met heel zwaar gehandicapte kinderen of met kinderen met palliatieve vragen. Het is een bijzonder belangrijk aanbod. Ik vind het dan ook goed dat we hier verder op blijven inzetten.
Ik hoor u vertellen dat u zich ook meer zult richten tot de reguliere logies om daar meer plaats vrij te maken voor personen met een handicap, zij het met een minder grote zorgnood. Dat past perfect in wat wij de ‘vermaatschappelijking van de zorg’ noemen. De regering vindt het immers heel erg belangrijk dat erop wordt ingezet dat mensen met een handicap, met een zorgvraag of met een psychiatrisch verleden overal op de meest reguliere wijze kunnen gebruikmaken van ons aanbod. Ik ben dus heel blij met uw antwoord.
Het is ook positief dat alles heel goed wordt omkaderd door zinvol overleg onder meer op de eerste lijn.
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb De Kleppe goed gevolgd toen ik lange tijd burgemeester in Brakel was. Een aantal zaken uit het antwoord treffen me en zijn positief.
Ten eerste is er het feit dat er een minimumverblijf wordt gevraagd aan de andersvaliden. Zo is het niet ‘dag in, dag uit’, maar is er een zekere stabiliteit.
Ten tweede is het positief dat het inclusief is, niet exclusief voor mindervaliden.
En ten derde wil ik iets opmerken ter ere van degenen die zich er vrijwillig mee bezighouden. Rondom het toekomstig verblijf heeft men een hele omgeving gemaakt. Ik geef u een detail mee. Er worden konijntjes en neerhofdieren getemd zodat ze kunnen worden betast door blinden en door mensen in een rolstoel. Er wordt ook gewerkt met de geuren van de planten in de tuin. Dat alles is al voorbereid. Het is echt merkwaardig wat er allemaal kan gebeuren. Dergelijke initiatieven prijzen we graag aan.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik vergat nog te zeggen dat ik een overzicht heb gemaakt van de vijftien erkende initiatieven. Daarbij is aangeduid wat ze hebben gekregen in welk jaar en waarvoor. Ik zal het ter beschikking stellen van de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.